Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 5, 6 en 7) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 en 5.1 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst Van Opdracht
Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 54, 6 5 en 76) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 en 5.1 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: • als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); • als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; • als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst Van Opdracht
Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 54, 6 5 en 76) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 en 5.1 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek VVetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst Van Opdracht
Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op Op basis van de voorgelegde overeenkomst ‘variant A, geen gezag’ is geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik kan worden geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 5, 6 punten b en 7c) en de artikelen 1.12.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 2.3 en 5.1 2.4. van de overeenkomstovereenkomst in samenhang, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op Op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat ‘variant B, vrije vervanging’ is voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek Wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u kan aan deze overeenkomst ( ‘variant B, vrije vervanging’) geen zekerheid ontlenenworden ontleend. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: • als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); • als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; • als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft xxxxx niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomstovereenkomst ( ‘variant B, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.vrije
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst Van Opdracht
Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016 Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 5, 6 en 7) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 3.4, 3.5, 4.1, 4.2 en 5.1 5 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek Wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: • als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); • als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; • als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.
Appears in 1 contract
Samples: Beoordeling Belastingdienst
Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in het derde streepje van de overwegingen (punt 2, en artikel 1 en 3, 5, 6 en 7) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 en 5.1 letter c van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst (eveneens) tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: • als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); • als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; • als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 art.3, letter d van de overeenkomstovereenkomst in samenhang met art. 3, lid 5 van de algemene voorwaarden Afloskapitein.
Appears in 1 contract
Samples: Beoordeling Van De Overeenkomst
Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, Beoordeling Belastingdienst nr. 9061636420-B | 26 – 04 – 2016 toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 54, 6 5 en 76) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7, 2, 3.4 3.4, 4, 5.1, 5.3 en 5.1 5.7 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek Wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: • als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); • als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; • als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.. Beoordeling Belastingdienst nr. 9061636420-B | 26 – 04 – 2016
Appears in 1 contract
Samples: Beoordeling Belastingdienst
Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 54, 6 5 en 76) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 3.4, 3.5, 4.1, 4.2 en 5.1 5 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek Wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: • als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); • als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; • als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.
Appears in 1 contract
Samples: Beoordeling Van De Overeenkomst