Common use of Geen gezagsverhouding Clause in Contracts

Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 5, 6 en 7) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 en 5.1 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: Voorbeeldovereenkomst KNGF / en / Vvocm / NHV / NVD / NVLF / Vvaa

Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 5, 6 a en 7) b en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 en 5.1 art. 4 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen Als géén sprake is van een verplichting om privaatrechtelijke dienstbetrekking, dan kan nog wel sprake zijn van de arbeid persoonlijk te verrichtenfictieve dienstbetrekking voor aanneming van werk. Voor Dat is het tweede onderdeel van de beoordeling hiervan is beoordeling. Bij aanneming van belang in hoeverre werk moet de opdrachtnemer het recht heeft: zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en opdrachtgever van de (onder)aannemer voor de uitvoering van loonheffingen beoordelen of hij een overeenkomst sluit met een (onder)aannemer die het werk verricht als zelfstandige (art.3, lid 1, letter a Wet LB). (Kleine aannemers die de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomenwerkzaamheden niet zelfstandig of als nevenwerkzaamheden verrichten, worden volgens het Burgerlijk wetboek niet namelijk door de wet fictief aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming ‘werknemer’ van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk iswel bedrijfsmatig handelt.) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de voorgelegde overeenkomst, in samenhang bezienkom ik tot de conclusie dat voldoende aannemelijk is, heb ik geoordeeld dat geen sprake is de fictieve dienstbetrekking met betrekking tot aanneming van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichtenwerk niet van toepassing is. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 de inschrijving in de Kamer van Koophandel, het BTW nummer, overwegingen a en b en art. 4 van de overeenkomst. Let op! Op mijn oordeel maak ik wel een voorbehoud. Als de opdrachtnemer gedurende langere tijd (nagenoeg) geen andere opdrachtgevers heeft dan de ene opdrachtgever waarmee hij de bijgevoegde overeenkomst heeft afgesloten, zou de afhankelijkheid van die ene opdrachtgever zodanig groot kunnen worden, dat de fictieve dienstbetrekking ‘aanneming van werk’ (kleine aannemers) toch van toepassing zou kunnen zijn. Ik heb hiervoor vermeld dat bij aanneming van werk sprake kan zijn van een fictieve dienstbetrekking. Daarnaast kennen de loonheffingen nog andere fictieve dienstbetrekkingen. Ingeval van aanneming van werk is slechts in uitzonderlijke situaties sprake van samenloop met andere fictieve dienstbetrekkingen. Bij mijn beoordeling, maak ik een voorbehoud voor de situaties waarin een andere fictieve dienstbetrekking van toepassing is, omdat ik dit niet kan beoordelen op basis van de door u voorgelegde overeenkomst. Xxxx de bijlage voor meer informatie over fictieve dienstbetrekkingen. De opdrachtgever hoeft geen loonheffingen af te dragen of te voldoen als partijen in de praktijk handelen conform hetgeen zij overeen zijn gekomen in de door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst op grond waarvan geen sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. Ik heb mijn standpunt gegeven naar aanleiding van het door u ingediende verzoek om vooroverleg. Ik heb mijn oordeel uitsluitend gebaseerd op de tekst van de door u voorgelegde (model)overeenkomst. Op mogelijk in uw situatie eerder ingenomen standpunten wordt niet teruggekomen.

Appears in 1 contract

Samples: www.inretail.nl

Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 54, 6 5 en 76) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 en 5.1 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek VVetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: Voorbeeldovereenkomst KNGF / en / Vvocm / NHV / NVD / NVLF / Vvaa

Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op Op basis van de voorgelegde overeenkomst ‘variant A, geen gezag’ is geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik kan worden geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 5, 6 punten b en 7c) en de artikelen 1.12.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 2.3 en 5.1 2.4. van de overeenkomstovereenkomst in samenhang, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op Op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat ‘variant B, vrije vervanging’ is voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek Wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u kan aan deze overeenkomst ( ‘variant B, vrije vervanging’) geen zekerheid ontlenenworden ontleend. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft xxxxx niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomstovereenkomst ( ‘variant B, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.vrije

Appears in 1 contract

Samples: scriptacademy.nl

Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 54, 6 5 en 76) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 en 5.1 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: www.kunstzinnigetherapie.nl

Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2artikel 2.1, 32.2, 5, 6 2.3 en 7) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 en 5.1 3.1 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen Als géén sprake is van een verplichting om privaatrechtelijke dienstbetrekking, dan kan nog wel sprake zijn van de arbeid persoonlijk te verrichtenfictieve dienstbetrekking voor aanneming van werk. Voor Dat is het tweede onderdeel van de beoordeling hiervan is beoordeling. Bij aanneming van belang in hoeverre werk moet de opdrachtnemer het recht heeft: zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en opdrachtgever van de (onder)aannemer voor de uitvoering van loonheffingen beoordelen of hij een overeenkomst sluit met een (onder)aannemer die het werk verricht als zelfstandige (art.3, lid 1, letter a Wet LB). (Kleine aannemers die de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomenwerkzaamheden niet zelfstandig of als nevenwerkzaamheden verrichten, worden volgens het Burgerlijk wetboek niet namelijk door de wet fictief aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming ‘werknemer’ van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk iswel bedrijfsmatig handelt.) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de voorgelegde overeenkomst, in samenhang bezienkom ik tot de conclusie dat voldoende aannemelijk is, heb ik geoordeeld dat geen sprake is de fictieve dienstbetrekking met betrekking tot aanneming van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichtenwerk niet van toepassing is. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 artikelen 1.2, 1.7, 2.4, 2.6, 3.4, 4.2 en 4.4 van de overeenkomst. Op mijn oordeel maak ik wel een voorbehoud. Als de opdrachtnemer gedurende langere tijd (nagenoeg) geen andere opdrachtgevers heeft dan de ene opdrachtgever waarmee hij de bijgevoegde overeenkomst heeft afgesloten, zou de afhankelijkheid van die ene opdrachtgever zodanig groot kunnen worden, dat de fictieve dienstbetrekking ‘aanneming van werk’ (kleine aannemers) toch van toepassing zou kunnen zijn. Ik heb hiervoor vermeld dat bij aanneming van werk sprake kan zijn van een fictieve dienstbetrekking. Daarnaast kennen de loonheffingen nog andere fictieve dienstbetrekkingen. Ingeval van aanneming van werk is slechts in uitzonderlijke situaties sprake van samenloop met andere fictieve dienstbetrekkingen. Bij mijn beoordeling, maak ik een voorbehoud voor de situaties waarin een andere fictieve dienstbetrekking van toepassing is, omdat ik dit niet kan beoordelen op basis van de door u voorgelegde overeenkomst. Xxxx de bijlage voor meer informatie over fictieve dienstbetrekkingen. De opdrachtgever hoeft geen loonheffingen af te dragen of te voldoen als partijen in de praktijk handelen volgens hetgeen zij overeen zijn gekomen in de door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst op grond waarvan geen sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. Ik heb mijn standpunt gegeven naar aanleiding van het door u ingediende verzoek om vooroverleg. Ik heb mijn oordeel uitsluitend gebaseerd op de tekst van de door u voorgelegde (model)overeenkomst. Op mogelijk in uw situatie eerder ingenomen standpunten wordt niet teruggekomen.

Appears in 1 contract

Samples: www.fnv.nl

Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 54, 6 5 en 76) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 3.4, 3.5, 4.1, 4.2 en 5.1 5 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek Wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: www.knmvd.nl

Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, Beoordeling Belastingdienst nr. 9061636420-B | 26 – 04 – 2016 toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 54, 6 5 en 76) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7, 2, 3.4 3.4, 4, 5.1, 5.3 en 5.1 5.7 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek Wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.. Beoordeling Belastingdienst nr. 9061636420-B | 26 – 04 – 2016

Appears in 1 contract

Samples: www.nvlf.nl

Geen gezagsverhouding. Ik kom tot het oordeel dat op basis van de voorgelegde overeenkomst geen sprake is van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Beoordeling Belastingdienst nr. 90516127192 | 24 november 2016 Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de overwegingen (punt 2, 3, 5, 6 en 7) en de artikelen 1.1, 1.3, 1.6, 1.7, 2, 3.4 3.4, 3.5, 4.1, 4.2 en 5.1 5 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. lk kom op basis van de tekst van de voorgelegde overeenkomst tot het oordeel dat voor de opdrachtnemer geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Voor de beoordeling hiervan is van belang in hoeverre de opdrachtnemer het recht heeft: - zich vrij en willekeurig te laten vervangen door een derde; of - zich vrij te laten vervangen door een derde die voldoet aan objectieve en voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke criteria die vooraf zijn vastgelegd in de beoordeelde overeenkomst. Let op! Veel situaties die in de praktijk voorkomen, worden volgens het Burgerlijk wetboek Wetboek niet aangemerkt als vrije vervanging. In die gevallen kunt u aan deze overeenkomst geen zekerheid ontlenen. Er is bijvoorbeeld geen sprake van vrije vervanging: als de opdrachtnemer zich slechts met toestemming van de opdrachtgever door een derde mag laat vervangen (art.7:659 BW); als de opdrachtgever de vervanging zelf regelt; als de opdrachtnemer zich mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een aan de opdrachtgever bekende of gesloten 'pool' van personen. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer zelfstandig of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Een eventuele meldingsplicht bij de opdrachtgever hoeft niet aan deze vrijheid af te doen, mits de opdrachtgever geen enkele zeggenschap heeft over de keuze van de vervanger. Ook het moeten voldoen aan een objectief en noodzakelijk criterium (zoals bijvoorbeeld het door de vervanger beschikken over een rijbewijs als dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is) doet niet af aan de beslissingsvrijheid van de opdrachtnemer. Het recht om zich vrij te laten vervangen moet passen bij de opdracht en moet stroken met de werkelijke verhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is niet voldoende als het recht op vrije vervanging alleen op papier bestaat. Als persoonlijke kwaliteiten van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de wijze van uitvoering van de opdracht, dan kan een contractueel recht op 'vrije vervanging' realiteitsgehalte missen. Bij een beoordeling achteraf kan, in twijfelgevallen, het feit dat vervanging op initiatief van de opdrachtnemer niet of nauwelijks daadwerkelijk is voorgekomen, een licht werpen op de werkelijke tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bestaande verhoudingen. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 van de overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: www.knmvd.nl