Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen Voorbeeldclausules

Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen. 1 Bij Scheiding van een Deelnemer verkrijgt de gewezen partner aanspraak op een bijzonder partnerpensioen. Deze Pensioenaanspraak is gelijk aan het partnerpensioen dat tot de scheidingsdatum is opgebouwd. Op grond van dit pensioenreglement heeft er tot 1 januari 2020 opbouw van partnerpensioen plaatsgevonden. 2 Bij Scheiding van een gewezen deelnemer of Gepensioneerde verkrijgt de gewezen partner aanspraak op een bijzonder partnerpensioen. Deze Pensioenaanspraak is gelijk aan het partnerpensioen dat bij het einde van het deelnemerschap respectievelijk op de Pensioendatum was vastgesteld, vermeerderd met verleende toeslagen. 3 Het bepaalde in lid 1 en 2 is niet van toepassing als de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en de Gewezen Partner bij huwelijkse voorwaarden, bij voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een schriftelijk gesloten overeenkomst met betrekking tot scheiding anders overeenkomen en het pensioenfonds hiermee instemt. 4 Het partnerpensioen voor een volgende Partner is het pensioen dat kan worden verkregen volgens artikel 4.3, verminderd met het bijzonder partnerpensioen. De vermindering vindt niet plaats indien die aanspraak op een bijzonder partnerpensioen is vervallen als gevolg van het overlijden van een voormalige echtgenoot, geregistreerde partner of partner, voordat het bijzonder partnerpensioen of het ouderdomspensioen van de deelnemer is ingegaan.
Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen. 1. Bij beëindiging van de partnerrelatie behoudt de gewezen partner aanspraak op een bijzonder partnerpensioen ter grootte van het partnerpensioen, dat tot die datum is opgebouwd. 2. Bij beëindiging van de partnerrelatie van een gewezen deelnemer of pensioengerechtigde behoudt de gewezen partner een zodanig premie vrije aanspraak op bijzonder partnerpensioen als de gewezen deelnemer of pensioengerechtigde ten behoeve van de gewezen partner heeft verkregen bij het eindigen van zijn deelneming, mits de aanvang van de partnerrelatie heeft plaatsgevonden vóór de beëindiging van het deelnemerschap. 3. In geval van beëindiging van het huwelijk of geregistreerd partnerschap, als bedoeld in dit reglement, kan het bestuur, op verzoek van de (gewezen) deelnemer of de gepensioneerde en diens gewezen partner, besluiten mee te werken aan conversie van de pensioenrechten zoals bedoeld in artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Hierbij dient te zijn voldaan aan de door deze Wet en eventueel door het bestuur gestelde eisen. 4. Na conversie verkrijgt de gewezen partner een eigen aanspraak op ouderdomspensioen en vervalt de ingevolge dat artikel bepaalde aanspraak op bijzonder partnerpensioen. Op de eigen aanspraak van de gewezen partner kunnen overeenkomstig artikel 5.1 toeslagen worden verleend. 5. Het bestuur is bevoegd de kosten van verevening of conversie voor de helft voor rekening van de (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde en voor de helft voor rekening van de gewezen partner te brengen.
Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen. Bij beëindiging van de partnerrelatie behoudt de gewezen partner aanspraak op het partnerpensioen dat tot die datum is opgebouwd. De op risicobasis verzekerde aanspraken op levenslang partnerpensioen en de aanspraken op tijdelijk partnerpensioen vervallen.
Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen. 1. Bij beëindiging van de partnerrelatie behoudt de Gewezen Partner aanspraak op het partnerpensioen dat tot die datum is opgebouwd. 2. Als de partnerrelatie van een (Gewezen) Deelnemer eindigt, wordt bij het overlijden van die (Gewezen) Deelnemer de Gewezen Partner als Partner beschouwd. De Gewezen Partner heeft dan recht op het partnerpensioen dat bij het einde van het deelnemerschap was vastgesteld. 3. Als de partnerrelatie van een Pensioengerechtigde eindigt wordt bij het overlijden van die Pensioengerechtigde de Gewezen Partner als Partner beschouwd. De Gewezen Partner houdt dan recht op dat partnerpensioen. 4. Het bepaalde in lid 2 en 3 is niet van toepassing als: a. de echtgenote of de geregistreerd partner bij huwelijkse voorwaarden of bij voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een schriftelijk gesloten overeenkomst met betrekking tot de Scheiding anders overeenkomen. Het Pensioenfonds moet hiermee instemmen; b. in verband met de beëindiging van een ongeregistreerd partnerschap de partners schriftelijk anders overeenkomen. Het Pensioenfonds moet hiermee instemmen. 5. Het partnerpensioen voor een volgende Partner is het partnerpensioen dat kan worden verkregen volgens artikel 4.3, verminderd met de Pensioenaanspraak van de Gewezen Partner. 6. Bij overlijden van de Gewezen Partner vóór de Pensioendatum wordt het partnerpensioen van de betreffende Gewezen Partner weer beschikbaar gesteld voor de huidige of eventueel volgende Partner van de (Gewezen) Deelnemer.
Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen. 1. Bij beëindiging van de partnerrelatie behoudt de gewezen partner aanspraak op het partnerpensioen dat tot die datum is opgebouwd. 2. Als de partnerrelatie van een gewezen deelnemer of gepensioneerde eindigt, houdt de gewezen partner aanspraak op het partnerpensioen dat bij het einde van het deelnemerschap respectievelijk bij pensioeningang is vastgesteld. 3. Het bepaalde in lid 1 en 2 is niet van toepassing als: x. xx echtgenoten of de geregistreerde partners bij huwelijkse voorwaarden of bij voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een schriftelijk gesloten overeenkomst met betrekking tot de scheiding anders overeenkomen. b. in verband met de beëindiging van een niet-geregistreerd partnerschap de partners schriftelijk anders overeenkomen. 4. Het partnerpensioen voor een volgende partner is het pensioen dat kan worden verkregen volgens artikel 4.3, verminderd met de aanspraak van de gewezen partner. 5. De op grond van dit artikel verkregen aanspraak op partnerpensioen wordt jaarlijks verhoogd overeenkomstig het streven naar waardevastheid zoals bedoeld in artikel 5.1. 6. Bij overlijden van de gewezen partner vóór de pensioendatum wordt het partnerpensioen van de betreffende partner weer beschikbaar gesteld voor de huidige of eventueel volgende partner van de hoofdverzekerde voor zover dit partnerschap vóór de pensioendatum is aangegaan en mits het overlijden van de gewezen partner na 1 januari 2015 heeft plaatsgevonden.
Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen. 1. Indien de (Gewezen) Deelnemer één of meer partners heeft gehad, wordt in geval van Scheiding ten behoeve van de Gewezen Partner een bijzonder partnerpensioen toegekend. 2. De Gewezen Partner verkrijgt per de datum van Xxxxxxxxx een aanspraak op een bijzonder partnerpensioen bij overlijden van de (Gewezen) Deelnemer dat als volgt wordt vastgesteld. Bij een Scheiding wordt het kapitaal vastgesteld per de datum van Scheiding. Van dit kapitaal wordt dat deel afgesplitst dat bij een ongewijzigde situatie op de Pensioenrichtdatum ter beschikking zou komen voor aankoop van een partnerpensioen. Het deel van het kapitaal ten gunste van de Gewezen Partner is gelijk aan de tegenwaarde in euro’s, op de datum van het overlijden van de (Gewezen) Deelnemer, van het verschil tussen het aantal participaties waaruit dit deel van het kapitaal bestond per de datum van Scheiding is beëindigd en het aantal participaties dat bestemd is voor bijzonder partnerpensioen voor eventuele eerdere Gewezen Partners. Het voor de Gewezen Partner afgesplitste kapitaal wordt belegd in LifeCycle Beleggen Neutraal. 3. Bij overlijden van de Gewezen Partner vóór de pensioendatum wordt het bijzonder partnerpensioen van de betreffende Gewezen Partner weer beschikbaar gesteld voor de huidige of eventuele volgende partner van de (Gewezen) Deelnemer.

Related to Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen

  • Mogen wij deze voorwaarden en onze leveringstarieven veranderen? 19.1 Wij mogen deze voorwaarden altijd veranderen. 19.2 Veranderen wij deze voorwaarden? Dan informeren wij u minimaal tien kalenderdagen voor de verandering schriftelijk of digitaal. Wij melden dan ook dat u onze overeenkomst mag beëindigen. Daarvoor gelden wel deze voorwaarden. 19.3 Wij kunnen met elkaar afspreken dat wij de leveringstarieven mogen veranderen tijdens de overeenkomst. Redenen hiervoor zijn overheidsbesluiten en de ontwikkelingen op de markt voor elektriciteit of gas, waaronder prijsontwikkeling op de groothandelsmarkten voor elektriciteit of gas, wijzigingen met betrekking tot marge en prijs- en inkooprisico’s, Wijzigingen in de kostenstructuur voor het betreffende product en wijzigingen in onze algemene kostenstructuur. Ook andere, uitzonderlijke, omstandigheden kunnen een reden zijn om de leveringstarieven te veranderen, in dat geval zal deze reden duidelijk aan u uitgelegd worden. 19.4 Veranderen wij de leveringstarieven? Xxx informeren we u schriftelijk of digitaal. Wij informeren u tijdig voordat wij deze tarieven veranderen en wij melden dan ook dat u onze overeenkomst zonder vaste einddatum mag beëindigen. Daarvoor gelden wel deze voorwaarden. Deze bepaling geldt niet voor een wijziging van de tarieven door een wijziging van de overheidsheffingen of de belastingen. 19.5 Wij kunnen ook met elkaar afspreken dat wij de leveringstarieven niet mogen veranderen tijdens de overeenkomst. Dit geldt niet voor een wijziging van de tarieven door een wijziging van de overheidsheffingen of de belastingen. 19.6 De netbeheerder kan zijn tarieven ook veranderen. In zijn algemene voorwaarden staan de regels hiervoor.

  • Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1. Het begin en het einde van het dienstverband moeten bepaald zijn in de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen duur is verstreken, dus zonder dat voorafgaande opzegging vereist is. De aanzegplicht is vermeld in artikel 15 van deze cao. 2. Werkgever en werknemer kunnen een keten van maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten, die samen niet langer duren dan 36 maanden. Om een nieuwe keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten te kunnen starten moet er een periode van langer dan 6 maanden tussen twee arbeidsovereenkomsten zijn gelegen. 3. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden opgezegd als deze mogelijkheid in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze opzeggingsmogelijkheid van toepassing.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Gevolgen van beëindiging Leverancier retourneert of verwijdert bij het, op welke grond dan ook, eindigen van de Overeenkomst(en) onverwijld alle hem door Opdrachtgever ter hand gestelde documenten, boeken, bescheiden en andere zaken (waaronder begrepen gegevens- en informatiedragers). Bij vroegtijdige beëindiging geldt het voorgaande wederkerig.

  • Fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck U heeft recht op fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck. Hieronder leest u om welke zorg het gaat en welke voorwaarden er voor het recht op deze zorg gelden.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

  • Vragen, klachten en geschillen 16.1 Indien de contractant een vraag of klacht heeft over de totstandkoming of uitvoering van een leveringsovereenkomst of de bedragen die de leverancier voor de netbeheerder factureert (daaronder niet begrepen de afwijzing van een voorgestelde betalingsregeling), dient hij deze eerst aan de leverancier voor te leggen. In de kwaliteitscriteria als bedoeld in artikel 2, lid 2 is omschreven hoe de contractant een vraag of klacht moet voorleggen en binnen welke termijn hij een reactie van de leverancier op de vraag of klacht zal ontvangen. 16.2 Indien een klacht niet naar tevredenheid van beide partijen is opgelost alsmede ingeval van afwijzing van een voorgestelde betalingsregeling als bedoeld in artikel 12, lid 11-, kan het resterende geschil zowel door de contractant als door de leverancier worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Energie (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) of aan de bevoegde rechter in Nederland. 16.3 Wanneer de contractant ervoor kiest een geschil voor te leggen aan de Geschillencommissie, dan is de leverancier aan deze keuze gebonden. Een geschil dient schriftelijk bij de Geschillencommissie aanhangig te zijn gemaakt uiterlijk drie maanden nadat de klacht aan de leverancier is voorgelegd. Voor gevallen als bedoeld in artikel 7, lid 2 geldt een termijn van tien kalenderdagen. 16.4 Wanneer de leverancier ervoor kiest een geschil te laten behandelen door de Geschillencommissie, doet hij de contractant daartoe schriftelijk een voorstel. De leverancier kondigt daarbij aan dat hij het geschil aanhangig zal maken bij de bevoegde rechter als de contractant niet binnen vijf weken schriftelijk laat weten in te stemmen met behandeling van het geschil door de Geschillencommissie. Indien de leverancier, in het geval de contractant het verzoek heeft afgewezen of niet binnen de termijn van vijf weken heeft geantwoord, het geschil niet binnen twee maanden aanhangig heeft gemaakt bij de bevoegde rechter, kan de contractant het geschil alsnog voor behandeling voorleggen aan de Geschillencommissie. 16.5 De Geschillencommissie doet uitspraak onder de voorwaarden zoals deze zijn vastgesteld in het Reglement Geschillencommissie Energie. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een bescheiden vergoeding verschuldigd. Indien de Geschillencommissie oordeelt dat de klacht van de contractant gegrond is, dan moet de leverancier de contractant laatstbedoeld bedrag vergoeden.

  • Onderwerp en opdracht Verwerkersovereenkomst 1. Deze Verwerkersovereenkomst is van toepassing op de Verwerking van Persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. 2. De Onderwijsinstelling geeft Verwerker conform artikel 28 AVG opdracht en Instructies om Persoonsgegevens te verwerken namens de Onderwijsinstelling. De Instructies van de Onderwijsinstelling kunnen onder meer nader omschreven zijn in deze Verwerkersovereenkomst en de Product- en Dienstenovereenkomst. 3. De bepalingen uit de Verwerkersovereenkomst gelden voor alle Verwerkingen zoals opgenomen in Bijlage 1, die plaatsvinden ter uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. Verwerker brengt Onderwijsinstelling onverwijld op de hoogte indien Verwerker reden heeft om aan te nemen dat Verwerker niet langer aan de Verwerkersovereenkomst kan voldoen.

  • Bewaartermijnen en vernietiging Persoonsgegevens 1. Onderwijsinstelling zal Verwerker adequaat informeren over (wettelijke) bewaartermijnen die van toepassing zijn op de Verwerking van Persoonsgegevens door Verwerker. Verwerker zal de Persoonsgegevens niet langer Verwerken dan overeenkomstig deze bewaartermijnen. 2. Onderwijsinstelling verplicht Verwerker om de in opdracht van Onderwijsinstelling Verwerkte Persoonsgegevens bij de beëindiging van de Verwerkersovereenkomst te (doen) vernietigen, tenzij de Persoonsgegevens langer bewaard moeten worden, zoals in het kader van (wettelijke) verplichtingen, dan wel op verzoek van de Onderwijsinstelling. De Onderwijsinstelling kan op eigen kosten een controle laten uitvoeren of vernietiging heeft plaatsgevonden. 3. Verwerker zal Onderwijsinstelling (schriftelijk of elektronisch) bevestigen dat vernietiging van de Verwerkte persoonsgegevens heeft plaatsgevonden. 4. Verwerker zal alle Subverwerkers die betrokken zijn bij de Verwerking van de Persoonsgegevens op de hoogte stellen van een beëindiging van de Verwerkers-overeenkomst en zal waarborgen dat alle Subverwerkers de Persoonsgegevens (laten) vernietigen.