GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Het voorstel vergt geen extra middelen uit de begroting van de Europese Unie.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Zie bijgevoegd financieel memorandum.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Dit initiatief heeft geen gevolgen voor de begroting.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Geen gevolgen voor de EU-begroting. DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4, Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt,
(1) De Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de regulering van de burgerluchtvaartveiligheid5 is op 1 mei 2011 in werking getreden.
(2) Het huidige toepassingsgebied van de overeenkomst, zoals vastgesteld in artikel 2, onder B, omvat goedkeuring van luchtwaardigheid en toezicht op burgerluchtvaartproducten, milieutests en goedkeuring van burgerluchtvaartproducten en goedkeuring van en toezicht op onderhoudsfaciliteiten.
(3) Tijdens de uitvoering van de overeenkomst hebben de Federal Aviation Administration (FAA) van de Verenigde Staten en de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, met name via besprekingen in de Bilaterale Raad voor Toezicht, vastgesteld dat beide partijen de mogelijkheid tot samenwerking wensen uit te breiden tot gebieden die verder reiken dan de huidige bepalingen van de overeenkomst.
(4) Beide partijen hebben erop gewezen dat nauwere samenwerking tot stand moet worden gebracht. Uit de werkzaamheden van deskundigen is gebleken dat het haalbaar en noodzakelijk is de overeenkomst uit te breiden tot aanvullende gebieden van samenwerking en aanvaarding.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Het voorstel voorziet niet in de financiering van regelmatige gegevensverzamelingen, maar wel in medefinanciering door de EU van relevante moderniseringsinspanningen, met inbegrip van proef- en haalbaarheidsstudies in de lidstaten. Bovendien moeten de personele en operationele (IT-) middelen bij de Commissie (Eurostat) stabiel blijven om de werklast op het gebied van regelgeving, toezicht en productie aan te kunnen die door de aanzienlijk verbeterde gegevensverzamelingen ontstaan. De totale financiële gevolgen van het voorstel zijn van onbeperkte duur. De geraamde gevolgen voor de begroting voor de resterende periode van de huidige langetermijnbegroting van de EU 2021-2027 (ook bekend als het meerjarig financieel kader) na de inwerkingtreding van de verordening zijn uiteengezet in het financieel memorandum.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Dit voorstel verleent de ESMA de bevoegdheid om een nieuwe functie uit te oefenen voor de registratie van en het toezicht op externe toetsingsinstanties die hun diensten in het kader van deze verordening verlenen. De ESMA zal aan de externe toetsingsinstanties vergoedingen moeten aanrekenen waarmee al haar administratieve kosten voor deze taken moeten worden gedekt. Op basis van een schatting van 0,2 voltijdsequivalenten per entiteit en in totaal drie externe toetsingsinstanties die zich in de eerste vier jaar willen laten registreren21, is er slechts 0,6 voltijdsequivalent nodig voor de registratie en het doorlopend toezicht. Er zouden evenwel grote synergieën mogelijk moeten zijn met de bestaande verantwoordelijkheden van de ESMA in het kader van de herziening van de werking van de Europese toezichthoudende autoriteiten waarvoor de ESMA extra personeel en begrotingsmiddelen heeft gekregen22. Bovendien zijn alle agentschappen in het kader van de planning van de ontwerpbegroting van de Unie voor 2022 aangemoedigd een jaarlijkse efficiëntieverbetering van tussen 1 % en 2 % te realiseren. Verwacht wordt dus dat specifiek voor dit voorstel geen extra middelen nodig zullen zijn.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING. Om de doelstellingen van dit initiatief optimaal te kunnen verwezenlijken, moet een aantal acties worden gefinancierd, zowel op het niveau van de Commissie, waar de toewijzing van ongeveer 60 VTE in de periode 2022-2027 wordt voorzien, als op het niveau van de lidstaten middels hun actieve deelname aan de deskundigengroepen en comités die zich met het initiatief bezighouden en uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaan. Voor de uitvoering van het voorstel in de periode 2022-2027 zal in totaal tot 30 825 miljoen EUR nodig zijn, waarvan tot 8 825 miljoen EUR voor administratieve kosten en tot 22 miljoen EUR voor operationele uitgaven die gedekt worden door het programma Digitaal Europa (hangende overeenstemming). De financiering ondersteunt kosten in verband met het onderhoud, de ontwikkeling, de hosting, de werking en de ondersteuning van de bouwstenen van de eID en vertrouwensdiensten. De financiering kan ook steun verlenen voor subsidies voor het koppelen van diensten aan het ecosysteem van de Europese portemonnee voor digitale identiteit, voor de ontwikkeling van normen en voor technische specificaties. Tot slot kan de financiering ook steun verlenen voor de uitvoering van jaarlijkse enquêtes en studies naar de doeltreffendheid en de efficiëntie van de verordening bij de verwezenlijking van haar doelstellingen. Het “financieel memorandum” bij dit initiatief biedt een gedetai leerd overzicht van de kosten.