Governance. 1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en met andere samenwerkingspartners waaronder de AgroAgenda Noord-Nederland. Dit overleg zorgt voor het gezamenlijk uitwerken van de afspraken uit deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en voor het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 8 bedoelde monitoring. 2. Het in lid één bedoelde overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers: a. Vanuit Provincies i. Gedeputeerde landbouw, provincie Groningen ii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Fryslân iii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Drenthe b. Vanuit de ministeries van het Rijk i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; iii. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; 3. Het overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijen. 4. Het overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast. 5. Provincies en LNV vormen samen een Regioteam dat de uitvoering coördineert van de pijlers zoals genoemd in artikel 5, besprekingen van het in het eerste lid bedoelde overleg voorbereidt en het secretariaat voert van dat overleg.
Appears in 2 contracts
Samples: Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord Nederland, Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord Nederland
Governance. 1. Periodiek treden Partijen werken in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst samen aan het mogelijk maken van de uitrol van de laadinfrastructuur in de Samenwerkingsregio’s.
a. Provincie Fryslân is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Noord.
b. Provincie Noord-Holland is bestuurlijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Noord-West. De programmamanager MRA-Elektrisch is ambtelijk aanspreekpunt.
c. Provincie Noord-Brabant is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Zuid.
d. Provincie Zeeland is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Zuid-West.
e. Provincie Gelderland is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Oost.
f. Gemeente Utrecht is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio G4.
2. Elke Samenwerkingsregio levert, in samenwerking met de Rijksoverheid, de Netbeheerders en inliggende gemeenten, het volgende op:
a. een Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (RAL) gebaseerd op de afspraken uit deze samenwerkingsovereenkomst en de inzet en verdeling van de Rijksbijdrage conform artikel 10. De RAL is uiterlijk vastgesteld op 1 april 2024 en wordt iedere 2 jaar herijkt.
b. een plan van aanpak waarin de acties voor het komende jaar zijn uitgewerkt. Het plan van aanpak voor 2024 is uiterlijk 1 april 2024 opgeleverd en voor de jaren daarna jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 december voorafgaand aan het komende jaar.
c. een voortgangsrapportage waarin jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang van deze samenwerkingsovereenkomst. De voortgangsrapportage is jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 april van het jaar volgend op het gerapporteerde jaar.
3. De Rijksoverheid levert het volgende op:
a. landelijk laadinfrastructuur beleid gebaseerd op de nationale en internationale ontwikkelingen.
b. een plan van aanpak waarin de acties voor het komende jaar zijn uitgewerkt. Het plan van aanpak is jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 oktober voorafgaand aan het komende jaar.
c. een voortgangsrapportage waarin jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang van deze samenwerkingsovereenkomst. De voortgangsrapportage is uiterlijk opgeleverd op 1 april van het jaar volgend op het gerapporteerde jaar.
4. De NAL-Stuurgroep stelt de onderdelen voor de in artikel 11 lid 2b, 2c, 3b en 3c documenten vast.
5. Partijen werken samen aan regio overstijgende opgaven. De Rijksoverheid faciliteert het proces om jaarlijks samen met Partijen een agenda op te stellen met regio overstijgende opgaven die gezamenlijk worden uitgewerkt. De regio overstijgende opgaven vloeien voort uit de afspraken die in deze samenwerkingsovereenkomst voor alle typen elektrische modaliteiten zijn gemaakt. In dit proces maken Partijen afspraken over de implementatie van regio overstijgende opgaven. Coördinatie op en uitwerking van deze regio overstijgende onderwerpen wordt belegd bij een derde die hiervoor financiering vanuit de Rijksoverheid ontvangt.
6. Partijen werken de wijze waarop de bestaande governance wordt voorgezet verder uit en stellen dit vast in de NAL-Stuurgroep. Dit omvat minimaal een rolbeschrijving van de NAL-stuurgroep 22, 22 BWBR0043332: Instellingsbesluit Stuurgroep Nationale Agenda Laadinfrastructuur, NAL-secretariaat, de NAL-werkgroepen en NAL-voorzitter.
7. Partijen stellen een ambtelijke vertegenwoordiger aan die deelneemt aan de volgende ambtelijke overleggen die plaatsvinden per Samenwerkingsregio en op initiatief van de Rijksoverheid gepland worden:
a. Jaarlijks een voortgangsoverleg over het plan van aanpak en voortgangsrapportages.
b. Minimaal 4 keer per jaar een overleg over de onderlinge samenwerking en de samenwerking met andere partners in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland Regionale Aanpak Laadinfrastructuur evenals de uitwerking en met andere samenwerkingspartners waaronder de AgroAgenda Noord-Nederland. Dit overleg zorgt voor uitvoering van het gezamenlijk uitwerken plan van de afspraken uit deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en voor het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 8 bedoelde monitoringaanpak.
28. Het De Samenwerkingsregio’s werken zoveel als mogelijk samen om daarmee schaalvoordelen en eenduidigheid te bereiken. Zij komen periodiek bijeen in lid een regio overleg.
9. Partijen hebben twee keer per jaar een gezamenlijk bestuurlijk overleg waarin de voortgang van voorliggende samenwerkingsovereenkomst besproken wordt. Bij voorkeur in een bestaand bestuurlijk overleg. De Rijksoverheid vaardigt minimaal één bedoelde overleg bestaat bestuurder af, iedere Samenwerkingsregio vaardigt minimaal één bestuurder af, de Netbeheerders vaardigen minimaal één bestuurlijke vertegenwoordiger af en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten vaardigt minimaal één bestuurder af.
10. De Samenwerkingsregio’s spannen zich in om, naar eigen invulling, samenwerking met inliggende gemeenten te organiseren en hen, in overleg, naar behoefte te ondersteunen. De Samenwerkingsregio’s werken deze verantwoordelijkheid uit in de volgende vertegenwoordigersRegionale Aanpak Laadinfrastructuur. De Samenwerkingsregio spant zich in om:
a. Vanuit Provincies
i. Gedeputeerde landbouw, provincie Groningen
iiten minste jaarlijks bijeen te komen met (een vertegenwoordiging van) bestuurders van inliggende gemeenten. Gedeputeerde landbouw, Provincie Fryslân
iii. Gedeputeerde landbouw, Provincie DrentheBij voorkeur sluit de Samenwerkingsregio voor deze bijeenkomst aan bij bestaande (provinciale) overlegstructuren;
b. Vanuit ten minste twee keer per jaar bijeen te komen met inliggende gemeenten die een zero emissie zone invoeren om de ministeries voortgang op het gebied van laadinfrastructuur te bespreken.
11. De Rijksoverheid is verantwoordelijk om uiterlijk 1 januari 2024 een werkgroep voor prognoses, monitoring en data op te zetten, bestaande uit een afvaardiging van de Rijksoverheid, Samenwerkingsregio’s en Netbeheerders. Deze werkgroep is verantwoordelijk voor de uitvoering van:
a. Het opstellen van een visie op het ontsluiten en gebruik van databronnen die nodig zijn voor de ontwikkeling van laadinfrastructuur voor alle modaliteiten binnen de scope van de NAL. De visie omvat minimaal een data-architectuur, gebruik van data-bronnen, informatievoorziening naar gebruikers en een governance model. Onderdeel van de visie is ook op welke wijze en onder welke voorwaarden data voor onderzoeksdoeleinden gedeeld kunnen worden;
b. Het opstellen van een gezamenlijke NAL-prognose voor de benodigde laadinfrastructuur voor alle typen elektrische modaliteiten, op basis van uniforme en gedeelde uitgangspunten die zij periodiek actualiseren. Dit zijn de prognoses zoals benoemd in artikel 3.2 lid 3, artikel 4.2 lid 2, artikel 5.2 lid 1, artikel 6.2 lid 2 en artikel 7.2 lid 2. De NAL-prognose bestaat minimaal uit een verwachting voor de benodigde aantallen en typen laadinfrastructuur op nationaal en regionaal niveau en een verwachting van het Rijk
i. Landbouwaantal en type laadpunten op buurtniveau. De NAL-prognose heeft een zichttermijn van 5, Natuur 10 en Voedselkwaliteit;
ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
iii. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
330 jaar. Het overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijenprognoseproces sluit aan op de PMIEK en netinvesteringscyclus. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijen.
4. Het overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw NoordDe eerste NAL-Nederland maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast.
5. Provincies en LNV vormen samen een Regioteam dat de uitvoering coördineert van de pijlers zoals genoemd in artikel 5, besprekingen van het prognose wordt opgeleverd in het eerste lid bedoelde overleg voorbereidt kwartaal van 2024;
c. Het inrichten van een dataplatform waarin data over het gebruik, spreiding en ontwikkeling van het secretariaat voert laadnetwerk wordt beheerd. De mogelijkheden voor ontsluiten van dat overlegdata van semipublieke en private laadinfrastructuur wordt in dit kader onderzocht;
d. Het ontwikkelen van een monitor van processtappen voor de realisatie van publieke laadinfrastructuur waarin minimaal doorlooptijden inzichtelijk zijn en stelt deze beschikbaar aan alle Partijen.
Appears in 2 contracts
Samples: Samenwerkingsovereenkomst, Samenwerkingsovereenkomst
Governance. 1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en met andere samenwerkingspartners waaronder de AgroAgenda Noord-Nederlandsamenwerkingspartners. Dit overleg zorgt voor het gezamenlijk uitwerken van de afspraken uit deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw NoordNoordoost-Nederland Fryslân en voor het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 8 6 bedoelde monitoring.
2. Partijen zijn voornemens om in dit overleg de volgende uitgangspunten te hanteren: - er wordt zo veel mogelijk aangesloten bij de bestaande overlegstructuren voor de (uitvoeringsprogramma’s) van de Versnellingsagenda en het Plan Holwerd aan Zee; - betrokkenheid vanuit de Triple Helix alliantie in het kader van de Versnellingsagenda; - betrokkenheid van de bewoners van Holwerd in het kader van het Plan Holwerd aan Zee met name het borgen daarvan in de projectorganisatie voor dat plan; - afstemming op uitvoeringsniveau tussen de werkzaamheden in het kader van de Versnellingsagenda en het Plan Holwerd aan Zee om de inhoudelijke samenwerking te bevorderen.
3. Het in lid één bedoelde overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:
a. Vanuit Provincies
i. Gedeputeerde landbouw, provincie Groningen
ii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Fryslân
iii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Drenthe
b. Vanuit vanuit de ministeries van het Rijk:
i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
ii. Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesKoninkrijkrelaties;
iii. Economische Zaken en Klimaat;
iv. Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
v. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
3vi. Infrastructuur en Waterstaat;
b. vanuit de Regio:
i. Provincie Fryslân;
ii. de gezamenlijke gemeenten in de Regio Noordoost-Fryslân en;
iii. Stichting Holwerd aan Zee.
4. Het overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdhedenbeslissings)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijen.
45. Het overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw NoordNoordoost-Nederland Fryslân maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast.
5. Provincies Er is een wisselend voorzitterschap tussen Rijk en Regio. LNV vormen voert, samen een Regioteam dat met de uitvoering coördineert van de pijlers zoals genoemd in artikel 5Regio, besprekingen het secretariaat van het in het eerste lid bedoelde overleg voorbereidt en het secretariaat voert van dat overleg.
Appears in 2 contracts
Samples: Regio Deal, Regio Deal
Governance. 1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en met andere samenwerkingspartners waaronder de AgroAgenda Noord-Nederlandbodemdaling Groene Hart. Dit overleg, Rijk-Regio overleg genaamd, zorgt voor het gezamenlijk uitwerken van de afspraken uit deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland bodemdaling Groene Hart en voor het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 8 bedoelde monitoring.
2. Het in lid één bedoelde Rijk-Regio overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:
a. Vanuit Provincies
i. Gedeputeerde landbouw, provincie Groningen
ii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Fryslân
iii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Drenthe
b. Vanuit de ministeries van het RijkRijk (directie/MT-niveau):
i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
iii. Infrastructuur en Waterstaat;
iv. Economische Zaken en Klimaat;
v. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
b. Vanuit de Regio:
i. Gemeente Gouda, namens de 3 gemeenten (wethouder);
ii. Provincie Zuid-Holland, namens de 2 provincies (gedeputeerde);
iii. Hoogheemraadschap van Xxxxxxxx, xxxxxx xx 0 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx (xxxxxxxxxxxx).
3. Het Rijk-Regio overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdhedenbeslissings)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijen.
4. Het Rijk-Regio overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland bodemdaling Groene Hart maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast. LNV voert het secretariaat van het overleg in samenwerking met de Regio. Er is een wisselend voorzitterschap van dit overleg tussen Rijk en Regio.
5. Provincies Het Rijk-Regio overleg is ook voornemens als samenwerkingspartners te spreken over onder andere de aansluiting en LNV vormen samen een Regioteam dat de uitvoering coördineert doorwerking van de pijlers zoals genoemd in artikel 5, besprekingen ambitie en opbrengsten van het in het eerste lid bedoelde overleg voorbereidt en het secretariaat voert van dat overlegde Regio Deal op andere relevante beleidsterreinen.
Appears in 1 contract
Samples: Regio Deal
Governance. 1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking werken in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst samen aan het mogelijk maken van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw uitrol van de laadinfrastructuur in de Samenwerkingsregio’s.
a. Provincie Fryslân is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Noord.
b. Provincie Noord-Nederland Holland is bestuurlijk aanspreekpunt en met andere samenwerkingspartners waaronder de AgroAgenda Gemeente Amsterdam is ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Noord-NederlandWest.
c. Provincie Noord-Brabant is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Zuid.
d. Provincie Zeeland is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Zuid-West.
e. Provincie Gelderland is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Oost.
f. Gemeente Utrecht is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio G4.
2. Dit overleg zorgt voor Elke Samenwerkingsregio levert, in samenwerking met de Rijksoverheid, de Netbeheerders en inliggende gemeenten, het gezamenlijk uitwerken van volgende op:
a. een Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (RAL) gebaseerd op de afspraken uit deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland samenwerkingsovereenkomst en de inzet en verdeling van de Rijksbijdrage conform artikel 10. De RAL is uiterlijk vastgesteld op 1 april 2024 en wordt iedere 2 jaar herijkt.
b. een plan van aanpak waarin de acties voor het komende jaar zijn uitgewerkt. Het plan van aanpak voor 2024 is uiterlijk 1 april 2024 opgeleverd en voor de jaren daarna jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 december voorafgaand aan het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 8 bedoelde monitoringkomende jaar.
2c. een voortgangsrapportage waarin jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang van deze samenwerkingsovereenkomst. Het in lid één bedoelde overleg bestaat uit de De voortgangsrapportage is jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 april van het jaar volgend op het gerapporteerde jaar.
3. De Rijksoverheid levert het volgende vertegenwoordigersop:
a. Vanuit Provincies
i. Gedeputeerde landbouw, provincie Groningen
ii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Fryslân
iii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Drenthelandelijk laadinfrastructuur beleid gebaseerd op de nationale en internationale ontwikkelingen.
b. Vanuit een plan van aanpak waarin de ministeries acties voor het komende jaar zijn uitgewerkt. Het plan van aanpak is jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 oktober voorafgaand aan het komende jaar.
c. een voortgangsrapportage waarin jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang van deze samenwerkingsovereenkomst. De voortgangsrapportage is uiterlijk opgeleverd op 1 april van het Rijk
i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
iii. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
3. Het overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert jaar volgend op het overleg hierover aan de Partijengerapporteerde jaar.
4. Het overleg voorziet De NAL-Stuurgroep stelt de onderdelen voor de in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken artikel 11 lid 2b, 2c, 3b en legt deze 3c documenten vast.
5. Provincies Partijen werken samen aan regio overstijgende opgaven. De Rijksoverheid faciliteert het proces om jaarlijks samen met Partijen een agenda op te stellen met regio overstijgende opgaven die gezamenlijk worden uitgewerkt. De regio overstijgende opgaven vloeien voort uit de afspraken die in deze samenwerkingsovereenkomst voor alle typen elektrische modaliteiten zijn gemaakt. In dit proces maken Partijen afspraken over de implementatie van regio overstijgende opgaven. Coördinatie op en LNV vormen samen uitwerking van deze regio overstijgende onderwerpen wordt belegd bij een Regioteam dat derde die hiervoor financiering vanuit de uitvoering coördineert Rijksoverheid ontvangt.
6. Partijen werken de wijze waarop de bestaande governance wordt voorgezet verder uit en stellen dit vast in de NAL-Stuurgroep. Dit omvat minimaal een rolbeschrijving van de pijlers zoals genoemd in artikel 5NAL-stuurgroep22, besprekingen van het in het eerste lid bedoelde overleg voorbereidt NAL-secretariaat, de NAL-werkgroepen en het secretariaat voert van dat overlegNAL-voorzitter.
Appears in 1 contract
Samples: Samenwerkingsovereenkomst
Governance. 1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en met andere samenwerkingspartners waaronder de AgroAgenda Noord-Nederlandbodemdaling Groene Hart. Dit overleg, Rijk-Regio overleg genaamd, zorgt voor het gezamenlijk uitwerken van de afspraken uit deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland bodemdaling Groene Hart en voor het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 8 bedoelde monitoring.
2. Het in lid één bedoelde Rijk-Regio overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:
a. Vanuit Provincies
i. Gedeputeerde landbouw, provincie Groningen
ii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Fryslân
iii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Drenthe
b. Vanuit de ministeries van het RijkRijk (directie/MT-niveau):
i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
iii. Infrastructuur en Waterstaat;
iv. Economische Zaken en Klimaat;
v. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
b. Vanuit de Regio:
i. Gemeente Gouda, namens de 3 gemeenten (wethouder);
ii. Provincie Zuid-Holland, namens de 2 provincies (gedeputeerde);
iii. Hoogheemraadschap van Rijnland, namens de 3 hoogheemraadschappen (hoogheemraad).
3. Het Rijk-Regio overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdhedenbeslissings)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijen.
4. Het Rijk-Regio overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland bodemdaling Groene Hart maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast. LNV voert het secretariaat van het overleg in samenwerking met de Regio. Er is een wisselend voorzitterschap van dit overleg tussen Rijk en Regio.
5. Provincies Het Rijk-Regio overleg is ook voornemens als samenwerkingspartners te spreken over onder andere de aansluiting en LNV vormen samen een Regioteam dat de uitvoering coördineert doorwerking van de pijlers zoals genoemd in artikel 5, besprekingen ambitie en opbrengsten van het in het eerste lid bedoelde overleg voorbereidt en het secretariaat voert van dat overlegde Regio Deal op andere relevante beleidsterreinen.
Appears in 1 contract
Samples: Regio Deal
Governance. 1. Periodiek treden Partijen werken in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst samen aan het mogelijk maken van de uitrol van de laadinfrastructuur in de Samenwerkingsregio’s.
a. Provincie Fryslân is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Noord.
b. Provincie Noord-Holland is bestuurlijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Noord-West. De programmamanager MRA-Elektrisch is ambtelijk aanspreekpunt.
c. Provincie Noord-Brabant is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Zuid.
d. Provincie Zeeland is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Zuid-West.
e. Provincie Gelderland is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Oost.
f. Gemeente Utrecht is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio G4.
2. Elke Samenwerkingsregio levert, in samenwerking met de Rijksoverheid, de Netbeheerders en inliggende gemeenten, het volgende op:
a. een Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (RAL) gebaseerd op de afspraken uit deze samenwerkingsovereenkomst en de inzet en verdeling van de Rijksbijdrage conform artikel 10. De RAL is uiterlijk vastgesteld op 1 april 2024 en wordt iedere 2 jaar herijkt.
b. een plan van aanpak waarin de acties voor het komende jaar zijn uitgewerkt. Het plan van aanpak voor 2024 is uiterlijk 1 april 2024 opgeleverd en voor de jaren daarna jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 december voorafgaand aan het komende jaar.
c. een voortgangsrapportage waarin jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang van deze samenwerkingsovereenkomst. De voortgangsrapportage is jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 april van het jaar volgend op het gerapporteerde jaar.
3. De Rijksoverheid levert het volgende op:
a. landelijk laadinfrastructuur beleid gebaseerd op de nationale en internationale ontwikkelingen.
b. een plan van aanpak waarin de acties voor het komende jaar zijn uitgewerkt. Het plan van aanpak is jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 oktober voorafgaand aan het komende jaar.
c. een voortgangsrapportage waarin jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang van deze samenwerkingsovereenkomst. De voortgangsrapportage is uiterlijk opgeleverd op 1 april van het jaar volgend op het gerapporteerde jaar.
4. De NAL-Stuurgroep stelt de onderdelen voor de in artikel 11 lid 2b, 2c, 3b en 3c documenten vast.
5. Partijen werken samen aan regio overstijgende opgaven. De Rijksoverheid faciliteert het proces om jaarlijks samen met Partijen een agenda op te stellen met regio overstijgende opgaven die gezamenlijk worden uitgewerkt. De regio overstijgende opgaven vloeien voort uit de afspraken die in deze samenwerkingsovereenkomst voor alle typen elektrische modaliteiten zijn gemaakt. In dit proces maken Partijen afspraken over de implementatie van regio overstijgende opgaven. Coördinatie op en uitwerking van deze regio overstijgende onderwerpen wordt belegd bij een derde die hiervoor financiering vanuit de Rijksoverheid ontvangt.
6. Partijen werken de wijze waarop de bestaande governance wordt voorgezet verder uit en stellen dit vast in de NAL-Stuurgroep. Dit omvat minimaal een rolbeschrijving van de NAL-stuurgroep22, 22 BWBR0043332: Instellingsbesluit Stuurgroep Nationale Agenda Laadinfrastructuur, NAL-secretariaat, de NAL-werkgroepen en NAL-voorzitter.
7. Partijen stellen een ambtelijke vertegenwoordiger aan die deelneemt aan de volgende ambtelijke overleggen die plaatsvinden per Samenwerkingsregio en op initiatief van de Rijksoverheid gepland worden:
a. Jaarlijks een voortgangsoverleg over het plan van aanpak en voortgangsrapportages.
b. Minimaal 4 keer per jaar een overleg over de onderlinge samenwerking en de samenwerking met andere partners in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland Regionale Aanpak Laadinfrastructuur evenals de uitwerking en met andere samenwerkingspartners waaronder de AgroAgenda Noord-Nederland. Dit overleg zorgt voor uitvoering van het gezamenlijk uitwerken plan van de afspraken uit deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en voor het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 8 bedoelde monitoringaanpak.
28. Het De Samenwerkingsregio’s werken zoveel als mogelijk samen om daarmee schaalvoordelen en eenduidigheid te bereiken. Zij komen periodiek bijeen in lid een regio overleg.
9. Partijen hebben twee keer per jaar een gezamenlijk bestuurlijk overleg waarin de voortgang van voorliggende samenwerkingsovereenkomst besproken wordt. Bij voorkeur in een bestaand bestuurlijk overleg. De Rijksoverheid vaardigt minimaal één bedoelde overleg bestaat bestuurder af, iedere Samenwerkingsregio vaardigt minimaal één bestuurder af, de Netbeheerders vaardigen minimaal één bestuurlijke vertegenwoordiger af en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten vaardigt minimaal één bestuurder af.
10. De Samenwerkingsregio’s spannen zich in om, naar eigen invulling, samenwerking met inliggende gemeenten te organiseren en hen, in overleg, naar behoefte te ondersteunen. De Samenwerkingsregio’s werken deze verantwoordelijkheid uit in de volgende vertegenwoordigersRegionale Aanpak Laadinfrastructuur. De Samenwerkingsregio spant zich in om:
a. Vanuit Provincies
i. Gedeputeerde landbouw, provincie Groningen
iiten minste jaarlijks bijeen te komen met (een vertegenwoordiging van) bestuurders van inliggende gemeenten. Gedeputeerde landbouw, Provincie Fryslân
iii. Gedeputeerde landbouw, Provincie DrentheBij voorkeur sluit de Samenwerkingsregio voor deze bijeenkomst aan bij bestaande (provinciale) overlegstructuren;
b. Vanuit ten minste twee keer per jaar bijeen te komen met inliggende gemeenten die een zero emissie zone invoeren om de ministeries voortgang op het gebied van laadinfrastructuur te bespreken.
11. De Rijksoverheid is verantwoordelijk om uiterlijk 1 januari 2024 een werkgroep voor prognoses, monitoring en data op te zetten, bestaande uit een afvaardiging van de Rijksoverheid, Samenwerkingsregio’s en Netbeheerders. Deze werkgroep is verantwoordelijk voor de uitvoering van:
a. Het opstellen van een visie op het ontsluiten en gebruik van databronnen die nodig zijn voor de ontwikkeling van laadinfrastructuur voor alle modaliteiten binnen de scope van de NAL. De visie omvat minimaal een data-architectuur, gebruik van data-bronnen, informatievoorziening naar gebruikers en een governance model. Onderdeel van de visie is ook op welke wijze en onder welke voorwaarden data voor onderzoeksdoeleinden gedeeld kunnen worden;
b. Het opstellen van een gezamenlijke NAL-prognose voor de benodigde laadinfrastructuur voor alle typen elektrische modaliteiten, op basis van uniforme en gedeelde uitgangspunten die zij periodiek actualiseren. Dit zijn de prognoses zoals benoemd in artikel 3.2 lid 3, artikel 4.2 lid 2, artikel 5.2 lid 1, artikel 6.2 lid 2 en artikel 7.2 lid 2. De NAL-prognose bestaat minimaal uit een verwachting voor de benodigde aantallen en typen laadinfrastructuur op nationaal en regionaal niveau en een verwachting van het Rijk
i. Landbouwaantal en type laadpunten op buurtniveau. De NAL-prognose heeft een zichttermijn van 5, Natuur 10 en Voedselkwaliteit;
ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
iii. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
330 jaar. Het overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijenprognoseproces sluit aan op de PMIEK en netinvesteringscyclus. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijen.
4. Het overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw NoordDe eerste NAL-Nederland maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast.
5. Provincies en LNV vormen samen een Regioteam dat de uitvoering coördineert van de pijlers zoals genoemd in artikel 5, besprekingen van het prognose wordt opgeleverd in het eerste lid bedoelde overleg voorbereidt kwartaal van 2024;
c. Het inrichten van een dataplatform waarin data over het gebruik, spreiding en ontwikkeling van het secretariaat voert laadnetwerk wordt beheerd. De mogelijkheden voor ontsluiten van dat overlegdata van semipublieke en private laadinfrastructuur wordt in dit kader onderzocht;
d. Het ontwikkelen van een monitor van processtappen voor de realisatie van publieke laadinfrastructuur waarin minimaal doorlooptijden inzichtelijk zijn en stelt deze beschikbaar aan alle Partijen.
Appears in 1 contract
Samples: Samenwerkingsovereenkomst
Governance. 1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking werken in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst samen aan het mogelijk maken van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw uitrol van de laadinfrastructuur in de Samenwerkingsregio’s.
a. Provincie Fryslân is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwer- kingsregio Noord.
b. Provincie Noord-Nederland Holland is bestuurlijk aanspreekpunt en met andere samenwerkingspartners waaronder de AgroAgenda initiatiefnemer van Samenwerkingsre- gio Noord-NederlandWest. Dit overleg zorgt voor De programmamanager MRA-Elektrisch is ambtelijk aanspreekpunt.
c. Provincie Noord-Brabant is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwerkingsregio Zuid.
d. Provincie Zeeland is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwer- kingsregio Zuid-West.
e. Provincie Gelderland is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samen- werkingsregio Oost.
f. Gemeente Utrecht is bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt en initiatiefnemer van Samenwer- kingsregio G4.
2. Elke Samenwerkingsregio levert, in samenwerking met de Rijksoverheid, de Netbeheerders en inliggende gemeenten, het gezamenlijk uitwerken van volgende op:
a. een Regionale Aanpak Laadinfrastructuur (RAL) gebaseerd op de afspraken uit deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland samenwer- kingsovereenkomst en de inzet en verdeling van de Rijksbijdrage conform artikel 10. De RAL is uiterlijk vastgesteld op 1 april 2024 en wordt iedere 2 jaar herijkt.
b. een plan van aanpak waarin de acties voor het komende jaar zijn uitgewerkt. Het plan van aanpak voor 2024 is uiterlijk 1 april 2024 opgeleverd en voor de jaren daarna jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 december voorafgaand aan het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 8 bedoelde monitoringkomende jaar.
2c. een voortgangsrapportage waarin jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang van deze samenwerkingsovereenkomst. Het in lid één bedoelde overleg bestaat uit de De voortgangsrapportage is jaarlijks uiterlijk opgeleverd op 1 april van het jaar volgend op het gerapporteerde jaar.
3. De Rijksoverheid levert het volgende vertegenwoordigersop:
a. Vanuit Provincies
i. Gedeputeerde landbouw, provincie Groningen
ii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Fryslân
iii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Drenthe
b. Vanuit landelijk laadinfrastructuur beleid gebaseerd op de ministeries van het Rijk
i. Landbouw, Natuur nationale en Voedselkwaliteit;
ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
iii. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
3. Het overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijeninternationale ontwikkelingen.
4. Het overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast.
5. Provincies en LNV vormen samen een Regioteam dat de uitvoering coördineert van de pijlers zoals genoemd in artikel 5, besprekingen van het in het eerste lid bedoelde overleg voorbereidt en het secretariaat voert van dat overleg.
Appears in 1 contract
Samples: Samenwerkingsovereenkomst