Governance. a. Het voeren van de regie en de sturing op deze Green Deal vindt plaats binnen de Regiegroep Green Deal (hierna: Regiegroep) onder leiding van een door partijen voorgedragen voorzitter. In de Regiegroep zitten bestuurders vanuit de branche- en koepelorganisaties en de Rijksoverheid (waaronder in elk geval VWS), in een nader te bepalen samenstelling die past bij deze Green Deal. De Regiegroep komt elk kwartaal bijeen. Voor de Regiegroep wordt een nader te bepalen werkwijze vastgesteld. b. Leden van de Regiegroep zijn door hun organisaties aangewezen om te werken aan de invulling en uitvoering van deze Green Deal. Hun rol is om bij de totstandkoming van sectorale plannen toe te zien dat deze in lijn zijn met en bijdragen aan de doelen en afspraken in de Green Deal, en waar nodig inzetten op cross-sectorale (keten)samenwerking en aansluiten op andere programma’s en trajecten in de zorg. Zij kunnen hierop waar nodig bijsturen. c. De Regiegroep stelt een bestuurlijke aanjager uit de sector aan die de partijen in de regiegroep aanspreekt op voortgang en uitwerking van de afspraken en zowel binnen als buiten de zorg het verduurzamen van de zorg kan aanjagen en partijen kan enthousiasmeren en overtuigen zich in te zetten voor het verduurzamen van de zorg. d. De Regiegroep kan een of meer werkgroepen instellen met een gerichte taakopdracht. e. De Rijksoverheid faciliteert de zorgsector bij de transitie en jaagt deze waar nodig aan. Dat kan met (aanpassen en/of harmoniseren van) ondersteunende en richtinggevende wet- en regelgeving, praktische ondersteuning, kennis en onderzoek, landelijke ondersteuningsprogramma’s en kennis- en adviescentra, en adequate financiering en (prikkels in de) bekostiging. Samenwerking en integrale en interdepartementale beleidsontwikkeling binnen de Rijksoverheid zijn daarvoor noodzakelijk. f. Het ministerie van VWS faciliteert en ondersteunt de zorgsector bij de transitie naar duurzame zorg. Daartoe ondersteunt VWS de regie- en werkgroep als ook de voorzitter en draagt zorg voor het secretariaat van deze Green Deal. Naast het binnen de overheid bevorderen van bewustwording over het belang van duurzame zorg, stimuleert VWS het integreren van duurzame zorg in het eigen beleid en in de eigen wet- en regelgeving. Interdepartementaal beïnvloedt VWS de ontwikkeling van beleid en wet- en regelgeving op het terrein van klimaat en duurzaamheid ten gunste van de verduurzamingsopgave in de zorgsector. Zo is in het door het kabinet Rutte-IV aangekondigde Klimaatfonds specifiek voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed (inclusief zorgvastgoed) tot en met 2030 cumulatief 2,75 miljard euro gereserveerd. Het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de nadere uitwerking van deze reservering en werkt daarbij samen met VWS. Op internationaal niveau werkt VWS samen met landen en organisaties ten behoeve van kennisontwikkeling en -uitwisseling en beïnvloeding van knellende internationale wet- en regelgeving. De bewindspersonen van VWS maken zich binnen het kabinet hard voor de bijdrage die de zorg aan de klimaatopgave kan leveren en voor toegang tot Rijksbrede financiële middelen voor de uitvoering van de (sectorale) uitvoeringsplannen, voor zover die niet uit de reguliere bekostiging zijn te dragen. g. Branche- en koepelorganisaties in de zorg sporen hun achterban aan blijvend te werken aan de transitie, en ondersteunen deze organisaties met kennisdeling, delen van goede voorbeelden en ondersteuningsprogramma’s. Branche- en koepelorganisaties nemen een branche-specifieke vertaling van de afspraken mee in de op te stellen uitvoeringsplannen, waarbij handvatten voor de achterban worden ontwikkeld. Daarnaast is het de rol van de branche- en koepelorganisaties om actief in te zetten op het vergroten van het urgentiebesef en om bestuurlijk commitment uit te breiden. In landelijke gremia en programma’s leggen branche- en koepelorganisaties daarnaast ook actief verbinding met het thema duurzame zorg. h. Zorgverzekeraars en zorgkantoren helpen op sector- en individueel niveau verduurzaming te stimuleren en mogelijke financiële drempels weg te nemen. Zij kunnen met individuele zorgaanbieders in gesprek om de noodzakelijke verduurzaming vorm te geven, goede initiatieven te verbreden en eventueel te bekostigen. In toenemende mate zetten zij in op duurzame zorg. Zorgverzekeraars en zorgkantoren kunnen organisaties die resultaten laten zien op het gebied van duurzame zorg belonen met bijvoorbeeld partnerships, meerjarige contracten, extra volumes en financieel comfort. Daarbij is van belang een goede balans tussen concurrentie en gelijkgerichtheid te bewaken en als ook een goede balans met toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van zorg binnen de overkoepelende zorgplicht van zorgverzekeraars en zorgkantoren. i. Banken jagen de transitie aan door te zorgen voor geschikte instrumenten voor (voor)financiering en door het opnemen van passende afspraken rondom verduurzaming in kredietovereenkomsten waarop gestuurd kan worden in de relatie met zorginstellingen Daarnaast kunnen banken een stimulerende rol nemen in de fase waarin investeringsplannen worden uitgewerkt. Dit doen zij door deze te toetsen aan duurzaamheidscriteria, door kennis te delen hoe deze te verbeteren zijn en door expliciet de dialoog over toekomstbestendige zorg aan te gaan in de driehoek met zorginstelling-zorgverzekeraar-bank.
Appears in 3 contracts
Samples: Green Deal, Green Deal, Green Deal
Governance. a. Het voeren 1. De uitvoering van de regie en de sturing op deze Green Deal vindt plaats binnen wordt begeleid door een stuurgroep, een kerngroep en een ketenregisseur.
2. De stuurgroep heeft tot taak de Regiegroep voortgang van de Green Deal (hierna: Regiegroep) onder leiding te bespreken en indien nodig Par- tijen aan te spreken daarop. Partijen streven ernaar dat de samenstelling van de stuurgroep een door partijen voorgedragen voorzitterafspiegeling is van de gehele keten. In de Regiegroep zitten bestuurders vanuit de branche- en koepelorganisaties en de Rijksoverheid (waaronder De stuurgroep bestaat uit in elk geval VWS)een of meer vertegen- woordigers van LNV en de Regionale Overheid en een representatieve vertegenwoordiging van de overige Partijen. De stuurgroep vergadert maximaal 6 keer per jaar of volgens een andere, door de stuurgroep gekozen, frequentie. Deze vergaderingen worden mogelijk roulerend georganiseerd door één van de vertegenwoordigers uit de stuurgroep. Van de vergaderingen wordt in overleg door één van de vertegenwoordigers een nader verslag gemaakt dat wordt verspreid onder alle Partijen.
3. De kerngroep heeft tot taak het informeren van de stuurgroep over de inzet en acties van Par- tijen en de stuurgroep te bepalen adviseren over acties die ondernomen kunnen worden om de uitvoering van de Green Deal te bespoedigen of te verbeteren. Partijen streven ernaar dat de samenstelling van de kerngroep een afspiegeling is van de gehele keten. De kerngroep bestaat in elk geval uit één of meer vertegenwoordigers van LNV en de Regionale Overheid en een representatieve verte- genwoordiging van de overige Partijen. De kerngroep vergadert een keer per maand of volgens een andere, door de kerngroep gekozen, frequentie. Deze vergaderingen worden georganiseerd door één van de vertegenwoordigers uit de kerngroep. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt dat wordt verspreid onder alle Partijen.
4. Tot 1 januari 2023 zullen de samenstellingen van de stuurgroep en de kerngroep gebaseerd zijn op de samenstelling van de groepen met vertegenwoordigers van een aantal Partijen die past het op- stellen van deze Green Deal hebben voorbereid. Partijen besluiten tijdig over de samenstelling van de stuurgroep en de kerngroep gedurende de verdere looptijd van de Green Deal.
5. De ketenregisseur heeft tot taak Partijen te ondersteunen bij het uitvoeren van hun inzet en ac- ties in het kader van deze Green Deal. De Regiegroep komt elk kwartaal bijeenketenregisseur wordt aangesteld door LNV en de overige leden van de stuurgroep kunnen met LNV overleggen over de invulling van deze uitvraag.
6. Partijen rapporteren de voortgang van hun acties en inzet minimaal eens per half jaar aan de kerngroep.
7. Voor de Regiegroep het eerst in juni 2023, en daarna eens per half jaar, wordt een nader te bepalen werkwijze vastgesteld.
b. Leden bijeenkomst georganiseerd voor en met alle Partijen. Op deze bijenkomsten wordt de algehele voortgang van de Regiegroep zijn door hun organisaties aangewezen om te werken aan de invulling en uitvoering van deze Green DealDeal gepresenteerd, met het doel elkaar te inspireren in het implementatietraject en mogelijk nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand te brengen. Hun rol is om bij de totstandkoming van sectorale plannen toe te zien dat deze in lijn zijn met en bijdragen aan de doelen en afspraken in Deze bijeenkomsten worden roulerend gefaciliteerd door de Green DealProtein Alliance, Foodvalley NL, Fascinating, de Transitiecoa- litie Voedsel en waar nodig inzetten op cross-sectorale (keten)samenwerking en aansluiten op andere programma’s en trajecten in de zorg. Zij kunnen hierop waar nodig bijsturen.
c. De Regiegroep stelt een bestuurlijke aanjager uit de sector aan Innovatie Alliantie Brabant die de partijen in de regiegroep aanspreekt op voortgang en uitwerking van de afspraken en zowel binnen tevens als buiten de zorg het verduurzamen van de zorg kan aanjagen en partijen kan enthousiasmeren en overtuigen zich in te zetten voor het verduurzamen van de zorg.
d. De Regiegroep kan een of meer werkgroepen instellen met een gerichte taakopdracht.
e. De Rijksoverheid faciliteert de zorgsector bij de transitie en jaagt deze waar nodig aan. Dat kan met (aanpassen en/of harmoniseren van) ondersteunende en richtinggevende wet- en regelgeving, praktische ondersteuning, kennis en onderzoek, landelijke ondersteuningsprogramma’s en kennis- en adviescentra, en adequate financiering en (prikkels in de) bekostiging. Samenwerking en integrale en interdepartementale beleidsontwikkeling binnen de Rijksoverheid zijn daarvoor noodzakelijk.
f. Het ministerie van VWS faciliteert en ondersteunt de zorgsector bij de transitie naar duurzame zorg. Daartoe ondersteunt VWS de regie- en werkgroep als ook de voorzitter en draagt zorg voor het secretariaat van deze Green Deal. Naast het binnen de overheid bevorderen van bewustwording over het belang van duurzame zorg, stimuleert VWS het integreren van duurzame zorg in het eigen beleid en in de eigen wet- en regelgeving. Interdepartementaal beïnvloedt VWS de ontwikkeling van beleid en wet- en regelgeving op het terrein van klimaat en duurzaamheid ten gunste van de verduurzamingsopgave in de zorgsector. Zo is in het door het kabinet Rutte-IV aangekondigde Klimaatfonds specifiek voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed (inclusief zorgvastgoed) tot en met 2030 cumulatief 2,75 miljard euro gereserveerd. Het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de nadere uitwerking van deze reservering en werkt daarbij samen met VWS. Op internationaal niveau werkt VWS samen met landen en organisaties ten behoeve van kennisontwikkeling en -uitwisseling en beïnvloeding van knellende internationale wet- en regelgeving. De bewindspersonen van VWS maken zich binnen het kabinet hard voor de bijdrage die de zorg aan de klimaatopgave kan leveren en voor toegang tot Rijksbrede financiële middelen voor de uitvoering van de (sectorale) uitvoeringsplannen, voor zover die niet uit de reguliere bekostiging zijn te dragen.
g. Branche- en koepelorganisaties in de zorg sporen hun achterban aan blijvend te werken aan de transitie, en ondersteunen deze organisaties met kennisdeling, delen van goede voorbeelden en ondersteuningsprogramma’s. Branche- en koepelorganisaties nemen een branche-specifieke vertaling van de afspraken mee in de op te stellen uitvoeringsplannen, waarbij handvatten voor de achterban worden ontwikkeldhost optreden. Daarnaast is het de rol van de branche- en koepelorganisaties om actief in te zetten op het vergroten van het urgentiebesef en om bestuurlijk commitment uit te breiden. In landelijke gremia en programma’s leggen branche- en koepelorganisaties daarnaast ook actief verbinding met het thema duurzame zorgkunnen bijeen- komsten worden georganiseerd voor alle of een aantal Partijen waarbij een bepaald deelthema wordt besproken.
h. Zorgverzekeraars en zorgkantoren helpen op sector- en individueel niveau verduurzaming te stimuleren en mogelijke financiële drempels weg te nemen. Zij kunnen met individuele zorgaanbieders in gesprek om de noodzakelijke verduurzaming vorm te geven, goede initiatieven te verbreden en eventueel te bekostigen. In toenemende mate zetten zij in op duurzame zorg. Zorgverzekeraars en zorgkantoren kunnen organisaties die resultaten laten zien op het gebied van duurzame zorg belonen met bijvoorbeeld partnerships, meerjarige contracten, extra volumes en financieel comfort. Daarbij is van belang een goede balans tussen concurrentie en gelijkgerichtheid te bewaken en als ook een goede balans met toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van zorg binnen de overkoepelende zorgplicht van zorgverzekeraars en zorgkantoren.
i. Banken jagen de transitie aan door te zorgen voor geschikte instrumenten voor (voor)financiering en door het opnemen van passende afspraken rondom verduurzaming in kredietovereenkomsten waarop gestuurd kan worden in de relatie met zorginstellingen Daarnaast kunnen banken een stimulerende rol nemen in de fase waarin investeringsplannen worden uitgewerkt. Dit doen zij door deze te toetsen aan duurzaamheidscriteria, door kennis te delen hoe deze te verbeteren zijn en door expliciet de dialoog over toekomstbestendige zorg aan te gaan in de driehoek met zorginstelling-zorgverzekeraar-bank.
Appears in 1 contract
Samples: Green Deal Eiwitrijke Gewassen
Governance. a. Het voeren 1. De uitvoering van de regie en de sturing op deze Green Deal vindt plaats binnen wordt begeleid door een stuurgroep, een kerngroep en een ketenregisseur.
2. De stuurgroep heeft tot taak de Regiegroep voortgang van de Green Deal (hierna: Regiegroep) onder leiding te bespreken en indien nodig Partijen aan te spreken daarop. Partijen streven ernaar dat de samenstelling van de stuurgroep een door partijen voorgedragen voorzitterafspiegeling is van de gehele keten. In de Regiegroep zitten bestuurders vanuit de branche- en koepelorganisaties en de Rijksoverheid (waaronder De stuurgroep bestaat uit in elk geval VWS)een of meer vertegenwoordigers van LNV en de Regionale Overheid en een representatieve vertegenwoordiging van de overige Partijen. De stuurgroep vergadert maximaal zes keer per jaar of volgens een andere, door de stuurgroep gekozen, frequentie. Deze vergaderingen worden mogelijk roulerend georganiseerd door één van de vertegenwoordigers uit de stuurgroep. Van de vergaderingen wordt in overleg door één van de vertegenwoordigers een nader verslag gemaakt dat wordt verspreid onder alle Partijen.
3. De kerngroep heeft tot taak het informeren van de stuurgroep over de inzet en acties van Partijen en de stuurgroep te bepalen adviseren over acties die ondernomen kunnen worden om de uitvoering van de Green Deal te bespoedigen of te verbeteren. Partijen streven ernaar dat de samenstelling van de kerngroep een afspiegeling is van de gehele keten. De kerngroep bestaat in elk geval uit één of meer vertegenwoordi- gers van LNV en de Regionale Overheid en een representatieve vertegenwoordiging van de overige Partijen. De kerngroep vergadert een keer per maand of volgens een andere, door de kerngroep gekozen, frequentie. Deze vergaderingen worden georganiseerd door één van de vertegenwoordigers uit de kerngroep. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt dat wordt verspreid onder alle Partijen.
4. Tot 1 januari 2023 zullen de samenstellingen van de stuurgroep en de kerngroep gebaseerd zijn op de samenstelling van de groepen met vertegenwoordigers van een aantal Partijen die past het opstellen van deze Green Deal hebben voorbereid. Partijen besluiten tijdig over de samenstelling van de stuurgroep en de kerngroep gedurende de verdere looptijd van de Green Deal.
5. De ketenregisseur heeft tot taak Partijen te ondersteunen bij het uitvoeren van hun inzet en acties in het kader van deze Green Deal. De Regiegroep komt elk kwartaal bijeenketenregisseur wordt aangesteld door LNV en de overige leden van de stuurgroep kunnen met LNV overleggen over de invulling van deze uitvraag.
6. Partijen rapporteren de voortgang van hun acties en inzet minimaal eens per half jaar aan de kerngroep.
7. Voor de Regiegroep het eerst in juni 2023, en daarna eens per half jaar, wordt een nader te bepalen werkwijze vastgesteld.
b. Leden bijeenkomst georganiseerd voor en met alle Partijen. Op deze bijenkomsten wordt de algehele voortgang van de Regiegroep zijn door hun organisaties aangewezen om te werken aan de invulling en uitvoering van deze Green DealDeal gepresenteerd, met het doel elkaar te inspireren in het implementatietraject en mogelijk nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand te brengen. Hun rol is om bij de totstandkoming van sectorale plannen toe te zien dat deze in lijn zijn met en bijdragen aan de doelen en afspraken in Deze bijeenkomsten worden roulerend gefaciliteerd door de Green DealProtein Alliance, Foodvalley NL, Fascinating, de Transitiecoalitie Voedsel en waar nodig inzetten op cross-sectorale (keten)samenwerking en aansluiten op andere programma’s en trajecten in de zorg. Zij kunnen hierop waar nodig bijsturen.
c. De Regiegroep stelt een bestuurlijke aanjager uit de sector aan Innovatie Alliantie Brabant die de partijen in de regiegroep aanspreekt op voortgang en uitwerking van de afspraken en zowel binnen tevens als buiten de zorg het verduurzamen van de zorg kan aanjagen en partijen kan enthousiasmeren en overtuigen zich in te zetten voor het verduurzamen van de zorg.
d. De Regiegroep kan een of meer werkgroepen instellen met een gerichte taakopdracht.
e. De Rijksoverheid faciliteert de zorgsector bij de transitie en jaagt deze waar nodig aan. Dat kan met (aanpassen en/of harmoniseren van) ondersteunende en richtinggevende wet- en regelgeving, praktische ondersteuning, kennis en onderzoek, landelijke ondersteuningsprogramma’s en kennis- en adviescentra, en adequate financiering en (prikkels in de) bekostiging. Samenwerking en integrale en interdepartementale beleidsontwikkeling binnen de Rijksoverheid zijn daarvoor noodzakelijk.
f. Het ministerie van VWS faciliteert en ondersteunt de zorgsector bij de transitie naar duurzame zorg. Daartoe ondersteunt VWS de regie- en werkgroep als ook de voorzitter en draagt zorg voor het secretariaat van deze Green Deal. Naast het binnen de overheid bevorderen van bewustwording over het belang van duurzame zorg, stimuleert VWS het integreren van duurzame zorg in het eigen beleid en in de eigen wet- en regelgeving. Interdepartementaal beïnvloedt VWS de ontwikkeling van beleid en wet- en regelgeving op het terrein van klimaat en duurzaamheid ten gunste van de verduurzamingsopgave in de zorgsector. Zo is in het door het kabinet Rutte-IV aangekondigde Klimaatfonds specifiek voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed (inclusief zorgvastgoed) tot en met 2030 cumulatief 2,75 miljard euro gereserveerd. Het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de nadere uitwerking van deze reservering en werkt daarbij samen met VWS. Op internationaal niveau werkt VWS samen met landen en organisaties ten behoeve van kennisontwikkeling en -uitwisseling en beïnvloeding van knellende internationale wet- en regelgeving. De bewindspersonen van VWS maken zich binnen het kabinet hard voor de bijdrage die de zorg aan de klimaatopgave kan leveren en voor toegang tot Rijksbrede financiële middelen voor de uitvoering van de (sectorale) uitvoeringsplannen, voor zover die niet uit de reguliere bekostiging zijn te dragen.
g. Branche- en koepelorganisaties in de zorg sporen hun achterban aan blijvend te werken aan de transitie, en ondersteunen deze organisaties met kennisdeling, delen van goede voorbeelden en ondersteuningsprogramma’s. Branche- en koepelorganisaties nemen een branche-specifieke vertaling van de afspraken mee in de op te stellen uitvoeringsplannen, waarbij handvatten voor de achterban worden ontwikkeldhost optreden. Daarnaast is het de rol van de branche- en koepelorganisaties om actief in te zetten op het vergroten van het urgentiebesef en om bestuurlijk commitment uit te breiden. In landelijke gremia en programma’s leggen branche- en koepelorganisaties daarnaast ook actief verbinding met het thema duurzame zorgkunnen bijeenkomsten worden georganiseerd voor alle of een aantal Partijen waarbij een bepaald deelthema wordt besproken.
h. Zorgverzekeraars en zorgkantoren helpen op sector- en individueel niveau verduurzaming te stimuleren en mogelijke financiële drempels weg te nemen. Zij kunnen met individuele zorgaanbieders in gesprek om de noodzakelijke verduurzaming vorm te geven, goede initiatieven te verbreden en eventueel te bekostigen. In toenemende mate zetten zij in op duurzame zorg. Zorgverzekeraars en zorgkantoren kunnen organisaties die resultaten laten zien op het gebied van duurzame zorg belonen met bijvoorbeeld partnerships, meerjarige contracten, extra volumes en financieel comfort. Daarbij is van belang een goede balans tussen concurrentie en gelijkgerichtheid te bewaken en als ook een goede balans met toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van zorg binnen de overkoepelende zorgplicht van zorgverzekeraars en zorgkantoren.
i. Banken jagen de transitie aan door te zorgen voor geschikte instrumenten voor (voor)financiering en door het opnemen van passende afspraken rondom verduurzaming in kredietovereenkomsten waarop gestuurd kan worden in de relatie met zorginstellingen Daarnaast kunnen banken een stimulerende rol nemen in de fase waarin investeringsplannen worden uitgewerkt. Dit doen zij door deze te toetsen aan duurzaamheidscriteria, door kennis te delen hoe deze te verbeteren zijn en door expliciet de dialoog over toekomstbestendige zorg aan te gaan in de driehoek met zorginstelling-zorgverzekeraar-bank.
Appears in 1 contract
Samples: Green Deal Eiwitrijke Gewassen