Common use of Hefboomfinanciering Clause in Contracts

Hefboomfinanciering. In deze paragraaf verstrekken wordt informatie verstrekt of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in het Achmea IM Beleggingsfonds, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van de Beleggingsfondsen en daarmee van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. Uitgangspunt is dat in de Beleggingsfondsen, en daarmee in het Fonds, geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van deBeleggingsfondsen, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van toe- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt kunnen worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor de Beleggingsfondsen, en daarmee voor het Fonds, op 200%.

Appears in 1 contract

Samples: Prospectus

Hefboomfinanciering. In deze paragraaf verstrekken wordt informatie verstrekt of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in het Achmea IM BeleggingsfondsRobeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van de Beleggingsfondsen en daarmee van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. Uitgangspunt In het Fonds zelf is dat in de Beleggingsfondsen, en daarmee hefboomfinanciering naar verwachting conform bovengenoemde berekeningsmethodieken nihil. In overeenstemming met het beleggingsbeleid is er indirect wel sprake van hefboomfinanciering waar het Fonds aan kan blootstaan door de belegging in het Fonds, geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van deBeleggingsfondsen, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van toe- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt kunnen worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheerRobeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund. Het gebruik maken van derivaten is Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund heeft niet de intentie om afgeleide instrumenten extensief te gebruiken, maar enkel ter ondersteuning van het beleggingsbeleid beleggingsbeleid. Doordat het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund gebruik kan maken van afgeleide instrumenten en doordat het FondsRobeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund als debiteur tijdelijke leningen kan aangaan waarmee kan worden belegd met geleend geld, kan er sprake zijn van hefboomfinanciering. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto “brutomethode” (Gross Method) en de “methode (methode op basis van gedane toezeggingen” (Commitment method), zoals beschreven in de AIFMD-AIFM richtlijn) ,is voor het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund gemaximeerd op 210% (als ratio tussen de Beleggingsfondsenexposure van de Beleggingsinstelling en het Fondsvermogen). Het gaat hierbij om een maximaal niveau, en daarmee bedoeld voor uitzonderlijke omstandigheden. Indien er geen sprake is van hefboomfinanciering, zal dit percentage 100% bedragen. De verwachting is dat het Fonds, op 200%gemiddelde niveau van hefboomfinanciering onder normale omstandigheden rond de 100% zal liggen.

Appears in 1 contract

Samples: Aanvullend Prospectus

Hefboomfinanciering. In deze paragraaf verstrekken wordt wij u informatie verstrekt of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in het de Achmea IM BeleggingsfondsBeleggingspool, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van de Beleggingsfondsen en daarmee van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. Uitgangspunt is dat in de Beleggingsfondsen, en daarmee in het Fonds, Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van deBeleggingsfondsenhet Fonds, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van toe- in- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt Hefboomfinanciering kan tevens ontstaan als gevolg van gebruik van derivaten. Op basis van de werking van de commodity swaps en de onderliggende belegging in de kortlopende euro staatsobligaties, zoals beschreven in het beleggingsbeleid, is verder dat derivaten gebruikt kunnen worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau er geen sprake van hefboomfinanciering op basis van volgens de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-AIFMD richtlijn) is voor de Beleggingsfondsen, en daarmee voor het Fonds, op 200%).

Appears in 1 contract

Samples: Aanvullend Prospectus

Hefboomfinanciering. In deze paragraaf verstrekken wordt wij u informatie verstrekt of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in het de Achmea IM BeleggingsfondsBeleggingspool, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van de Beleggingsfondsen en daarmee van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. Uitgangspunt is dat in de Beleggingsfondsen, en daarmee in het Fonds, Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van deBeleggingsfondsende Pool, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van toe- in- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt kunnen worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor de Beleggingsfondsen, en daarmee voor het Fonds, Fonds gemaximeerd op 200%.

Appears in 1 contract

Samples: Aanvullend Prospectus

Hefboomfinanciering. In deze paragraaf verstrekken wordt informatie verstrekt of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in het Achmea IM Beleggingsfonds, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van de Beleggingsfondsen en daarmee van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. In het Fonds zelf is de hefboomfinanciering naar verwachting conform bovengenoemde berekeningsmethodieken nihil. In overeenstemming met het beleggingsbeleid is er indirect wel sprake van hefboomfinanciering waar het Fonds aan kan blootstaan door de belegging in het Achmea IM Beleggingsfonds. Uitgangspunt is dat in de Beleggingsfondsen, en daarmee in het Fonds, Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van deBeleggingsfondsenhet Fonds, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van toe- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt kunnen worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor de Beleggingsfondsen, en daarmee voor het Fonds, Fonds gemaximeerd op 200150%.

Appears in 1 contract

Samples: Aanvullend Prospectus

Hefboomfinanciering. In deze paragraaf verstrekken wordt informatie verstrekt of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in het Achmea IM Beleggingsfonds, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van de Beleggingsfondsen en daarmee van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. In het Fonds zelf is de hefboomfinanciering naar verwachting conform bovengenoemde berekeningsmethodieken nihil. In overeenstemming met het beleggingsbeleid is er indirect wel sprake van hefboomfinanciering waar het Fonds aan kan blootstaan door de belegging in het Achmea IM Beleggingsfonds. Uitgangspunt is dat in de Beleggingsfondsen, en daarmee in het Fonds, Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van deBeleggingsfondsenhet Fonds, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van toe- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt Hefboomfinanciering kan tevens ontstaan als gevolg van gebruik van derivaten. Op basis van de werking van de commodity swaps en de onderliggende belegging in de kortlopende euro staatsobligaties, zoals beschreven in het beleggingsbeleid, is verder dat derivaten gebruikt kunnen worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau er geen sprake van hefboomfinanciering op basis van volgens de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-AIFMD richtlijn) is voor de Beleggingsfondsen, en daarmee voor het Fonds, op 200%).

Appears in 1 contract

Samples: Aanvullend Prospectus