Beleggingsbeleid van het Fonds Voorbeeldclausules

Beleggingsbeleid van het Fonds. Het Achmea Euro Staatsobligaties fonds belegt in het Achmea IM Euro Government Bond Fund (hierna genoemd het “Achmea IM Beleggingsfonds”), zoals beschreven in het Basis Prospectus. Dit Achmea IM Beleggingsfonds is een besloten fonds voor gemene rekening, niet direct toegankelijk voor particuliere beleggers, en stelt zich ten doel voor rekening en risico van participanten, waaronder begrepen het Achmea Euro Staatsobligaties fonds, het verwerven, houden, beheren en het vervreemden van vermogenswaarden met het doel vermogensgroei te realiseren op de lange termijn. Het Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid van Achmea Investment Management B.V. (hierna genoemd: “Achmea IM”) is van toepassing. In het Basis Prospectus leest u hier meer over. Dit Fonds en het Achmea IM Euro Government Bond Fund promoten onder andere ecologische en/of sociale kenmerken, maar heeft duurzame beleggingen niet als doel. De ondernemingen waarin belegd wordt voldoen aan de praktijken van goed bestuur. Hiermee classificeert dit Fonds als artikel 8 onder SFDR. Achmea IM Euro Government Bond Fund 2.1. Achmea IM Euro Government Bond Fund
Beleggingsbeleid van het Fonds. Het Achmea Opkomende Markten Aandelen fonds belegt uitsluitend in het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund, dat wereldwijd belegt in beursgenoteerde ondernemingen in opkomende markten. Tot de opkomende markten worden met name gerekend de landen in Zuid-Amerika, Azië en Oost-Europa. Deze economieën kunnen snelle groei laten zien, waardoor de risico’s ook hoger kunnen zijn dan in de ontwikkelde landen. De aandelenrendementen in opkomende markten worden voornamelijk bepaald door de economische en politieke ontwikkelingen. Binnen deze landen worden de aantrekkelijkste bedrijven geselecteerd, waarbij gebruikt wordt gemaakt van een kwantitatief model. Het Fonds voert een actief beleggingsbeleid. De doelstelling van het Fonds is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark. Dit betekent dat de benchmark niet wordt gevolgd. Hierdoor zijn relatief grote rendementsverschillen, afgezien van kosten zoals vermeld in dit prospectus, met de benchmark mogelijk. Als benchmark geldt de MSCI Emerging Markets Net Return Index (EUR). Het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund is een open-end fonds voor gemene rekening in de zin van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 en wordt gevormd door het fondsvermogen, dat wordt bijeengebracht door stortingen door participanten. Het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund wordt geacht te zijn gevestigd ten kantore van de beheerder, Robeco Institutional Asset Management B.V. (“XXXX”), te Rotterdam. Het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund staat alleen open voor gekwalificeerde beleggers als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (“Wft”). RIAM is voor het aanbieden van participaties in het Robeco Institutioneel Emerging Markets Quant Fund vergunningplichtig ingevolge de Wft, en staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund heeft op basis van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 de status van een fiscale beleggingsinstelling. Voor het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund is een Informatie Memorandum beschikbaar. Hierin is informatie opgenomen over het verwachte gebruik van het uitlenen van beleggingen, eisen aan het onderpand en de tegenpartijen en een beschrijving van de bewaarneming (gebaseerd op de Verordening...
Beleggingsbeleid van het Fonds. Het Achmea Grondstoffen fonds belegt in het Achmea IM Diversified Commodity Fund EUR hedged (hierna genoemd het “Achmea IM Beleggingsfonds”), zoals beschreven in het Basis Prospectus. Dit Achmea IM Beleggingsfonds is een besloten fonds voor gemene rekening, niet direct toegankelijk voor particuliere beleggers, en stelt zich ten doel voor rekening en risico van participanten, waaronder begrepen het Achmea Grondstoffen fonds, het verwerven, houden, beheren en het vervreemden van vermogenswaarden met het doel vermogensgroei te realiseren op de lange termijn.

Related to Beleggingsbeleid van het Fonds

  • Beleggingsbeleid Het Fonds tracht zijn beleggingsdoel te verwezenlijken door hoofdzakelijk te beleggen in Aandelen en aan Aandelen gerelateerde effecten (inclusief warrants en converteerbare effecten) van bedrijven van eender welke marktkapitalisatie die zijn gevestigd of hun voornaamste bedrijfsactiviteiten uitvoeren in Europese landen. Het Fonds zal in het bijzonder proberen om inkomsten te realiseren via belegging in Aandelen die volgens de Beleggingsbeheerder een aantrekkelijk aandelenrendement (dividend yield) bieden bij aankoop en in de toekomst een aantrekkelijk aandelenrendement kunnen hebben. Blootstelling aan effectenleentransacties Het verwachte niveau van de mogelijke blootstelling aan effectenleentrans- acties is 5% van het nettovermogen van het Fonds, met een maximum van 50%. Profiel van Xxxxxxxxx Rekening houdend met de boven- staande beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrek- ken die: Risico-overwegingen Voornaamste risico’s voor de Globale blootstelling De Globale blootstelling van het Fonds Beleggingsbeheerder(s) Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Investment

  • Diefstal van het verzekerde motorrijtuig De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.

  • Genezing niet belemmeren a. De werknemer mag zich tijdens de arbeidsongeschiktheid niet zodanig gedragen dat de genezing wordt belemmerd. De beoordeling hiervan is aan de controlerende instantie.

  • Gebruik van het voertuig 1. De verhuurder verhuurt uitsluitend oude voertuigen, zogeheten ‘young-/oldtimers’, voor recreatief, ludiek of promotioneel gebruik. De voertuigen van verhuurder worden goed onderhouden en verkeren – zeker gezien de leeftijd – in prima staat. De voertuigen voldoen aan de geldende technische eisen, maar wijken qua comfort en rij eigenschappen af van hetgeen gangbaar is bij moderne voertuigen en het verkeer in de huidige tijd. Huurder dient hiermee bij het huren van een voertuig rekening te houden. 2. Huurder is verplicht zich voor vertrek met het voertuig te legitimeren. 3. Xxxxxxx doet op verzoek van de verhuurder bij vertrek opgave van de reisbestemming. 4. Huurder realiseert zich dat het voertuig wat betreft snelheid en eigenschappen minder geschikt is voor gebruik op de autosnelweg. Partijen staat een recreatief gebruik voor ogen en huurder is gehouden om waar mogelijk gebruik te maken van de secundaire wegen. 5. Huurder dient op zorgvuldige wijze met het voertuig om te gaan. 6. Huurder is verplicht erop toe te zien dat de verplichtingen en verboden van deze algemene voorwaarden door bestuurder, passagiers en andere bestuurders of gebruikers van het voertuig worden nageleefd. Huurder is aansprakelijk voor alle gevolgen van gedragingen en nalaten van gebruikers en passagiers van het voertuig, ook indien deze niet de instemming van huurder hadden. 7. Huurder is ervoor verantwoordelijk dat alle bestuurders beschikken over de bevoegdheid en de gesteldheid die voor het besturen van het voertuig is vereist. 8. Personen dienen ten minste een jaar in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs om het voertuig te mogen besturen, en leeftijd van 21 jaar te hebben bereikt voor de aanvang van de huurperiode, tenzij uitdrukkelijk schriftelijk anders overeengekomen. 9. Het is de huurder niet toegestaan meer mensen in, op of met het voertuig te vervoeren dan waarvoor de verhuurder toestemming heeft gegeven, daarbij zal de huurder in geen geval het maximaal aantal volgens het kentekenbewijs toegestane aantal personen overschrijden. 10. Huurder dient ingeval van meerijdende kinderen te zorgen voor een degelijk kinderzitje. Een kind neemt in elk geval wél één beschikbare plaats in het voertuig in. 11. De verhuurder geeft voor vertrek een instructie aan de eerste bestuurder en meerijdende inzittenden. 12. De verhuurder is op geen enkele wijze aansprakelijk voor schade, verlies of diefstal van eigendommen van de huurder die samenhangen met het gebruik van het voertuig tijdens de huurperiode. Dit geldt tevens voor eigendommen die door huurder in een afgesloten (gedeelte van het) voertuig worden bewaard. 13. Het is de huurder alsmede eventuele andere bestuurders, gebruikers een passagiers ten strengste verboden in het voertuig te roken. 14. Alleen wanneer de huurder daartoe de geldende toeslag heeft betaald, is het toegestaan huisdieren in het voertuig te vervoeren. De huurder dient alle redelijke en logische voorzorgsmaatregelen te nemen om eventuele beschadiging aan het voertuig door huisdieren te voorkomen. 15. Huurder dient (bij meerdaags verhuur) alle vloeistoffen en de bandenspanning op het vereiste niveau te (laten) houden en controleert met regelmaat het oliepeil. 16. Huurder dient voor het voertuig geschikte brandstof te tanken. 17. De verhuurder behoudt te allen tijde het recht om in geval van strijd met voorgaande bepalingen, het voertuig in te vorderen en/ of een of meer bestuurders verder gebruik te ontzeggen. 18. Het is huurders niet anders dan met toestemming van de verhuurder toegestaan het voertuig door te verhuren aan derden.

  • Bedrijfshulpverlening Medewerkers die op verzoek van de werkgever naast hun werkzaamheden tevens bedrijfshulpverlener (BHV-er) zijn, krijgen hiervoor een vergoeding van maximaal € 75,- bruto/jaar bij het behalen of het verlengen van het certificaat.

  • Schorsing, beëindiging van het Werk in onvoltooide staat en opzegging 36.1. De Opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het Werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. De Opdrachtnemer dient: a. in overleg met de Opdrachtgever gepaste maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van schade, die aan het Werk zou kunnen ontstaan; b. de maatregelen te nemen ter voorkoming van achteruitgang van het Werk of de Werken; c. na te laten zowel hetgeen schade aan het Werk ten gevolge zou kunnen hebben, als hetgeen de latere voortzetting zou kunnen bemoeilijken. 36.2. Voorzieningen, die de Opdrachtnemer ten gevolge van de schorsing noodzakelijkerwijs moet treffen, worden als meerwerk met hem verrekend. Indien echter de schorsing van het Werk op enigerlei wijze het gevolg is van het niet voldoen door de Opdrachtnemer aan de opdracht, aan de door de Opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen of ingeval het Werk is stilgelegd op last van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en deze stillegging de Opdrachtnemer kan worden toegerekend, wordt de schade aan de Opdrachtnemer niet vergoed en dient Opdrachtnemer de schade die Opdrachtgever ten gevolge van de schorsing lijdt te vergoeden. 36.3. Indien de schorsing langer dan één maand duurt, en de schorsing niet op grond van het vorige lid voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, kan de Opdrachtnemer een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het Werk vorderen. Daarbij wordt rekening gehouden met de nog niet verwerkte bouwstoffen, voor zover deze eigendom van de Opdrachtgever zijn geworden. Nog niet verwerkte voor keuring gereed zijnde bouwstoffen worden op verzoek van de Opdrachtgever eerst nog gekeurd. 36.4. Indien de schorsing van het gehele Werk langer duurt dan 2 maanden, en de schorsing niet op grond van lid 2 voor rekening en risico van de Opdrachtnemer komt, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.5. De Opdrachtgever is te allen tijde ingeval van schorsing van het Werk bevoegd de Opdrachtnemer op te dragen het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.6. De Opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Indien de opzegging niet het gevolg is van hetgeen in de tweede volzin van het tweede lid van dit artikel wordt beschreven, is de Opdrachtnemer bevoegd het Werk in onvoltooide staat te beëindigen. 36.7. In de situatie als beschreven in het 4e, 5e en 6e lid van dit artikel heeft de Opdrachtnemer bij beëindiging van het Werk in onvoltooide staat recht op de Aanneemsom naar de stand van het Werk, vermeerderd met de aantoonbare onvermijdbare reeds gemaakte kosten en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten voortvloeiend uit het verval van de garantieverplichtingen. De daarbij door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever in rekening gebrachte Goederen worden eigendom van de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer zendt de Opdrachtgever een gespecificeerde eindafrekening van hetgeen de Opdrachtgever ingevolge de opzegging verschuldigd is.

  • Deelbaarheid 11.1. Indien één of meer bepalingen van deze Overeenkomst niet rechtsgeldig blijkt en/of blijken te zijn zal de Overeenkomst voor het overige van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen die niet geldend zijn overleggen, teneinde een vervangende regeling te treffen die wel rechtsgeldig is en zoveel mogelijk aansluit bij de strekking van de te vervangen regeling.

  • Belangrijke begrippen Een volmacht is een verklaring waarin u een ander (Florius) de bevoegdheid geeft om bepaalde handeling(en) namens u te doen. Florius wil graag de zekerheid hebben dat u uw lening terugbetaalt. Hiervoor spreekt u met Florius af, dat het bedrag dat u op uw beleggings- of effectenrekening opbouwt aan Florius wordt uitgekeerd. Dat wordt verpanden genoemd. Als Florius het bedrag ontvangt, gebruikt Florius het bedrag van uw beleggings- of effectenrekening om uw BeleggersKeuze Hypotheek terug te betalen.

  • Werkloosheid 1 Bij gehele of gedeeltelijke werkloosheid kan de (gewezen) werknemer aanspraak maken op een uitkering ingevolge de WW alsmede aanspraak maken op een bovenwettelijke uitkering ingevolge de BWRHBO indien hij voldoet aan de bepalingen van deze regelingen. 2 In afwijking van lid 1 kan bij gehele of gedeeltelijke werkloosheid ontstaan voor 1 januari 2001 de (gewezen) werknemer als bedoeld in artikel T-1, aanspraak hebben op een uitkering ingevolge de BWRHBO, indien hij voldoet aan de bepalingen van de BWRHBO. 3 Ter voorkoming en beperking van werkloosheid heeft de werknemer recht op een persoonsgebonden re-integratietraject indien hij voldoet aan de in deze cao vastgestelde voorwaarden. Deze voorwaarden en de uitwerking van het persoonsgebonden re-integratietraject zijn opgenomen in bijlage XI van deze cao.

  • Werkingssfeer 2.1 Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle Offertes van en Overeenkomsten met Opdrachtnemer. Deze Algemene Voorwaarden gelden eveneens voor eventuele nadere of vervolgovereenkomsten tussen Opdrachtnemer en de Opdrachtgever. Opdrachtgever wordt geacht hiermee akkoord te zijn gegaan. 2.2 Afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden zijn slechts geldig indien deze uitdrukkelijk schriftelijk door Partijen zijn overeengekomen. In dat geval prevaleren de uitdrukkelijk schriftelijk overeengekomen afwijkende bepalingen. De toepasselijkheid van inkoop- of andere algemene voorwaarden van de Opdrachtgever wordt uitdrukkelijk van de hand gewezen. 2.3 Indien één of meerdere bepalingen in deze Algemene Voorwaarden op enig moment geheel of gedeeltelijk nietig zijn of vernietigd worden, dan blijft het overige in deze Algemene Voorwaarden bepaalde volledig van kracht. Partijen zullen alsdan in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen overeen te komen, die aansluiten bij de bedoeling die Partijen hadden bij het opstellen van de nietige of vernietigde bepaling. 2.4 Indien Opdrachtnemer niet steeds strikte naleving van deze Algemene Voorwaarden verlangt, betekent dit niet dat de bepalingen daarvan niet van toepassing zijn of dat Opdrachtnemer in enigerlei mate het recht zou verliezen om in andere gevallen de strikte naleving van de bepalingen van deze Algemene Voorwaarden te verlangen. 2.5 Indien Opdrachtnemer bij één of meerdere Overeenkomsten met de Opdrachtgever afwijkt van deze Algemene Voorwaarden houdt dit niet in dat deze afwijking tevens geldt voor eerdere of latere Overeenkomsten tussen Opdrachtnemer en de Opdrachtgever.