Doelstelling Per 1 januari 2016 zijn de opbouw en de duur van de wettelijke WW-uitkering en de loongerelateerde WGA-uitkering versoberd. Centrale werkgevers- en werknemersorganisaties hebben in het Sociaal Akkoord van 2013, zoals nader uitgewerkt in de brieven van de Stichting van de Arbeid van 24 december 2013, 11 juli 2014, 17 april 2015, 24 november 2015,18 maart 2016, 10 mei 2017 en 6 september 2017, afgesproken dat de rechten op uitkering voor werknemers overeenkomend met de hoogte en duur van de wettelijke WW-uitkering en de WGA-uitkering, zoals deze waren geregeld vóór de versobering, door middel van een regeling private aanvulling WW en WGA zoveel mogelijk blijven gehandhaafd. In het Sociaal Akkoord is afgesproken dat werkgevers en werknemers op basis van een 50/50- verdeling de bijdragen voor zowel de wettelijke WW en WGA als de regeling private aanvulling WW en WGA betalen. Het kabinet was hiertoe niet bereid. Voor de financiering is daarom gekozen voor het model waarin werkgevers de bijdragen voor het wettelijk deel van de WW en de WGA blijven betalen en waarin werknemers de bijdragen voor het private deel voor hun rekening nemen. Ten behoeve van de regeling private aanvulling WW en WGA houden werkgevers bijdragen in op het loon van werknemers en dragen deze bijdragen af aan een daartoe in het leven geroepen fonds, de Stichting Private Aanvulling WW en WGA (hierna: Stichting PAWW). De Stichting PAWW draagt zorg voor de uitvoering van de regeling private aanvulling WW en WGA.
Borgstelling Wanneer ter zake van een schade door een overheid een borgsom wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of de invrijheidstelling van verzekerden te verkrijgen, zal verzekeraar deze borgsom verstrekken tot ten hoogste € 50.000 voor alle verzekerden samen, op voorwaarde dat de betrokken verzekerden jegens verzekeraar aanspraak op vergoeding van de schade hebben. Uitsluitend verzekeraar is gerechtigd over de verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven. Verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
Beleggingsbeleid Het Fonds tracht zijn beleggingsdoel te verwezenlijken door hoofdzakelijk te beleggen in Aandelen en aan Aandelen gerelateerde effecten (inclusief warrants en converteerbare effecten) van bedrijven van eender welke marktkapitalisatie die zijn gevestigd of hun voornaamste bedrijfsactiviteiten uitvoeren in Europese landen. Het Fonds zal in het bijzonder proberen om inkomsten te realiseren via belegging in Aandelen die volgens de Beleggingsbeheerder een aantrekkelijk aandelenrendement (dividend yield) bieden bij aankoop en in de toekomst een aantrekkelijk aandelenrendement kunnen hebben. Blootstelling aan effectenleentransacties Het verwachte niveau van de mogelijke blootstelling aan effectenleentrans- acties is 5% van het nettovermogen van het Fonds, met een maximum van 50%. Profiel van Xxxxxxxxx Rekening houdend met de boven- staande beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrek- ken die: Risico-overwegingen Voornaamste risico’s voor de Globale blootstelling De Globale blootstelling van het Fonds Beleggingsbeheerder(s) Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Investment
Terbeschikkingstelling 3.5.1.1 Indien in het kader van het Riskmanagement door Opdrachtnemer Personeel aan Opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld voor de duur van een project, is Opdrachtgever gehouden om, zodra hem bekend is op welke datum het project eindigt, Opdrachtnemer onmiddellijk, doch in ieder geval een maand voor het einde van het project, daarvan schriftelijk op de hoogte te stellen. 3.5.1.2 Opdrachtgever staat er voor in dat de arbeidsduur en werktijden van het aan Opdrachtgever ter beschikking gestelde Personeel voldoen aan VPB-CAO en aan de wettelijke voorschriften. Aanvang en duur van de vakantie wordt vastgesteld in onderling overleg tussen Opdrachtgever, Opdrachtnemer en het ter beschikking gestelde Personeel. 3.5.1.3 Opdrachtgever is de vergoeding voor het ter beschikking stellen van Personeel verschuldigd over de volledig overeengekomen arbeidsomvang, vermeerderd met een vergoeding voor eventueel meer gewerkte uren en door het Personeel gemaakte onkosten, tenzij het Personeel niet werkzaam is geweest wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid, verlof of een andere reden die in de risicosfeer ligt van Opdrachtnemer. Indien buiten de gebruikelijke werktijden werkzaamheden worden verricht gelden de met Opdrachtgever overeengekomen toeslagen. 3.5.1.4 Opdrachtnemer factureert aan de hand van de door Opdrachtgever voor akkoord getekende urenverantwoording van het Personeel. Opdrachtgever is verantwoordelijk voor de juiste invulling van gewerkte uren en overuren en van door het Personeel gemaakte onkosten. 3.5.1.5 Indien Opdrachtgever weigert de urenverantwoording voor akkoord te tekenen heeft Opdrachtnemer het recht het aantal door het Personeel gewerkte uren zelf vast te stellen overeenkomstig de opgave van de werknemer dan wel, bij gebreke van een dergelijke opgave, vast te stellen op de overeengekomen arbeidsomvang.
Vaststelling Het schadebedrag wordt in onderling overleg of door een door de maatschappij ingeschakelde expert vastgesteld. Deze schadevaststelling zal gelden als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade. U heeft het recht een contra-expert aan te wijzen. In dat geval zullen beide experts de schade vaststel- len. De beide experts moeten vooraf een derde expert benoemen. Als er verschil bestaat tussen de beide taxaties, zal deze derde expert het schadebedrag binnen de grenzen van de beide taxaties bindend vaststellen. Als de maatschappij medewerking ver- leent aan het voorafgaande, erkent zij daarmee niet, dat zij een verplichting tot uitkering heeft.
Buitengebruikstelling 21.1 Opdrachtnemer heeft het recht geleverde producten en diensten (tijdelijk) buiten gebruik te stellen en/of het gebruik ervan te beperken indien opdrachtgever ter zake van de overeenkomst een verplichting jegens opdrachtnemer niet nakomt. Opdrachtnemer zal opdrachtgever hiervan tevoren in kennis stellen, tenzij xxxxx niet van opdrachtnemer in redelijkheid kan worden verlangd. De verplichting tot betaling van de verschuldigde bedragen blijft ook tijdens buitengebruikstelling bestaan. 21.2 Tot indienststelling wordt weer overgegaan indien opdrachtgever binnen een door opdrachtnemer gestelde termijn zijn verplichtingen is nagekomen.
Vrijstelling Voor elk schadegeval blijft te uwen laste de mogelijke vrijstelling(en) waarvan het bedrag wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden en aangepast wordt volgens de verhouding tussen de consumptieprijsindex van kracht de maand voorafgaand aan het schadegeval en de index van januari 2001, zijnde 177,83 (basis van 100 in 1981).
Operationele doelstelling 1.1 - Optimaal begrotingsbeleid en transparante informatievoorziening. Een belangrijk onderdeel van het financieel beheer is het begrotingsbeleid. Het begrotingsbeleid richt zich op het bereiken van een houdbaar pad van de financiën en het op termijn (kunnen) aflossen van de schuld. Het doel van het begrotingsbeleid is om minimaal een begrotingseven- wicht te realiseren of, nog beter, tot een begrotingsoverschot te komen. De directie FBA draagt zorg voor een transparante informatievoorziening over de begrotingsvoorberei- ding, de -uitvoering en de -verantwoording. De beslissingen inzake het begrotingsbeleid en de uitvoering ervan worden op een professionele en onderbouwde manier voorbereid en ondersteund. Dit ter facilite- ring van de budgettaire besluitvorming van het College en om het College en de Raad van de VGC te informeren over de uitkomsten van deze besluitvorming via de begrotingen (ex-ante) en de jaarrekening (ex post). • Methodes en processen ontwikkelen of aanpassen om de beslissingen inzake de oriëntaties van het begrotingsbeleid te ondersteunen en de vertaling ervan in officiële documenten te verzorgen; • Methodes en gestandaardiseerde rapporteringsvormen ontwikkelen of aanpassen voor het op- volgen van de uitvoering van de begroting;
Premievrijstelling 4.1 Met inachtneming van het in deze voorwaarden bepaalde bedraagt de vrijstelling van premiebetaling – na afloop van de eigen risicotermijn – bij een arbeidsongeschiktheid van: 0 tot 45%: 0% van de premie; 45 tot 80%: 50% van de premie; 80 t/m 100%: 100% van de premie. 4.2 Indien de premie binnen twee jaar voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid is verhoogd, vindt alleen vrijstelling plaats voor de premie die gold voorafgaand aan de premieverhoging. 4.3 De vrijstelling wordt geheel of gedeeltelijk toegekend en zal bij toekenning tussen twee premievervaldagen door de verzekeraar pro rata worden toegepast. 4.4 In geval van beëindiging van de vrijstelling van premiebetaling is de verzekeringnemer verplicht tot het betalen van te veel vrijgestelde premies. De verzekeringnemer dient de te veel vrijgestelde premies uiterlijk dertig dagen na de beëindiging van de vrijstelling te betalen. 4.5 Een verhoging van de premie na het intreden van de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde komt niet in aanmerking voor de dekking.
Samenstelling 1. De commissie bestaat uit zes leden en zes plaatsvervangende leden, die voor de helft worden benoemd door de werkgeverspartij en voor de andere helft door de werknemerspartijen. De benoemingen geschieden voor onbepaalde tijd. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. 2. Bij functiewaarderingsgeschillen wordt één functiewaarderingsdeskundige aangewezen door de werkgeverspartij en één functiewaarderingsdeskundige aangewezen door de werknemerspartijen, toegevoegd aan de commissie. 3. De voorzitter en een plaatsvervanger worden aangewezen door de werknemerspartijen. Het secretariaat berust bij de werkgeverspartij; hiertoe worden voorzieningen getroffen.