Beleggingsdoelstelling Voorbeeldclausules

Beleggingsdoelstelling. De waarde van uw belegging verhogen op middellange tot lange termijn. De beheerskosten van het contract bedragen 0,75% op jaarbasis. De kosten van het onderliggend fonds bedragen 1,04%. De totale vaste beheerskosten bedragen dus 1,79% en zijn inbegrepen in de eenheidswaarde. Allianz DP Global Strategy Medium Low1 3 Neutraal 7,61% 0,17% Niet van toepassing daar het fonds gelanceerd werd op 25/04/2019 Het fonds belegt voornamelijk in een portefeuille van deelnemingsrechten van beleggingsfondsen, aandelen en obligaties die zo is samengesteld dat het risiconiveau beperkt tot gemiddeld is. Het fonds kan ook beleggen in gestructureerde producten die verenigbaar zijn met het beleggingsbeleid. Het heeft geen geografische, sectorale of valutalimiet. Om te profiteren van of zich in te dekken tegen marktschommelingen, of voor een efficiënt portefeuillebeheer, kan het fonds gebruikmaken van derivaten.
Beleggingsdoelstelling. BELEGGINGSBEPERKINGEN. HEFBOOMFINANCIERING
Beleggingsdoelstelling. 3.1.1 De doelstelling van het fonds is het over een periode van 5 tot 7 jaar behalen van een rendement op zijn beleggingen dat hoger is dan dat gereflecteerd door de MSCI AC Net Total Return World Index (Ticker NDEEWNR) door te beleggen in aan gereguleerde effectenbeurzen verhandelde aandelen in, met name, maar niet uitsluitend, Europese en Noord-Amerikaanse bedrijven die gekarakteriseerd kunnen worden als familiebedrijven, mee-ondernemende eigenaren en ondernemingen met een unieke en sterke cultuur. 3.1.2 Ter voorziening in specifieke fiscale, toezichtrechtelijke of andere behoeften mag de Beheerder besluiten om beleggingen van het Fonds te structureren door middel van één of meerdere intermediaire vennootschappen of structuren.
Beleggingsdoelstelling. De waarde van uw belegging verhogen op middellange termijn. De beheerskosten van het contract bedragen 0,75% op jaarbasis. De kosten van het onderliggend fonds bedragen 0,99%. De totale vaste beheerskosten bedragen dus 1,74% en zijn inbegrepen in de eenheidswaarde. Allianz DP Global Strategy Low1 2 Defensief 6,63% ­0,66% Niet van toepassing daar het fonds gelanceerd werd op 25/04/2019 aandelen en obligaties die zo is samengesteld dat het risiconiveau beperkt is. Het fonds kan ook beleggen in gestructureerde producten die verenigbaar zijn met het beleggingsbeleid. Het heeft geen geografische, sectorale of valutalimiet. Om te profiteren van of zich in te dekken tegen marktschommelingen, of voor een efficiënt portefeuillebeheer, kan het fonds gebruikmaken van derivaten. Zie volgende pagina voor vervolg tabel De waarde van uw belegging verhogen op korte tot middellange termijn. De beheerskosten van het contract bedragen 0,75% op jaarbasis. De kosten van het onderliggend fonds bedragen 0,88%. De totale vaste beheerskosten bedragen dus 1,63% en zijn inbegrepen in de eenheidswaarde. Naam van het interne beleggingsfonds Risico- Risicoprofiel Jaarlijkse rendementen uit het verleden op 31/12/20224: indicator3 1 jaar 3 jaar 5 jaar Allianz DPAM Money Market Monetary2 1 Defensief 0,00% ­0,24% Niet van toepassing daar het fonds gelanceerd werd op 25/04/2019
Beleggingsdoelstelling. Het beleggingsfonds beoogt groei door een diversificatie in verschillende financiële instrumenten. Ondanks alle maatregelen die werden getroffen om deze doelstellingen te behalen, houdt de belegging in dit fonds toch nog bepaalde risico's in. Er kan dus geen enkele formele waarborg geboden worden. De waarde van het beleggingsfonds kan schommelen in de tijd. Het bijbehorende financiële risico berust bij de verzekeringnemer. Om de hierboven vermelde beleggingsdoelstellingen te behalen, worden de activa van het fonds NN Life Global managed Volatility Fund II belegd in het compartiment van de bevek naar Iers recht Global Managed Volatility Fund, beheerd door BlackRock. Tevens heeft het fonds als doelstelling de volatiliteit van de portefeuille van onderliggende waarden onder controle te houden. Dit wordt behaald dankzij een dagelijkse herbalancering van de onderliggende activa om een doelstelling van 10% volatiliteit te behouden. De volatiliteit van een fonds weerspiegelt de omvang van de koersvariaties. Bij hoge volatiliteit, variëert de koers van de portefeuille sterk op een bepaalde periode. Bij lage volatiliteit variëert de koers van de portefeuille weinig op een bepaalde periode. Om de volatiliteit onder controle te houden zal het fonds de weging aan aandelen en obligaties of cash aanpassen. Bij hoge volatiliteit zal de weging aan obligaties of cash verhogen en de weging aan aandelen evenredig dalen. Dit omdat doorgaans obligaties of cash minder volatiel zijn dan aandelen. Bij lage volatiliteit zal dus de weging aandelen verhogen en die van obligaties of cash dalen. Dit mechanisme werd ingebouwd om de belegger te beschermen tegen grote koersvariaties. Een periode van hoge volatiliteit wordt doorgaans gelinkt aan periodes van onzekerheid op de financiële markten en dus fors dalende beurskoersen. De belegger dient er zich van bewust te zijn dat het omgekeerde ook van toepassing is: bij stijgende aandelenmarkten, die het grootste groeipotentiëel geven, zorgt dit mechanisme ervoor dat de belegger een deel van de stijging kan missen.
Beleggingsdoelstelling. Teneinde de beoogde pensioenuitkeringen op korte en lange termijn veilig te stellen, wenst het bestuur de toevertrouwde middelen op een verantwoorde en solide wijze te beleggen. Bij de vaststelling van het strategisch beleggingsbeleid, de invulling van dit beleid en de naleving van het vastgelegde risicokader, zal het bestuur daarbij handelen in overeenstemming met de prudent person gedachte conform de artikelen 135 en 136 in de PW en de artikelen 13, 13a en 14 in het besluit FTK. Centraal hierin staat de doelstelling om te beleggen in het belang van de deelnemers. Het bestuur zal daartoe in alle redelijkheid, rekening houdend met de specifieke verplichtingen van het pensioenfonds, tot een zorgvuldige onderbouwing van het beleggingsbeleid komen. Hiervoor wordt periodiek een ALM-studie uitgevoerd. Daarnaast wordt bij de vertaalslag (implementatie) naar de daadwerkelijke invulling van het beleggingsbeleid zorgvuldigheid betracht. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de opzet van de renteafdekking en een brede spreiding over beleggingscategorieën. In samenhang hiermee worden de verschillende beleggingsrisico’s geïdentificeerd en op de juiste waarde ingeschat. De hoofddoelstelling van het pensioenfonds is het op lange termijn garanderen van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten, alsmede het streven naar het waardevast houden van ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken. Het beleid van het bestuur is hierop afgestemd. Het pensioenfonds heeft haar verplichtingen nagenoeg geheel verzekerd bij Aegon en daarmee het bijbehorende vermogen aan Aegon overgedragen. Het vrije vermogen (het deel van het vermogen dat voorheen buiten het garantiecontract viel) behoudt het pensioenfonds in eigen beheer. Dit deel van het vermogen wordt door TKPi via een fiduciaire dienstverlening beheerd met als doel zoveel als mogelijk de nominale pensioenen te indexeren. Vanaf 2014 wordt pensioen in eigen beheer opgebouwd. In verband hiermee is het beleggingsbeleid per 1 januari 2014 aangepast.

Related to Beleggingsdoelstelling

  • Doelstelling Per 1 januari 2016 zijn de opbouw en de duur van de wettelijke WW-uitkering en de loongerelateerde WGA-uitkering versoberd. Centrale werkgevers- en werknemersorganisaties hebben in het Sociaal Akkoord van 2013, zoals nader uitgewerkt in de brieven van de Stichting van de Arbeid van 24 december 2013, 11 juli 2014, 17 april 2015, 24 november 2015,18 maart 2016, 10 mei 2017 en 6 september 2017, afgesproken dat de rechten op uitkering voor werknemers overeenkomend met de hoogte en duur van de wettelijke WW-uitkering en de WGA-uitkering, zoals deze waren geregeld vóór de versobering, door middel van een regeling private aanvulling WW en WGA zoveel mogelijk blijven gehandhaafd. In het Sociaal Akkoord is afgesproken dat werkgevers en werknemers op basis van een 50/50- verdeling de bijdragen voor zowel de wettelijke WW en WGA als de regeling private aanvulling WW en WGA betalen. Het kabinet was hiertoe niet bereid. Voor de financiering is daarom gekozen voor het model waarin werkgevers de bijdragen voor het wettelijk deel van de WW en de WGA blijven betalen en waarin werknemers de bijdragen voor het private deel voor hun rekening nemen. Ten behoeve van de regeling private aanvulling WW en WGA houden werkgevers bijdragen in op het loon van werknemers en dragen deze bijdragen af aan een daartoe in het leven geroepen fonds, de Stichting Private Aanvulling WW en WGA (hierna: Stichting PAWW). De Stichting PAWW draagt zorg voor de uitvoering van de regeling private aanvulling WW en WGA.

  • Borgstelling Wanneer ter zake van een schade door een overheid een borgsom wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of de invrijheidstelling van verzekerden te verkrijgen, zal verzekeraar deze borgsom verstrekken tot ten hoogste € 50.000 voor alle verzekerden samen, op voorwaarde dat de betrokken verzekerden jegens verzekeraar aanspraak op vergoeding van de schade hebben. Uitsluitend verzekeraar is gerechtigd over de verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven. Verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.

  • Beleggingsbeleid Het Fonds tracht zijn beleggingsdoel te verwezenlijken door hoofdzakelijk te beleggen in Aandelen en aan Aandelen gerelateerde effecten (inclusief warrants en converteerbare effecten) van bedrijven van eender welke marktkapitalisatie die zijn gevestigd of hun voornaamste bedrijfsactiviteiten uitvoeren in Europese landen. Het Fonds zal in het bijzonder proberen om inkomsten te realiseren via belegging in Aandelen die volgens de Beleggingsbeheerder een aantrekkelijk aandelenrendement (dividend yield) bieden bij aankoop en in de toekomst een aantrekkelijk aandelenrendement kunnen hebben. Blootstelling aan effectenleentransacties Het verwachte niveau van de mogelijke blootstelling aan effectenleentrans- acties is 5% van het nettovermogen van het Fonds, met een maximum van 50%. Profiel van Xxxxxxxxx Rekening houdend met de boven- staande beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrek- ken die: Risico-overwegingen Voornaamste risico’s voor de Globale blootstelling De Globale blootstelling van het Fonds Beleggingsbeheerder(s) Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Investment

  • Terbeschikkingstelling 3.5.1.1 Indien in het kader van het Riskmanagement door Opdrachtnemer Personeel aan Opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld voor de duur van een project, is Opdrachtgever gehouden om, zodra hem bekend is op welke datum het project eindigt, Opdrachtnemer onmiddellijk, doch in ieder geval een maand voor het einde van het project, daarvan schriftelijk op de hoogte te stellen. 3.5.1.2 Opdrachtgever staat er voor in dat de arbeidsduur en werktijden van het aan Opdrachtgever ter beschikking gestelde Personeel voldoen aan VPB-CAO en aan de wettelijke voorschriften. Aanvang en duur van de vakantie wordt vastgesteld in onderling overleg tussen Opdrachtgever, Opdrachtnemer en het ter beschikking gestelde Personeel. 3.5.1.3 Opdrachtgever is de vergoeding voor het ter beschikking stellen van Personeel verschuldigd over de volledig overeengekomen arbeidsomvang, vermeerderd met een vergoeding voor eventueel meer gewerkte uren en door het Personeel gemaakte onkosten, tenzij het Personeel niet werkzaam is geweest wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid, verlof of een andere reden die in de risicosfeer ligt van Opdrachtnemer. Indien buiten de gebruikelijke werktijden werkzaamheden worden verricht gelden de met Opdrachtgever overeengekomen toeslagen. 3.5.1.4 Opdrachtnemer factureert aan de hand van de door Opdrachtgever voor akkoord getekende urenverantwoording van het Personeel. Opdrachtgever is verantwoordelijk voor de juiste invulling van gewerkte uren en overuren en van door het Personeel gemaakte onkosten. 3.5.1.5 Indien Opdrachtgever weigert de urenverantwoording voor akkoord te tekenen heeft Opdrachtnemer het recht het aantal door het Personeel gewerkte uren zelf vast te stellen overeenkomstig de opgave van de werknemer dan wel, bij gebreke van een dergelijke opgave, vast te stellen op de overeengekomen arbeidsomvang.

  • Vaststelling Het schadebedrag wordt in onderling overleg of door een door de maatschappij ingeschakelde expert vastgesteld. Deze schadevaststelling zal gelden als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade. U heeft het recht een contra-expert aan te wijzen. In dat geval zullen beide experts de schade vaststel- len. De beide experts moeten vooraf een derde expert benoemen. Als er verschil bestaat tussen de beide taxaties, zal deze derde expert het schadebedrag binnen de grenzen van de beide taxaties bindend vaststellen. Als de maatschappij medewerking ver- leent aan het voorafgaande, erkent zij daarmee niet, dat zij een verplichting tot uitkering heeft.

  • Buitengebruikstelling 21.1 Opdrachtnemer heeft het recht geleverde producten en diensten (tijdelijk) buiten gebruik te stellen en/of het gebruik ervan te beperken indien opdrachtgever ter zake van de overeenkomst een verplichting jegens opdrachtnemer niet nakomt. Opdrachtnemer zal opdrachtgever hiervan tevoren in kennis stellen, tenzij xxxxx niet van opdrachtnemer in redelijkheid kan worden verlangd. De verplichting tot betaling van de verschuldigde bedragen blijft ook tijdens buitengebruikstelling bestaan. 21.2 Tot indienststelling wordt weer overgegaan indien opdrachtgever binnen een door opdrachtnemer gestelde termijn zijn verplichtingen is nagekomen.

  • Vrijstelling Voor elk schadegeval blijft te uwen laste de mogelijke vrijstelling(en) waarvan het bedrag wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden en aangepast wordt volgens de verhouding tussen de consumptieprijsindex van kracht de maand voorafgaand aan het schadegeval en de index van januari 2001, zijnde 177,83 (basis van 100 in 1981).

  • Operationele doelstelling 1.1 - Optimaal begrotingsbeleid en transparante informatievoorziening. Een belangrijk onderdeel van het financieel beheer is het begrotingsbeleid. Het begrotingsbeleid richt zich op het bereiken van een houdbaar pad van de financiën en het op termijn (kunnen) aflossen van de schuld. Het doel van het begrotingsbeleid is om minimaal een begrotingseven- wicht te realiseren of, nog beter, tot een begrotingsoverschot te komen. De directie FBA draagt zorg voor een transparante informatievoorziening over de begrotingsvoorberei- ding, de -uitvoering en de -verantwoording. De beslissingen inzake het begrotingsbeleid en de uitvoering ervan worden op een professionele en onderbouwde manier voorbereid en ondersteund. Dit ter facilite- ring van de budgettaire besluitvorming van het College en om het College en de Raad van de VGC te informeren over de uitkomsten van deze besluitvorming via de begrotingen (ex-ante) en de jaarrekening (ex post). • Methodes en processen ontwikkelen of aanpassen om de beslissingen inzake de oriëntaties van het begrotingsbeleid te ondersteunen en de vertaling ervan in officiële documenten te verzorgen; • Methodes en gestandaardiseerde rapporteringsvormen ontwikkelen of aanpassen voor het op- volgen van de uitvoering van de begroting;

  • Premievrijstelling 4.1 Met inachtneming van het in deze voorwaarden bepaalde bedraagt de vrijstelling van premiebetaling – na afloop van de eigen risicotermijn – bij een arbeidsongeschiktheid van: 0 tot 45%: 0% van de premie; 45 tot 80%: 50% van de premie; 80 t/m 100%: 100% van de premie. 4.2 Indien de premie binnen twee jaar voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid is verhoogd, vindt alleen vrijstelling plaats voor de premie die gold voorafgaand aan de premieverhoging. 4.3 De vrijstelling wordt geheel of gedeeltelijk toegekend en zal bij toekenning tussen twee premievervaldagen door de verzekeraar pro rata worden toegepast. 4.4 In geval van beëindiging van de vrijstelling van premiebetaling is de verzekeringnemer verplicht tot het betalen van te veel vrijgestelde premies. De verzekeringnemer dient de te veel vrijgestelde premies uiterlijk dertig dagen na de beëindiging van de vrijstelling te betalen. 4.5 Een verhoging van de premie na het intreden van de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde komt niet in aanmerking voor de dekking.

  • Samenstelling 1. De commissie bestaat uit zes leden en zes plaatsvervangende leden, die voor de helft worden benoemd door de werkgeverspartij en voor de andere helft door de werknemerspartijen. De benoemingen geschieden voor onbepaalde tijd. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. 2. Bij functiewaarderingsgeschillen wordt één functiewaarderingsdeskundige aangewezen door de werkgeverspartij en één functiewaarderingsdeskundige aangewezen door de werknemerspartijen, toegevoegd aan de commissie. 3. De voorzitter en een plaatsvervanger worden aangewezen door de werknemerspartijen. Het secretariaat berust bij de werkgeverspartij; hiertoe worden voorzieningen getroffen.