Het kader Voorbeeldclausules

Het kader. Aanleiding voor een herijking van het nationaal project In het gedecentraliseerde bestuurlijk stelsel krijgen de provincies de volle verantwoordelijkheid voor de toekomst van het beoogde Werelderfgoed Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). De nationale overheid trekt zich terug als opdrachtgever. Dat stelt nieuwe en zwaardere eisen aan de interprovinciale samenwerking zoals die de afgelopen jaren is gegroeid. De Rijksoverheid speelt nog wel een rol bij het waarborgen van de monumentale status en de voorbereiding van de UNESCO nominatie. De provincies zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de verdere ontwikkeling van dit erfgoed waarbij de medewerking van andere overheden, maatschappelijke organisaties, eigenaren en ondernemers van groot belang is.
Het kader. In het lokaal overleg hebben partijen de afgelopen periode van gedachten gewisseld over de inzet van het palet aan instrumenten van het personeelsbeleid in de jaren 2015 - 2019. Het accent bij deze besprekingen lag nadrukkelijk op de doelen van het op de universiteit toegesneden personeelsbeleid zoals partijen dat voor ogen staat. In de CAO-Nederlandse Universiteiten wordt in diverse passages het belang van ontwikkeling, scholing en mobiliteit van werknemers benadrukt1 • Bij de besteding van de decentrale arbeidsvoorwaardengelden sluiten partijen aan bij die intentie in de CAO-NU. Voor een belangrijk deel worden die middelen dan ook ingezet voor ontwikkeling, scholing en mobiliteit van medewerkers; de duurzan1e inzetbaarheid van werknemers. Duurzame inzetbaarheid is dan ook het belangrijkste thema van dit akkoord. Voor de uitvoering van het beleid voor duurzame inzetbaarheid van werknemers staan ter beschikking: • de bevoegdheid van de decanen en de secretaris van de universiteit om, op de faculteit/dienst toegesneden, keuzes te maken binnen onderstaand kader voor het beleid gericht op duurzame inzetbaarheid; • de reguliere middelen van het personeelsbeleid bij de faculteiten en diensten; • de arbeidsvoorwaardengelden. En uiteraard moet over de uitvoering van het beleid op een transparante wijze verantwoording worden afgelegd (zie paragraaf 4). Voordat nader wordt ingegaan op de inzet van het instrumentarium van het personeelsbeleid (paragraaf 3), de wijze waarop hierover verantwoording wordt afgelegd (paragraaf 4) en het financiële kader hierbij (paragraaf 5) worden in paragraaf 2 de uitgangspunten geformuleerd die als leidraad dienen voor de onderhavige meerjarenafspraak.
Het kader. De verpakking van een medisch hulpmiddel moet zijn voorzien van een UDI. Deze UDI mag volgens de FDA worden ingevuld met een standaard identificatie-systeem: HIBCC, ICCBBA of GS1.10 De verwachting is dat de EU deze indeling zal volgen en ook in dit document is deze het uitgangspunt. Om in het ziekenhuis een veilig en werkbaar systeem te krijgen moet de UDI aan internationale wensen en eisen voldoen, zoals de eis dat de UDI het producttype uniek moet identificeren. Een code kan verschillende verschijningsvormen hebben: ✓ De lineaire barcode, oftewel ‘1D-code’; ✓ De DataMatrix, oftewel ‘2D-code’; Een voorbeeld van een lineaire barcode: Twee voorbeelden van een DataMatrix xxxx://xxx.xxx.xxx/XxxxxxxXxxxxxx/XxxxxxXxxxxxxxxxxxxXxxxxxxx/XxxxxxXxxxxxXxxxxxxxxxxxxx/XXXXxx uingAgencies/default.htm
Het kader. Vanuit de Europese wet- en regelgeving voor UDI die wordt opgezet, zijn er drie geaccrediteerde organisaties waarmee de UDI mag worden ingevuld: GS1, EHIBCC en ICCBBA. Zorgaanbieders hebben aangegeven dat zij vanwege veiligheid en efficiency met de afsprakenset streven naar het gebruik van een internationaal geaccepteerde standaard voor identificatie en barcodering. Voor het slagen van de invoer van eenduidige codering is het van groot belang dat er draagvlak vanuit de Raad van Bestuur is. Die moet voldoende middelen beschikbaar stellen voor de invoering. De volgende aspecten zijn voor zorgaanbieders van belang bij eenduidige codering. • Het object: product, locatie of persoon • De informatiedrager: 1D, 2D, NFC • De unieke identificatie code: UDI • Het gegevensverwerkende systeem: EPD, ERP • De hardware: apparaat, scanner, smartphone • Verbinding met centrale artikeldatabase • De communicatie: draadloos, 3G, wifi Om in de zorginstelling een veilig en werkbaar systeem te krijgen moet de codering en UDI aan internationale wensen en eisen voldoen. Onder code verstaan we verschillende verschijningsvormen: ✓ de lineaire barcode ofwel ‘1D-code’; ✓ de DataMatrix ofwel ‘2D-code’11; Naast een geslaagde invoering van de codering, is het van belang dat het ziekenhuis aansluiting heeft op de centrale artikeldatabase ‘Data Source Light’. Het unieke productnummer is immers alleen een nummer en zegt bijvoorbeeld niets over de productnaam. De leverancier vult de artikeldatabase met de juiste gegevens over het hulpmiddel. Het ziekenhuis gebruikt deze basis-productgegevens om het hulpmiddel in de ICT-systemen met onder andere de juiste naam, leveranciersnaam en verpakking te registreren. Voor de gegevensset, zie paragraaf 5.4. Voor de registratie van een medisch hulpmiddel in het landelijk implantatenregister en de kwaliteitsregistraties kan ook weer het productnummer (DI) als referentie worden gebruikt. Zo is voor alle partijen duidelijk om welk middel het gaat.
Het kader. De verpakking van een medisch hulpmiddel moet zijn voorzien van een UDI. Deze UDI mag volgens de EU MDR worden ingevuld met een standaard identificatie- systeem: HIBCC, ICCBBA of GS115. De EU MDR verordening vormt het uitgangspunt in dit document. Om in het ziekenhuis een veilig en werkbaar systeem te krijgen moet de UDI aan internationale wensen en eisen voldoen, zoals de eis dat de UDI het producttype uniek moet identificeren. Een code kan verschillende verschijningsvormen hebben: • De lineaire barcode, oftewel ‘1D-code’ • De DataMatrix, ook wel ‘2D-code genoemd’ Een voorbeeld van een lineaire barcode: Twee voorbeelden van een DataMatrix: 00xxx.xxx.xxx/XxxxxxxXxxxxxx/XxxxxxXxxxxxxxxxxxxXxxxxxxx/XxxxxxXxxxxxXxxxxxxxxxxxxx/XXXXxxxxxxXxxxxxxx/xxxxxxx.x tm
Het kader. Vanuit de Europese MDR verordening voor UDI, zijn er drie geaccrediteerde organisaties waarmee de UDI mag worden ingevuld: GS1, EHIBCC en ICCBBA. Zorgaanbieders hebben aangegeven dat zij vanwege veiligheid en efficiency met de afsprakenset streven naar het gebruik van een internationaal geaccepteerde standaard voor identificatie en barcodering. Voor het slagen van de invoer van eenduidige codering is het van groot belang dat er draagvlak vanuit de Raad van Bestuur is. Die moet voldoende middelen beschikbaar stellen voor de invoering. De volgende aspecten zijn van belang bij eenduidige codering. • Het object: product, locatie of persoon • De informatiedrager: 1D, 2D, NFC • De unieke identificatiecode: UDI • Het gegevensverwerkende systeem: EPD, ERP • De hardware: apparaat, scanner, smartphone • Verbinding met centrale artikeldatabase • De communicatie: draadloos, 3G, wifi Om in het ziekenhuis een veilig en werkbaar systeem te krijgen moet de codering en UDI aan internationale wensen en eisen voldoen. Onder code verstaan we verschillende verschijningsvormen: • De lineaire barcode ofwel ‘1D-code’ • De DataMatrix ofwel ‘2D-code’16

Related to Het kader

  • Levensloopregeling De werknemer overlegt met zijn leidinggevende voordat hij het gespaarde verlof uit de levensloopregeling opneemt. De werkgever kan zich verzetten tegen het moment van het opnemen op grond van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Uitzondering hierop vormt ouderschapsverlof, zoals opgenomen in de Wet Arbeid en Zorg. De werkgever geeft de werknemer schriftelijk uitsluitsel binnen één maand, nadat hij het verzoek van de werknemer heeft ontvangen.

  • Onregelmatigheidstoeslag Verwijzend naar artikel 39 lid 1, waarin wordt verwezen naar de matrixen toeslagen onregelmatige uren bij de verbijzonderende delen, is voor werknemers vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van deze cao die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4a van toepassing. Op werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, kan de matrix onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4b worden toegepast. Voor werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst, geldt in afwijking van bijlage B4b, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur, een 0-tarief, een en ander zoals verwerkt in bijlage B4c.

  • De medeveiler aan wie het goed wordt toegewezen, heeft dezelfde verplichtingen als elke andere koper Hij is gehouden de gehele koopprijs te betalen zonder dat hij schuldvergelijking kan inroepen. Commandverklaring door de medeveiler is niet toegelaten.

  • Vervroegde aflossing 8.1. Tijdens de looptijd van de Overeenkomst Lening mag de Geldnemer niet gedeeltelijk vervroegd aflossen. De Geldnemer mag de Overeenkomst Lening tijdens de looptijd alleen in één keer in zijn geheel vervroegd aflossen met bijbetaling van een bedrag gelijk aan 12 maal de maandrente over het op dat moment nog niet afgeloste deel van de Lening. Daarvan komt de Investeerders 10 maanden rente en Xxxxxxxxxxxxxx.xx 2 maanden rente toe. 8.2. Indien de resterende looptijd van de Lening minder dan 10 maanden bedraagt, is de Geldnemer bij vervroegde gehele aflossing van de Lening een bijbetaling verschuldigd aan de Investeerders die gelijk is aan het aantal resterende maanden van de looptijd van de Lening maal de maandrente over het op dat moment nog niet afgeloste deel van de lening. Bij de berekening van dit bedrag wordt het aantal resterende maanden van de Lening naar beneden afgerond (als voorbeeld: een resterende looptijd van 4 maanden en 15 dagen, geldt bij de berekening van het verschuldigde bedrag als een looptijd van 4 maanden). Xxxxxxxxx is daarnaast aanvullend altijd een bijbetaling van 2 maal de maandrente verschuldigd aan Xxxxxxxxxxxxxx.xx. 8.3. In geval van overlijden van de Geldnemer [(in dit geval niet zijnde een Medegeldnemer), zijnde een natuurlijk persoon,] mogen de erven de Lening (inclusief de hoofdsom en de opgebouwde rente tot het moment van overlijden) ineens geheel aflossen. Gedeeltelijke aflossing is niet toegestaan. 8.4. Xxxxxxxxxxxxxx.xx brengt voor vervroegde aflossing administratiekosten in rekening bij de Geldnemer. Het tarief van de administratiekosten staat vermeld op het Tarievenblad Geldnemer.

  • Waarvoor gebruiken wij uw gegevens? Om u producten en diensten te leveren. • Om producten en diensten te verbeteren. • Om risico’s in te schatten. • Om onderzoek te doen naar uw kenmerken en voorkeuren. - Zoals wetenschappelijk onderzoek of marktonderzoek. - Bijvoorbeeld op u op het juiste moment een persoonlijk aanbod te kunnen doen. • Om te zorgen dat de financiële sector veilig en betrouwbaar blijft. • Om fraude tegen te gaan. - Ook gegevens over u die wij op internet vinden. • Om ons aan de wet te houden. • Om bij te houden hoe en wanneer wij contact met u hebben. Bijvoorbeeld: - Om de communicatie te verbeteren. - Om de medewerkers te coachen en te trainen. - Om te achterhalen wat wij met u afgesproken hebben.

  • Braak Verbreking van afsluitingen, met zichtbare beschadiging als gevolg daarvan, met het oogmerk zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.

  • Gebruiksdoel De elektronische binnenrolstoel is bedoeld voor gebruikers die zich hoofdzakelijk met deze rolstoel binnenshuis verplaatsen en die zich niet kunnen verplaatsen met een manuele rolstoel. Het gebruik van de elektronische binnen rolstoel moet de gebruiker, ongeacht zijn beperking in activiteiten, ondersteunen om zo zelfstandig en actief mogelijk te zijn op vlak van o.a. zelfzorg, huishouden en de participatie aan het sociaal leven te ondersteunen. Een langdurig en definitief dagelijks gebruik is noodzakelijk.

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht. 2. De klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht.

  • NIET NODELOOS HERTESTEN Nam je na 1 december 2014 al deel aan een selectieprocedure bij de diensten van de Vlaamse overheid en werd je toen positief beoordeeld op gelijkaardige competenties, dan kan dit aanleiding geven tot toepassing van het principe ‘niet nodeloos hertesten’ in deze procedure. Dat betekent dat eerdere testresultaten hergebruikt kunnen worden. Het is echter de selector die in overleg met de lijnmanager daarover beslist. Voeg bij je sollicitatie de stavende documenten toe, d.w.z. een rapport van de eerder afgelegde testen.

  • Gebruik van het voertuig 1. De verhuurder verhuurt uitsluitend oude voertuigen, zogeheten ‘young-/oldtimers’, voor recreatief, ludiek of promotioneel gebruik. De voertuigen van verhuurder worden goed onderhouden en verkeren – zeker gezien de leeftijd – in prima staat. De voertuigen voldoen aan de geldende technische eisen, maar wijken qua comfort en rij eigenschappen af van hetgeen gangbaar is bij moderne voertuigen en het verkeer in de huidige tijd. Huurder dient hiermee bij het huren van een voertuig rekening te houden. 2. Huurder is verplicht zich voor vertrek met het voertuig te legitimeren. 3. Xxxxxxx doet op verzoek van de verhuurder bij vertrek opgave van de reisbestemming. 4. Huurder realiseert zich dat het voertuig wat betreft snelheid en eigenschappen minder geschikt is voor gebruik op de autosnelweg. Partijen staat een recreatief gebruik voor ogen en huurder is gehouden om waar mogelijk gebruik te maken van de secundaire wegen. 5. Huurder dient op zorgvuldige wijze met het voertuig om te gaan. 6. Huurder is verplicht erop toe te zien dat de verplichtingen en verboden van deze algemene voorwaarden door bestuurder, passagiers en andere bestuurders of gebruikers van het voertuig worden nageleefd. Huurder is aansprakelijk voor alle gevolgen van gedragingen en nalaten van gebruikers en passagiers van het voertuig, ook indien deze niet de instemming van huurder hadden. 7. Huurder is ervoor verantwoordelijk dat alle bestuurders beschikken over de bevoegdheid en de gesteldheid die voor het besturen van het voertuig is vereist. 8. Personen dienen ten minste een jaar in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs om het voertuig te mogen besturen, en leeftijd van 21 jaar te hebben bereikt voor de aanvang van de huurperiode, tenzij uitdrukkelijk schriftelijk anders overeengekomen. 9. Het is de huurder niet toegestaan meer mensen in, op of met het voertuig te vervoeren dan waarvoor de verhuurder toestemming heeft gegeven, daarbij zal de huurder in geen geval het maximaal aantal volgens het kentekenbewijs toegestane aantal personen overschrijden. 10. Huurder dient ingeval van meerijdende kinderen te zorgen voor een degelijk kinderzitje. Een kind neemt in elk geval wél één beschikbare plaats in het voertuig in. 11. De verhuurder geeft voor vertrek een instructie aan de eerste bestuurder en meerijdende inzittenden. 12. De verhuurder is op geen enkele wijze aansprakelijk voor schade, verlies of diefstal van eigendommen van de huurder die samenhangen met het gebruik van het voertuig tijdens de huurperiode. Dit geldt tevens voor eigendommen die door huurder in een afgesloten (gedeelte van het) voertuig worden bewaard. 13. Het is de huurder alsmede eventuele andere bestuurders, gebruikers een passagiers ten strengste verboden in het voertuig te roken. 14. Alleen wanneer de huurder daartoe de geldende toeslag heeft betaald, is het toegestaan huisdieren in het voertuig te vervoeren. De huurder dient alle redelijke en logische voorzorgsmaatregelen te nemen om eventuele beschadiging aan het voertuig door huisdieren te voorkomen. 15. Huurder dient (bij meerdaags verhuur) alle vloeistoffen en de bandenspanning op het vereiste niveau te (laten) houden en controleert met regelmaat het oliepeil. 16. Huurder dient voor het voertuig geschikte brandstof te tanken. 17. De verhuurder behoudt te allen tijde het recht om in geval van strijd met voorgaande bepalingen, het voertuig in te vorderen en/ of een of meer bestuurders verder gebruik te ontzeggen. 18. Het is huurders niet anders dan met toestemming van de verhuurder toegestaan het voertuig door te verhuren aan derden.