Kortdurend verlof. 1. De werknemer heeft recht op verlof met behoud van bezoldiging voor een korte, naar billijkheid te berekenen tijd, wanneer hij zijn arbeid niet kan verrichten wegens zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden, tenzij anders is bepaald.
Kortdurend verlof. Tot maximaal twee aaneengesloten weken is sprake van kortdurend verlof.