LEGES EN REGISTRaTIERECHTEN Voorbeeldclausules

LEGES EN REGISTRaTIERECHTEN. Gewogen gemiddelde kosten van kapitaal (WaCC)
LEGES EN REGISTRaTIERECHTEN. Een economisch voordeel kan verleend worden door het ver­ lagen van de belastingen voor ondernemingen op verschillende manieren, zoals een verlaging van de belastinggrondslag, een volledige of gedeeltelijke vermindering van het te betalen belas­ tingbedrag, uitstel, annulering of zelfs een speciale herschikking van een belastingschuld (186). De overdracht van onroerend goed van de Productieafdeling naar Mesta aS werd geregistreerd als een „naamsverandering”, hetgeen betekent dat Mesta aS profi­ teert van de bescherming die de opneming in het onroerend- goedregister biedt, terwijl hij vrijgesteld is van het betalen van leges en registratierechten, die normaliter verschuldigd zijn bij de overdracht van een eigendomstitel. De autoriteit is daarom van mening dat Mesta aS een economisch voordeel ontvangen heeft dat de onderneming bij de normale bedrijfsuitoefening niet zou hebben verkregen. De autoriteit wijst erop dat het De autoriteit herinnert er ook aan dat de Noorse autoriteiten hebben verklaard dat in het geval van de proefcontracten extra werkzaamheden achteraf nodig waren. Deze bijkomende werken waren in de prijs van de overgangscontracten verdisconteerd en verhoogden derhalve de prijs van de overgangscontracten. Vol­ feit dat de Noorse autoriteiten, bij gebrek aan een vrijstelling, hun oorspronkelijke inbreng in contanten verhoogd zouden hebben (ten belope van het bedrag van de heffing) geen wijzi­ ging brengt in de beoordeling van de vraag of de vrijstelling al dan niet een economisch voordeel oplevert voor Mesta aS. Dit standpunt is ook in overeenstemming met het besluit van de autoriteit in de Entra-zaak van 14 december 2005 (187). gens de autoriteit omvatten de werken die openbaar waren
LEGES EN REGISTRaTIERECHTEN. Een derving van belastinginkomsten is gelijk aan het verbruik van overheidsmiddelen in de vorm van begrotingsuitgaven. Der­ gelijke overheidsondersteuning kan even goed verleend worden door middel van belastingvoorschriften van wetgevende aard als door de praktijken van de fiscale autoriteiten. Dankzij de vrij­ stelling van leges en registratierechten heeft Mesta aS de bedra­ gen behouden die de onderneming anders verschuldigd zou zijn aan de Noorse autoriteiten. aangezien de overheid zodoende inkomsten derft, behelst de vrijstelling een overdracht van staatsmiddelen. Dit is in overeenstemming met het besluit van de autoriteit in de Entra-zaak van 14 december 2005 (190). gepubliceerd, bevestigen dat ten tijde van de oprichting van Mesta aS (op 1 januari 2003) de administratieve praktijk van het „continuïteitsbeginsel”, waarbij vrijstelling werd verleend van leges en registratierechten, alleen gold voor fusies. De autoriteit wijst erop dat de eerste circulaire bepaalde dat de toepassing van het continuïteitsbeginsel beperkt was tot de overdracht van ei­ gendom in het kader van fusies van vennootschappen met be­ perkte aansprakelijkheid en dit tot eind juni 2005. De tweede circulaire breidde deze praktijk uit tot splitsingen en omzettin­ gen met ingang van 1 juli 2005; dit betekent dat dergelijke transacties vóór die datum niet waren vrijgesteld. aangezien de oprichting van Mesta aS plaatsvond op 1 januari 2003 en de transactie tot oprichting van Mesta aS niet als een fusie beschouwd kan worden, zijn de vrijstellingen die door beide circulaires zijn ingevoerd in het geval van Mesta aS niet van toepassing. Derhalve is de vrijstelling van Mesta aS van de betaling van leges en registratierechten selectief en wordt deze niet gerecht­ vaardigd door de aard en de opzet van het systeem. Dit strookt met de conclusies in de Entra-zaak van 14 december 2005 (191).
LEGES EN REGISTRaTIERECHTEN. Wat betreft de aanwezigheid van staatssteun in de vorm van een vrijstelling van de betaling van leges en registratierechten ten gunste van Mesta aS, hebben de Noorse autoriteiten niet be­ toogd dat deze steun verenigbaar is met de werking van de EER- overeenkomst. Niettemin heeft de autoriteit de mogelijkheden onderzocht om de steun als verenigbaar te beschouwen. Ten eerste wijst de autoriteit erop dat geen enkele van de uitzon­ deringen van artikel 61, lid 2, EER van toepassing is aangezien de steun in kwestie is niet gericht is op de doelstellingen die in deze bepalingen worden vermeld: de vrijstelling van leges en registratierechten is geen steun van sociale aard aan individuele consumenten, noch is het steun tot herstel van de schade ver­ oorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurte­ nissen. Ten tweede kan een steunmaatregel als verenigbaar wor­ den beschouwd met artikel 61, lid 3, onder a), EER wanneer deze is bedoeld voor de economische ontwikkeling van streken waarin de levensstandaard abnormaal laag is of waar een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst. Omdat dergelijke streken vangen heeft. De autoriteit is derhalve van mening dat dit echter niet voorkomen in de Noorse regionale-steunkaart,