Loondoorbetaling tijdens arbeidsongeschiktheid. A. De werknemer die wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid, zwangerschap of bevalling, geheel of gedeeltelijk verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, heeft voor de duur hiervan, zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt, recht op loondoorbetaling van het (gemiddelde) loon van: 1. 100% gedurende een tijdvak van 52 weken, 2. 70% gedurende de daaropvolgende 52 weken. Als de werknemer in het tweede jaar van de arbeidsongeschiktheid zijn pensioenopbouw op vrijwillige basis geheel of gedeeltelijk voortzet, betaalt de werkgever het bijbehorende werkgeversdeel van de pensioenpremie. 1. Zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt heeft deze werknemer tijdens de 53e tot en met de 104de week recht op loondoorbetaling van 85% van het (gemiddelde) loon gedurende de periode waarin hij een van de volgende activiteiten verricht: • het uitvoeren van op re-integratie gerichte werkzaamheden zoals opgenomen in een re-integratieplan; • het volgen van scholing/training gericht op werkhervatting; • het aanvaarden van een (tijdelijk) lager gesalarieerde functie (al dan niet bij de eigen werkgever), tenzij het salaris behorend bij deze functie hoger is dan de in dit lid bedoelde loondoorbetaling tijdens de dertiende tot en met de vierentwintigste maand. 2. Indien de werknemer in het kader van zijn re-integratie meer dan 85% van zijn gemiddelde arbeidsduur werkt, ontvangt hij het percentage van het (gemiddelde) loon dat gelijk is aan het percentage dat de werknemer dan werkt. C. Onder het (gemiddelde) loon als bedoeld in dit artikel wordt verstaan het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon zoals bedoeld in artikel 7:629 lid 1 BW. Dit gemiddelde loon wordt afgeleid van de som van: 1. Het salaris zoals dit is gedefinieerd in artikel 0.1 f.2 dat de werknemer geniet op het moment dat de arbeidsongeschiktheid ontstaat. 2. De overige uitbetaalde structurele looncomponenten. De hoogte van deze structurele looncomponenten wordt op maandbasis gemeten over een periode van drie maanden voorafgaand aan de maand waarin de verhindering is ingetreden. Indien sprake is van wisselende inkomsten worden de structurele looncomponenten gemeten over een periode van twaalf maanden voorafgaand aan de maand waarin de verhindering is opgetreden. D. De hoogte van het (gemiddelde) loon wordt vastgesteld op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid. Bijstelling van het in C bedoelde brutoloon zal plaatsvinden als het salaris door toepassing van artikel 6.5 verandert of door aanpassing van het salaris aan de algemene loonontwikkeling van de cao. E. Voor de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt gelden de wettelijke regels met betrekking tot de loondoorbetaling tijdens ziekte. F. De werknemer die in het kader van de WIA, eerder dan na de gebruikelijke wachttijd een uitkering volgens de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA regeling) ontvangt, ontvangt van de werkgever een aanvulling op deze uitkering. Deze uitkering (inclusief het eventuele arbeidsongeschiktheidspensioen) wordt tijdens de eerste tot en met de twaalfde maand van zijn ongeschiktheid aangevuld tot 100% van het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon en tijdens de dertiende tot en met de achttiende maand van zijn ongeschiktheid tot 85% van het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon. Uitkering plus aanvulling worden in verband van deze cao tevens aangemerkt als loondoorbetaling. Deze aanvulling op de IVA-regeling duurt uiterlijk 18 maanden gerekend vanaf de eerste ziektedag. Als het dienstverband eindigt, eindigt ook de aanvulling. G. Bij de toepassing van de leden A, B en F worden perioden waarin de werknemer verhinderd is werkzaamheden te verrichten samengeteld, indien die perioden elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen (zie artikel 7:629 BW). H. Wanneer de werknemer gedurende de in de leden A, B en F genoemde perioden recht heeft op een wettelijke uitkering en deze uitkering de in de leden C, D en E genoemde loondoorbetaling en/of aanvulling overstijgt, ontvangt de werknemer deze uitkering. Deze uitkering is in het kader van deze cao gelijkgesteld aan de bepalingen over loondoorbetaling. I. De in A genoemde tijdvakken worden verlengd met de periode waarin de vrouwelijke werknemer zwangerschaps- of bevallingsverlof geniet. Als de vrouwelijke werknemer een uitkering overeenkomstig artikel 3:7 van de Wet arbeid en zorg ontvangt, betaalt de werkgever, indien deze uitkering lager is dan het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon, een aanvulling tot aan het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon.
Appears in 9 contracts
Samples: Cao Sociaal Werk, Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Cao Sociaal Werk, Cao Sociaal Werk
Loondoorbetaling tijdens arbeidsongeschiktheid. A. De 1. Voor de werknemer die wegens ziektearbeidsongeschikt is geworden, arbeidsongeschiktheid, zwangerschap of bevalling, geheel of gedeeltelijk verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, heeft voor de duur hiervan, zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt, recht op loondoorbetaling van het (gemiddelde) loon van:
1. 100% gedurende een tijdvak van 52 weken,
2. 70% geldt gedurende de daaropvolgende 52 eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid (104 weken. Als ) een aanvulling op de werknemer in het tweede wettelijke loondoorbetalingverplichting conform onderstaande staffel: • Eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid zijn pensioenopbouw op vrijwillige basis geheel of gedeeltelijk voortzet, betaalt de werkgever het bijbehorende werkgeversdeel van de pensioenpremie.
1. Zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt heeft deze werknemer tijdens de 53e (week 1 tot en met de 104de week recht op loondoorbetaling van 8552):100% van het laatstverdiende loon. • Tweede jaar (gemiddelde) loon gedurende de periode waarin hij een van de volgende activiteiten verricht: • het uitvoeren van op re-integratie gerichte werkzaamheden zoals opgenomen in een re-integratieplan; • het volgen van scholing/training gericht op werkhervatting; • het aanvaarden van een (tijdelijk) lager gesalarieerde functie (al dan niet bij de eigen werkgever), tenzij het salaris behorend bij deze functie hoger is dan de in dit lid bedoelde loondoorbetaling tijdens de dertiende week 53 tot en met de vierentwintigste maand104): 70% van het laatstverdiende loon.
2. Indien het UWV aan werkgever een sanctie van verlengde loondoorbetalingverplichting oplegt, ontvangt werknemer gedurende die periode 70% van het laatstverdiende loon.
3. Indien wordt vastgesteld dat de werknemer niet kan terugkeren in het kader van zijn oorspronkelijke functie, zullen werkgever en werknemer zo spoedig mogelijk starten met re-integratie meer dan 85% van zijn gemiddelde arbeidsduur werktnaar een andere functie, ontvangt hij het percentage van het (gemiddelde) loon dat gelijk is aan het percentage dat binnen of buiten de werknemer dan werktorganisatie.
C. Onder het (gemiddelde) loon als bedoeld in dit artikel wordt verstaan het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon zoals bedoeld in artikel 7:629 lid 1 BW4. Dit gemiddelde loon wordt afgeleid van de som van:
1. Het salaris zoals dit is gedefinieerd in artikel 0.1 f.2 dat de werknemer geniet op het moment dat de arbeidsongeschiktheid ontstaat.
2. De overige uitbetaalde structurele looncomponenten. De hoogte van deze structurele looncomponenten wordt op maandbasis gemeten over Indien binnen een periode van drie maanden voorafgaand aan twee jaar na aanvang van de maand waarin de verhindering is ingetreden. Indien arbeidsongeschiktheid sprake is van wisselende inkomsten worden de structurele looncomponenten gemeten over een periode van twaalf maanden voorafgaand aan de maand waarin de verhindering is opgetreden.
D. De hoogte van het (gemiddelde) loon wordt vastgesteld op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid. Bijstelling van het in C bedoelde brutoloon zal plaatsvinden als het salaris door toepassing van artikel 6.5 verandert of door aanpassing van het salaris aan de algemene loonontwikkeling van de cao.
E. Voor succesvolle re-integratie ontvangt de werknemer die met terugwerkende kracht een bonus in de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt gelden de wettelijke regels met betrekking tot de loondoorbetaling tijdens ziekte.
F. De werknemer die in het kader vorm van de WIA, eerder dan na de gebruikelijke wachttijd een uitkering volgens de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA regeling) ontvangt, ontvangt van de werkgever een aanvulling op deze uitkering. Deze uitkering (inclusief het eventuele arbeidsongeschiktheidspensioen) wordt tijdens de eerste tot en met de twaalfde maand van zijn ongeschiktheid aangevuld loondoorbetalingverplichting tot 100% van het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon en tijdens de dertiende tot en met de achttiende maand van zijn ongeschiktheid tot 85% van het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon. Uitkering plus aanvulling worden in verband van deze cao tevens aangemerkt als loondoorbetalinglaatstverdiende loon. Deze aanvulling op vindt plaats over de IVA-regeling duurt uiterlijk 18 maanden gerekend vanaf dat de eerste ziektedagarbeidsongeschiktheid langer dan 52 weken heeft geduurd tot een maximum van 104 weken. Als Deze aanvulling vindt plaats over het dienstverband eindigt, eindigt ook de aanvullinggehele inkomen.
G. 5. Er is sprake van een succesvolle re-integratie indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: • Na twee maanden is gebleken dat de werknemer in de nieuwe functie kan (blijven) functione- ren. • Het betreft re-integratie in elke passende functie. • Bij de toepassing een gedeeltelijke hervatting van de leden A, B en F worden perioden waarin werkzaamheden met een minimum van 50% van de overeengekomen arbeidsduur.
6. Indien de werknemer verhinderd is werkzaamheden te verrichten samengeteld, indien die perioden elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen (zie artikel 7:629 BW)opnieuw arbeidsonge- schikt wordt, wordt deze arbeidsongeschiktheid gerekend als een voortzetting van de eerdere periode van arbeidsongeschiktheid en vindt de loondoorbetaling zoals genoemd in lid 1 met inachtneming daarvan plaats.
H. Wanneer 7. Aanpassing van het laatst genoten salaris vindt plaats indien het brutosalaris wijziging ondergaat door: • Toepassing van de voor de werknemer gedurende geldende salarisregeling (indien hij niet arbeidsonge- schikt zou zijn). • Aanpassing van het brutosalaris ten gevolge van CAO-afspraken.
8. Indien een uitkering ingevolge een van de sociale verzekeringswetten geheel of gedeeltelijk door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) wordt geweigerd, wordt de in lid 1 bedoelde aanvulling naar evenredigheid verminderd.
9. De werknemer die in verband met zijn arbeidsongeschiktheid tegenover derden een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving kan instellen, dient dit vorderingsrecht op verzoek aan de leden A, B en F genoemde perioden recht werkgever over te dragen. De werkgever heeft op grond van artikel 6:107a BW een wettelijke uitkering en deze uitkering zelfstandig verhaalsrecht op de in derden die aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de leden C, D en E genoemde loondoorbetaling en/of aanvulling overstijgt, ontvangt arbeidsongeschikt- heid van een werknemer.
10. Blijft de werknemer deze uitkeringin dienst bij de werkgever na 104 weken arbeidsongeschiktheid? En werkt de werknemer binnen of via de organisatie in een lager gehonoreerde functie dan zijn oorspronkelijke functie? Dan voorziet de werkgever na het verstrijken van die termijn van 104 weken in een tijdelijke aanvulling op het verschil in uurloon tussen het oorspronkelijke maandsalaris en het nieuwe maandsalaris, volgens de staffel: • Eerste halfjaar (week 1 tot en met 26): aanvulling van 100% van het verschil. Deze uitkering is in • Tweede halfjaar (week 27 tot en met 52): aanvulling van 75% van het kader verschil. • Derde halfjaar (week 53 tot en met 78): aanvulling van deze cao gelijkgesteld aan 50% van het verschil. • Vierde halfjaar (week 79 tot en met 104): aanvulling van 25% van het verschil. De aanvulling wordt uitbetaald bij de bepalingen over loondoorbetalingmaandelijkse betaling van het salaris.
I. De in A genoemde tijdvakken worden verlengd met de periode waarin de vrouwelijke werknemer zwangerschaps- of bevallingsverlof geniet. Als de vrouwelijke werknemer een uitkering overeenkomstig artikel 3:7 van de Wet arbeid en zorg ontvangt, betaalt de werkgever, indien deze uitkering lager is dan het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon, een aanvulling tot aan het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon.
Appears in 1 contract
Loondoorbetaling tijdens arbeidsongeschiktheid. A. De 1. Voor de werknemer die wegens ziektena 1 december 2004 arbeidsongeschikt is geworden, arbeidsongeschiktheid, zwangerschap of bevalling, geheel of gedeeltelijk verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, heeft voor de duur hiervan, zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt, recht op loondoorbetaling van het (gemiddelde) loon van:
1. 100% gedurende een tijdvak van 52 weken,
2. 70% geldt gedurende de daaropvolgende 52 eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid (104 weken. Als ) een aanvulling op de werknemer in het tweede wettelijke loondoorbetalingverplichting conform onderstaande staffel: • Eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid zijn pensioenopbouw op vrijwillige basis geheel of gedeeltelijk voortzet, betaalt de werkgever het bijbehorende werkgeversdeel van de pensioenpremie.
1. Zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt heeft deze werknemer tijdens de 53e (week 1 tot en met de 104de week recht op loondoorbetaling van 8552):100% van het laatstverdiende loon. • Tweede jaar (gemiddelde) loon gedurende de periode waarin hij een van de volgende activiteiten verricht: • het uitvoeren van op re-integratie gerichte werkzaamheden zoals opgenomen in een re-integratieplan; • het volgen van scholing/training gericht op werkhervatting; • het aanvaarden van een (tijdelijk) lager gesalarieerde functie (al dan niet bij de eigen werkgever), tenzij het salaris behorend bij deze functie hoger is dan de in dit lid bedoelde loondoorbetaling tijdens de dertiende week 53 tot en met de vierentwintigste maand104): 70% van het laatstverdiende loon.
2. Indien het UWV aan werkgever een sanctie van verlengde loondoorbetalingverplichting oplegt, ontvangt werknemer gedurende die periode 70% van het laatstverdiende loon.
3. Indien wordt vastgesteld dat de werknemer niet kan terugkeren in het kader van zijn oorspronkelijke functie, zullen werkgever en werknemer zo spoedig mogelijk starten met re-integratie meer dan 85% van zijn gemiddelde arbeidsduur werktnaar een andere functie, ontvangt hij het percentage van het (gemiddelde) loon dat gelijk is aan het percentage dat binnen of buiten de werknemer dan werktorganisatie.
C. Onder het (gemiddelde) loon als bedoeld in dit artikel wordt verstaan het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon zoals bedoeld in artikel 7:629 lid 1 BW4. Dit gemiddelde loon wordt afgeleid van de som van:
1. Het salaris zoals dit is gedefinieerd in artikel 0.1 f.2 dat de werknemer geniet op het moment dat de arbeidsongeschiktheid ontstaat.
2. De overige uitbetaalde structurele looncomponenten. De hoogte van deze structurele looncomponenten wordt op maandbasis gemeten over Indien binnen een periode van drie maanden voorafgaand aan twee jaar na aanvang van de maand waarin de verhindering is ingetreden. Indien arbeidsongeschiktheid sprake is van wisselende inkomsten worden de structurele looncomponenten gemeten over een periode van twaalf maanden voorafgaand aan de maand waarin de verhindering is opgetreden.
D. De hoogte van het (gemiddelde) loon wordt vastgesteld op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid. Bijstelling van het in C bedoelde brutoloon zal plaatsvinden als het salaris door toepassing van artikel 6.5 verandert of door aanpassing van het salaris aan de algemene loonontwikkeling van de cao.
E. Voor succesvolle re-integratie ontvangt de werknemer die met terugwerkende kracht een bonus in de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt gelden de wettelijke regels met betrekking tot de loondoorbetaling tijdens ziekte.
F. De werknemer die in het kader vorm van de WIA, eerder dan na de gebruikelijke wachttijd een uitkering volgens de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA regeling) ontvangt, ontvangt van de werkgever een aanvulling op deze uitkering. Deze uitkering (inclusief het eventuele arbeidsongeschiktheidspensioen) wordt tijdens de eerste tot en met de twaalfde maand van zijn ongeschiktheid aangevuld loondoorbetalingverplichting tot 100% van het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon en tijdens de dertiende tot en met de achttiende maand van zijn ongeschiktheid tot 85% van het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon. Uitkering plus aanvulling worden in verband van deze cao tevens aangemerkt als loondoorbetalinglaatstverdiende loon. Deze aanvulling op vindt plaats over de IVA-regeling duurt uiterlijk 18 maanden gerekend vanaf dat de eerste ziektedagarbeidsongeschiktheid langer dan 52 weken heeft geduurd tot een maximum van 104 weken. Als Deze aanvulling vindt plaats over het dienstverband eindigt, eindigt ook de aanvullinggehele inkomen.
G. 5. Er is sprake van een succesvolle re-integratie indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: • Na twee maanden is gebleken dat de werknemer in de nieuwe functie kan (blijven) functione- ren. • Het betreft re-integratie in elke passende functie. • Bij de toepassing een gedeeltelijke hervatting van de leden A, B en F worden perioden waarin werkzaamheden met een minimum van 50% van de overeengekomen arbeidsduur.
6. Indien de werknemer verhinderd is werkzaamheden te verrichten samengeteld, indien die perioden elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen (zie artikel 7:629 BW)een maand opnieuw arbeidsonge- schikt wordt, wordt deze arbeidsongeschiktheid gerekend als een voortzetting van de eerdere periode van arbeidsongeschiktheid en vindt de loondoorbetaling zoals genoemd in lid 1 met inachtneming daarvan plaats.
H. Wanneer 7. Aanpassing van het laatst genoten salaris vindt plaats indien het brutosalaris wijziging ondergaat door: • Toepassing van de voor de werknemer gedurende geldende salarisregeling (indien hij niet arbeidsonge- schikt zou zijn). • Aanpassing van het brutosalaris ten gevolge van CAO-afspraken.
8. Indien een uitkering ingevolge een van de sociale verzekeringswetten geheel of gedeeltelijk door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) wordt geweigerd, wordt de in lid 1 bedoelde aanvulling naar evenredigheid verminderd.
9. De werknemer die in verband met zijn arbeidsongeschiktheid tegenover derden een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving kan instellen, dient dit vorderingsrecht op verzoek aan de leden A, B en F genoemde perioden recht werkgever over te dragen. De werkgever heeft op grond van artikel 6:107a BW een wettelijke uitkering en deze uitkering zelfstandig verhaalsrecht op de in derden die aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de leden C, D en E genoemde loondoorbetaling en/of aanvulling overstijgt, ontvangt arbeidsongeschikt- heid van een werknemer.
10. Indien de werknemer deze uitkeringbinnen of buiten de organisatie re-integreert in een lager gehonoreerde functie dan zijn oorspronkelijke functie, voorziet de werkgever na het verstrijken van een termijn van 104 weken in een tijdelijke aanvulling op het verschil tussen het oorspronkelijke maandsalaris en het nieuwe maandsalaris, volgens de staffel: • Eerste halfjaar (week 1 tot en met 26): aanvulling van 100% van het verschil. Deze uitkering is in • Tweede halfjaar (week 27 tot en met 52): aanvulling van 75% van het kader verschil. • Derde halfjaar (week 53 tot en met 78): aanvulling van deze cao gelijkgesteld aan 50% van het verschil. • Vierde halfjaar (week 79 tot en met 104): aanvulling van 25% van het verschil. De aanvulling wordt uitbetaald bij de bepalingen over loondoorbetalingmaandelijkse betaling van het salaris.
I. De in A genoemde tijdvakken worden verlengd met de periode waarin de vrouwelijke werknemer zwangerschaps- of bevallingsverlof geniet. Als de vrouwelijke werknemer een uitkering overeenkomstig artikel 3:7 van de Wet arbeid en zorg ontvangt, betaalt de werkgever, indien deze uitkering lager is dan het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon, een aanvulling tot aan het naar tijdruimte vastgestelde brutoloon.
Appears in 1 contract