Nieuwe situatie Voorbeeldclausules

Nieuwe situatie. CO₂-netwerk voor de Kwakel In 2014 is de ‘Green Deal CO₂ voorziening glastuinbouw in Noord-Holland’ door veertien partijen ondertekend. De externe toevoer van CO₂ is een belangrijke randvoorwaarde voor energieverduurzaming in de glastuinbouwsector. In de glastuinbouw is het gebruik van CO₂ voor het groeiproces in de kas noodzakelijk. Veel tuinbouwbedrijven brengen daarom extra CO₂ in de kassen. Meestal wordt hiervoor rookgas uit de Warmte Kracht Koppeling (WKK) of de ketel gebruikt. Deze installaties draaien voornamelijk op fossiele brandstoffen. Zo ook glastuinbouwgebied de Kwakel (Kernglastuinbouwgebied Uithoorn) waar WKK-installaties fossiele brandstoffen verbranden om zodoende CO₂ te produceren. De afspraken zijn gemaakt naar aanleiding van een inventarisatie in 2013 waarin de behoefte aan CO₂ binnen de Greenport Aalsmeer is onderzocht. De uitkomst van deze inventarisatie onder tuinders is dat de beschikbaarheid van duurzame en betaalbare CO₂ als een voorwaarde gezien wordt voor de toekomstbestendigheid van het kernglastuinbouwgebied. Er bestaat dan ook onder de kwekers grote belangstelling voor afname van duurzame en betaalbare CO₂ via een centraal leidingstelsel. De toevoer van CO₂ aan glastuinbouw levert een grote bijdrage aan de energiedoelstellingen van Greenport Aalsmeer en de Duurzaamheidsagenda Uithoorn 2019-2022. Door de levering van CO₂ kunnen de kwekers de ‘zomerstook’ (Warmtekrachtkoppeling of ketel) vermijden. Op deze wijze wordt een energiebesparing gerealiseerd en de uitstoot van CO₂ gereduceerd. Daarnaast is externe CO₂-levering een belangrijke randvoorwaarde voor de inzet van duurzame warmte (restwarmte, geothermie, warmte/koude opslag, etc.). De besparing in aardgasverbruik en CO₂–emissie kan daarmee nog aanzienlijk verder oplopen. Aldus is het beoogde resultaat van het project een duurzame en betaalbare voorziening van CO₂ voor de Kwakel om de duurzame ontwikkeling van het gebied te versnellen en de weg voor duurzame warmte vrij te maken en de concurrentiepositie te versterken door levering van CO₂ uit de industrie aan de glastuinbouwbedrijven. In eerste instantie betreft dit rest- CO₂ van de raffinaderij van Shell en de bio-ethanol fabriek van Alco, beide in Rotterdam. Voor groei van de CO₂- afname wordt de aansluiting van nieuwe CO₂–bronnen onderzocht. In navolgende afbeelding is de projectvisie voor het gehele gebied weergegeven. Opgemerkt wordt dat dit bestemmingsplan uitsluitend voorziet in een gedeelte van de aansluiting van ke...
Nieuwe situatie. Provinciale staten (PS) hebben op 13 maart 2017 besloten de ongelijkvloerse kruising vorm te geven via de zogenaamde Westvariant met gesloten Tuindorpweg. Hiermee wordt de N226 tussen de kluifrotonde (aansluiting A12) en de noordelijke rotonde ten zuiden van het brandstofverkooppunt in westelijke richting verlegd. De Tuindorpweg wordt hierbij geknipt. Maarsbergen wordt met de bestaande N226 aangesloten op de nieuwe noordelijke rotonde. Verkeer uit Maarn kan Maarsbergen bereiken via een nieuwe weg die parallel aan de verlegde N226 loopt en ook aansluit op de nieuwe noordelijke rotonde. De A12 kan vervolgens via de verlegde N226 bereikt worden. Daarnaast wordt de Engweg plaatselijk omgelegd om de tunnel mogelijk te maken. Voor de fietsers wordt een nieuwe fietstunnel gerealiseerd ter plaatse van de bestaande kruising N226/spoor, waarbij de definitieve locatie nog bepaald moet worden. Ook wordt een fietspad met viaduct aangelegd om de doorgaande fietsstructuur langs de Tuindorpweg te handhaven. Als laatste wordt voor de ontsluiting van de Engweg ten behoeve van fietsers en voetgangers een fietsviaduct met fietspaden aangelegd.
Nieuwe situatie. Voor de nieuwe situatie geldt dat maatregelen ter voorkoming of beperking van de trillinghinder met betrekking tot de waarde van vmax achterwege kunnen blijven indien wordt voldaan aan de volgende conditie: de waarde van vmax in de plansituatie is lager dan A1.
Nieuwe situatie. In de cao is (na 1 augustus 2015) geen vaste regel meer hoe groot een contract moet zijn als iemand voor korte duur vervangt. Het uitgangspunt van de 40-urige werkweek is dat de omvang van een contract zoveel is dat het verwachte werk in die tijd past. Dat betekent niet dat er verder geen regels meer zijn. In de cao is namelijk vastgelegd wat de verhouding is tussen bruto-werktijd, verlof en netto-werktijd. Deze is vervat in de 40-urige werkweek. Er wordt in een jaar 2087 uur bruto gewerkt (40 uur per week maal ruim 52 weken). Daarvan is 428 uur vakantieverlof en er wordt dan ook 1659 uur netto gewerkt. Dit is in basismodel en overlegmodel hetzelfde.
Nieuwe situatie. De nieuwe situatie voorziet een geringe uitbreiding en verdere ontwikkeling van de site van Bekina Boots. Door de contour van dit deelgebied licht te vergroten ontstaat meer ruimte voor het realiseren van bijkomende parkeerplaatsen. Het terrein zal aldus zodanig worden ontwikkeld dat voldoende parkeergelegenheid aanwezig is op de site. Daarnaast zal de gecombineerde site Ovior/Indurub ontwikkeld worden. Het doel is door deze ontwikkeling het verkeer te sturen via een gecombineerde toegang tot de Oudenaardebaan (N8). Tussen de Ovior/Indurub site en de Bekina Boots site ontstaat een rechtstreekse verbinding over de Berchemstraat. Hierdoor kan de Brugzavel ontlast worden, waardoor de gevaarlijke kruising met de Fietsstraat Rozenlaan wordt weggewerkt. Het bedrijf heeft na eerdere adviezen op het plenair overleg een inrichtingsstudie laten opmaken om de interne verkeersstromen te herbekijken en zo te structureren dat de overlast naar de omgeving toe zo klein mogelijk wordt. Het bedrijf zet nu reeds in op het promoten van mobiliteitsalternatieven en zal ook in de toekomst nog inspanningen blijven leveren om autogebruik bij werknemers te ontraden.
Nieuwe situatie. De nieuwe situatie voorziet een uitbreiding om meer grondstoffen op te slaan op de Bekina Boots site. Deze grondstoffen zullen allen binnen worden opgeslaan, waardoor geen wijziging optreedt in de situatie t.o.v. de huidige bestaande toestand. Daarnaast voldoen alle opslagtanks aan de vigerende wetgeving en zijn deze allen gekeurd. Er is op het terrein een blustank voorzien voor de brandveiligheid. De nieuwe gebouwen die het bedrijf in de toekomst zou willen realiseren op zowel de Bekina Boots site als op de Ovior site, zullen uitgerust kunnen worden met de nieuwste technieken om zo nog beter te scoren, en de impact op het milieu te verkleinen.
Nieuwe situatie. De Bekina Boots site wordt grotendeels ingetekend als zone voor KMO-bebouwing toegestaan. Er zal echter een maximale bebouwingsgraad worden opgelegd van 65%, en de nodige brandwegen en parkeerplaatsen moeten worden voorzien, waardoor de max. bebouwbare oppervlakte beperkt blijft en de impact niet significant is. Aan de zijde van het woongebied wordt een groenbuffer voorzien. De maximale hoogte van de gebouwen wordt afgestemd op de reeds bestaande volumes, en bedraagt 12 meter. Voor wat betreft de Indurub site is het bouwvolume aan de zijde van de waterloop uitbreidbaar. De maximale bouwhoogte wordt afgestemd op de omgeving, en bedraagt 12 meter. Langsheen de waterloop is een onderhoudsstrook van 5 meter voorzien die vrij dient te zijn van bouwvolumes. Tov. de woongebieden is een groenbuffer van 10 meter voorzien. De woonzone aan de Berchemstraat werd mee opgenomen in het RUP om de interne verkeersafwikkeling te realiseren. Voor de Oviorsite ten slotte wordt een deel van het woongebied zoals opgenomen in het RUP De Grijve omgevormd tot zone voor bedrijvigheid. Door het nevenliggende bedrijf Coorevits aan de ene zijde, Indurub aan de andere zijde, en Bekina Boots aan de overzijde van de weg is dit woongebied niet bijzonder geschikt om als dusdanig te ontwikkelen. Door de omvorming naar een zone voor bedrijvigheid worden logische lijnen doorgetrokken, en wordt gestreefd naar een betere ruimtelijke ordening. Enkele bouwvolumes binnen deze site kennen een hogere maximale bouwhoogte van 20 meter. De impact hiervan tov. de omgeving is echter niet significant, wat een gevolg is van de uitzonderlijke topografie van het terrein. De site ligt namelijk enkele meters lager dan de Berchemstraat, en ook tov. de Oudenaardebaan bestaat een hoogteverschil. Getuige hiervan het profiel opgemaakt in functie van het inrichtingplan in bijlage. Het bedrijf laat huidig een studie uitvoeren om een volledig groenplan uit te werken voor de site, met als doel de site zo groen mogelijk in te kleden en te verbinden met de omgeving zonder als storende factor ervaren te worden.
Nieuwe situatie. Er is voldoende ruimte beschikbaar op het perceel voor waterinfiltratie. De geldende verordeningen inzake hemelwater zullen moeten worden nageleefd bij de ontwikkeling van het terrein. Het bedrijf plant huidig een opname van de bestaande grondwaterstanden in als referentiepeil, aan de hand van een zestal peilbuizen. Zodoende kan in de toekomst op regelmatige tijdstippen geevalueerd worden welke effecten de genomen ingrepen hebben op de grondwaterstand. Dit niet alleen voor de bijkomende bebouwing, maar eveneens voor de plannen om te ontharden, en meer waterdoorlatende verharding te voorzien (lees: parking). Daarbij zal eveneens de kwaliteit van het water onderzocht worden.
Nieuwe situatie. De nieuwe ontwikkeling vindt volledig plaats binnen de contouren van het projectgebied, en zal mogelijks een negatieve invloed hebben op het biologisch waardevol gebied binnen de Ovior-site. Hier moet eventueel bekeken worden of een deel van dit gebied in stand gehouden kan worden. Na een plaatsbezoek werd vastgesteld dat het hier handelt over een populierenaanplant. Hier en daar is ook een zaailing van Es of Vlier aanwezig. De onderbeplanting bestaat in hoofdzaak uit bramen, brandnetel en klimop. Bovendien is dit stukje groen opgesloten tussen de N8 Oudenaardebaan, en de Berchemstraat aan de overzijde, en aan weerszijden door bedrijvigheid. Van een grote biologische waarde is huidig geen sprake. Het bedrijf wil zich in de toekomst profileren als milieubewust en natuurinclusief, waardoor momenteel de nodige inspanningen uitgevoerd worden in de vorm van een nultelling van alle ongewervelden binnen de site van Bekina. Bedoeling is jaarlijks te evalueren welke invloeden de genomen ingrepen hebben op dit dierenbestand. - Habitat- of vogelrichtlijngebieden worden niet in gevaar gebracht. - Ven en Ivongebieden worden niet in gevaar gebracht. - Binnen het biologisch waardevolle gebied gelegen in het RUP werd geen grote soortendiversiteit vastgesteld. Wel is een kleine waterloop aanwezig met vrij stijle oevers. Het RUP bestemd de zone als een zone voor bedrijvigheid waardoor het biologisch waardevol gebied aangetast kan worden. Gezien de soortenschaarste, de nabijheid van de Oudenaardebaan, N8, en de ligging in en aansluitend op overige zones voor bedrijvigheid kan hier echter gesteld worden dat de ware effecten niet van een grote aard zullen zijn. Planologisch gezien zal het biologisch waardevol gebied wel in een zone voor bedrijvigheid komen te liggen, wat de planologische impact iets groter maakt. Zie ook kaartmateriaal in de bundel kaart landschapsatlas Uit de landschapsatlas weten we dat het terrein niet binnen een relictzone gelegen is. Er is een ankerplaats gelegen op meer dan 50 m afstand, en ook een relictzone bevindt zich op 50 m van het projectgebied.
Nieuwe situatie. Er treedt geen wijziging op ten opzichte van de bestaande toestand, gezien er geen relictzones en dergelijke in de nabijheid liggen. De voorschriften zijn zo opgesteld dat rekening gehouden wordt met de bouwhoogten van omliggende en aangrenzende bouwvolumes en de topografie van het terrein. Zodoende zal de visuele hinder tot een minimum herleid worden. De Ovior-site kent een groot hoogteverschil, waardoor een hoger bouwvolume geplaatst kan worden zonder dat er visuele hinder optreed naar de omgeving toe. Vanuit de omgeving zullen de bouwvolumes niet hoger komen dan de omliggende bouwvolumes, behalve voor het gebied dicht bij de N8, gezien dit zich meer leent tot een hoger bouwvolume, en de bouwvolumes het landschap niet zullen aantasten.