Common use of Omzetbelasting Clause in Contracts

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘de Klantondernemer’’ - en die de Opslagbox zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer de Opslagbox voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s). (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘de KlantondernemerKlant- ondernemer’’ - en die de Opslagbox Opslag box zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- Klant-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Budgetbox verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer Klant- ondernemer de Opslagbox Opslag box voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Budgetbox maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox Opslag box niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: : (i) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox Opslag box of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s). . (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. (iii) Alle overige schade die Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 18.7 Het financiële nadeel dat Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de Klant- ondernemer aan Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar als de overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 18.8 Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de Overeenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor de Opslag box is verstreken. 18.9 Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 18.6, zal Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de Klant- ondernemer berichten welke bedragen Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 18.6 sub (iii) Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klant-ondernemer. 18.10 Als de Opslag box in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 18.4, stelt de Klant-ondernemer Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de Klant-ondernemer ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de Klantondernemer een afschrift van die verklaring aan de Inspecteur Omzetbelasting. 18.11 Als de Klant-ondernemer niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 18.10 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in 18.13, of achteraf blijkt dat de Klant-ondernemer een onjuist uitgangspunt hanteerde en Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is de Klant-ondernemer in verzuim en is Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op de Klant- ondernemer te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige omzetbelasting die Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de fiscus verschuldigd is, vermeerderd met rente, eventuele verhogingen, alsmede verdere kosten en schade. Naast de in 18.6 weergegeven regeling voorziet de inhoud van dit lid in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd. De extra schade die voor Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar. Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant- ondernemer de opgave van deze extra schade van Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klantondernemer. 18.12 Het in 18.6, 18.7, 18.9 en 18.11 gestelde is eveneens van toepassing als Budgetbox c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na - al dan niet tussentijdse - beëindiging van de Overeenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voor partijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door Budgetbox, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 18.13 Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de overeenkomst, zal de Klantondernemer de Opslag box in elk geval, met toepassing van het optierecht, in gebruik nemen voor het einde van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin de Klant-ondernemer het Gehuurde is gaan huren.

Omzetbelasting. 18.1 18.1. Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) Huurder die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘“de Klantondernemer’’ Huurder-ondernemer” - en die de Opslagbox het Gehuurde zal gebruiken voor prestaties waarvoor de KlantHuurder-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 18.2. Voor de in artikel 18.1 genoemde KlantHuurder-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 18.3. Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- Huurder-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 18.4. De KlantHuurder-ondernemer en Topslagruimte SWARTBOX verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer de Opslagbox Huurder-ondernemer het Gehuurde voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 18.5. De KlantHuurder-ondernemer en Topslagruimte SWARTBOX maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer Huurder-ondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 18.6. Als de KlantHuurder-ondernemer de Opslagbox het Gehuurde niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer Huurder-ondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de KlantHuurder-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (ia) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox het Gehuurde of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. SWARTBOX c.q diens rechtsopvolger(s). (ii; b) De omzetbelasting die Topslagruimte SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking Uitvoerings- beschikking omzetbelasting 1968; c) Alle overige schade die SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 18.7. Het financiële nadeel dat SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de Huurder-ondernemer aan SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de Huurder-ondernemer opeisbaar als de overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 18.8. Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de Overeenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor het Gehuurde is verstreken. 18.9. Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 18.6, zal SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de Huurder-ondernemer berichten welke bedragen SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 18.6 sub c) SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Huurder-ondernemer de opgave van SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Huurder- ondernemer. 18.10. Als het Gehuurde in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 18.4,stelt de Huurder- ondernemer SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de Huurder-ondernemer ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de Huurder-ondernemer een afschrift van die verklaring aan de Inspecteur Omzetbelasting. 18.11. Als de Huurder-ondernemer niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 18.10 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in 18.13, of achteraf blijkt dat de Huurder- ondernemer een onjuist uitgangspunt hanteerde en SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is de Huurder-ondernemer in verzuim en is XXXXXXXX c.q. diens rechtsopvolger(s) gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op de Huurder-ondernemer te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige omzetbelasting die SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de fiscus verschuldigd is, vermeerderd met rente, eventuele verhogingen, alsmede verdere kosten en schade. Naast de in 18.6 weergegeven regeling voorziet de inhoud van dit lid in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd. De extra schade die voor SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van de Huurder-ondernemer opeisbaar. SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Huurder-ondernemer de opgave van deze extra schade van SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Huurder-ondernemer. 18.12. Het in 18.6, 18.7, 18.9 en 18.11 gestelde is eveneens van toepassing als SWARTBOX c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na - al dan niet tussentijdse - beëindiging van de Overeenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voor partijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door SWARTBOX, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 18.13. Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de overeenkomst, zal de Huurder-ondernemer het Gehuurde in elk geval, met toepassing van het optierecht, in gebruik nemen voor het einde van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin de Huurder-ondernemer het Gehuurde is gaan huren.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘“de Klantondernemer’’ Klant-ondernemer” - en die de Opslagbox Opslagunit zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- Klant-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Xxxxxxxxxx verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer Klant-ondernemer de Opslagbox Opslagunit voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Brakenhoff maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer Klant-ondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox Opslagunit niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer Klant-ondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte Xxxxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte Xxxxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i) : I. De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox Opslagunit of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte Brakenhoff c.q. diens rechtsopvolger(s). (ii) II. De omzetbelasting die Topslagruimte Brakenhoff c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. III. Alle overige schade die Brakenhoff c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 18.7 Het financiële nadeel dat Xxxxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de Klant-ondernemer aan Brakenhoff c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar als de Overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 18.8 Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de Overeenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor de Opslagunit is verstreken. 18.9 Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 18.6, zal Xxxxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de Klant-ondernemer berichten welke bedragen Brakenhoff c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 18.6 sub III. Xxxxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van Xxxxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klant-ondernemer. 18.10 Als de Opslagunit in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 18.4, stelt de Klant-ondernemer Xxxxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de Klant-ondernemer ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de Klant-ondernemer een afschrift van die verklaring aan de Inspecteur Omzetbelasting. 18.11 Als de Klant-ondernemer niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 18.10 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in 18.13, of achteraf blijkt dat de Klant-ondernemer een onjuist uitgangspunt hanteerde en Brakenhoff c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is de Klant-ondernemer in verzuim en is Xxxxxxxxxx 18.12 Het in 18.6, 18.7, 18.9 en 18.11 gestelde is eveneens van toepassing als Brakenhoff c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na - al dan niet tussentijdse - beëindiging van de Overeenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voor partijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door Xxxxxxxxxx, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 18.13 Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de overeenkomst, zal de Klant-ondernemer de Opslagunit in elk geval, met toepassing van het optierecht, in gebruik nemen voor het einde van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin de Klant-ondernemer het Gehuurde is gaan huren.

Omzetbelasting. 18.1 13.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) huurder die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘“de Klantondernemer’’ huurder-ondernemer” - en die de Opslagbox zal het gehuurde gebruiken voor prestaties waarvoor de Klanthuurder-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 13.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klanthuurder-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 13.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- huurder-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 13.4 De Klanthuurder-ondernemer en Topslagruimte de v.erhuurder verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer de Opslagbox huurderondernemer het gehuurde voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 13.5 De Klanthuurder-ondernemer en Topslagruimte de verhuurder maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer huurder-ondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 13.6 Als de Klanthuurder-ondernemer de Opslagbox het gehuurde niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de daardoorde vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer Huurder-ondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klanthuurder-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i) : I. De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox het gehuurde of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. de verhuurder c.q diens rechtsopvolger(s). II. (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. 15 III. Alle overige schade die de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 13.7 Het financiële nadeel dat de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de huurder- ondernemer aan de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de huurder-ondernemer opeisbaar als de overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 13.8 Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de overeenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor het gehuurde is verstreken. 13.9 Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 18.6, zal de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de huurder-ondernemer berichten welke bedragen De verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 18.6 sub III. De verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de huurder- ondernemer de opgave van de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de huurderondernemer. 13.10 Als het gehuurde in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 18.4, stelt de huurder-ondernemer de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de huurder-ondernemer ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de huurder-ondernemer een afschrift van die verklaring aan de Inspecteur Omzetbelasting. 13.11 Als de Huurder-ondernemer niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 18.10 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in 18.13, of achteraf blijkt dat de huurder-ondernemer een onjuist uitgangspunt hanteerde en de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is de huurderondernemer in verzuim en is de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op de huurderondernemer te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige omzetbelasting die de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de fiscus verschuldigd is, xxxxxxxxxxx met rente, eventuele verhogingen, alsmede verdere kosten en schade. Naast de in 18.6 weergegeven regeling voorziet de inhoud van dit lid in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd. De extra schade die voor de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van de huurder-ondernemer opeisbaar. De verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de huurder-ondernemer de opgave van deze extra schade van de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de huurder-ondernemer. 13.12 Het in 18.6, 18.7, 18.9 en 18.11 gestelde is eveneens van toepassing als de verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na - al dan niet tussentijdse - beëindiging van de overeenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voor partijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door de verhuurder, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 13.13 Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de overeenkomst, zal de huurder-ondernemer het gehuurde in elk geval, met toepassing van het optierecht, in gebruik nemen voor het einde van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin de huurder- ondernemer het gehuurde is gaan huren.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘de Klantondernemer’’ - en die de Opslagbox zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer de Opslagbox voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor 10.1 Indien een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomstis overeengekomen geldt daarvoor het hierna bepaalde. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox 10.2 Indien Huurder het Gehuurde niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de uitzondering op de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer Ondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s)) verschuldigd, in plaats daarvan doch dan is de Klant-ondernemer Xxxxxxx met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs in plaats van omzetbelasting een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) verschuldigd dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i: a. de als gevolg van het beëindigen van de optie voor Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox het Gehuurde of investeringen daarin daarin; b. de omzetbelasting die Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s). (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en wegens herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 19681968 aan de Belastingdienst moet betalen; c. alle overige schade die Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) door het beëindigen van de optie lijdt. 10.3 Het door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s), door het beëindigen van de optie (als bedoeld in artikel 10.2) te lijden financiële nadeel wordt door Huurder aan Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) voldaan steeds gelijktijdig met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in artikel 10.2 sub a, zo mogelijk door middel van een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode, doch is terstond, volledig en ineens van Huurder opeisbaar als de Overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 10.4 Het in artikel 10.2 sub b gestelde is niet van toepassing indien bij het sluiten van de onderhavige Overeenkomst de herzieningsperiode voor de aftrek van voorbelasting ter zake van het Gehuurde is verstreken. 10.5 Wanneer zich een situatie als bedoeld in artikel 10.2 voordoet, zal Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) aan Xxxxxxx berichten welke bedragen door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s)aan de Belastingdienst moeten worden betaald en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in artikel 10.2 sub c. Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal zijn medewerking verlenen indien Huurder de opgave van Xxxxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van Xxxxxxx. 10.6 Ingeval in enig boekjaar niet is voldaan aan het gebruik of laten gebruiken van het Gehuurde voor doeleinden als waar een geheel of nagenoeg geheel recht op aftrek van voorbelasting bestaat, stelt Huurder de Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het desbetreffende boekjaar door middel van een door hem (Huurder) ondertekende verklaring hiervan in kennis. Binnen dezelfde termijn zendt Xxxxxxx een afschrift van die verklaring aan de Belastingdienst. 10.7 Indien Huurder niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in artikel 10.6 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in artikel 10.9, of achteraf blijkt dat Xxxxxxx van een onjuist uitgangspunt is uitgegaan en Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor naar achteraf blijkt ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is Xxxxxxx in verzuim en is Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op Huurder te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige ter zake door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de Belastingdienst verschuldigde omzetbelasting vermeerderd met rente, eventuele boetes, alsmede verdere kosten en schade. Het in dit lid gestelde voorziet in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd, zulks naast de in artikel 10.2 weergegeven regeling. De extra schade die voor Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van Huurder opeisbaar. Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal zijn medewerking verlenen indien Huurder de opgave van deze extra schade van Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van Xxxxxxx. 10.8 Het in artikelen 10.2, 10.5 en 10.7 gestelde is eveneens van toepassing indien Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) eerst na, al dan niet tussentijdse, beëindiging van de Overeenkomst wordt geconfronteerd met schade door de beëindiging van de voor Partijen geldende optie, welke schade alsdan terstond, volledig en ineens door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s), opeisbaar is. 10.9 Onverkort het overigens in deze Overeenkomst ter zake bepaalde, zal Huurder het Gehuurde in elk geval, met toepassing van de optie (als bedoeld in artikel 10.2), in gebruik nemen of in gebruik laten nemen voor het einde van het boekjaar waarin de ingangsdatum als bedoeld in artikel 2.1 van de Overeenkomst is gelegen.

Omzetbelasting. 18.1 16.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘“de Klantondernemer’’ Klant-ondernemer” - en die de Opslagbox Storage Unit zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 16.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 16.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst Opslagovereenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- Klant-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 16.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Shurgard verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is opslagkosten en -vergoedingen zijn vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer Klant-ondernemer de Opslagbox Storage Unit voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 16.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Shurgard maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de OvereenkomstOpslagovereenkomst. 18.6 16.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox Storage Unit niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de daardoorde vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer Klant-ondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs opslagkosten en -vergoedingen verschuldigd aan Topslagruimte Xxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs opslagkosten en -vergoedingen een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte Xxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: : (i) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox Storage Unit of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. Xxxxxxxx c.q diens rechtsopvolger(s). . (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte Shurgard c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. (iii) Alle overige schade die Shurgard c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 16.7 Het financiële nadeel dat Xxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de Klant-ondernemer aan Xxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke betalingen van de opslagkosten en -vergoedingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar als de Opslagovereenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 16.8 Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de Opslagovereenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor de Storage Unit is verstreken. 16.9 Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 18.6, zal Xxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de Klant-ondernemer berichten welke bedragen Shurgard c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 18.6 sub (iii) Shurgard c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van Xxxxxxxx x.x. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klant- ondernemer. 16.10 Als de Storage Unit in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 18.4, stelt de Klant-ondernemer Xxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de Klant-ondernemer ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de Klant- ondernemer een afschrift van die verklaring aan deInspecteur Omzetbelasting. 16.11 Als de Klant-ondernemer niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 18.10 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in 18.13, of achteraf blijkt dat de Klant-ondernemer een onjuist uitgangspunt hanteerde en Shurgard c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de opslagkosten en -vergoedingen in rekening heeft gebracht, is de Klant-ondernemer in verzuim en is Shurgard c.q. diens rechtsopvolger(s) gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op de Klant-ondernemer te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige omzetbelasting die Xxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de fiscus verschuldigd is, xxxxxxxxxxx met rente, eventuele verhogingen, alsmede verdere kosten en schade. Naast de in 18.6 weergegeven regeling voorziet de inhoud van dit lid in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd. De extra schade die voor Xxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar. Xxxxxxxx x.x. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van deze extra schade van Xxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klantondernemer. 16.12 Het in 18.6, 18.7, 18.9 en 18.11 gestelde is eveneens van toepassing als Shurgard c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na - al dan niet tussentijdse - beëindiging van de Opslagovereenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voor partijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door Xxxxxxxx, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 16.13 Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de Opslagovereenkomst, zal de Klant-ondernemer de Storage Unit in elk geval, met toepassing van het optierecht, in gebruik nemen voor het einde van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin de Klant- ondernemer het Gehuurde is gaan huren.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘de Klantondernemer’’ - en die de Opslagbox zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met 19.1 Indien Huurder het uitgangspunt dat de Klantondernemer de Opslagbox voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox gehuurde niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de uitzondering op de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer Xxxxxxx niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s)) verschuldigd, in plaats daarvan doch dan is de Klant-ondernemer Xxxxxxx met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs in plaats van omzetbelasting een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) verschuldigd dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i: a. de als gevolg van het beëindigen van de optie voor Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox het gehuurde of investeringen daarin daarin; b. de omzetbelasting die Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s). (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en wegens herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 19681968 aan de Belastingdienst moet betalen; c. alle overige schade die Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) door het beëindigen van de optie lijdt. 19.2 Het door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s), door het beëindigen van de optie (als bedoeld in artikel 19.1) te lijden financiële nadeel wordt door Xxxxxxx aan Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) voldaan steeds gelijktijdig met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in artikel 19.1 sub a, zo mogelijk door middel van een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode, doch is terstond, volledig en ineens van Xxxxxxx opeisbaar als de huurovereenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 19.3 Het in artikel 19.1 sub b gestelde is niet van toepassing indien bij het sluiten van de onderhavige huurovereenkomst de herzieningsperiode voor de aftrek van voorbelasting ter zake van het gehuurde is verstreken. 19.4 Wanneer zich een situatie als bedoeld in artikel 19.1 voordoet, zal Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) aan Xxxxxxx berichten welke bedragen door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de Belastingdienst moeten worden betaald en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in artikel 19.1 sub c. Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal zijn medewerking verlenen indien Huurder de opgave van Xxxxxxxxxx c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van Xxxxxxx. 19.5 Ingeval in enig boekjaar niet is voldaan aan het gebruik of laten gebruiken van het gehuurde voor doeleinden als weergegeven in artikel 4.3 van de huurovereenkomst, stelt Xxxxxxx de Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het desbetreffende boekjaar door middel van een door hem (Huurder) ondertekende verklaring hiervan in kennis. Binnen dezelfde termijn zendt Xxxxxxx een afschrift van die verklaring aan de Belastingdienst. 19.6 Indien Huurder niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in artikel 19.5 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in artikel 19.8, of achteraf blijkt dat Xxxxxxx van een onjuist uitgangspunt is uitgegaan en Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor naar achteraf blijkt ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is Xxxxxxx in verzuim en is Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op Huurder te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige ter zake door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de Belastingdienst verschuldigde omzetbelasting vermeerderd met rente, eventuele boetes, alsmede verdere kosten en schade. Het in dit lid gestelde voorziet in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd, zulks naast de in artikel 19.1 weergegeven regeling. De extra schade die voor Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van Huurder opeisbaar. Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal zijn medewerking verlenen indien Huurder de opgave van deze extra schade van Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van Xxxxxxx. 19.7 Het in artikelen 19.1, 19.4 en 19.6 gestelde is eveneens van toepassing indien Verhuurder 19.8 Onverkort het overigens in deze huurovereenkomst ter zake bepaalde, zal Huurder het gehuurde in elk geval, met toepassing van de optie (als bedoeld in artikel 19.1), in gebruik nemen of in gebruik laten nemen voor het einde van het boekjaar waarin de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst is gelegen.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘“de Klantondernemer’’ Klant-ondernemer” - en die de Opslagbox Opslag zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- Klant-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte DG Opslag BV verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer de Opslagbox Opslag voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte DG Opslag BV maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox Opslag niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de daardoorde vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer Klantondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: : (i) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox DG Opslag BV Unit of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. DG Opslag BV c.q diens rechtsopvolger(s). . (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. (iii) Alle overige schade die DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 18.7 Het financiële nadeel dat DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de Klant-ondernemer aan DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de Klantondernemer opeisbaar als de overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 18.8 Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de Overeenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor de DG Opslag BV is verstreken. 18.9 Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 18.6, zal DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de Klant-ondernemer berichten welke bedragen DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 18.6 sub (iii) DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klant-ondernemer. 18.10 Als de Opslag in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 18.4, stelt de Klant-ondernemer DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de Klantondernemer ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de Klantondernemer een afschrift van die verklaring aan de Inspecteur Omzetbelasting. 18.11 Als de Klant-ondernemer niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 18.10 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in 18.13, of achteraf blijkt dat de Klant-ondernemer een onjuist uitgangspunt hanteerde en DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is de Klant-ondernemer in verzuim en is DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op de Klant-ondernemer te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige omzetbelasting die DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de fiscus verschuldigd is, vermeerderd met rente, eventuele verhogingen, alsmede verdere kosten en schade. Naast de in 18.6 weergegeven regeling voorziet de inhoud van dit lid in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd. De extra schade die voor DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar. DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klantondernemer de opgave van deze extra schade van DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klantondernemer. 18.12 Het in 18.6, 18.7, 18.9 en 18.11 gestelde is eveneens van toepassing als DG Opslag BV c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na - al dan niet tussentijdse - beëindiging van de Overeenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voor partijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door DG Opslag BV, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 18.13 Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de overeenkomst, zal de Klantondernemer de Opslag in elk geval, met toepassing van het optierecht, in gebruik nemen voor het einde van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin de Klant-ondernemer het Gehuurde is gaan huren.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘“de Klantondernemer’’ Klant-ondernemer” - en die de Opslagbox Storage Unit zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- Klant-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Masterbox verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer Klant-ondernemer de Opslagbox Storage Unit voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Masterbox maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer Klant-ondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox Storage Unit niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de daardoorde vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer Klant-ondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i) : I. De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox Storage Unit of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. Masterbox c.q diens rechtsopvolger(s). II. (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. III. Alle overige schade die Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 18.7 Het financiële nadeel dat Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de Klant-ondernemer aan Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar als de Overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 18.8 Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de Overeenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor de Storage Unit is verstreken. 18.9 Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 18.6, zal Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de Klant- ondernemer berichten welke bedragen Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 18.6 sub III. Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klant- ondernemer. 18.10 Als de Storage Unit in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 18.4, stelt de Klant- ondernemer Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de Klant-ondernemer ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de Klant-ondernemer een afschrift van die verklaring aan de Inspecteur Omzetbelasting. 18.11 Als de Klant-ondernemer niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 18.10 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in 18.13, of achteraf blijkt dat de Klant-ondernemer een onjuist uitgangspunt hanteerde en Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is de Klant-ondernemer in verzuim en is Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op de Klant-ondernemer te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige omzetbelasting die Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de fiscus verschuldigd is, vermeerderd met rente, eventuele verhogingen, alsmede verdere kosten en schade. Naast de in 18.6 weergegeven regeling voorziet de inhoud van dit lid in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd. De extra schade die voor Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van de Klant- ondernemer opeisbaar. Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant- ondernemer de opgave van deze extra schade van Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klant-ondernemer. 18.12 Het in 18.6, 18.7, 18.9 en 18.11 gestelde is eveneens van toepassing als Masterbox c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na - al dan niet tussentijdse - beëindiging van de Overeenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voor partijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door Masterbox, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 18.13 Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de overeenkomst, zal de Klant-ondernemer de Storage Unit in elk geval, met toepassing van het optierecht, in gebruik nemen voor het einde van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin de Klant-ondernemer het Gehuurde is gaan huren.

Omzetbelasting. 18.1 Dit 10.1 Partijen komen overeen dat onderhavig artikel is van toepassing is op de Klant (huurder) Huurovereenkomst met een Huurder die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘de Klantondernemer’’ - en die de Opslagbox zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer de Opslagbox voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken opslagruimte gebruikt voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte maken gebruik van 10.2 Indien de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox Xxxxxxx het gehuurde niet (meer) meer gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de uitzondering op de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt word beëindigd, is de Klantondernemer Xxxxxxx niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd verschuldigd, doch is Huurder aan Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs SPACEWINNER een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze boven op de waardoor SPACEWINNER volledig gecompenseerd wordt gecompenseerd voor: (i) De : a. de niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox SPACEWINNER of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van daarin. b. de optie voor Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s). (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. c. alle overige schade die SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 10.3 Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 10.2 zal SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) aan Xxxxxxx berichten welke bedragen aan de fiscus betaald moeten worden en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 10.2 sub c. 10.4 Als de opslagruimte in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 10.1, dan stelt Xxxxxxx SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de Huurder ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de Huurder een afschrift van die verklaring aan de Inspecteur Omzetbelasting. 10.5 Als de Xxxxxxx niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 10.4 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname, of achteraf blijkt dat de Huurder een onjuist uitgangspunt hanteerde en SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is de Huurder in verzuim en is SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op de Huurder te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige omzetbelasting die SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de fiscus verschuldigd is, xxxxxxxxxxx met rente, eventuele verhogingen, alsmede verdere kosten en schade. 10.6 Naast de in 10.5 weergegeven regeling voorziet de inhoud van dit lid in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd. De extra schade die voor SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van de Huurder opeisbaar. SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Huurder de opgave van deze extra schade van SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van Xxxxxxx. 10.7 Het in 10.1, 10.3 en 10.5 en 10.6 gestelde is eveneens van toepassing als SPACEWINNER c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na -­‐ al dan niet tussentijdse -­‐ beëindiging van de huurovereenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voor partijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door SPACEWINNER, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 10.8 Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de overeenkomst, zal de Huurder de opslagruimte in elk geval, met toepassing van het optierecht, in gebruik nemen voor het einde van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin de Huurde de opslagruimte is gaan huren.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is 3.1 Ongeacht de aankoop van toepassing een vordering door Finance dient Xxxxxxxx op normale wijze en tijdig zorg te dragen voor afdracht van de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor in de Wet op Vorderingen begrepen omzetbelasting aan de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘de Klantondernemer’’ - en die de Opslagbox zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulierenBelastingdienst. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- ondernemer akkoord 3.2 Indien en voor zover zich met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer de Opslagbox voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met betrekking tot een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt Finance van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs Xxxxxxxx gekochte Vorderingen een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s). (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening situatie voordoet als bedoeld in artikel 15, lid 4 29 van de Wet op de omzetbelasting 1968 ("Wet OB"), komt het recht op teruggave ("Recht op Teruggave") toe aan Finance. Verkoper verkoopt en levert hierbij bij voorbaat aan Finance alle Vorderingen ter zake van het Recht op Teruggave die Verkoper met betrekking tot door Finance gekochte Vorderingen zal verkrijgen, welke verkoop en levering hierbij door Finance wordt aanvaard. Tevens verleent Verkoper hierbij aan Finance een onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht om alle benodigde handelingen te verrichten teneinde de cessie van het Recht op Teruggave door Xxxxxxxx aan Finance tot stand te brengen of herziening als bedoeld om het Recht op Teruggave bij de Belastingdienst te innen. 3.3 Verkoper is op eerste schriftelijke verzoek van Finance verplicht en Finance is bevoegd de cessie van het Recht op Teruggave schriftelijk mee te delen aan de Belastingdienst en zal de Belastingdienst een afschrift of uittreksel van deze Koopovereenkomst ter hand kunnen stellen. 3.4 Verkoper verschaft aan Finance op eerste verzoek alle bewijsstukken met betrekking tot de door haar afgedragen omzetbelasting die Finance op grond van artikel 29 Wet OB wil terugvorderen, dit in de artikelen 11 tot origineel of, maar dan uitsluitend indien en voor zover Verkoper belang houdt bij behoud van een bewijsstuk, in afschrift. Daar waar Xxxxxxxx een bewijsstuk geheel of gedeeltelijk van zo vertrouwelijke aard acht, dat zij het niet in zijn geheel, al dan niet in origineel aan Finance ter hand wenst te stellen, mag zij in plaats daarvan volstaan met 13 terhandstelling van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968een op kosten van Xxxxxxxx op te maken notariële akte houdende een uittreksel van alle voor het Recht op Teruggave relevante passages uit het bewijsstuk.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘“de Klantondernemer’’ Klant-ondernemer” - en die de Opslagbox Storage Unit zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- Klant-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Opslag Oldenzaal verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer Klant-ondernemer de Opslagbox Storage Unit voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Opslag Oldenzaal maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox Storage Unit niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-Klant- ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox Storage Unit of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s). (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 19681968.Alle overige schade die Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 18.7 Het financiële nadeel dat Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de Klant-ondernemer aan Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar als de overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 18.8 Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de Overeenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor de Storage Unit is verstreken. 18.9 Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 18.6, zal Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de Klant-ondernemer berichten welke bedragen Opslag Oldenzaal c.q. dienst rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 18.6 sub Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klant-ondernemer. 18.10 Als de Storage Unit in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 18.4, stelt de Klant-ondernemer Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de Klant-ondernemer ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de Klantondernemer een afschrift van die verklaring aan de Inspecteur Omzetbelasting. 18.11 Als de Klant-ondernemer niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 18.10 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in 18.13, of achteraf blijkt dat de Klant-ondernemer een onjuist uitgangspunt hanteerde en Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is de Klant-ondernemer in verzuim en is Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op de Klant-ondernemer te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige omzetbelasting die Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de fiscus verschuldigd is, vermeerderd met rente, eventuele verhogingen, alsmede verdere kosten en schade. Naast de in 18.6 weergegeven regeling voorziet de inhoud van dit lid in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd. De extra schade die voor Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar. Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van deze extra schade van Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klantondernemer. 18.12 Het in 18.6, 18.7, 18.9 en 18.11 gestelde is eveneens van toepassing als Opslag Oldenzaal c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na - al dan niet tussentijdse - beëindiging van de Overeenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voorpartijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door Opslag Oldenzaal, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 18.13 Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de overeenkomst, zal de Klantondernemer akkoord met de belaste verhuur.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is 1. Ongeacht de aankoop van toepassing een Vordering door Finqle dient Xxxxxxxx op normale wijze en tijdig zorg te dragen voor afdracht van de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor in de Wet op Vordering begrepen omzetbelasting aan de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘de Klantondernemer’’ - en die de Opslagbox zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulierenBelastingdienst. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- ondernemer akkoord 2. Indien en voor zover zich met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer de Opslagbox voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met betrekking tot een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt Finqle van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs Verkoper gekochte Vordering een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s). (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening situatie voordoet als bedoeld in artikel 15, lid 4 29 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna ook te noemen: “Wet OB”), komt het recht op teruggave (hierna: het “Recht op Teruggave”) toe aan Finqle. Verkoper verkoopt en levert hierbij bij voorbaat aan Finqle alle vorderingen ter zake van het Recht op Teruggave die Verkoper met betrekking tot door Finqle gekochte Vorderingen zal verkijgen, welke verkoop en levering hierbij door Finqle wordt aanvaard. Tevens verleent Xxxxxxxx hierbij aan Finqle een onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht om alle benodigde handelingen te verrichten teneinde de cessie van het Recht op Teruggave door Xxxxxxxx aan Finqle tot stand te brengen of herziening als bedoeld om het Recht op Teruggave bij de Belastingdienst te innen. 3. Verkoper is op eerste schriftelijke verzoek van Finqle verplicht en Finqle is bevoegd de cessie van het Recht op Teruggave schriftelijk mee te delen aan de Belastingdienst en zal de Belastingdienst een afschrift of uittreksel van deze overeenkomst ter hand kunnen stellen. 4. Verkoper verschaft aan Finqle op eerste verzoek alle bewijsstukken met betrekking tot de door haar afgedragen omzetbelasting die Finqle op grond van artikel 29 Wet OB wil terugvorderen, dit in de artikelen 11 tot origineel of, maar dan uitsluitend indien en voor zover Verkoper belang houdt bij behoud van een bewijsstuk, in afschrift. Daar waar Xxxxxxxx een bewijsstuk geheel of gedeeltelijk van zo vertrouwelijke aard acht, dat zij het niet in zijn geheel, al dan niet in origineel aan Finqle ter hand wenst te stellen, mag zij in plaats daarvan volstaan met 13 terhandstelling van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968een op kosten van Xxxxxxxx op te maken notariële akte houdende een uittreksel van alle voor het Recht op Teruggave relevante passages uit het bewijsstuk.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 - hierna ook te noemen ‘‘“de Klantondernemer’’ Klant-ondernemer” - en die de Opslagbox Storage Unit zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-ondernemer minimaal 90% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- Klant-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Mini opslag uden verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer Klant-ondernemer de Opslagbox Storage Unit voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Mini opslag uden maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox Storage Unit niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de daardoorde vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: (i) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox Storage Unit of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. Mini opslag uden c.q diens rechtsopvolger(s). (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 19681968.Alle overige schade die Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 18.7 Het financiële nadeel dat Xxxx opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de Klant-ondernemer aan Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar als de overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 18.8 Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de Overeenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor de Storage Unit is verstreken. 18.9 Wanneer zich een situatie voordoet als bedoeld in 18.6, zal Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de Klant-ondernemer berichten welke bedragen Mini opslag uden c.q.diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in 18.6 sub Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klant-ondernemer. 18.10 Als de Storage Unit in enig boekjaar niet is gebruikt voor doeleinden als weergegeven in 18.4, stelt de Klant-ondernemer Xxxx opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het betreffende boekjaar hiervan in kennis met een door de Klant-ondernemer ondertekende verklaring. Binnen dezelfde termijn zendt de Klantondernemer een afschrift van die verklaring aan deInspecteur Omzetbelasting. 18.11 Als de Klant-ondernemer niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in 18.10 en/of niet voldoet aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in 18.13, of achteraf blijkt dat de Klant-ondernemer een onjuist uitgangspunt hanteerde en Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor, naar achteraf blijkt, ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is de Klant-ondernemer in verzuim en is Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op de Klant-ondernemer te verhalen. Dit nadeel betreft de volledige omzetbelasting die Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de fiscus verschuldigd is, vermeerderd met rente, eventuele verhogingen, alsmede verdere kosten en schade. Naast de in 18.6 weergegeven regeling voorziet de inhoud van dit lid in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd. De extra schade die voor Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar. Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) zal haar medewerking verlenen als de Klant-ondernemer de opgave van deze extra schade van Xxxx opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Klantondernemer. 18.12 Het in 18.6, 18.7, 18.9 en 18.11 gestelde is eveneens van toepassing als Mini opslag uden c.q. diens rechtsopvolger(s) pas na - al dan niet tussentijdse - beëindiging van de Overeenkomst wordt geconfronteerd met schade door beëindiging van de voorpartijen geldende optie; ook die schade is dan terstond, volledig en ineens opeisbaar door Mini opslag uden, respectievelijk diens rechtsopvolger(s). 18.13 Onverkort het overige dat hierover is bepaald in de overeenkomst, zal de Klantondernemer akkoord met de belaste verhuur.

Omzetbelasting. 18.1 Dit artikel is van toepassing op de Klant (huurder) die als ondernemer wordt aangemerkt voor de Wet op de Omzetbelasting 1968 1668 - hierna ook te noemen ‘‘“de Klantondernemer’’ Klant- ondernemer” - en die de Opslagbox Opslagunit zal gebruiken voor prestaties waarvoor de Klant-Klant- ondernemer minimaal 9060% aftrekrecht kan doen gelden. Dit artikel is niet van toepassing op particulieren. 18.2 Voor de in artikel 18.1 genoemde Klant-ondernemer is omzetbelasting verschuldigd. 18.3 Door ondertekening van deze Overeenkomst in zijn hoedanigheid van ondernemer gaat de Klant- Klant-ondernemer akkoord met de belaste verhuur. 18.4 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Mini Opslag Meppel verklaren uitdrukkelijk dat de huurprijs is vastgesteld met het uitgangspunt dat de Klantondernemer Klant-ondernemer de Opslagbox Opslagunit voor tenminste het bij wet vastgestelde of nader vast te stellen minimum percentage blijvend zal gebruiken of laten gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting; zodanig dat kan worden geopteerd voor een met omzetbelasting belaste (ver)huur. 18.5 De Klant-ondernemer en Topslagruimte Mini Opslag Meppel maken gebruik van de mogelijkheid die Mededeling 45, Besluit van 24 maart 19991666, nr. VB 99/571 66/571 biedt, zien af van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur en volstaan met een door de Klantondernemer in te vullen en te ondertekenen verklaring die integraal onderdeel uitmaakt van de Overeenkomst. 18.6 Als de Klant-ondernemer de Opslagbox Opslagunit niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op aftrek van omzetbelasting en daardoor de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting over de huur wordt beëindigd, is de Klantondernemer niet langer omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd aan Topslagruimte Mini Opslag Meppel c.q. diens rechtsopvolger(s), in plaats daarvan is de Klant-ondernemer met ingang van de datum waarop die beëindiging van kracht wordt, naast de huurprijs een zodanige afzonderlijke vergoeding verschuldigd aan Topslagruimte Mini Opslag Meppel c.q. diens rechtsopvolger(s) dat deze volledig wordt gecompenseerd voor: : (i) De niet (langer) aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van de Opslagbox Storage Unit of investeringen daarin als gevolg van het beëindigen van de optie voor Topslagruimte c.q. Mini Opslag Meppel c.q diens rechtsopvolger(s). . (ii) De omzetbelasting die Topslagruimte Mini Opslag Meppel c.q. diens rechtsopvolger(s) aan de fiscus moet betalen als gevolg van het beëindigen van de optie en herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 1668 of herziening als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 19681668. (iii) Alle overige schade die Mini Opslag Meppel c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie. 18.7 Het financiële nadeel dat Mini Opslag Meppel c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt door het beëindigen van de optie wordt door de Klant-ondernemer aan Mini Opslag Meppel c.q. diens rechtsopvolger(s) steeds gelijktijdig voldaan met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade als bedoeld in 18.6 sub I, zo mogelijk door een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de resterende duur van de lopende huurperiode; het blijft echter terstond, volledig en ineens van de Klant-ondernemer opeisbaar als de overeenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd. 18.8 Het in 18.6 sub II gestelde is niet van toepassing als bij het sluiten van de Overeenkomst de herzieningsperiode voor aftrek van voorbelasting voor de Opslagunit is verstreken.