Common use of Ontbinding en vereffening Clause in Contracts

Ontbinding en vereffening. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11, lid 1 van toepassing. 2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 3. De vereffening geschiedt door de bestuurders. 4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register bedoeld in artikel 11, lid 3. 5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkom- stig het doel van de stichting. 7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet voorgeschreven termijn berusten onder de jongste vereffenaar, tenzij het bestuur een andere bewaarder heeft benoemd.

Ontbinding en vereffening. 1. 1 Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 1116 lid 1, lid 1 eerste zin, van overeenkomstige toepassing. 2. 2 De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 3. 3 De vereffening geschiedt door de bestuurders. 4. De vereffenaars Zij dragen er zorg voor, voor dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register bedoeld in artikel 11, 16 lid 34. 5. 4 Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 6. Een 5 Het bestuur geeft een bestemming aan een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt stichting. Bedoelde bestemming zal zoveel mogelijk besteed overeenkom- stig in het verlengde liggen van het doel van de ontbonden stichting. 7. 6 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet voorgeschreven termijn berusten onder de jongste vereffenaar, tenzij het bestuur een andere bewaarder heeft benoemd.

Ontbinding en vereffening. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11, 15 lid 1 2 van overeenkomstige toepassing. Bij het te nemen besluit wordt tevens -met inachtneming van het in lid 6 bepaalde- de bestemming van een eventueel batig saldo bepaald. 2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 3. De vereffening geschiedt door de bestuurdershet bestuur. 4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register register, bedoeld in artikel 11, 15 lid 36. 5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkom- stig overeenkomstig het doel van de stichting. 7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, boeken en bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de termijn daartoe door de wet voorgeschreven termijn bepaald, berusten onder de jongste vereffenaar, tenzij het bestuur een andere bewaarder heeft benoemd.

Ontbinding en vereffening. 113.1. Het bestuur is bevoegd te besluiten de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is , met inachtneming van het bepaalde in artikel 11, lid 1 van toepassing6.16 en artikel 6.19. 213.2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 313.3. De vereffening geschiedt door de bestuurdershet bestuur, tenzij het bestuur (een) andere vereffenaar(s) aanwijst. 4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register bedoeld in artikel 11, lid 3. 513.4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 613.5. Een eventueel batig saldo van Het overschot na vereffening wordt door de ontbonden stichting wordt vereffenaar(s) zoveel mogelijk besteed overeenkom- stig overeenkomstig het doel van de stichting. 713.6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet voorgeschreven termijn zeven jaren berusten onder de jongste vereffenaar, tenzij door het bestuur een andere bewaarder heeft benoemdaan te wijzen perso(o)n(en). 13.7. Op de ontbinding en de vereffening van de stichting is het bepaalde in de wet van toepassing.

Ontbinding en vereffening. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 1116 lid 1, lid 1 eerste zin, van overeenkomstige toepassing. 2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 3. De vereffening geschiedt door de bestuurders. 4. De vereffenaars Zij dragen er zorg voor, voor dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register bedoeld in artikel 11, 16 lid 34. 54. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 65. Een Het bestuur geeft een bestemming aan een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt stichting. Bedoelde bestemming zal zoveel mogelijk besteed overeenkom- stig in het verlengde liggen van het doel van de ontbonden stichting. 76. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet voorgeschreven termijn berusten onder de jongste vereffenaar, tenzij het bestuur een andere bewaarder heeft benoemd.

Ontbinding en vereffening. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te 86 nemen besluit is het bepaalde in artikel 11, 13 lid 1 2 van overeenkomstige toepassing. 2. Bij het besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld, waarbij een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting zoveel mogelijk wordt besteed overeenkomstig het doel van de stichting. 3. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 3. De vereffening geschiedt door is en de bestuurdersbepalingen van deze statuten blijven zoveel mogelijk van kracht. 4. Na de ontbinding geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding een of meer vereffenaars zijn aangewezen. 5. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register register, bedoeld in artikel 11, 13 lid 3. 5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht6. 6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkom- stig het doel van de stichting. 7. Na afloop van de vereffening blijven worden de boeken, boeken en bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door bij de wet voorgeschreven termijn berusten onder ter- mijn bewaard door de jongste vereffenaar, tenzij door het bestuur een andere bewaarder heeft benoemdis aangewezen.

Ontbinding en vereffening. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11, 11 lid 1 van de statuten van toepassing. 2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 3. De vereffening geschiedt door de bestuurders. 4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register bedoeld in artikel 11, 11 lid 33 van de statuten. 5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkom- stig het doel van de stichting. 7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet voorgeschreven termijn berusten onder de jongste vereffenaar, tenzij het bestuur een andere bewaarder heeft benoemd.