Overgangsrecht betaald ouderschapsverlof Voorbeeldclausules

Overgangsrecht betaald ouderschapsverlof. Op de ambtenaar die gebruikmaakt van het overgangsrecht betaald ouderschapsverlof zijn de artikelen 6:5:1 tot en met 6:5:7 van overeenkomstige toepassing.
Overgangsrecht betaald ouderschapsverlof. Deze overgangsregeling is bedoeld voor ambtenaren die op 31 december 2005 ten minste één jaar in dienst zijn van de gemeente en die op die datum één of meer kinderen hebben die jonger zijn dan acht jaar en waarvoor nog geen ouderschapsverlof genoten is. De overgangsregeling is inhoudelijk een voortzetting van de regeling zoals die gold op 31 december 2005. De ambtenaar die gebruikmaakt van de overgangsregeling betaald ouderschapsverlof komt in principe ook in aanmerking voor de fiscale tegemoetkoming van de Belastingdienst. De ambtenaar ontvangt dan over de uren dat hij betaald ouderschapsverlof geniet het percentage van de bezoldiging zoals bepaald in het tweede en derde lid minus de daaraan gekoppelde ouderschapsverlofkorting waarop de ambtenaar aanspraak kan maken bij de Belastingdienst. Of hij dit maximale bedrag daadwerkelijk krijgt, doet niet ter zake.
Overgangsrecht betaald ouderschapsverlof. 1. De werknemer die op grond van de WAZO recht heeft op ouderschapsverlof, heeft over de uren dat hij dit verlof geniet aanspraak op doorbetaling van zijn loon, berekend naar een percentage bepaald in het tweede en derde lid, indien: a. Hij op 31 december 2005 één of meer kinderen heeft die jonger zijn dan 8 jaar en waarvoor nog geen ouderschapsverlof is genoten, en b. Hij op 31 december 2005 langer dan één jaar in dienst is van de RET N.V. of van de gemeente Rotterdam. 2. De werknemer die wordt beloond volgens schaal 4 of hoger, bedoeld in bijlage B van de Regeling Xxxx en Salaris, heeft recht op doorbetaling van 75% van het loon over de arbeidsduur waarvoor het ouderschapsverlof geldt. 3. De werknemer die wordt beloond volgens de schalen 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage B1 van de Regeling Loon en Salaris, heeft recht op doorbetaling zoals vermeld in het tweede lid van respectievelijk 90, 85 of 80% van de bezoldiging. 4. Het is de werknemer verboden gedurende de uren dat hij betaald ouderschapsverlof geniet, betaalde arbeid te verrichten. Werkgever kan hieromtrent nadere regels stellen. 5. Met ingang van 1 januari 2007 wordt het bedrag van het loon over de uren waarop de werknemer ouderschapsverlof geniet, berekend op grond van het tweede en derde lid, verminderd met het maximale bedrag van de fiscale tegemoetkoming van de Belastingdienst waarop de werknemer aanspraak kan maken.

Related to Overgangsrecht betaald ouderschapsverlof

  • Toepasselijk recht en geschillenbeslechting 13.1. De Verwerkersovereenkomst en de uitvoering daarvan worden beheerst door Nederlands recht. 13.2. Alle geschillen, welke tussen Partijen mochten ontstaan in verband met de Verwerkersovereenkomst, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter voor het arrondissement waarin Verwerker gevestigd is.

  • Rechtvaardiging Rechtvaardiging wil zeggen dat een handeling die blootstelling aan ioniserende straling met zich mee brengt, slechts is toegestaan indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling opwegen tegen de gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht. Het rechtvaardigingprincipe is in de wetgeving vastgelegd in paragraaf 2.2 van het Bbs. In dat artikel is bepaald dat een handeling slechts is toegestaan, indien deze door de ANVS is gerechtvaardigd, dan wel behoort tot een categorie van handelingen die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Medische Zorg is gerechtvaardigd. In de Rbs is in bijlage 2.1 een positieve en negatieve lijst opgenomen van respectievelijk gerechtvaardigde en niet-gerechtvaardigde categorieën handelingen. Naast deze categorale rechtvaardiging is in het kader van de vergunningverlening nog een specifieke rechtvaardiging aan de orde voor wat betreft de aangevraagde activiteit.

  • Toepasselijk recht en geschillen 1. Op alle rechtsbetrekkingen waarbij Xxxxxxxxx partij is, is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing, ook indien aan een verbintenis geheel of gedeeltelijk in het buitenland uitvoering wordt gegeven of indien de bij de rechtsbetrekking betrokken partij aldaar woonplaats heeft. De toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag wordt uitgesloten. 2. De rechter in de vestigingsplaats van Gebruiker is bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te nemen, tenzij de wet dwingend anders voorschrijft. Niettemin heeft Xxxxxxxxx het recht het geschil voor te leggen aan de volgens de wet bevoegde rechter. 3. Partijen zullen eerst een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen een geschil in onderling overleg te beslechten.