Pensionering. De effectieve ingang van het rustpensioen met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding gaf tot de opbouw van de prestaties. De opgebouwde reserves waarop de verzekerde op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig de pensioenovereenkomst. Deze zijn op ieder ogenblik gelijk aan het bedrag gevormd door de kapitalisatie van de netto premies (eventuele overdrachten van reserves inbegrepen) die op het ogenblik van de berekeningsdatum gestort zijn, tegen de toepasselijke gewaarborgde intrestvoet(en), verhoogd met de winstdeelname en verminderd met de kost voor de overlijdenswaarborg, onder aftrek van de jaarlijkse beheerskosten die de pensioeninstelling aanrekent. De prestaties waarop de verzekerde aanspraak kan maken op de pensioenleeftijd overeenkomstig de pensioenovereenkomst wanneer hij zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling laat zonder verdere premiebetaling. Deze zijn op ieder ogenblik gelijk aan de prestaties die overeenstemmen met de kapitalisatie van de verworven reserves tot op de pensioenleeftijd, volgens de toepasselijke gewaarborgde intrestvoet(en).
Appears in 5 contracts