Eerder met pensioen Voorbeeldclausules

Eerder met pensioen. 1. De deelnemer heeft de mogelijkheid om eerder met pensioen te gaan dan op de pensioenrichtdatum. Naar keuze van de deelnemer kan het ouderdomspensioen op zijn vroegst ingaan op de dag waarop de deelnemer de leeftijd van 50 jaar bereikt. In de periode tussen de dag waarop de deelnemer de leeftijd van 50 jaar bereikt en de dag waarop deze de pensioenrichtdatum bereikt, kan als vervroegde ingangsdatum van het ouderdomspensioen alleen de eerste dag van een maand gekozen worden. Het is slechts mogelijk eerder met pensioen te gaan indien de dienstbetrekking met KLM gelijktijdig wordt beëindigd en aan de overige wettelijke regels voor pensioenvervroeging wordt voldaan. 2. Indien de deelnemer ervoor kiest om eerder met pensioen te gaan, wordt het ouderdomspensioen verlaagd met gebruikmaking van leeftijdsafhankelijke sekseneutrale factoren. Deze zijn opgenomen in Bijlage 11 van dit reglement. De deelnemer heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van dit reglement de mogelijkheid om een deel van dit verlaagde ouderdomspensioen om te zetten in nabestaandenpensioen. Bij deze omzetting zal de actuariële waarde van de aanspraken na de omzetting gelijk zijn aan die van voor de omzetting. Voor de deelnemer die het tot 1 januari 2015 opgebouwde nabestaandenpensioen heeft behouden, geldt het bepaalde in de overgangsregeling (Bijlage 1 van dit reglement). 3. De in lid 1 van dit artikel genoemde keuze dient tenminste drie maanden voorafgaande aan de vervroegde pensioendatum - op een door het Fonds ter beschikking gesteld formulier - door KLM aan het Fonds kenbaar te worden gemaakt. 4.a. In afwijking van hetgeen in dit artikel is bepaald, gaat een deelnemer die een uitkering ontvangt krachtens de WIA of enige andere wettelijke arbeidsongeschiktheidsverzekering, welke voortvloeit uit of aansluit op het dienstverband met KLM, of een daarmee door het Bestuur gelijk te stellen regeling, en die op de eerste ziektedag nog niet had gekozen voor een vervroegde (of uitgestelde) pensioendatum, op de pensioenrichtdatum met pensioen. De in dit lid bedoelde uitkering wordt met het ouderdomspensioen krachtens dit reglement verrekend.
Eerder met pensioen. De (gewezen) deelnemer kan het ouderdomspensioen eerder laten ingaan dan op de pensioendatum.
Eerder met pensioen. U kiest uw persoonlijke pensioendatum en geeft dit uiterlijk zes weken voor uw vervroegde persoonlijke pensioendatum schriftelijk aan ons door. Wij keren het verlaagde ouderdomspensioen aan u uit. Als u eerder met pensioen gaat komen de volgende pensioenaanspraken te vervallen: - Partner- en wezenpensioen op risicobasis. - Anw-hiaatpensioen als dit onderdeel is van uw pensioenregeling en dit voor u verzekerd is volgens uw keuze. Het ouderdomspensioen dat u ontvangt vanaf uw persoonlijke pensioendatum, mag niet lager zijn dan het bedrag voor 'klein pensioen', zie paragraaf 6.5. ‘Klein pensioen'.
Eerder met pensioen. Lid 2 van 67 naar 68 jaar.
Eerder met pensioen. U mag eerder met pensioen gaan vanaf vijf jaar voordat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Wij keren het verlaagde ouderdomspensioen aan u uit. Als u eerder met pensioen gaat komen de volgende pensioenaanspraken te vervallen: - Anw-hiaatpensioen - WIA-excedentpensioen, als dit onderdeel is van uw pensioenregeling. Het ouderdomspensioen dat u ontvangt, mag niet lager zijn dan het bedrag voor 'klein pensioen', zie paragraaf
Eerder met pensioen. Gaat u (gedeeltelijk) eerder met pensioen, dan kunt u eerder stoppen met werken. Dit heeft wel gevolgen voor uw inkomen. U krijgt dan per jaar een (soms aanzienlijk) lager bedrag aan pensioen. Dit komt omdat u minder lang pensioen heeft opgebouwd. En omdat u over een langere periode pensioen krijgt. Gaat u vóór uw AOW-leeftijd met pensioen? Xxx krijgt u wel al vervroegd ouderdomspensioen maar nog geen AOW-uitkering. U kunt dit tijdelijke verschil in inkomen overbruggen met een ‘AOW-overbrugging’. U ruilt dan een deel van uw ouderdomspensioen in voor een tijdelijk ouderdomspensioen. Tot uw AOW-leeftijd ontvangt u dan een deel van uw ouderdomspensioen. Houd er wel rekening mee dat u na uw AOW-leeftijd een lager ouderdomspensioen krijgt.
Eerder met pensioen. 20.2.1 De Deelnemer, of Gewezen Deelnemer die ten minste zes maanden Gewezen Deelnemer is, heeft het recht om eenmalig een lagere Pensioengerechtigde Leeftijd te kiezen dan de Pensioengerechtigde Leeftijd van 68 jaar als vermeld in artikel 6, met dien verstande dat de gekozen Pensioengerechtigde Leeftijd niet mag liggen vóór de leeftijd van 55 jaar. Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer van dit recht gebruik wil maken, dient de Deelnemer of Gewezen Deelnemer dit uiterlijk zes maanden, maar niet eerder dan twaalf maanden vóór de door hem beoogde Pensioengerechtigde Leeftijd schriftelijk aan het Pensioenfonds mee te delen door middel van het daartoe bestemde formulier. Het formulier dient mede ondertekend te zijn door de Partner van de Deelnemer of Gewezen Deelnemer. Voor een Deelnemer geldt de op grond van dit artikel 20.2 gekozen Pensioengerechtigde Leeftijd onder de voorwaarde dat hij niet overlijdt vóór het bereiken van deze gekozen Pensioengerechtigde Leeftijd en onder de voorwaarde dat aan de Deelnemer vóór het bereiken van die Pensioengerechtigde Leeftijd niet een arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in artikel 12 is toegekend. 20.2.2 Bij vervroeging door de Deelnemer of Gewezen Deelnemer in de Collectieve toedelingskring wordt het volledige op dat moment nog aanwezig saldo van de pensioenbeleggingsrekening aangewend voor de aankoop van Collectief variabel pensioen bij het Pensioenfonds. Hierbij vindt tegelijkertijd actuariële herrekening plaats van de reeds bij het Pensioenfonds ingekochte aanspraken op Collectief variabel pensioen. 20.2.3 Conform het bepaalde bij en krachtens de Wet LB kan vervroeging van de Pensioengerechtigde Leeftijd eerder dan 5 jaar voorafgaand aan het bereiken van de voor de Deelnemer of Gewezen Deelnemer geldende AOW-leeftijd alleen plaatsvinden, indien en voor zover de Deelnemer of Gewezen Deelnemer schriftelijk aan het Pensioenfonds verklaart dat een arbeidsovereenkomst of het verrichten van betaalde werkzaamheden als ondernemer wordt beëindigd.
Eerder met pensioen. U kunt de keuze maken om uw pensioen eerder in te laten gaan dan op uw 68e. Dat betekent wel dat uw ouderdomspensioen lager wordt. U mag ook een deel van uw pensioen eerder laten ingaan.

Related to Eerder met pensioen

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • UITSPRAAK OVER DE BODEMKWALITEIT Er zijn geen aanwijzingen bij de OVAM dat op deze grond een bodemverontreiniging voorkomt.

  • Waar ben ik gedekt? Op de groene kaart staat vermeld in welke landen je verzekerd bent. Als je de verzekering aanvraagt, moet je onze vragen eerlijk beantwoorden. Je moet zoveel mogelijk doen om schade te voorkomen en te beperken. Meld schade zo snel mogelijk. En geef veranderingen in jouw situatie zo snel mogelijk door. Bijvoorbeeld veranderingen in je privésituatie zoals een verhuizing, wijziging van gezinssamenstelling of opleidingsniveau.

  • Pensioenen Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 19, paragraaf 1, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen, betaald aan een verblijfhouder van een overeenkomstsluitende Staat ter zake van een vroegere dienstbetrekking, slechts in die Staat belastbaar.

  • NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL DIENSTVRIJSTELLINGEN

  • Pensioenopbouw De pensioenopbouw is gebaseerd op het volledige salaris bij de oorspronkelijke arbeidsduur. De pensioenopbouw wordt voortgezet onder de normale verdeling van werkgevers- en werknemerspremie. Het geldende pensioenreglement van ABP is bepalend.

  • Mogen wij deze voorwaarden en onze leveringstarieven veranderen? 19.1 Wij mogen deze voorwaarden altijd veranderen. 19.2 Veranderen wij deze voorwaarden? Dan informeren wij u minimaal tien kalenderdagen voor de verandering schriftelijk of digitaal. Wij melden dan ook dat u onze overeenkomst mag beëindigen. Daarvoor gelden wel deze voorwaarden. 19.3 Wij kunnen met elkaar afspreken dat wij de leveringstarieven mogen veranderen tijdens de overeenkomst. Redenen hiervoor zijn overheidsbesluiten en de ontwikkelingen op de markt voor elektriciteit of gas, waaronder prijsontwikkeling op de groothandelsmarkten voor elektriciteit of gas, wijzigingen met betrekking tot marge en prijs- en inkooprisico’s, Wijzigingen in de kostenstructuur voor het betreffende product en wijzigingen in onze algemene kostenstructuur. Ook andere, uitzonderlijke, omstandigheden kunnen een reden zijn om de leveringstarieven te veranderen, in dat geval zal deze reden duidelijk aan u uitgelegd worden. 19.4 Veranderen wij de leveringstarieven? Xxx informeren we u schriftelijk of digitaal. Wij informeren u tijdig voordat wij deze tarieven veranderen en wij melden dan ook dat u onze overeenkomst zonder vaste einddatum mag beëindigen. Daarvoor gelden wel deze voorwaarden. Deze bepaling geldt niet voor een wijziging van de tarieven door een wijziging van de overheidsheffingen of de belastingen. 19.5 Wij kunnen ook met elkaar afspreken dat wij de leveringstarieven niet mogen veranderen tijdens de overeenkomst. Dit geldt niet voor een wijziging van de tarieven door een wijziging van de overheidsheffingen of de belastingen. 19.6 De netbeheerder kan zijn tarieven ook veranderen. In zijn algemene voorwaarden staan de regels hiervoor.

  • Pensioen Voor de werknemer die als overheidswerknemer in de Wet Privatisering ABP (Stb.1995, nr. 639) wordt aangemerkt, geldt met betrekking tot de pensioenvoorziening het bepaalde in het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

  • Wat zijn de gevolgen als u zich niet aan deze verplichtingen houdt? Als u zich niet aan de verplichtingen in paragraaf 6.5 houdt, kunnen we uw vergoeding verlagen of beëindigen. Dat doen we alleen als u minder of geen loon aan de verzekerde had moeten doorbetalen als u de verplichtingen wel was nagekomen. Werkt de verzekerde niet (voldoende) mee aan zijn re-integratie en betaalt u zijn loon door terwijl u de loondoorbetaling tijdelijk had kunnen opschorten. Dan betalen we geen vergoeding over de periode dat de verzekerde niet (voldoende) meewerkt aan zijn re-integratie.

  • Toepasselijke eisen en normen artikelen 1 tot en met 16, bijlagen I en II.