Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). De Belgische wetgeving (KB van 13 juni 2005) eist dat werknemers die op en langs de openbare weg werken bij de dagelijkse uitoefening van hun functie worden beschermd door het dragen van kleding met signaalfunctie die de nieuwe norm EN ISO 20471:2013 volgt: Voor wegeniswerken is hoge zichtbaarheidskledij minimaal klasse 2 vereist op wegen met een snelheidsbeperking tot 60km/u. Klasse 3 is verplicht bij een hogere maximumsnelheid, slechtere verlichting (< 200m.) of andere condities die risico-verhogend kunnen zijn. De keuze en het gebruik van kledij met hoge zichtbaarheid moet gebaseerd zijn op een risicoanalyse van de omstandigheden waarin de drager van de hoge zichtbaarheidskledij zal werken. Het deel van de kledij dat de hoge zichtbaarheid garandeert, moet zichtbaar zijn tijdens het werk. Het kledingstuk mag niet worden bedekt door andere kledij of uitrusting. Jassen, en andere moeten steeds dicht zijn (360° zichtbaarheid). Lawaai De aannemer stelt gehoorbescherming ter beschikking van zijn werknemers, in overeenstemming met het KB van 16/01/2006 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van lawaai op het werk. Het bijgewerkte KB definieert de volgende waarden waarvoor specifieke preventiemaatregelen moeten worden genomen: • Onderste actiewaarden voor blootstelling: respectievelijk LEX, 8h = 80 dB(A) en Ppiek = 112 Pa, (135 dB(C) in verhouding tot 20 µPa) • Bovenste actiewaarden voor blootstelling: respectievelijk LEX, 8h = 85 dB(A) en Ppiek = 140 Pa, (137 dB(C) in verhouding tot 20 µPa) • Grenswaarden voor blootstelling: respectievelijk LEX, 8h = 87 dB(A) en Ppiek = 200 Pa, (140 dB(C) in verhouding tot 20 µPa)
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). De standaard persoonlijke beschermingsmiddelen: De standaard persoonlijke beschermingsmiddelen zijn vervaardigd uit materialen aangepast aan de risico’s eigen aan Eastman installaties: brand en blootstelling aan chemicaliën. De standaard persoonlijke bescherming bestaat uit: - helm - veiligheidsschoenen met hoge schacht - werkkledij: bestaat uit een vest met lange mouwen en lange broek of overall uit één stuk. Deze kledij wordt als volgt gedragen: mouwen naar beneden en alle knopen of andere sluitsystemen gebruikt. De werkkledij is brandvertragend en antistatisch. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van Nomex werkkledij of gelijkwaardig, (ENISO11611 class1, EN1149-5, EN13034 type 6). - handschoenen (mechanische bescherming en chemische bescherming) - veiligheidsbril - ruimzichtveiligheidsbril - harnasgordel - gehoorbescherming - vluchtmasker bij werken op hoogte in productie-eenheden En wordt door de contractor aan zijn personeel ter beschikking gesteld. De contractor staat ervoor in de bevuilde werkkledij van zijn medewerkers te laten wassen in een industriële wasserij. Mee naar huis nemen en thuis wassen is niet toegestaan vanwege het risico op blootstelling aan restanten van chemische producten. Het type ruimzichtbril dat Eastman aan zijn eigen werknemers ter beschikking stelt is de UVEX Ultrasonic en de Uvex Carbonvision . De helm, werkkledij en de veiligheidsbril zijn verplicht op het ganse productieterrein. Ook de waterzuivering (overkant Pantserschipstraat) wordt beschouwd als productieterrein. Voor het dragen van PBM’s op het contractorplein: zie 8.2. Het gebruik van de ruimzichtbril is verplicht in zones gemarkeerd met een blauwe lijn met haaientanden; het betreft vooral productie-installaties. Ook indien productie-installaties niet in dienst zijn moet de ruimzichtbril gedragen worden. Een vluchtmasker dient men bij zich te hebben bij werken op verdiepingen/op hoogte in de productie eenheden. Deze worden voor een groot deel van de Top 12 contractoren voorzien door Eastman aan de voormannen/leidinggevende. Andere contractoren en korte termijn contractoren dienen deze vluchtmaskers in de controlezaal/vergunningsruimte op te halen. De uitrusting moet ook gedragen worden: - Wanneer het ARAB/AREI/CODEX het oplegt of wanneer dit bepaald werd op basis van een risicoanalyse; - Wanneer vermeld op de werkvergunningen - Wanneer de signalisatie dit verplicht. Elk beschermingsmiddel, behalve de werkkledij, dient te voldoen aan de geldende reglementering i.v.m. ...
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). 1. Op alle locaties van de Opdrachtgever is het dragen van de onderstaande PBM verplicht. Het betreft (AIV art. 36.9):
a. een genormeerde veiligheidshelm conform EN397;
b. veiligheidsschoenen /-laarzen (S3) met hak;
c. veilige, schone, representatieve en herkenbare werkkleding geschikt voor de werkzaamheden (minimaal T-shirt en lange broek);
d. Voor alle grond-, weg-, waterbouw en railinfra werkzaamheden is het dragen van signaalkleding, conform NEN- EN 20471 verplicht:
i. Bij daglicht klasse II (minimaal een hesje, CROW Eis SKL-01-05)
ii. Bij duisternis en andere zichtbeperkende omstandigheden klasse III (minimaal een hesje en lange RWS uitvoering signalisatie veiligheidsbroek, CROW Eis SKL-01-06).
iii. Nabij en in de Railinfra geldt altijd klasse III (minimaal een hesje en lange RWS uitvoering signalisatie veiligheidsbroek, CROW Eis SKL-01-06).
2. In aanvulling op hetgeen gesteld in lid 1 kunnen voor de werklocatie aanvullende specifieke eisen gesteld worden.
3. De Opdrachtnemer specificeert aanvullende specifieke PBM, gerelateerd aan de risico’s van de uit te voeren werkzaamheden in zijn V&G-deelplan of werkplan (art. 4 lid 3a en b).
4. Opdrachtnemer houdt toezicht op correct gebruik, de staat en onderhoud van PBM volgens de instructies van de fabrikant.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). 3.21.1De CONTRACTOR dient PBM te verstrekken, gebruiken en onderhouden zoals nodig geacht op basis van de risicobeoordeling en in overeenstemming met de nationale wetgeving.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). De aannemer is verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van de benodigde PBM ten behoeve van zijn werknemers. • Los van de noodzakelijke te dragen persoonlijke beschermingsmiddelen voor de uitvoering van de werkzaamheden door de aannemer, zijn in bepaalde zones van het bedrijf steeds een aantal PBM verplicht te dragen. Deze worden aan de ingang van de zone of gebouw aangeduid. Zo dienen veiligheidsschoenen bijvoorbeeld steeds over de ganse site gedragen te worden (uitgezonderd burelen).
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Het dragen van aan het werk aangepaste PBM (b.v. overall, handschoenen, veiligheidsschoenen, veiligheidsbril, stofmasker,…) conform de geldende wetgeving is op de bouwplaats voor iedereen verplicht. Elke onderneming moet op haar kosten PBM ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij ten gepaste tijde zorgen voor het onderhoud en vernieuwing. De werknemers moeten, in overeenstemming met hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de PBM en ze na gebruik weer opbergen en onderhouden. Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig CBM voorzien. De keuze in beschermingsmiddelen wordt bepaald op basis van de preventiemaatregelen van de welzijnswet, waarin onder meer voorkeur wordt gegeven aan collectieve beschermingsmiddelen i.p.v. persoonlijke beschermingsmiddelen. (4 augustus 1996 – Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de verwezenlijking van hun werk (BS 18/09/1996) gewijzigd bij Wet van 13/2/1998 (BS 19/02/1998) & Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, aankoop en het gebruik van collectieve bescherimingsmiddelen). Het plaatsen en/of wegnemen van CBM wordt geregeld in samenspraak met de ‘coördinator verwezenlijking’. Geplaatste CBM mogen nooit verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht. Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke en/of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de ‘coördinator verwezenlijking’ gemeld worden.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Wanneer? Welke PBM? • Tijdens het werken met een sproeiflacon Alcohol kan bij veelvuldige blootstelling ontvettend werken op de huid waardoor huidirritatie kan ontstaan. Handschoenen van butylrubber of neopreen • Xxxxxx dan 30 minuten werken met een sproeiflacon
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Wanneer? Welke PBM? • Bij het handmatig aanmaken van de gebruiksoplossing Xxxxx beschermende handschoenen: • van butylrubber of PVC (bij gebruik van aldehyden, oxidatieve middelen of quartinaire ammonium- verbindingen) • van neopreen of PVC (bij gebruik van chloorhoudende verbindingen)
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Alle werknemers en ingehuurd personeel hebben de benodigde PBM’s ter beschikking, die men verplicht is in voorgeschreven situaties te dragen. De PBM’s met bijbehorende instructies worden bij indiensttreding en bij vervanging verstrekt, indien deze niet al in bezit zijn, door opdrachtgever en/of ProfLinQ. Benodigde PBM’s die niet persoonlijk verstrekt worden, worden op verzoek van de werknemer beschikbaar gesteld door ProfLinQ en/of opdrachtgever voor de duur van de werkzaamheden. De werknemers dienen zelf toe te zien op het tijdig vervangen van de middelen en het plegen van onderhoud. Ondeugdelijke PBM’s moeten omgeruild worden bij ProfLinW en/of opdrachtgever. PBM’s moeten volgens de onderstaande tabel gedragen worden. PBM’s: V = Verplicht – A = Aanbevolen PBM’s Profielen/Werkzaamheden: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 Signaalkleding oranje/geel Algemeen
2 Veiligheidsschoenen/Laarzen Administratie en kantoor
3 Veiligheidshelm Productie V A A A 4 Veiligheidsbril Handlangeren/Opperen X X X
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Als flexwerker heb je op het gebied van veiligheid dezelfde rechten én plichten als de vaste medewerkers van het bedrijf waar je werkt. Veiligheidskleding, – schoenen en – bril vallen onder persoonlijke beschermingsmiddelen. Het bedrijf moet deze middelen niet alleen verstrekken, het moet ook voor de noodzakelijke voorlichting en instructie zorgen. Bij een aantal opdrachtgevers verzorgen de intercedenten van BCN deze zaken, maar altijd onder verantwoordelijkheid van de opdrachtgever. De flexwerker is verplicht om de beschermings– middelen op de voorgeschreven manier te gebruiken. Meer informatie: zie pagina 20.