Prijsindex Voorbeeldclausules
Prijsindex. De ontwikkeling van het peil van de prijzen over de periode van september van enig jaar ten opzichte van september van het jaar daarvoor. Deze index wordt jaarlijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgesteld en gepubliceerd als “Consumentenprijsindexcijfer (CPI afgeleid)”. Uitgegaan wordt van de eerste publicaties. Afronding vindt plaats op twee decimalen nauwkeurig.
Prijsindex. Het peil van de prijzen op 1 juli van een jaar ten opzichte van 1 juli van het jaar daarvoor. Deze index wordt jaarlijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgesteld als “Consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens (afgeleid)”. Afronding vindt plaats op twee decimalen nauwkeurig.
Prijsindex. Voor de overige kosten wordt de Consumenten Prijsindex (CPI) van het CPB aangehouden. Dit geldt voor alle factuurbudgetten en het overheadbudget. Leveranciers rekenen ons overwegend prijsverhogingen door op basis van deze index. Ook in de overheadafspraken met de gemeente Groningen wordt vanaf 2020 uitgegaan van dit percentage. Op basis van de augustusraming van het CPB wordt verwacht dat de CPI in 2022 11,3% hoger ligt dan het prijsniveau 2021. In de begroting van 2022 was gerekend met 2,5% en dus is sprake van een nadeel op basis van werkelijke prijzen van 8,8%. Voor zowel 2023 als 2024 wordt met een indexering gerekend van 2,5%. Dit resulteert in een prijsindex voor 2024 van 11,3%.
Prijsindex. Het bestuur stelt de prijsindex vast. Deze index geeft de ontwikkeling weer van de afgeleide consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens. De jaarlijkse referentieperiode loopt van 30 september voorafgaand aan het jaar waarop een voorwaardelijke toeslagverlening plaatsvindt ten opzichte van 30 september van het daaraan voorafgaande jaar. Door of namens het bestuur vast te stellen periode van vier of vijf weken. Een kalenderjaar bestaat uit 13 PRIS-perioden.
Prijsindex. De procentuele stijging van de Consumentenprijsindex Alle Huishoudens (zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek), of een daarvoor in de plaats getreden reeks, van de maand oktober voorafgaand aan de aanpassingsdatum, ten opzicht van die van de maand oktober van het jaar daarvoor, afgerond op twee decimalen.
Prijsindex. Het stijgingspercentage van de kosten van levensonderhoud op basis van een vergelijking van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde en gepubliceerde niet-afgeleide consumenten prijsindexcijfer voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar met dat voor de maand september van het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de laatste verhoging heeft plaatsgevonden. Indien dit indexcijfer niet meer wordt gepubliceerd, wordt het vervangen door een door het Bestuur vast te stellen maatstaf, die zoveel mogelijk vergelijkbaar is met de eerder gehanteerde maatstaf.
Prijsindex. Het indexcijfer: ‘totaal consumentenprijsindex, alle huishoudens, afgeleid’, zoals door het CBS wordt vastgesteld. De jaarlijkse referentieperiode loopt van september tot september. Pensioenwet.
Prijsindex. Het percentage, tot op twee decimalen nauwkeurig berekend, waarmee het consumentenprijsindexcijfer van de maand oktober onmiddellijk voorafgaand aan de 1e januari van een jaar, is gestegen ten opzichte van het consumentenprijsindexcijfer over de maand oktober van het daaraan voorafgaande jaar. Als consumentenprijsindexcijfer wordt gehanteerd het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens, afgeleid, zoals dit door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt gepubliceerd. Indien dit consumentenprijsindexcijfer niet meer wordt gepubliceerd, geldt het daarvoor in de plaats getreden prijsindexcijfer.
Prijsindex. Voor de overige kosten in 2025 wordt de Consumenten Prijsindex (CPI) van het CPB aangehouden. Dit indexcijfer geldt voor alle factuurbudgette, waarbij de ontwerpbegroting 2024 als prijspeil dient. Leveranciers rekenen ons overwegend prijsverhogingen door op basis van deze index. Ook in de overheadafspraken met de gemeente Groningen wordt vanaf 2020 uitgegaan van dit percentage.
1. Reguliere verwachting 2025 2,50%
2. Nacalculatie prijsindex 2023 1,30%
3. Aanpassing prijsindex 2024 0,50%
1. Op basis van de inflatieverwachting van de ECB en DNB, wordt er uitgegaan van een reguliere prijsindex in 2025 van 2,5%.
2. Volgens dezelfde systematiek als bij de loonindex is de reguliere index in 2023 op basis van aannames op 1,9% ingeschat. De werkelijke index blijkt uit cijfers van CPB 3,2% te zijn. Het effect dat uit nacaculatie volgt is 3,2%-1,9%=1,3%.
3. De gehanteerde augustusraming van het CPB laat zien dat de gehanteerde index in de ontwerpbegroting van 2024 à 11,3% te laag blijkt. De werkelijke index is 11,8%. Dit effect willen we bij voorbaat meenemen in de begroting 2025: 11,8%-11,3%=0,5%.
Prijsindex. In plaats van de in artikel 4, lid 4 van de exploitatieovereenkomst genoemde Consumenten Prijs Index, reeks alle huishoudens, categorie 09416 (huur sportaccommodatie), wordt gehanteerd de Consumenten Prijs Index, reeks alle huishoudens, categorie 000000 (alle bestedingen) als gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.