Regionale preventie-infrastructuur Voorbeeldclausules

Regionale preventie-infrastructuur. Samenwerking is ingewikkeld en komt niet altijd vanzelf- sprekend tot stand. Of het nu binnen of tussen gemeenten is, of met zorgverzekeraars. Hetzelfde geldt overigens ook voor de samenwerking tussen (zorg)professionals. Dit bemoeilijkt landelijke implementatie en opschaling van erkende, én kansrijke, interventies over de domeinen heen. In het IZA is afgesproken dat er per 1 januari 2025 een preventie-in- frastructuur tot stand moet komen, waarbinnen op basis van een regiobeeld en regioplan structureel wordt samen- gewerkt en doorverwezen om tot een integraal aanbod te komen. Regionaal samenwerken bevordert de efficiëntie en slagkracht en ondersteuning van veel, met name kleinere, gemeenten en vergemakkelijkt het maken van afspraken met vaak regionaal of landelijk werkende organisaties, zoals de zorgverzekeraars. Daarbij is het belangrijk dat er een wissel- werking is tussen regionale en lokale plannen en activiteiten. Veel regionale samenwerking rondom publieke gezondheidszorg en gezondheidsbevordering vindt momenteel al plaats langs de lijn van de GGD-regio’s. De GGD’en hebben een goede uitgangspositie om te adviseren over bovengemeentelijke samenwerking en partijen aan elkaar te verbinden. Ook kunnen de GGD’en adviseren en ondersteunen in het vertalen van regionale plannen naar de lokale gemeentelijke praktijk. Door de bestaande kennis van het netwerk en de gemeentelijke domeinen kan geadviseerd en ondersteund worden in het verbinden van beleidsdomeinen en het vormen van integrale aanpakken. Hierbij gaat het over randvoorwaarden voor duurzame samenwerking maar ook op inhoud over interventies en de kennis en ervaringen daaromtrent. De GGD-regio’s komen in grote lijnen overeen met de zorgkantoorregio’s. De zorgkantoorregio’s zijn leidend voor de regiobeelden en -plannen die conform afspraken in het IZA worden opgesteld. Daar waar de regio’s verschillen, gaan partijen om tafel om te voorkomen dat er incongruentie ontstaat.
Regionale preventie-infrastructuur a. Preventieve interventies staan nooit op zichzelf, maar moeten landen in een stevige (regionale) infrastructuur die is gericht op bescherming en bevordering van gezondheid. Zorgverzekeraars en gemeenten maken daarom aan de hand van een regiobeeld en -plan (met regionale gezond- heidsdoelen) zo snel mogelijk, maar uiterlijk 1 januari 2025 niet-vrijblijvende regionale samenwerkingsafspraken over gezondheidsbevordering van de populatie als geheel en specifiek voor risicogroepen (bijvoorbeeld mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden, met psychische kwetsbaarheid, ouderen met valrisico, mensen met een gok-, drugs- of alcoholverslaving, kinderen en volwassenen met overgewicht) en patiënten. b. Het regiobeeld en -plan en de regionale samenwerkings- afspraken worden gemaakt op basis van de bestaande werkstructuur tussen zorgverzekeraars en gemeenten. Hierbij worden de GGD, de (thuiszorg)zorg- en welzijnsaan- bieders en professionals uit het sociale en publieke domein betrokken. Tevens worden de regionale preventiecoalities, patiënten-, cliënten- en naastenorganisaties en kennis- instellingen zoals Topfit, Health Hub Utrecht, Preventie Overleg Groningen, Slimmer Leven Brainport Regio en de Friese Preventieaanpak benut. Er is aandacht voor de inzet van e-health en anonieme hulplijnen, bijvoorbeeld ter versterking van zelfhulp en gezondheidsvaardigheden en ter vervanging van face to face contact. c. Over de (wettelijke) taken en verantwoordelijkheden van gemeenten en zorgverzekeraars ten aanzien van de (regio- nale) preventie infrastructuur, worden uiterlijk 15 december 2022 in een addendum bij zowel het IZA als het GALA nadere bestuurlijke afspraken gemaakt. Hierbij wordt ook het (concept)werkprogramma van VNG met daarin de inzet van gemeenten (zie kader in koptekst) betrokken. d. Daarnaast richten zorgverzekeraars en gemeenten met ingang van 1 januari 2024 in ieder geval de volgende ketenaanpakken in: Kansrijke start, valpreventie bij ouderen, aanpak overgewicht en obesitas bij kinderen, de gecombineerde leefstijlinterventie bij overgewicht van volwassenen en welzijn op recept. Hierover worden uiterlijk 15 december 2022 in een addendum bij zowel het IZA als het GALA nadere bestuurlijke afspraken gemaakt. VWS en NZa zijn verantwoordelijk voor de daarvoor benodigde tijdige aanpassing van de relevante regelgeving. Duidingen van het Zorginstituut zijn randvoorwaardelijk voor het kunnen maken van nadere bestuurlijke afspraken en het tijdig inrichten van de ketenaan...

Related to Regionale preventie-infrastructuur

  • Preventieve maatregelen Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.

  • Grondslag 1.1 Aan deze verzekeringsovereenkomst liggen ten grondslag de door verzekeringnemer tot het aangaan van de verzekering verstrekte inlichtingen en verklaringen - in welke vorm dan ook - en worden geacht daarmee één geheel te vormen. 1.2 Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voorzover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens de verzekeraar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde resp. de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan.

  • Arbeidsduurverkorting In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

  • Molest, atoomkernreacties, kaping en verbeurd- verklaring Wij vergoeden geen kosten en verlenen geen hulp bij schade die ontstaat door molest, atoomkernreacties, het bijwonen van een kaping en verbeurdverklaring. Een verbeurdverklaring is het in beslag nemen van voorwerpen door een overheid of andere instantie.

  • Stookolietank De overdrager verklaart dat in het verkochte goed noch een ondergrondse noch een bovengrondse stookolietank aanwezig is.

  • Functiewaardering 1 De functie van de werknemer is op basis van het door de werkgever gehanteerde systeem van functiewaardering eFuwa of de Hay- methodiek ingedeeld in één van de functiegroepen 1 tot en met 18. Deze functiegroepen zijn tevens salarisgroepen. 2 De indeling van de functies vindt plaats binnen de in het Conversie- bestand Hoger Beroepsonderwijs vastgelegde verhoudingen van de functiezwaarte. De samenvatting van het Conversiebestand in de functiematrix waarin deze verhoudingen zijn vastgelegd is opgenomen in bijlage IX van deze cao. 3 De werknemer kan te allen tijde bezwaar maken tegen de waardering van zijn functie. Het ‘Landelijke bezwarenreglement functie ordenen hbo’ zoals opgenomen in bijlage V is van toepassing. 4 Vanaf 1 september 2023 geldt dat functies waarvan onderwijsgevende taken deel uitmaken (docentfuncties6 ), waarvoor het hebben van een volledige en overdraagbare basiskwalificatie didactische bekwaamheid (hierin is de basiskwalificatie examinering geïntegreerd) vereist is (of vergelijkbare functie-eisen7), minimaal op functieschaal 11 moeten worden gewaardeerd. 5 Zo snel mogelijk, maar uiterlijk per 1 september 2025 zijn alle docentfuncties op schaal 10-niveau opnieuw beoordeeld. Docenten waarvan in de huidige taakuitoefening een rol verwacht wordt in de onderwijsontwikkeling en/of die taken verrichten waarvoor de volledige en overdraagbare basiskwalificatie didactische bekwaamheid (hierin is de basiskwalificatie examinering geïntegreerd) vereist is (of vergelijkbare functie-eisen7), worden in schaal 11 ingedeeld. Cao- partijen hebben de tabel in bijlage XV als onderscheidende criteria hiervoor opgesteld. 6 Functies die niet voldoen aan de criteria in het vorige lid krijgen een andere functiebenaming dan “docent”. Vanaf 1 oktober 2023 krijgen nieuwe werknemers in schaal 10 of lager een functienaam die niet het woord ‘docent’ of ‘lecturer’ is of bevat. Het staat de hogeschool vrij een benaming te kiezen. Hogescholen kunnen werknemers in schaal 10 die voor 1 oktober 2023 de functienaam ‘docent’ reeds hebben, en die ook naar de maatstaven van de huidige cao in schaal 10 behoren te blijven, de benaming docent laten behouden.

  • Contractduur, uitvoeringstermijnen, risico-overgang, uitvoering en wijziging overeenkomst, prijsverhoging De overeenkomst tussen Opdrachtnemer en de Opdrachtgever wordt aangegaan voor bepaalde tijd, tenzij uit de aard van de overeenkomst anders voortvloeit of indien partijen uitdrukkelijk en schriftelijk anders overeenkomen. Is voor de uitvoering van bepaalde werkzaamheden of voor de levering van bepaalde zaken een termijn overeengekomen of opgegeven, dan is dit nimmer een fatale termijn. Bij overschrijding van een termijn dient de Opdrachtgever Opdrachtnemer derhalve schriftelijk in gebreke te stellen. Opdrachtnemer dient daarbij een redelijke termijn te worden geboden om alsnog uitvoering te geven aan de overeenkomst. Opdrachtnemer zal de overeenkomst naar beste inzicht en vermogen en overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap uitvoeren. Een en ander op grond van de op dat moment bekende stand der wetenschap. Opdrachtnemer heeft het recht bepaalde werkzaamheden te laten verrichten door derden. De toepasselijkheid van artikel 7:404, 7:407 lid 2 en 7:409 BW wordt uitdrukkelijk uitgesloten. Indien door Opdrachtnemer of door Opdrachtnemer ingeschakelde derden in het kader van de opdracht werkzaamheden worden verricht op de locatie van de Opdrachtgever of een door de Opdrachtgever aangewezen locatie, draagt de Opdrachtgever kosteloos zorg voor de door die medewerkers in redelijkheid gewenste faciliteiten. Opdrachtnemer is gerechtigd de overeenkomst in verschillende fasen uit te voeren en het aldus uitgevoerde gedeelte afzonderlijk te factureren. Indien de overeenkomst in fasen wordt uitgevoerd kan Opdrachtnemer de uitvoering van die onderdelen die tot een volgende fase behoren opschorten totdat de Opdrachtgever de resultaten van de daaraan voorafgaande fase schriftelijk heeft goedgekeurd. De Opdrachtgever draagt er zorg voor dat alle gegevens, waarvan Opdrachtnemer aangeeft dat deze noodzakelijk zijn of waarvan de Opdrachtgever redelijkerwijs behoort te begrijpen dat deze noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de overeenkomst, tijdig aan Opdrachtnemer worden verstrekt. Indien de voor de uitvoering van de overeenkomst benodigde gegevens niet tijdig aan Opdrachtnemer zijn verstrekt, heeft Opdrachtnemer het recht de uitvoering van de overeenkomst op te schorten en / of de uit de vertraging voortvloeiende extra kosten volgens de alsdan gebruikelijke tarieven aan de Opdrachtgever in rekening te brengen. De uitvoeringstermijn vangt niet eerder aan dan nadat de Opdrachtgever de gegevens aan Opdrachtnemer ter beschikking heeft gesteld. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor schade, van welke aard ook, doordat Opdrachtnemer is uitgegaan van door de Opdrachtgever verstrekte onjuiste en / of onvolledige gegevens. Indien tijdens de uitvoering van de overeenkomst blijkt dat het voor een behoorlijke uitvoering daarvan noodzakelijk is om deze te wijzigen of aan te vullen, dan zullen partijen tijdig en in onderling overleg tot aanpassing van de overeenkomst overgaan. Indien de aard, omvang of inhoud van de overeenkomst, al dan niet op verzoek of aanwijzing van de Opdrachtgever, van de bevoegde instanties et cetera, wordt gewijzigd en de overeenkomst daardoor in kwalitatief en / of kwantitatief opzicht wordt gewijzigd, dan kan dit consequenties hebben voor hetgeen oorspronkelijk overeengekomen werd. Daardoor kan ook het oorspronkelijk overeengekomen bedrag worden verhoogd of verlaagd. Opdrachtnemer zal daarvan zoveel als mogelijk vooraf prijsopgaaf doen. Door een wijziging van de overeenkomst kan voorts de oorspronkelijk opgegeven termijn van uitvoering worden gewijzigd. De Opdrachtgever aanvaardt de mogelijkheid van wijziging van de overeenkomst, daaronder begrepen de wijziging in prijs en termijn van uitvoering. Indien de overeenkomst wordt gewijzigd, daaronder begrepen een aanvulling, dan is Opdrachtnemer gerechtigd om daaraan eerst uitvoering te geven nadat daarvoor akkoord is gegeven door de binnen Opdrachtnemer bevoegde persoon en de Opdrachtgever akkoord is gegaan met de voor de uitvoering opgegeven prijs en andere voorwaarden, daaronder begrepen het alsdan te bepalen tijdstip waarop daaraan uitvoering gegeven zal worden. Het niet of niet onmiddellijk uitvoeren van de gewijzigde overeenkomst levert geen wanprestatie van Opdrachtnemer op en is voor de Opdrachtgever geen grond om de overeenkomst op te zeggen of te annuleren.

  • Waterinstallatie ONDERDEEL UITVOERING POSITIE OMSCHRIJVING Tappunten koudwater Kunststof waterleiding Keuken, toiletruimte, fonteintje, douche, wastafel, wasmachine. De koudwaterleidingen worden vanaf de meterkast naar alle sanitaire-toestellen aangebracht, de plaats voor de spoelbak van de keukeninrichting, de plaatsingsmogelijkheid voor de wasmachine. Op aansluitpunten van de keukeninrichting die niet worden aangesloten is een stopkraan voorzien waarmee de leidingen kunnen worden gespoeld. Buitenkraan achtergevel Op de achtergevel conform verkooptekening. Het leveren en monteren van een vorstvrije buitenkraan met slangwartel 1/2 en losse sleutel. De kraan wordt geplaatst op de achtergevel nabij de achterdeur en wordt aangesloten op de koudwaterinstallatie. De kraan hoeft in de winterperiode niet afgesloten / afgetapt te worden. Wel moet een eventueel aangesloten tuinslang afgekoppeld worden. Tappunten warmwater Kunststof waterleiding Keuken, douche, en wastafel in badkamer De warmwaterleidingen worden vanaf de warmtepomp in de woning aangebracht naar de douchehoek, bad (indien aanwezig), wastafel en de plaats voor de spoelbak van de optionele keukeninrichting. In het geval er sprake is van twee of meer badruimten zijn de in SWK-garantieregeling genoemde waarden voor de hoeveelheid te onttrekken warmwater, alsmede het product van de hoeveelheid liters per minuut en de temperatuur in graden Celsius van het aan het tappunt onttrokken warmwater, niet van toepassing voor het gelijktijdig gebruik van tappunten. Lucht in de dienstleiding van het leverend waterbedrijf of het toepassen van snelsluitende kranen (voor sommige typen éénhendelmengkranen en elektronische vaatwas- of wasmachinekranen) kunnen waterslag veroorzaken. Dit is het zogenaamde ‘slaan’ van waterleidingen. De waterinstallatie in de woningen is niet ontworpen voor het gelijktijdig gebruik van warmtapwater.

  • Loondoorbetaling De werknemer die wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, behoudt in het eerste ziektejaar: a. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 95% en b. gedurende de tweede zes maanden tot 90% van het loon. In het tweede ziektejaar behoudt de werknemer: c. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 85% en d. gedurende de tweede zes maanden tot 80% van het loon.

  • Vaste inrichting 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking « vaste inrichting » een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend. 2. De uitdrukking « vaste inrichting » omvat in het bijzonder : a) een plaats waar leiding wordt gegeven, b) een filiaal, c) een kantoor, d) een fabriek, e) een werkplaats, en f) een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen of geëxploiteerd. 3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan 12 maanden overschrijdt. 4. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een vaste inrichting niet aanwezig geacht indien : a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen; b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering; c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming; d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen; e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten; f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de leden a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft. 5. Indien een persoon niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie paragraaf 6 van toepassing is voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de bepalingen van die paragraaf. 6. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. De vertegenwoordiger, die voor rekening van een verzekeringsonderneming handelt en gewoonlijk namens de onderneming overeenkomsten afsluit, wordt niet geacht onder deze bepaling te vallen. 7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting, hetzij