Relevante regelgeving Voorbeeldclausules

Relevante regelgeving. Het onderzoek van de accountant richt zich op de juistheid en financiële rechtmatigheid van de in onderdeel 1 van de Modelverantwoording Wmo Regio Midden- en Zuid-Kennemerland verantwoorde bedragen en aantallen. Hierbij worden door de accountant de volgende toetsingscriteria gehanteerd: 1. de juistheid van de door opdrachtnemer opgestelde verantwoording; en 2. de rechtmatigheid (overgangscliënten in onderdelen 1, 2, 4 en 5) en levering van de verantwoorde ondersteuning. Beide criteria zijn uitgewerkt in paragraaf 3.3 van dit protocol en toegelicht in paragraaf 3.4. De in paragraaf 2.2 genoemde wet- en regelgeving voor de opdrachtnemer is voor het onderzoek van de accountant uitsluitend relevant indien en voor zover deze regelgeving de grondslag vormt voor de controle op de juistheid en financiële rechtmatigheid van Onderdeel 1 van de Modelverantwoording. Van de accountant wordt daarom niet verwacht dat hij Onderdeel 1 van de Modelverantwoording Wmo Regio Midden- en Zuid-Kennemerland toetst aan alle in paragraaf 2.2 genoemde regelgeving. Dat doet hij alleen indien en voor zover deze bepalingen zijn uitgewerkt in de toetsingscriteria zoals opgenomen en uitgewerkt in paragraaf 3.3 en 3.4.
Relevante regelgeving. Voor de opdrachtnemer is de volgende wet- en regelgeving van toepassing (normenkader) indien en voor zover de opdrachtnemer ondersteuning declareert op grond van de betreffende wet: 1. De van toepassing zijnde bepalingen uit de Wmo 2015, Jeugdwet 2015, Participatiewet, Wet educatie en beroepsonderwijs en Wet inburgering. 2. De voortvloeiende lokale regelgeving uit de bovenstaande genoemde relevante wetgeving. 3. Het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden. 4. De Aanbestedingswet 2012. 5. Het regionaal inkoopbeleid. 6. De van toepassing zijnde gemeentelijke verordeningen Sociaal Domein. 7. De door de opdrachtnemer met de deelnemende gemeenten gesloten contracten. 8. De controleverordening van Regio Gooi en Vechtstreek. 9. De relevante delen uit dit protocol. In geval bepalingen tegenstrijdig zijn met elkaar dan geldt de rangorde die hierboven is aangegeven. Dit protocol vertaalt het normenkader in een toetsingskader voor de opdrachtnemer en diens accountant.
Relevante regelgeving. De opdrachtnemer met een productiebedrag van meer dan € 1 miljoen (inclusief continuïteitsbijdrage) is contractueel verplicht om jaarlijks vóór 1 april volgend op het verantwoordingsjaar een controleverklaring van de accountant te overleggen aan Regio Gooi en Vechtstreek. Regio Gooi en Vechtstreek verzoekt echter om inzending per 15 maart in verband met de gemeentelijke cycli. Hierin worden de bevindingen van de accountant opgenomen over de volgende twee toetsingscriteria: 1. de juistheid en volledigheid van de door de opdrachtnemer gedeclareerde bedragen. 2. de werkelijke levering van de gedeclareerde ondersteuning. Uitzondering hierop zijn de opdrachtnemers die deelnemen aan de in hoofdstuk 2 beschreven alternatieve werkwijze. Beide criteria zijn uitgewerkt in paragraaf 3.3 van dit protocol. De in paragraaf 2.1 genoemde regelgeving voor de opdrachtnemer is voor het onderzoek van de accountant uitsluitend relevant indien en voor zover deze regelgeving de grondslag vormt voor de uitwerking van paragraaf 3.3. Van de accountant wordt daarom niet verwacht dat hij de tabellen toetst aan alle in paragraaf 2.1 genoemde regelgeving. Dat doet hij alleen indien en voor zover deze zijn verwoord in de uitwerking van paragraaf 3.3.
Relevante regelgeving. Voor de door de accountant uit te voeren overeengekomen specifieke werkzaamheden is de volgende regelgeving relevant: - UMP Uitvoerings- en Monitoringsprotocol (UMP). Het UMP is digitaal beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx, sectie “Uitvoeringsprotocol Gemeenten”; - Besluit beheer verpakkingen 2014 (Staatsblad 2014, nr. 32376), inclusief eventuele wijzigingen daarvan); - Raamovereenkomst Verpakkingen 2013 – 2022; en - Ketenovereenkomst Verpakking 2020 – 2029. De hierboven opgesomde regelgeving vormt het normenkader voor de accountant, echter alleen indien en voor zover de hierin opgenomen bepalingen uitgewerkt zijn in de in paragraaf 2.3 opgesomde overeengekomen specifieke werkzaamheden. De accountant gebruikt enkel de bovengenoemde regelgeving indien en voor zover deze bepalingen relevant zijn bij de uitvoering van de onder paragraaf
Relevante regelgeving. Het Reglement Tuchtrechtspraak NRVT van 1 oktober 2018; - De Algemene Gedrags- en Beroepsregels (AGB) vastgesteld op 15 juni 2017; - Het Reglement Bedrijfsmatig Vastgoed vastgesteld op 15 juni 2017.
Relevante regelgeving het Reglement Geschillenbeslechting Validaties, vastgesteld op 16 september 2020; • het voor validaties geldende Normenkader, waaronder Hoofdstuk 2 van het Addendum Validatie Instituten, versie 1 januari 2018 en de door NRVT vastgesteld reglementen; • het Reglement Gedrags- en Beroepsregels NRVT van 10 oktober 2019.
Relevante regelgeving. Aanbod verplicht
Relevante regelgeving. 2.1 Een vergunning moet worden geweigerd als het aangevraagde onverenigbaar is met stedenbouwkundige voorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken (artikel 4.3.1, §1, eerste lid, 1°, a) VCRO). Een vergunningsweigering dringt zich ook op indien de aanvraag onverenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening (artikel 4.3.1, §1, eerste lid, 1°, d) VCRO). Het APA Lochristi bevat stedenbouwkundige voorschriften, zoals bedoeld bij artikel 1.1.2, 13°, b) VCRO en artikel 4.3.1, §1, eerste lid, 1°, a) VCRO. Het vergunningverlenend bestuursorgaan heeft als taak na te gaan welke de toepasselijke stedenbouwkundige voorschriften zijn, en vervolgens of een aanvraag er al dan niet mee verenigbaar is. Indien de aanvraag onverenigbaar is met de voorschriften van het toepasselijke gewestplan, moet de aanvraag geweigerd worden, tenzij op geldige wijze wordt afgeweken van de betrokken voorschriften.

Related to Relevante regelgeving

  • Overmaat, ondermaat Verschil tussen de werkelijke en de hiervoor opgegeven indicatieve (‘circa’) maat of grootte van het Verkochte geeft geen van Partijen enige rechtsvordering tot vergoeding ter zake.

  • Geboekte waardeverminderingen Teruggenomen waardeverminderingen Wisselkoersverschillen (+)/(-)

  • Indiensttreding De werknemer treedt bij de werkgever in dienst met ingang van <<datum>>.

  • Premievrijstelling 4.1 Met inachtneming van het in deze voorwaarden bepaalde bedraagt de vrijstelling van premiebetaling – na afloop van de eigen risicotermijn – bij een arbeidsongeschiktheid van: 0 tot 45%: 0% van de premie; 45 tot 80%: 50% van de premie; 80 t/m 100%: 100% van de premie. 4.2 Indien de premie binnen twee jaar voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid is verhoogd, vindt alleen vrijstelling plaats voor de premie die gold voorafgaand aan de premieverhoging. 4.3 De vrijstelling wordt geheel of gedeeltelijk toegekend en zal bij toekenning tussen twee premievervaldagen door de verzekeraar pro rata worden toegepast. 4.4 In geval van beëindiging van de vrijstelling van premiebetaling is de verzekeringnemer verplicht tot het betalen van te veel vrijgestelde premies. De verzekeringnemer dient de te veel vrijgestelde premies uiterlijk dertig dagen na de beëindiging van de vrijstelling te betalen. 4.5 Een verhoging van de premie na het intreden van de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde komt niet in aanmerking voor de dekking.

  • Borgstelling Wanneer ter zake van een schade door een overheid een borgsom wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of de invrijheidstelling van verzekerden te verkrijgen, zal verzekeraar deze borgsom verstrekken tot ten hoogste € 50.000 voor alle verzekerden samen, op voorwaarde dat de betrokken verzekerden jegens verzekeraar aanspraak op vergoeding van de schade hebben. Uitsluitend verzekeraar is gerechtigd over de verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven. Verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.

  • Sanctiewetgeving Verzekeraar doet bij iedere aanvraag van een verzekering onderzoek naar de ultimate beneficial owner (UBO) van verzekeringnemer. Onder omstandigheden kan het verzekeraar verboden zijn een verzekeringsovereenkomst te sluiten. Hiervan zal bijvoorbeeld sprake zijn indien de UBO voorkomt op een nationale of internationale sanctielijst. De verzekeringsovereenkomst komt niet tot stand als een verzekerde of een andere belanghebbende voorkomt op een nationale of internationale sanctielijst. Verzekeraar toetst dit veelal achteraf. Op de verzekeringsovereenkomst is een opschortende voorwaarde van toepassing. Deze opschortende voorwaarde luidt als volgt: De verzekeringsovereenkomst komt alleen tot stand als uit toetsing blijkt dat het niet verboden is om op grond van sanctiewet- of regelgeving financiële diensten te verlenen voor of ten behoeve van verzekeringnemer, verzekerden en andere belanghebbenden. Verzekeraar voert de toetsing, zo snel als redelijkerwijs mogelijk is, uit. Als verzekerde of een andere belanghebbende niet voorkomt op een sanctielijst, dan is de overeenkomst geldig vanaf de op de polis vermelde ingangsdatum. Indien verzekerde of andere belanghebbende wel voorkomt op een sanctielijst, dan informeert verzekeraar de aanvrager van de verzekering daarover schriftelijk. De verzekeraar zal tevens periodiek en bij een voornemen tot het doen van een schade-uitkering de UBO van verzekerde en de derde controleren. Verzekeraar is niet gehouden om dekking of schadeloosstelling krachtens deze verzekering te bieden, indien dit een inbreuk zou vormen op sanctiewet- en regelgeving.

  • Medisch onderzoek De werknemer is verplicht zich te onderwerpen aan een door de werkgever met redenen omkleed noodzakelijk geacht medisch onderzoek, indien het een onderzoek betreft met een preventieve werking ten opzichte van de gezondheidssituatie in de instelling.

  • Premievaststelling Wij stellen vóór iedere nieuwe verzekeringstermijn de premie voor dat verzekeringsjaar vast. Deze premiewijziging beschouwen we niet als een wijziging van de verzekering zoals omschreven in het hoofdstuk Herziening van tarieven en/of voorwaarden.

  • Afbouwregeling 1. Voor de werknemer met een vaste inkomensstructuur wordt een afbouwregeling getroffen voor beloningselementen indien door de werkgever, buiten de schuld van de werknemer om, de functie of de roosters danwel de tijden waarop de arbeid wordt verricht, worden gewijzigd. 2. De volgende beloningselementen komen voor de afbouw in aanmerking: - Bijzondere uren (artikel 44); - Structureel overwerk; - Toeslag medewerker algemene reserve (artikel 27 lid 2). 3. Voor de bepaling van de afbouwregeling worden de voor de afbouw in aanmerking komende bedragen bij elkaar opgeteld en als 1 bedrag buiten het salaris gebracht. De afbouw vindt vervolgens plaats per loonperiode. 4. De afbouwregeling gaat in, indien het bruto-verschil tussen het oude en het nieuwe inkomen groter is dan € 22,69 bruto per loonperiode en nadat de hogere vaste inkomensstructuur ten minste 13 loonperioden voorafgaand aan de verandering heeft bestaan. 5. Indien voldaan is aan de hierboven genoemde voorwaarden geldt de navolgende afbouw: Bij ingang van de eerste wijziging direct € 22,69 bruto en het restant conform het navolgende schema: na 1 jaar 6 perioden van 2 tot 4 jaar 9 perioden 4 jaar en langer 12 perioden 6. Indien gedurende de periode van de afbouw het inkomen wordt verhoogd anders dan door loonindexering in verband met de prijscompensatie, wordt de verhoging in mindering gebracht op het af te bouwen bedrag.

  • Waardeverminderingen Op voorraden en bestellingen in uitvoering Geboekt