Scholingsinspanning Voorbeeldclausules

Scholingsinspanning a. Ondernemingen zullen een resultaatverplichting op zich nemen die materieel inhoudt dat aan het eind van een kalenderjaar ten minste 0,6% van de loon- som van de werknemers op wie de CAO van toepassing is, besteed is ten behoeve van scholing van die categorie werknemers. Het percentage van 0,6 per jaar zal worden beoordeeld op basis van het gemiddelde over de laatste drie verstreken jaren. Over de resultaten zal jaarlijks worden gerapporteerd in het periodieke brancheoverleg. b. Indien een onderneming/werkgever in de bedrijfstak van de groenten- en fruitverwerkende industrie gebruik wenst te maken van subsidies uit het Europees Sociaal Fonds (ESF), loopt de aanvraag via de Stichting Opleidingsfonds voor de Levensmiddelenindustrie (SOL); in voorkomende gevallen verstrekt de onderneming/werkgever in de bedrijfstak van de groenten- en fruitverwerkende industrie een vrijwillige bijdrage aan de SOL teneinde het fonds in de gelegenheid te stellen zorg te dragen voor publiekrechtelijke cofinanciering.
Scholingsinspanning. Het scholingsbudget van 0,85% van de loonsom structureel onderdeel uit van het duurzaam inzetbaarheidsbudget.
Scholingsinspanning. De werkgever zal een resultaatverplichting op zich nemen die materieel inhoudt dat aan het eind van een kalenderjaar ten minste 0,6% van de loonsom van de werknemers op wie de CAO van toepassing is, besteed is ten behoeve van scholing van die categorie werknemers. Het percentage van 0,6 per jaar zal worden beoordeeld op basis van het gemiddelde over de laatste drie verstreken jaren. Over de resultaten zal jaarlijks worden gerapporteerd in het periodieke overleg.
Scholingsinspanning. Ondernemingen zullen een inspanningsverplichting op zich nemen die materieel inhoudt dat aan het eind van de looptijd van de CAO ten minste 0,2% (m.i.v. 1 januari 1995: 0,4%) van de loonsom van de werknemers op wie de CAO van toepassing is, besteed is ten behoeve van de scholing van die categorie werknemers. Bij de inspanningen die de ondernemingen verrichten zal extra aan- acht worden besteed aan laaggeschoolden.
Scholingsinspanning. De werkgever zal een resultaatverplichting op zich nemen die materieel inhoudt dat aan het eind van een kalenderjaar ten minste 0,6% van de loonsom van de werknemers op wie de CAO van toepassing is, besteed is ten behoeve van scholing van die categorie werknemers. Het percentage van 0,6 per jaar zal worden beoordeeld op basis van het gemiddelde over de laatste drie verstreken jaren. Over de resultaten zal jaarlijks worden gerapporteerd in het periodieke overleg. De werkgever stelt gedurende de looptijd van de CAO 2013-2014 een budget van maximaal Euro 20.000 ter beschikking voor individuele loonbaanchecks, of voor een opleiding ter vergroting van de interne of externe employability (externe loopbaan) tot een maximum van Euro 2.000 per medewerker. Het scholingsplan zal jaarlijks met de OR besproken worden. Besteding van het budget en resultaten hiervan zullen jaarlijks aan de OR gerapporteerd en besproken worden Werkgever zal in het functioneringsgesprek expliciet aandacht besteden aan de scholingswensen van de werknemer en de mogelijkheid van een loopbaancheck. Werkgever zal werknemers voorlichten over de aard en doel van het functioneringsgesprek zodat deze zich beter hierop kunnen voorbereiden. Werkgever zal leidinggevenden een opfriscursus met betrekking tot het voeren van functioneringsgesprekken aanbieden . M.b.t. tot interne en externe scholing handhaaft Xxxxx Xxxxxx haar pro-actief beleid.

Related to Scholingsinspanning

  • Scholing a. De werkgever bepaalt in overleg met OR, PVT of werknemer welke scholing verplicht is voor de uit- oefening van de functie en de bijbehorende functie- ontwikkeling. De registratie in het voor werknemer toepasselijke kwaliteitsregister bepaalt tevens welke resultaten (diploma’s) daarin behaald moeten worden. De werknemer geeft aan welke scholing door hem gewenst is. De afspraken die aan de hand van deze informatie worden gemaakt, worden als scholing vastgelegd in het jaarlijkse scholingsplan. b. De scholing in het scholingsplan wordt betaald door de werkgever, inclusief de reis- en verblijfskosten. Indien de scholing in het buitenland plaatsvindt dan maken werkgever en werknemer nadere, onderling te bepalen afspraken over de reis- en verblijfkosten. c. Het minimumaantal uren scholing per jaar in het scholingsplan is gesteld op 20 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing bij een dienstverband van meer dan 8 uur per week. Bij een dienstverband van gelijk of minder dan 8 uur per week heeft werknemer recht op een minimumaantal van 10 uur geaccrediteerde of anderszins erkende scholing. Deze minimumaantallen kunnen uitsluitend worden toegepast als de werknemer daarmee aan de eisen voor (her)registratie in het toepasselijke kwaliteitsregister kan voldoen. d. Scholing vindt plaats onder werktijd. Indien de scholing plaatsvindt buiten werktijd worden de uren uitbetaald of gecompenseerd in vrije tijd. De voorkeur van de werknemer wordt daarbij gevolgd. Daarbij wordt het gebruikelijke uurloon aan de werknemer betaald behoudens scholing in het weekend, dan zijn de bepalingen van artikel 4.9 en 4.10 van deze cao van toepassing. e. Ten aanzien van de werknemer die meerdere dienst- verbanden in dezelfde functie(groep) heeft bij werk- gevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, kunnen betreffende werkgevers de scholingskosten in onderling overleg met elkaar verrekenen. Als de werkgevers binnen een halfjaar na het ontstaan van meerdere dienstverbanden hier met elkaar geen af- spraken over maken, behoudt de werknemer bij elk van de werkgevers het recht op scholing. f. Onder scholing wordt ook verstaan: e-learning, intervisie en coaching.

  • Levensloopregeling De werknemer overlegt met zijn leidinggevende voordat hij het gespaarde verlof uit de levensloopregeling opneemt. De werkgever kan zich verzetten tegen het moment van het opnemen op grond van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Uitzondering hierop vormt ouderschapsverlof, zoals opgenomen in de Wet Arbeid en Zorg. De werkgever geeft de werknemer schriftelijk uitsluitsel binnen één maand, nadat hij het verzoek van de werknemer heeft ontvangen.

  • Huisartsenzorg U heeft recht op geneeskundige zorg verleend door een huisarts. Een zorgverlener die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam is, kan de zorg ook verlenen. Als een huisarts het aanvraagt, heeft u ook recht op röntgen- en laboratoriumonderzoek. De inhoud en omvang van de te verlenen zorg wordt begrensd door wat huisartsen als zorg plegen te bieden. Wilt u zorg van een huisarts met wie wij geen contract hebben afgesloten? Of maakt de huisarts gebruik van een zorgverlener voor röntgen- en laboratoriumonderzoek met wie wij geen contract hebben afgesloten? Dan kan de vergoeding lager zijn dan bij een zorgverlener die wij wél gecontracteerd hebben. Of dit zo is en hoe hoog de vergoeding dan is, is afhankelijk van de basisverzekering die u heeft. Meer hierover leest u in artikel A.4 Wat wordt vergoed? En naar welke zorgverlener, zorginstelling of leverancier kunt u gaan? Wilt u weten met welke zorgverleners wij een contract hebben? Gebruik dan de Zorgverkenner op xx.xx/xxxxxxxxxxxxx of neem contact met ons op. Het indicatieve marktconforme tarief is bij ons op te vragen.

  • Bedrijfshulpverlening Medewerkers die op verzoek van de werkgever naast hun werkzaamheden tevens bedrijfshulpverlener (BHV-er) zijn, krijgen hiervoor een vergoeding van maximaal € 75,- bruto/jaar bij het behalen of het verlengen van het certificaat.

  • Jubileumuitkering De werkgever zal aan de werknemer bij een respectievelijk 25- dan wel 40-jarig dienstverband een jubileumuitkering verstrekken. De uitkering bedraagt: - bij een 25-jarig dienstverband een bruto maandsalaris - bij een 40-jarig dienstverband twee bruto maandsalarissen

  • Roekeloosheid U bent bewust of onbewust roekeloos geweest. U bent ‘bewust roekeloos’, als u weet dat er een grote kans is op schade, maar u denkt dat die schade niet zal ontstaan. U bent ‘onbewust roekeloos’, als u er in het geheel niet bij stilstaat dat er een grote kans is op schade.

  • Uitkeringstermijn De termijn waarover de bedrijfsschade wordt vergoed, neemt een aanvang op het tijdstip waarop de bedrijfsschade ontstaat en duurt (ook al mocht de verzekering inmiddels eindigen) onafgebroken voort, als nodig is: ■ voor de herbouw van het gebouw op dezelfde locatie - en naar bestemming, constructie en indeling gelijkwaardig - of herstel daarvan en voor vervanging of herstel van de bedrijfsuitrusting, inventaris of elektronica of goederen, voor zover vereist voor de uitoefening van het bedrijf, een en ander met inachtneming van de in de polis genoemde maximum uitkeringstermijn; ■ xxxxxx als daarna nog nodig mocht zijn voor herstel van productie en/of omzet op het peil dat bereikt zou zijn als de gedekte gebeurtenis niet plaats zou hebben gehad, een en ander met inachtneming van de in de polis genoemde maximum uitkeringstermijn. Vertragende omstandigheden (andere dan weersinvloeden), die geen direct of rechtstreeks gevolg zijn van een gedekte gebeurtenis, blijven buiten beschouwing. De uitkeringstermijn duurt echter ten hoogste tien weken, indien: ■ verzekerde het bedrijf opheft; ■ verzekerde reeds voor de schadedatum het voornemen had de bedrijfsactiviteiten te staken; ■ verzekerde in deze periode nog geen poging tot onverminderde voortzetting van het bedrijf in - naar productie en omzet- capaciteit - gelijkwaardige omvang heeft gedaan; ■ een ander bedrijf zich in het gebouw gaat vestigen. Indien verzekerde na een gedekte gebeurtenis ophoudt het bedrijf uit te oefenen en op grond van wettelijke verplichtingen tot doorbetaling van dag-, week-, of maandlonen en daarop drukkende sociale lasten is gehouden, wordt daarvoor een maximale uitkeringstermijn aangehouden van 26 weken, maar niet langer dan zonder bedrijfs-opheffing het geval zou zijn geweest.

  • Uitkering De maatschappij betaalt de schade-uitkering aan de verzekeringnemer, tenzij deze een ander aanwijst of de polisvoorwaarden anders bepalen.

  • Uitkeringsperiode Securex is de arbeidsongeschiktheidsrenten - zonder re- troactiviteit - verschuldigd vanaf het verstrijken van de in het Persoonlijk Certificaat vermelde eigenrisicotermijn. De eigenrisicotermijn begint te lopen vanaf de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid. Er kan echter ook in een eigen- risicotermijn ‘met afkoop’ worden voorzien, in welk geval de betreffende renten - retroactief - vanaf de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid worden uitgekeerd of toegekend, op voorwaarde dat de verzekerde nog steeds arbeidsongeschikt is na afloop van die eigenrisicotermijn met afkoop. De arbeidsongeschiktheidsrenten worden uiterlijk uitgekeerd of toegekend tot het einde van de in het Persoonlijk Certificaat vermelde uitkeringsperiode of het ogenblik waarop de verzekeringnemer/aangeslotene zijn wettelijk pensioen opneemt of het eerder overlijden van de verzekerde. Als de uitkeringsperiode wordt uitgedrukt als het bereiken van een leeftijd(sgrens) en/of als een looptijd (in ja- ren), betekent dit het volgende: • Als de uitkeringsperiode wordt uitgedrukt als het berei- ken van een leeftijd(sgrens), loopt zij uiterlijk tot de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op het bereiken van de betreffende leeftijd(sgrens) in hoofde van de verzekerde; • Als de uitkeringsperiode wordt uitgedrukt als een looptijd, wordt die looptijd gerekend vanaf de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid (en dus niet vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn) en verstrijkt die periode uiterlijk op de voorziene leeftijd(sgrens) in hoofde van de verzekerde. Indien in een (algemene) einddatum is voorzien, eindigt de uitkeringsperiode steeds uiterlijk op de einddatum of het ogenblik waarop de verzekeringnemer/aangeslotene zijn wettelijk pensioen opneemt.

  • Fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck U heeft recht op fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck. Hieronder leest u om welke zorg het gaat en welke voorwaarden er voor het recht op deze zorg gelden.