Spreken Voorbeeldclausules

Spreken. Partijen af: • In 2016 een aangepaste handleiding due diligence te ontwikkelen voor kleine bedrijven. • Een voorbeeldbrief ter beschikking te stellen zodat kleine ondernemers hun leveranciers kunnen bevragen. • Workshops over due dilligence of specifieke thema's zoals in het Convenant opgenomen te organiseren, bijvoorbeeld tijdens kledingbeurzen. Zij zoeken daarbij aansluiting bij bestaande initiatieven.
Spreken. Partijen af: • Partijen stellen in 2016 een roadmap op om de aandacht voor en de bestrijding van discriminatie in het algemeen en vrouwen in het bijzonder te bevorderen door het in kaart brengen van de stand van zaken, het uitwisselen van good practices en het mogelijk opzetten van projecten om dit te bevorderen. Eerste aanspreekpunt: PM. • Partijen zijn bereid hun kennis over dit onderwerp te delen en hun lokale contacten en netwerken in te zetten voor het realiseren van onder C en D genoemde maatregelen. • Partijen communiceren hun kennis in alle onderdelen van de productie- of toeleveringsketen, ook in de lokale talen en naar flexibele arbeidskrachten.
Spreken. Partijen af: • Een analyse te maken van de risico’s op kinderarbeid in de kledingsector in het algemeen en meer toegespitst op de productie- of toeleveringsketens van bij het Convenant betrokken bedrijven. Deze analyse zal worden gemaakt op basis van bestaande onderzoeken en rapporten, aanvullend onderzoek en gezamenlijke due diligence processen. Eerste aanspreekpunt: PM • Op basis van deze analyse in 2016 een roadmap te maken voor regio’s/landen met een substantiële afname van producten door bij het Convenant betrokken bedrijven en met een hoog risico op kinderarbeid. Partijen zullen onderzoeken of deze analyse en roadmap in aanmerking komen voor cofinanciering door het nieuw in te richten fonds voor bestrijding van kinderarbeid, dat uitgaat van 50%/50% financiering door fonds en private sector17. Onderdeel van de roadmap zijn onder meer: o Het formuleren van meetbare doelen per land om in risicovolle delen van de productie- of toeleveringsketens kinderarbeid gezamenlijk aan te pakken en daartoe ook samenwerking te zoeken met (andere) overheden, brancheorganisaties, vakbonden en maatschappelijke organisaties en bijvoorbeeld de Duitse Textilbündniss. Eerste aanspreekpunt: PM o Bij het begeleiden van kinderen en hun ouders/verzorgers van werk naar onderwijs maatregelen nemen om een duurzame oplossing te bereiken. Dit kan onder meer via een gebiedsgerichte aanpak (Child Labour Free Zones) of andere manieren om kinderen naar goed (bij voorkeur voltijds en formeel) onderwijs te begeleiden. Eerste aanspreekpunt: UNICEF Nederland en Stop Kinderarbeid Coalitie. o Het formuleren van een gezamenlijk herstelbeleid (remediation policy) in gevallen waar kinderarbeid in de productie- of toeleveringsketen wordt aangetroffen of veelvuldig blijkt voor te komen. Zo’n beleid houdt onder meer in: het bieden van ondersteunende voorwaarden om de (her)integratie van deze kinderen te doen slagen, zoals ‘brugonderwijs’ dat hen voorbereidt op de deelname aan het onderwijs in een klas op hun leeftijdsniveau en waar mogelijk een gebiedsgerichte (Child Labour Free Zone) benadering waarbij een gebied kinderarbeidvrij wordt gemaakt. Ook adequate gezondheidszorg – zeker bij opgelopen beroepsziektes en trauma’s – is daarbij essentieel. Eerste aanspreekpunt: brancheorganisaties en Stop Kinderarbeid Coalitie. o Het bijdragen aan (toegang tot) kwalitatief goed basis- en vervolgonderwijs, inclusief beroepsopleidingen voor oudere kinderen, alsmede tot decent work voor tieners die mogen werken...
Spreken. Partijen af: • Om te beginnen in 2016 een analyse te maken van de risico’s op gedwongen arbeid in de kledingsector in het algemeen en toegespitst op de productie- of toeleveringsketens van bij het Convenant betrokken bedrijven. Deze analyse zal worden gemaakt op basis van bestaande onderzoeken en rapporten, aanvullend onderzoek en individuele en gezamenlijke due diligence processen. Eerste aanspreekpunt: secretariaat CKT. • Op basis van deze analyse een roadmap te maken voor regio’s/landen met een substantiële afname van producten door bij het Convenant betrokken bedrijven en met een hoog risico op gedwongen arbeid. Onderdeel van het plan zijn onder meer: - Het formuleren van meetbare doelen per land om in risicovolle delen van de productie- of toeleveringsketens gedwongen arbeid gezamenlijk aan te pakken en daartoe ook samenwerking te zoeken met (andere) overheden, brancheorganisaties, vakbonden, lokale organisaties en maatschappelijke organisaties en bijvoorbeeld de Duitse Textilbündniss en de OESO. Eerste aanspreekpunt: PM - Het opzetten van een monitoring & evaluatie systeem om gedwongen arbeid beter in kaart te brengen. Eerste aanspreekpunt: maatschappelijke organisaties - Het faciliteren van het testen en invoeren van worker empowerment training. Eerste aanspreekpunt: vakbonden. - Het formuleren van een gezamenlijk preventie- en herstelbeleid (remediation policy) in gevallen waar gedwongen arbeid in de productie- of toeleveringsketen wordt aangetroffen of veelvuldig blijkt voor te komen.
Spreken. Partijen af: • Partijen stellen in 2016 een roadmap op voor de kleding- en textielsector ter bevordering van vrijheid van vakvereniging. Afstemming zal worden gezocht met IndustriAll, het Duitse actieplan, donor inspanningen voor vakbondsvrijheid en het EU Garment Initiative. Eerste aanspreekpunt: vakbonden. Onderdeel van de roadmap kunnen zijn: o agenda en targets om actief vrijheid van vakvereniging te stimuleren en bevorderen en bestaande belemmeringen weg te nemen; o bindende overeenkomsten tussen (groepen) merken en retailers en (groepen) producenten en lokale vakbond(en). • FNV mondiaal en CNV internationaal faciliteren dat er trainingen verzorgd worden aan (aspirant) vakbondsleden; bevindingen uit deze trainingen kunnen worden gedeeld met andere partijen uit het Convenant. Eerste aanspreekpunt: vakbonden. • In 2017 organiseert de Rijksoverheid samen met vakbonden een seminar ‘sociale dialoog’ voor zes landen waar vandaan de toelevering aan de bedrijven met name geschiedt. Eerste aanspreekpunt: Ministerie van Buitenlandse Zaken. • Partijen zijn bereid hun kennis over dit onderwerp te delen en hun lokale contacten en netwerken in te zetten voor het realiseren van onder C en D genoemde maatregelen. • Partijen communiceren hun kennis in alle onderdelen van de productie- of toeleveringsketen, ook in de lokale talen en naar flexibele arbeidskrachten.
Spreken. Partijen af dat: • Partijen in 2016 een roadmap opstellen om leefbaar loon te bereiken gericht op een aantal prioriteitslanden en rapporteren over de voortgang. Prioriteitslanden zijn belangrijke productielanden voor de Nederlandse markt, landen waar het verschil tussen het gangbare sector loon en het leefbaar loon groot is, en landen waar vrijheid van vakvereniging in het algemeen zwak is. Eerste aanspreekpunt: brancheorganisaties in samenwerking met Solidaridad. Onderdeel van de roadmap kunnen zijn: o contact met andere ondernemingen die bij dezelfde toeleveranciers afnemen om invloed ten gunste van leefbaar loon te krijgen; o dialoog aangaan met toeleveranciers en de lokale werknemers/vakbonden/werkgevers, gericht op het maken van afspraken per fabriek o dialoog aangaan over het belang van transparante betalingssystemen, collectief onderhandelen en vrijheid van vakvereniging. o best practices rond de prijsopbouw in de productie- of toeleveringsketen. Zo wordt in veel schakels van de keten niet gewerkt met xxxxxx in absolute bedragen, maar in procenten. Wanneer het salaris van de werknemer wordt verhoogd stijgen de prijzen van bijvoorbeeld huur en transport procentueel mee. Aan het begin van de keten een paar cent meer betalen voor een t-shirt kan daardoor aan het eind van de keten vaak vele euro’s extra betekenen op de verkoopprijs. o ‘best practices’ rond inkoop- en prijsbeleid, die de internalisatie van een leefbaar loon mogelijk maken. • Partijen de mogelijkheid tot samenwerking met ACT/IndustriAll verkennen, gericht op verhoging van het wettelijk minimumloon naar een leefbaar loon en sectorale afspraken, per productieland. Eerste aanspreekpunt: vakbonden. • Partijen zijn bereid hun kennis over dit onderwerp te delen en hun lokale contacten en netwerken in te zetten voor het realiseren van onder C en D genoemde maatregelen. • Partijen communiceren hun kennis in alle onderdelen van de productie- of toeleveringsketen, ook in de lokale talen en naar flexibele arbeidskrachten.
Spreken. Partijen af: • Om in 2016 met het Bangladesh Accord en lokale stakeholders (bedrijfsleven, bonden, maatschappelijke organisaties, overheid en veiligheidsexperts) te overleggen (1) wat de ervaringen zijn van het Bangladesh Accord, en (2) wat op de lange termijn nodig is om via lokale wet- en regelgeving, capaciteitsopbouw, expertise, beschikbaarheid van middelen (brandveiligheidsmiddelen en financiële middelen), en rol van alle betrokken partijen veiligheid op de werkvloer te garanderen. Eerste aanspreekpunt: PM • Een analyse te maken van de kritische knelpunten ten aanzien van veiligheid op de werkplek in de voor Nederland/EU belangrijke toeleveringslanden. Gezamenlijk wordt invloed uitgeoefend op het adresseren van deze knelpunten. In overleg met internationale vakbonden, maatschappelijke organisaties, brancheorganisaties, overheden en alle relevante lokale stakeholders worden plannen geformuleerd om de knelpunten daadwerkelijk aan te pakken. Eerste aanspreekpunt: PM • Partijen zijn bereid hun kennis over dit onderwerp te delen en hun lokale contacten en netwerken in te zetten voor het realiseren van onder C en D genoemde maatregelen. • Partijen communiceren hun kennis in alle onderdelen van de productie- of toeleveringsketen, ook in de lokale talen en naar flexibele arbeidskrachten. A. Overwegende dat: • Een belangrijk aandeel van de negatieve milieu impact in de textielketen te relateren is aan de productie van grondstoffen. Zo worden bij de productie van katoen grote hoeveelheden water, bestrijdingsmiddelen en meststoffen gebruikt, komt bij de productie van wol grote hoeveelheden broeikasgassen vrij en worden synthetische stoffen veelal geproduceerd uit niet hernieuwbare grondstoffen. • De afgelopen jaren er veel ontwikkelingen hebben plaatsgevonden op duurzamer grondstofgebruik, zowel waar het gaat om de toepassing van gerecyclede grondstoffen als waar het gaat om duurzamer geteelde of geproduceerde grondstoffen23; • De Nederlandse textiel en kledingsector via haar productontwikkeling en sourcing het gebruik van duurzame grondstoffen sterk kan bevorderen. • Vanwege de dreigende uitputting van grondstoffen het voor de textiel- en kledingsector van belang is te zoeken naar manieren om hergebruik en herwinning van grondstoffen in de sector te bevorderen. Hierbij wordt gestreefd naar een circulaire economie, waarbij grondstoffen zoveel mogelijk herbruikbaar zijn en waarbij de milieu impact zoveel mogelijk beperkt is. • Grondstoffen bespaard kunnen worden ...
Spreken. Partijen af: • De belangrijkste inzichten van het programma op het gebied van duurzame grondstoffen zoals de bestaande mogelijkheden, impact van deze duurzame grondstoffen en hoe deze te integreren in de supply chain van merken in 2016 worden vastgelegd in een handboek. Dit handboek wordt gedeeld met de deelnemende bedrijven maar ook met andere merken en stakeholders via onder andere het GIDRD platform. Eerste aanspreekpunt: Rijksoverheid. • In 2016 een roadmap op te stellen voor de ontwikkeling van een businesscase om grondstoffen te herwinnen, te hergebruiken en verspilling tegen te gaan door anders in te kopen. Hierbij zullen worden betrokken de lessen uit de green deal Textielinzameling, de werkgroep Circulaire economie van het Plan van Aanpak, en het SER-advies over circulaire economie dat naar verwachting in 2016 zal worden vastgesteld. Eerste aanspreekpunt: brancheorganisaties. • Meer inzicht te verschaffen over de beschikbaarheid van duurzaam katoen en het belang van een toenemende vraag door bedrijven in de kledingsector naar duurzaam katoen. Eerste aanspreekpunt: Solidaridad. • De Nederlandse sector actief te informeren over specifieke duurzaamheidsproblemen in de productie van natuurlijke, synthetische en dierlijke grondstoffen en plannen te formuleren hoe deze issues gezamenlijk aangepakt kunnen worden (dit kan ook sociale en dierenwelzijnthema’s in de productie van grondstoffen betreffen). Eerste aanspreekpunt: brancheorganisaties. • Partijen zijn bereid hun kennis over dit onderwerp te delen en hun lokale contacten en netwerken in te zetten voor het realiseren van onder C en D genoemde maatregelen. • Partijen communiceren hun kennis in alle onderdelen van de productie- of toeleveringsketen, ook in de lokale talen en naar flexibele arbeidskrachten.
Spreken. Partijen af: • Brancheorganisaties, maatschappelijke organisaties en deelnemende kledingbedrijven in 2016 bestaande initiatieven evalueren en werken aan een roadmap die kennis in de Nederlandse textiel- en kledingsector vergroot en capaciteitsopbouw in belangrijke productielanden op dit onderwerp mogelijk maakt. Eerste aanspreekpunt: brancheorganisaties in samenwerking met Solidaridad. Onderdeel van de roadmap zijn: • case studies en good practices die kunnen bijdragen aan het succesvol implementeren van een bedrijfsstrategie op dit thema; • de situatie een aantal belangrijke / strategische producenten van doek en bevorderen actief het verminderen van de milieudruk tijdens het verven en finishen van doek bij deze strategische producenten. • mogelijkheden voor aangepast ontwerp en inkoopbeleid die de milieudruk van het verven en finishen positief kunnen beïnvloeden. • Partijen zijn bereid hun kennis over dit onderwerp te delen en hun lokale contacten en netwerken in te zetten voor het realiseren van onder C en D genoemde maatregelen. • Partijen communiceren hun kennis in alle onderdelen van de productie- of toeleveringsketen, ook in de lokale talen en naar flexibele arbeidskrachten.
Spreken. Partijen af: • Partijen spannen zich in om tot een (vrijwillige) afschaffing van het gebruik en de verkoop van bont, angora en huiden van exotische soorten zoals slangen en krokodillen en beschermde soorten te komen, en dragen er zorg voor dat dit soort producten niet voor textiel, kleding of schoenen gebruikt is in hun collecties. Eerste aanspreekpunt: PM; • Partijen spannen zich in uiterlijk in 2018 te komen tot op EU-niveau eenduidige en direct zichtbare labelling van producten waarbij wordt aangegeven welke diersoort (populaire & Latijnse naam) verwerkt is in het kledingstuk en de productiewijze ervan. Eerste aanspreekpunt: PM; • Partijen spannen zich in om uiterlijk in 2018 te komen tot tracerings- en borgingssystemen met onafhankelijke certificering (in navolging van Traceable Down Standard en Responsible Down Standard) zodat kleding en textiel met producten van dierlijke oorsprong terug getraceerd kan worden naar houderijen en boerderijen en de dierenwelzijnsomstandigheden gecontroleerd worden. Eerste aanspreekpunt: PM • Partijen organiseren zich om in 2016 te komen tot een visie op een ethisch verantwoorde omgang met dieren ten behoeve van gebruik in de kleding- en textielsector. Eerste aanspreekpunt: PM Onderdeel van de visie zijn: o Een visie op dierenwelzijn en criteria waaronder een dier gebruikt mag worden voor de productie van textiel; o criteria voor de wijze van houden, het verrichten van ingrepen (bijvoorbeeld mutilatie), de behandeling/omgang met dieren, het verkrijgen van het materiaal van levende dieren (bijvoorbeeld schapen), het vervoer en het doden van dieren; o criteria waar dierhouderijen aan moeten voldoen om te mogen leveren aan fabrieken die kleding produceren voor het bedrijf, met als minimale vereisten de standaarden uit relevante Europese en nationale regelgeving die gaan over de omgang met dieren (zie bijlage 2); o een lijst met welke producten vanuit het oogpunt van ethiek, dierenwelzijn of bescherming van biodiversiteit uitgesloten zouden moeten worden; o Partijen onderzoeken en delen kennis over alternatieven die kunnen worden gebruikt in plaats van dierlijke materialen. • Partijen dringen er gedurende de looptijd van het Convenant op aan bij verschillende internationale processen (bijvoorbeeld OESO), initiatieven (bijvoorbeeld Sustainable Apparel Coalition) en bij internationale textiel- en kledinginstanties (bijvoorbeeld IWTO en Foreign Trade Association) dat dierenwelzijn als belangrijk criterium van MVO wordt benoemd....