Territorialiteitsbeginsel. 1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Bosnië en Herzegovina zijn voldaan, behoudens de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
2. Behoudens de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Bosnië en Herzegovina naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douane wordt aangetoond dat:
a) de terugkerende goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze waren uitgevoerd geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.
3. Een buiten de Gemeenschap of Bosnië en Herzegovina verrichte be- of verwerking van uit de Gemeenschap of Bosnië en Herzegovina uitgevoerde en later wederingevoerde materialen ontneemt niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig titel II indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Bosnië en Herzegovina zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een meer ingrijpende be- of verwerking dan de in artikel 7 vermelde behandelingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douane kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Bosnië en Herzegovina toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is titel II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de Gemeenschap of Bosnië en Herzegovina verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van de oorsprong van het eindproduct een regel is opgenomen die een maximumwaarde geeft voor alle gebruikte, niet van oorsprong zijnde materialen, mag de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in het gebied van de betrokken partij worden verwerkt plus de totale buiten de Gemeenschap of Bosnië en Herzegovina overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor de toepassing van de leden 3 en 4 worden onder "totale toegevoegde waarde" verstaan alle buiten de Gemeenschap of Bosnië en Herzegovina gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de daar verwer...
Territorialiteitsbeginsel. De verstrekkingen worden gedekt voor zover ze toegediend worden in België of op het grondgebied van het vasteland van de volgende buur- landen: Frankrijk, Nederland, Duitsland en Groothertogdom Luxem- burg, door zorgverleners met een erkenning door de bevoegde autori- teiten van het betrokken land.
Territorialiteitsbeginsel. In beginsel mogen goederen van oorsprong uit de EU of uit Midden-Amerika niet tussentijds worden bewerkt in een derde land. In alle oorsprongsprotocollen is het echter toegestaan dat goederen niettemin mogen worden geëxporteerd naar een derde land. Voorwaarde hierbij is dat ten behoeve van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat de goederen bij wederinvoer dezelfde goederen zijn als goederen die eerder werden uitgevoerd en de goederen tijdens hun verblijf in het derde land geen andere bewerkingen hebben ondergaan dan die ter behoud van de goede staat. Indien goederen toch een bewerking in het derde land ondergaan is dit onder de in artikel 12, lid 3 vermelde voorwaarden toegestaan. Hierbij vermeldt artikel 12, lid 5 dat de tussentijdse uitvoer dan dient plaats te vinden onder het stelsel van passieve veredeling of een soortgelijke regeling.
Territorialiteitsbeginsel. Rechtstreeks vervoer
Territorialiteitsbeginsel. 1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of Chili zijn voldaan.
2. Producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Chili naar een ander land worden uitgevoerd en weer terugkeren, worden niet meer als producten van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
a) de terugkerende goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) dat zij tijdens de periode dat zij in het andere land waren of waren uitgevoerd geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.
Territorialiteitsbeginsel. 1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprongsstatus moet zonder onderbreking in een partij zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 3 en lid 3 van dit artikel.
2. Wanneer uit een partij naar een niet-partij uitgevoerde producten van oorsprong terugkeren, worden zij, behoudens het bepaalde in artikel 3, als niet van oorsprong aangemerkt tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
a) de terugkerende goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen, en
b) de goederen, terwijl zij in de niet-partij waren of toen zij werden uitgevoerd, geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke nodig waren om ze in goede staat te bewaren.
3. In afwijking van de leden 1 en 2 van dit artikel komen de partijen overeen dat bepaalde goederen als van oorsprong worden aangemerkt, hoewel zij voor een be- of verwerking uit Korea zijn uitgevoerd en vervolgens weer zijn ingevoerd, mits de be- of verwerking plaatsvindt in de ingevolge bijlage IV door de partijen aangewezen gebieden.
Territorialiteitsbeginsel. 1. aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van het karakter van product van oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Egypte zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 4.
2. Behoudens het bepaalde in artikel 4 worden producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Egypte die naar een ander land worden uitgevoerd en teruggezonden, niet als van oorsprong beschouwd tenzij ten genoegen van de douaneauto- riteiten kan worden aangetoond dat:
a) de teruggekeerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitge- voerde goederen, en
b) dat zij tijdens de periode dat ze waren uitgevoerd geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.
Territorialiteitsbeginsel. Aan de in titel II genoemde voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van het karakter van product van oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Marokko zijn voldaan, behoudens het bepaalde in de artikelen 4 en 5.
Territorialiteitsbeginsel. 1. Behoudens het bepaalde in artikel 3, moet aan de in titel II genoemde voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van de oor- sprong zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Zuid-Afrika zijn voldaan.
2. Producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Zuid-Afrika naar een ander land worden uitgevoerd en daarna weer worden inge- voerd, worden, behoudens het bepaalde in artikel 3, niet langer als pro- ducten van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douane- autoriteiten kan worden aangetoond dat:
Territorialiteitsbeginsel. Aan de in titel II genoemde voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van het karakter van product van oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Israël zijn voldaan. De verkrijging van het karakter van product van oor- sprong wordt geacht te zijn onderbroken indien de goederen die in een partij zijn be- of verwerkt het grondgebied van deze partij hebben verlaten, behoudens het bepaalde in de artikelen 12 en 13.