Common use of Toegankelijkheid Clause in Contracts

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij kanhij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. : Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. ; Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. ; De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval In geval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het a) het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het b) het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De c) de opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel Artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. Dit is geen verplichting van de Ondernemer. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel Artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind dat naar de BSO gaat niet zindelijk is. Als er een medische indicatie is, worden de mogelijkheden besproken met de BSO. Zonder medische indicatie komt een kind niet met een luier naar de BSO. Kinderen met een medische indicatie mogen hele dagen naar de BSO komen als er afspraken zijn gemaakt over de verschoning. Ouder (of een vervanger) moeten binnen 20 minuten op de locatie zijn om het kind te verschonen. Ouders moeten hiervoor de gehele BSO-tijd telefonisch bereikbaar zijn. c. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. d. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouderouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de vande andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 8 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen, tenzij hier een geldige reden voor is zoals vermeld in artikel 7, lid 4.

Toegankelijkheid. 1. 13.1 De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer RC Kids en Ouderde ouder. 2. De Ondernemer 13.2 RC Kids heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer RC Kids verwacht mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze opgevangen kan worden opgevangenworden. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert; c. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer RC Kids verwacht mag worden verwachtworden; c. De opvang van 13.3 In het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer geval dat RC Kids het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer RC Kids met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. 13.4 Indien het besluit tot het weigeren van de toegang van de locatie, zoals bedoeld in artikel 13.2, verwijtbaar is aan de ouder, blijft de betalingsverplichting gedurende deze periode in beginsel bestaan. 13.5 Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 13.2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer RC Kids niet tot een oplossing heeft geleidgeleid heeft, kan hij deze beslissing voorleggen aan de Geschillencommissie voorleggen geschillencommissie met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. . 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: : a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; ; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; ; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. . 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. . 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. . 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Loofles en Ouderouder. 2. De Ondernemer Loofles heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Xxxxxxx mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Xxxxxxx mag worden verwacht; c. De de opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Xxxxxxx Xxxxxxx het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot van de locatie weigert, treedt de Ondernemer Loofles met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Xxxxxxx niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer ondernemer en Ouderouder. 2. De Ondernemer ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer ondernemer het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer ondernemer met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, Het Zonnetje is in beginsel toegankelijk voor elk kind waarvoor een plaatsingsovereenkomst is gesloten, vanaf de eerste plaatsing dag tot de einddatum. Eventueel wennen op Het Zonnetje dient plaats te vinden binnen het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Oudercontract. De eerste twee opvang dagen zijn der halve optionele wendagen. Als ouders dit wensen kan de opvang direct voor de hele dag plaatsvinden (dus zonder wenperiode). Er wordt in deze begin periode op Het Zonnetje extra aandacht besteed aan het welbevinden van het kind. 2. De Ondernemer heeft Het Zonnetje behoudt zich het recht het voor een geplaatst kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie kinderopvang te weigeren voor de duur van de periode dat het kind door ziekte extra verzorging behoeft(dit laat de betalingsverplichting onverlet), dan wel een gezondheidsrisico vormt voor zichzelf of voor de andere aanwezigen binnen Het Zonnetje en daardoor een normale opvang van het kind en de andere kinderen redelijkerwijs niet van Het Zonnetje kan worden verwacht. Niet of niet tijdig ingeënt zijn is zo'n gezondheidsrisico. 3. Indien de Ondernemer klant het niet eens is met de geweigerde toegang op grond van lid 2) kan de klant dit aan de het SKK voorleggen met het verzoek het geschil volgens de Verkorte Procedure te behandelen. Een beslissing van het SKK is bindend voor beide partijen. Zolang deze Verkorte Procedure loopt mag worden verwacht Het Zonnetje de plaats niet opzeggen en blijft voor de klant de verplichting in stand om te betalen, overeenkomstig deze Algemene Voorwaarden. 4. Indien een geplaatst kind, nadat diens ouders/verzorgers daartoe zijn aangemaand, zodanig gedrag blijft vertonen dat daardoor gevaar ontstaat voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid van de overige kinderen bij Het Zonnetje, dan wel dat het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. , heeft Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder Zonnetje het recht op redelijke grond en met inachtneming van een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder redelijke termijn de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang Het Zonnetje te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang plaatsingsovereenkomst op te behandelenzeggen. 5. Tijdens Het Zonnetje probeert op kleine schaal, daar waar mogelijk, minder valide kinderen in haar reguliere kinderopvang op te nemen. Als na enige tijd blijkt dat verantwoorde kinderopvang niet langer haalbaar is, kan Het Zonnetje eenzijdig de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggenplaatsingsovereenkomst opzeggen met een opzegtermijn van één maand. Het is aan Het Zonnetje zelf om dit vast te stellen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 12 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel alleen toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer eigenaresse en Ouderouder. 2. De Ondernemer eigenaresse heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer eigenaresse mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. a) Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. b) Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer eigenaresse mag worden verwacht; c. c) De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval In geval de Ondernemer eigenaresse het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer eigenaresse met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer eigenaresse niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer eigenaresse de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer ondernemer en Ouderouder. 2. De Ondernemer ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. a) Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. b) Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht; c. c) De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer ondernemer het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer ondernemer met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel Artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement reglement van de geschillencommissie Kinderopvang kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 10 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Dribbel Eijgenwijze met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement reglement van de geschillencommissie Geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Dribbel Eijgenwijze de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Vivere en Ouder. 2. De Ondernemer Vivere heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang normaal onderwijs van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Vivere mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangenonderwezen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Vivere mag worden verwacht; c. De de opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer In geval Xxxxxx het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Vivere met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Vivere niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie het bestuur van Vivere voorleggen met het verzoek het geschil volgens de een verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Vivere de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat:te a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert.onevenredig 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De de locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Kinderland ‘T sproetje en Ouderouder. 2. De Ondernemer Kinderland ‘T Sproetje heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Kinderland ‘T Sproetje mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld bijvoorbeeld omdat: a. Het het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig verzorgingsbehoeftige is; b. Het het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De de opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer ingeval Kinderland ‘T Sproetje het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Kinderland ‘T Sproetje met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 2, om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Kinderland ‘T Sproetje niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan dit oppakken met de Geschillencommissie voorleggen met geschillencommissie. Met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Kinderland ‘T Sproetje de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Devi Kids en Ouder. 2. De Ondernemer Devi Kids heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Devi Kids mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Devi Kids mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Devi Kids het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Devi Kids met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Devi Kids niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Devi Kids de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren teweigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs kindredelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke degebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie geschillen commissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie groep waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie een natuurspeellocatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld Bijvoorbeeld, omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 16. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 27. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 38. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 49. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 510. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. d. Na het verzuimen van de betalingsverplichting (indien er geen communicatie of afspraken gemaakt worden kan al na de 7e dag van de betalingsverplichting de toegang worden geweigerd) 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Mamasthee en de Ouder. 2. De Ondernemer Mamasthee heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Mamasthee mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Mamasthee mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer In het geval dat Xxxxxxxxx het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Mamasthee met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Xxxxxxxxx niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij de ouder deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Mamasthee de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer de BSO en Ouder. 2. De Ondernemer BSO heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer BSO mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht;. c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer BSO het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer BSO met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 10 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer BSO niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer BSO de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien Wanneer de Ouder het niet eens is met de beslissing door de ondernemer geweigerde toegang op grond van artikel 11 het lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid2, kan hij deze beslissing dit aan de Geschillencommissie klachtencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement Verkorte Procedure te behandelen. Een beslissing daarover van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5klachtencommissie is bindend voor partijen. Tijdens de verkorte procedure Zolang deze Verkorte Procedure loopt mag de Ondernemer ondernemer de plaats niet opzeggenopzeggen en blijft voor de Ouder de verplichting in stand om te betalen overeenkomstig artikel 14 van dezeAlgemene Voorwaarden. 4. Indien een geplaatst kind, nadat diens ouders daartoe zijn aangemaand, zodanig gedrag blijft vertonen dat daardoor gevaar ontstaat voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid van de overige opgenomen kinderen, dan wel het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen, heeft de ondernemer het recht op redelijke grond en met inachtneming van een redelijke termijn de toegang tot de onderneming in kinderopvang te weigeren en de overeenkomst op te zeggen. De ondernemer kan dan naar vermogen verwijzen naar een voor de opvang van dit kind beter geschikte instantie.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Poko Loko en Ouderouder. 2. De Ondernemer Poko Loko heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Poko Loko mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Poko Loko mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Poko Loko het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Poko Loko met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Poko Loko niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij hij/zij deze beslissing aan de Geschillencommissie geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Poko Loko de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer ondernemer en Ouderouder. 2. De Ondernemer ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig kinderenonevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer ondernemer het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer ondernemer met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer ondernemer en Ouderouder. 2. De Ondernemer L.S.E. Xxxxxxxx-Tolhuis heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer L.S.E. Xxxxxxxx- Tolhuis mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer L.S.E. Xxxxxxxx-Tolhuis mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Xxxxxxx L.S.E. Xxxxxxxx-Tolhuis het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer L.S.E. Xxxxxxxx-Xxxxxxx met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer L.S.E. Xxxxxxxx-Tolhuis niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer L.S.E. Xxxxxxxx-Tolhuis de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Wildborn en Ouderouder. 2. De Ondernemer Wildborn heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Wildborn mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig verzorgingsbehoeftige is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Wildborn het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Wildborn met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 2, om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Wildborn niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan dit oppakken met de Geschillencommissie voorleggen met geschillencommissie. Met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Wildborn de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, Toverfluit is in beginsel toegankelijk voor het elk kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer De Toverfluit en Ouderde cliënt. 2. De Ondernemer heeft Toverfluit behoudt zich het recht het voor een geplaatst kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie voor opvang te weigeren voor de duur van de periode dat het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is, dan wel een gezondheidsrisico vormt voor de andere aanwezigen binnen De Toverfluit en een normale opvang van het kind en de andere kinderen redelijkerwijs niet van de Ondernemer haar mag worden verwacht verwacht. 3. Wanneer de cliënt het niet eens met de door De Toverfluit geweigerde toegang op grond van lid 2, kan hij dit aan de Geschillencommissie voorleggen. Een beslissing daarover van de Geschillen- commissie is bindend voor partijen. Zolang de procedure loopt mag De Toverfluit de plaats niet opzeggen en blijft voor de cliënt de verplichting in stand om te betalen overeenkomstig artikel 13 van deze Algemene Voorwaarden. 4. Indien een geplaatst kind, nadat diens ouders daartoe zijn aangemaand, zodanig gedrag blijft verto- nen dat daardoor gevaar ontstaat voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid van de overige opgevangen kinderen, dan wel het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder , heeft De Toverfluit het recht op redelijke grond en met inachtneming van een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder redelijke termijn de toegang tot De Toverfluit te weigeren en de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om overeenkomst op te zoeken zeggen. De Toverfluit kan dan naar vermogen verwijzen naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing opvang van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelendit kind beter geschikte instantie. 5. Tijdens De Toverfluit en de verkorte procedure mag cliënt zijn verplicht in het geval dat het kind voor langere tijd op de Ondernemer kinderop- vang afwezig is in overleg te treden over het beschikbaar houden van de plaats niet opzeggenopvangplaats.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat:wijze a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke gees- telijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing waar- schuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig on- evenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/en/ of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing op- lossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie Geschillencommis- sie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer KSH en Oudercontractouder. 2. De Ondernemer KSH heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer KSH mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is, zie ook Artikel 26 - Ziekte; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer KSH mag worden verwacht, zie ook Artikel 22 – Wederzijdse verplichtingen lid 1; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert, zie ook Artikel 31 - Zorgkinderen. 3. Ingeval de Ondernemer KSH het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer KSH met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder je het niet eens is bent met de beslissing van artikel 11 lid 2 van dit artikel om de toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer KSH niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij je deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer KSH de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval In geval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 9 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind Hetkind door ziekte of anderszins ofanderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelentebehandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer KSH en Ouder. 2. De Ondernemer KSH heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer KSH mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer KSH mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer KSH het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer KSH met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer KSH niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer KSH de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel beginstel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. : Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. ; Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. ; De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot toot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs redelijker- wijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie geschillen- commissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Stichting en Ouder. 2. De Ondernemer Stichting heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Stichting mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Stichting mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Stichting het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Stichting met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Stichting niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Stichting de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Kindereijk en Ouder. 2. De Ondernemer Kindereijk heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Kindereijk mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Kindereijk mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Kindereijk het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Kindereijk met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Kindereijk niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Kindereijk de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer KDV-Fit4Kids heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer KDV-Fit4Kids mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer KDV-Fit4Kids mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer KDV-Fit4Kids het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer KDV-Fit4Kids met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer KDV-Fit4Kids niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer KDV-Fit4Kids de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Kei Kidz en Ouderouder. 2. De Ondernemer Kei Kidz heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Kei Kidz mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Kei Kidz mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Kei Kidz het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Kei Kidz met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Kei Kidz niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Kei Kidz de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld bedoeld 5. in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 56. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen. 7. Alle locaties van Stichting Istia zijn gesloten tijdens de algemene studiedag. Er wordt dan geen kinderopvang verzorgd. Ruilen van of restitutie over deze dag is niet mogelijk. 8. Op 24 en 31 december sluiten alle opvanglocaties om 17:00 uur.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Groei en Bloei en Ouder. 2. De Ondernemer Groei en Bloei heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Groei en Bloei mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke degebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Groei en Bloei mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Groei en Bloei het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, ,treedt de Ondernemer Groei en Bloei met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Groei en Bloei niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij kanhij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Groei en Bloei de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is;is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht;verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer opvang en Ouderouder. 2. De Ondernemer opvang heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer opvang mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer opvang mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart verzwaard of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer opvang het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer opvang met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer opvang niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer opvang de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer ondernemer en Ouderouder. 2. De Ondernemer ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer ondernemer het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer ondernemer met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 11, lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement reglement van de geschillencommissie Kinderopvang kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer ondernemer en Ouderouder. 2. De Ondernemer ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer ondernemer het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer ondernemer met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer Organisatie en Ouder. 2. De Ondernemer Organisatie heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Organisatie mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Organisatie mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Organisatie het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Organisatie met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Organisatie niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Organisatie de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer ondernemer en Ouderouder. 2. De Ondernemer ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer ondernemer het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer ondernemer met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 8 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer ondernemer de plaats niet opzeggenopzeggen en blijft voor de ouder de verplichting in stand om te betalen voor de opvang.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, Het Gastouderbureau is in beginsel toegankelijk voor het elk kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer het Gastouderbureau en Ouderconsument. 2. De Ondernemer heeft Het Gastouderbureau behoudt zich het recht het voor een geplaatst kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie voor opvang te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder , dan wel een risico of bedreiging gezondheidsrisico vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij andere aanwezigen binnen het gastgezin en een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De normale opvang van het kind een normale opvang van en de andere kinderen onevenredig verzwaart redelijkerwijs niet van hem of belemmerthaar mag worden verwacht. 3. Ingeval Wanneer de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder consument het niet eens is met de beslissing door het Gastouderbureau geweigerde toegang op grond van artikel 11 het lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid2, kan hij deze beslissing dit aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement Verkorte Procedure te behandelen. Een beslissing daarover van de geschillencommissie Kinderopvang Geschillencommissie is bindend voor partijen. Zolang deze Verkorte Procedure loopt mag het Gastouderbureau de plaats niet opzeggen en blijft voor de consument de verplichting in stand om te behandelenbetalen overeenkomstig artikel 13 van deze Algemene Voorwaarden. 4. Indien een geplaatst kind, nadat diens ouders daartoe zijn aangemaand, zodanig gedrag blijft vertonen dat daardoor gevaar ontstaat voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid van de overige opgenomen kinderen, dan wel het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen, heeft het Gastouderbureau het recht op redelijke grond en met inachtneming van een redelijke termijn de toegang te weigeren en de overeenkomst op te zeggen. Het Gastouderbureau kan dan naar vermogen verwijzen naar een voor de opvang van dit kind beter geschikte instantie. 5. Tijdens Het Gastouderbureau en consument zijn verplicht in het geval dat het kind voor langere tijd op de verkorte procedure mag kinderopvang afwezig is in overleg te treden over het beschikbaar houden van de Ondernemer de plaats niet opzeggenopvangplaats.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en OuderKSH enOuder. 2. De Ondernemer KSH heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van opvangvan het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer kindredelijkerwijsnietvan KSH mag worden verwacht wordenverwacht en het kind niet op kindnietop de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderenveiligheidvananderen, na te zijn gewaarschuwdzijngewaarschuwd, tenzij een tenzijeen waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer redelijkerwijsnietvan KSH mag worden verwacht; c. De opvang van opvangvan het kind een kindeen normale opvang van opvangvan de andere kinderen onevenredig verzwaart onevenredigverzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer KSH het kind enkinden/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer KSH met de Ouder in overleg om overlegom te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer KSH niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer KSH de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer Xxxxxx heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer Xxxxxx mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer Xxxxxx mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer Simcha het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer Simcha met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer Xxxxxx niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer Simcha de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: o a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; o b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; o c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen de Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer ondernemer en Ouderouder. 2. De Ondernemer ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer ondernemer het kind en/of de Ouder ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer ondernemer met de Ouder ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 9 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer ondernemer de plaats niet opzeggenopzeggen en blijft voor de ouder de verplichting in stand om te betalen voor de opvang.

Toegankelijkheid. 1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen Ondernemer en Ouder. 2. De Ondernemer heeft het recht het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat: a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is; b. Het kind en/of de Ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht; c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert. 3. Ingeval de Ondernemer het kind en/of de Ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de Ondernemer met de Ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle Partijen acceptabele oplossing voor de situatie. 4. Indien de Ouder het niet eens is met de beslissing van artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de Ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het Reglement van de geschillencommissie Kinderopvang te behandelengeschillencommissieKinderopvang tebehandelen. 5. Tijdens de verkorte procedure mag de Ondernemer de plaats niet opzeggen.