TOELICHTING OP DE KLACHT. De klacht houdt zakelijk en samengevat het volgende in: 2.1 Klager is gediagnostiseerd met dementie. Klager onderneemt daardoor veel dat hij niet meer overziet en dat gevaarlijk is. De zorg die klager had was niet langer voldoende. Verweerder heeft echter niet mee willen werken aan het verkrijgen van 24 uurs-zorg. Indien klager een indicatie 7 had kunnen krijgen had hij niet hoeven verhuizen. Verweerder ging ervan uit dat de zorg die klager kreeg goed en afdoende was. 2.2 Het CIZ was bereid een indicatie af te willen geven voor 24-uurszorg in een verpleeghuis. Voor een bezoek van de casemanager dementie op 28 januari 2020 was ook verweerder uitgenodigd, met het verzoek de medische gegevens van klager mee te nemen. Die gegevens waren nodig voor de indicatie aanvraag van het CIZ. Vlak voor de afspraak plaatsvond, gaf verweerder aan niet te zullen komen. Hij wilde zich niet voor een karretje laten spannen en klager eerst zelf spreken. Vervolgens vertelde de assistente dat de medische gegevens nodig voor de CIZ aanvraag niet klaar lagen. 2.3 Klager heeft tijdens het gesprek met de casemanager, waarbij verweerder niet aanwezig was, aangegeven wel te willen verhuizen naar een verpleeghuis, al zag hij er wel tegenop, en heeft ook zijn handtekening gezet op het aanvraagformulier van het CIZ. 2.4 Verweerder heeft xxxxxx vervolgens bezocht en aangegeven dat hij het niet nodig vond dat hij zou verhuizen. Klager heeft daarna aangegeven toch niet te willen verhuizen. Het CIZ gaf aan dat er wel iets diende te gebeuren en adviseerde een Rechterlijke Machtiging (RM) aan te vragen. Er was een groot verschil van mening in wat verweerder dacht dat goed voor klager zou zijn en wat de kinderen van klager noodzakelijk vonden voor de 24-uurzorg. Ook de thuiszorg vertelde tegen verweerder te hebben gezegd dat ze het niet meer verantwoord vonden dat klager zonder begeleiding woonde. Verweerder is maar enkele keren bij klager geweest. Verweerder was niet in staat een oordeel te vormen over zijn wilsbekwaamheid. 2.5 Klagers dochter geeft aan dat er veel gevaarlijke situaties zijn geweest met wasbenzine, elektriciteit en geld dat verdween. Zij geeft aan spijt te hebben niet alle voorvallen gemeld te hebben, maar zij wilde niet onnodig lastig vallen. Klagers dochter vindt dat verweerder geen goed beeld heeft van de werkelijkheid en de verkeerde beslissing nam door niet mee te werken aan meer zorg en begeleiding. Ook heeft verweerder gezegd dat de kritiek van xxxxxxx dochter over de thuiszorg de zorg bemoeilijkte en dat verweerder die kritiek niet ondersteunde. 2.6 Toen klager uiteindelijk verhuisde, kwam verweerder afscheid nemen. Hij was toen echter niet meer klagers huisarts, omdat klagers dochter meermaals om een andere huisarts heeft verzocht. Klager bedankte verweerder toen, hij wist echter niets over het nalaten van verweerder omdat hem dat niet was verteld door zijn kinderen. Het gebeurde heeft ook grote impact gehad op de kinderen van klager, fysiek en emotioneel. Zij hebben tegenwerking ervaren daar waar ze verwachtten hulp te ontvangen. 2.7 Klager vordert een schadevergoeding. Klager komt maandelijks financieel tekort nu hij in de huidige woonvorm woont. Wanneer hij in een zorg in natura voorziening had gewoond had hij voor zijn zorgverzekering en eigen bijdrage en pedicure en kapper nog € 300,00 mogen houden als "zakgeld." Nu hij daar niet woont houdt hij alleen dat over wat er overblijft nadat alle zorgkosten van de woonvoorziening er af zijn. Dat betekent dat hij niets over houdt voor kleding, een uitstapje, een televisie en telefoonabonnement. Hiervoor dient zo lang klager leeft een bedrag van maandelijks € 100,00 gerekend te worden. Door het beleid van verweerder kon klager niet volgens de Wet Zorg en Dwang worden opgenomen.
Appears in 1 contract
Samples: Complaint Resolution
TOELICHTING OP DE KLACHT. De klacht houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
2.1 Klager is gediagnostiseerd met dementie2.1. Klager onderneemt daardoor veel Klaagster heeft vanaf 1981 psychische klachten. In 1998 werd de diagnose schizofrenie gesteld. Daarnaast heeft klaagster diabetes. Vanaf 2007 hebben haar behandelaars als medicatie voor psychoses Abilify voorgeschreven.
2.2. Klaagster stelt dat hij niet meer overziet en dat gevaarlijk isverweerder haar enkele jaren na 2007 een generiek middel heeft willen verstrekken. De zorg behandelende GGZ-instelling heeft haar echter geadviseerd om Abilify te blijven gebruiken. In verband met haar aandoening was het moeilijk om klaagster te motiveren dagelijks haar medicatie in te nemen. Na meer dan twee jaar was dat gelukt. Substitutie heeft toen niet plaatsgehad.
2.3. Medio 2018 heeft verweerder aan klaagster het generieke middel aripiprazol met de merknaam Accord verstrekt, dat haar per drie maanden werd geleverd. Klaagster stelt dat haar klachten toen zijn gaan toenemen. Zij vertoonde gedrag dat niet strookt met de realiteit, er trad een verstoord dag- en nachtritme op en er was sprake van verbale agressie en depressiviteit.
2.4. De echtgenoot van klaagster heeft daarover overleg met een assistente van verweerder gehad. Volgens klaagster liet de assistente weten dat Abilify kon worden verstrekt als de behandelaar een recept met de vermelding van medische noodzaak zou afgeven. Verweerder weigerde nadien Abilify te verstrekken omdat klaagster toestemming van haar zorgverzekeraar nodig zou hebben. De echtgenoot van klaagster heeft vervolgens contact opgenomen met de verzekeraar, die klager had was stelde te willen bemiddelen, maar zei ook dat Abilify vergoed zou worden als verweerder daarmee instemde.
2.5. Verweerder stelde zich op het standpunt dat de werkzame stoffen in beide geneesmiddelen identiek zijn. Klaagster stelde daartegenover dat de hoeveelheid hulpstoffen verschillend is, waarop verweerder liet weten dat klaagster dan een allergie voor hulpstoffen moest aantonen. Klaagster begrijpt niet langer voldoendewaarom zij een allergie voor de hulpstoffen moet aantonen als de middelen identiek zijn.
2.6. Klaagster stelt dat volgens de substitutielijst van de KNMP Abilify niet zonder meer mag worden vervangen omdat het een medicijn voor psychiatrische patiënten betreft.
2.7. Volgens klaagster gebruikt zij nu Abilify op eigen kosten. Haar klachten zijn nadien sterk verminderd. Verweerder heeft echter niet mee willen werken aan het verkrijgen van 24 uurs-zorg. Indien klager een indicatie 7 had kunnen krijgen had hij niet hoeven verhuizen. Verweerder ging ervan uit dat de zorg die klager kreeg goed en afdoende was.
2.2 Het CIZ was bereid een indicatie af te willen geven voor 24-uurszorg in een verpleeghuis. Voor een bezoek van de casemanager dementie op 28 januari 2020 was ook verweerder uitgenodigd, met het verzoek de medische gegevens van klager mee te nemen. Die gegevens waren nodig voor de indicatie aanvraag van het CIZ. Vlak voor de afspraak plaatsvond, gaf verweerder aan niet te zullen komen. Hij wilde zich niet voor een karretje laten spannen en klager eerst zelf spreken. Vervolgens vertelde de assistente dat de medische gegevens nodig voor de CIZ aanvraag niet klaar lagen.
2.3 Klager heeft tijdens het gesprek met de casemanager, waarbij verweerder niet aanwezig was, aangegeven wel te willen verhuizen haar als oplossing aangeboden om naar een verpleeghuis, al zag hij er wel tegenop, andere apotheek te gaan of Abilify in België te betrekken en heeft ook zijn handtekening gezet op het aanvraagformulier van het CIZ.
2.4 Verweerder heeft xxxxxx vervolgens bezocht en aangegeven dat hij het niet nodig vond dat hij zou verhuizenbij de zorgverzekeraar te declareren. Klager heeft daarna aangegeven toch niet te willen verhuizen. Het CIZ gaf aan dat er wel iets diende te gebeuren en adviseerde een Rechterlijke Machtiging (RM) aan te vragen. Er was een groot verschil van mening in wat verweerder dacht dat goed voor klager zou zijn en wat Klaagster vindt de kinderen van klager noodzakelijk vonden voor de 24-uurzorg. Ook de thuiszorg vertelde tegen verweerder te hebben gezegd dat ze het niet meer verantwoord vonden dat klager zonder begeleiding woonde. Verweerder is maar enkele keren bij klager geweest. Verweerder was niet in staat een oordeel te vormen over zijn wilsbekwaamheid.
2.5 Klagers dochter geeft aan dat er veel gevaarlijke situaties zijn geweest met wasbenzine, elektriciteit en geld dat verdween. Zij geeft aan spijt te hebben niet alle voorvallen gemeld te hebben, maar zij wilde niet onnodig lastig vallen. Klagers dochter vindt dat verweerder geen goed beeld heeft van de werkelijkheid en de verkeerde beslissing nam door niet mee te werken aan meer zorg en begeleiding. Ook heeft verweerder gezegd dat de kritiek van xxxxxxx dochter over de thuiszorg de zorg bemoeilijkte en dat verweerder die kritiek niet ondersteunde.
2.6 Toen klager uiteindelijk verhuisde, kwam verweerder afscheid nemen. Hij was toen echter niet meer klagers huisarts, omdat klagers dochter meermaals om afstand naar een andere huisarts heeft verzochtapotheek bezwaarlijk. Klager bedankte verweerder toen, hij wist echter niets over het nalaten van verweerder omdat hem dat niet was verteld door zijn kinderen. Het gebeurde heeft ook grote impact gehad op de kinderen van klager, fysiek en emotioneel. Zij hebben tegenwerking ervaren daar waar ze verwachtten hulp te ontvangenIn België gekochte geneesmiddelen worden volgens haar maar eenmaal vergoed.
2.7 Klager vordert een schadevergoeding. Klager komt maandelijks financieel tekort nu hij in de huidige woonvorm woont. Wanneer hij in een zorg in natura voorziening had gewoond had hij voor zijn zorgverzekering en eigen bijdrage en pedicure en kapper nog € 300,00 mogen houden als "zakgeld." Nu hij daar niet woont houdt hij alleen dat over wat er overblijft nadat alle zorgkosten van de woonvoorziening er af zijn. Dat betekent dat hij niets over houdt voor kleding, een uitstapje, een televisie en telefoonabonnement. Hiervoor dient zo lang klager leeft een bedrag van maandelijks € 100,00 gerekend te worden. Door het beleid van verweerder kon klager niet volgens de Wet Zorg en Dwang worden opgenomen.
Appears in 1 contract
Samples: Complaint Resolution
TOELICHTING OP DE KLACHT. De klacht houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
2.1 Klager Klaagster is gediagnostiseerd al 52 jaar patiënt in de praktijk van verweerster. Klaagster heeft twee keer borstkanker gehad met dementieveel complicaties. Klager onderneemt daardoor Klaagster krijgt hormoontherapie en heeft daar veel dat hij niet meer overziet bijwerkingen van, namelijk eczeemplekken op hoofd en dat gevaarlijk is. De zorg die klager had was niet langer voldoende. Verweerder heeft echter niet mee willen werken aan het verkrijgen van 24 uurs-zorg. Indien klager een indicatie 7 had kunnen krijgen had hij niet hoeven verhuizen. Verweerder ging ervan uit dat de zorg die klager kreeg goed lichaam en afdoende washaaruitval.
2.2 Het CIZ In augustus 2021 kwam klaagster op het spreekuur bij verweerster. Zij stelde vast dat er sprake was bereid van een indicatie af te willen geven voor 24-uurszorg in een verpleeghuisschimmelinfectie op klaagsters hoofd en nek. Voor een bezoek van de casemanager dementie op 28 januari 2020 was ook verweerder uitgenodigdXxxxxxxxxxx schreef zalf voor, met het verzoek de medische gegevens van klager mee te nemen. Die gegevens waren nodig voor de indicatie aanvraag van het CIZ. Vlak voor de afspraak plaatsvond, gaf verweerder aan niet te zullen komen. Hij wilde zich niet voor een karretje laten spannen en klager eerst zelf spreken. Vervolgens vertelde de assistente dat de medische gegevens nodig voor de CIZ aanvraag niet klaar lagendie even heeft geholpen.
2.3 Klager heeft tijdens het gesprek met Klaagster stelt dat in november 2021 de casemanagerklachten in alle hevigheid terug kwamen. Op 9 november 2021 belde klaagster voor een afspraak, waarbij verweerder niet aanwezig wasdit kon pas op 16 november 2021. Klaagster had veel pijn en de plekken waren uitgebreid tot hals, aangegeven wel te willen verhuizen nek, oren, armen en oksels. Klaagster is naar een verpleeghuis, al zag hij er wel tegenop, de praktijk gegaan en heeft gevraagd of er een huisarts naar kon kijken. Dat was niet mogelijk, klaagster kon wel een foto sturen. Klaagster zag verweerster lopen en heeft aangegeven niet weg te zullen gaan voor zij was geholpen. Verweerster bleef achter de balie. Klaagster is toen in de spreekkamer van verweerster gaan zitten. Verweerster heeft geweigerd klaagster te onderzoeken en heeft haar weg gestuurd. Klaagster heeft gevraagd om een andere huisarts, dit was ook zijn handtekening gezet op niet mogelijk. Verweerster heeft gezegd de politie te zullen bellen. Klaagster heeft aangegeven dat goed te vinden. Zij weet dat het aanvraagformulier van het CIZniet goed was in de spreekkamer te gaan zitten, maar deed dit in haar wanhoop. Na een tijdje werd verteld dat zij de volgende dag terecht kon bij een collega huisarts. Deze heeft klaagster goed behandeld met een medicijnkuur, zalf en shampoo.
2.4 Verweerder Klaagster voelt zich slecht behandeld. Verweerster heeft xxxxxx vervolgens bezocht en aangegeven dat hij het niet nodig vond dat hij zou verhuizen. Klager heeft daarna aangegeven toch niet te willen verhuizen. Het CIZ gaf aan dat er wel iets diende te gebeuren en adviseerde een Rechterlijke Machtiging (RM) aan te vragen. Er was een groot verschil van mening in wat verweerder dacht dat goed voor klager zou zijn en onderzocht wat de kinderen oorzaak van klager noodzakelijk vonden voor haar klachten zou kunnen zijn. Zij heeft niet gekeken of er een verband was met de 24-uurzorg. Ook de thuiszorg vertelde tegen verweerder te hebben gezegd dat ze het niet meer verantwoord vonden dat klager zonder begeleiding woonde. Verweerder is maar enkele keren bij klager geweest. Verweerder was niet in staat een oordeel te vormen over zijn wilsbekwaamheidborstkanker en hormoontherapie.
2.5 Klagers dochter geeft aan Klaagster is angstig geworden, heeft last van slapeloosheid en was bang dat er veel gevaarlijke situaties de klachten met kanker te maken hadden. Haar vertrouwen en veilige plek bij de praktijk zijn geweest met wasbenzine, elektriciteit en geld dat verdweenhaar ontnomen. Zij geeft aan spijt te hebben niet alle voorvallen gemeld te hebbenheeft last van ernstige haaruitval, maar waarvoor zij wilde niet onnodig lastig vallen. Klagers dochter vindt dat verweerder geen goed beeld heeft van de werkelijkheid en de verkeerde beslissing nam door niet mee te werken aan meer zorg en begeleiding. Ook heeft verweerder gezegd dat de kritiek van xxxxxxx dochter over de thuiszorg de zorg bemoeilijkte en dat verweerder die kritiek niet ondersteunde.
2.6 Toen klager uiteindelijk verhuisde, kwam verweerder afscheid nemen. Hij was toen echter niet meer klagers huisarts, omdat klagers dochter meermaals om een andere huisarts heeft verzocht. Klager bedankte verweerder toen, hij wist echter niets over het nalaten van verweerder omdat hem dat niet was verteld door zijn kinderen. Het gebeurde heeft ook grote impact gehad op de kinderen van klager, fysiek en emotioneelhaarstuk nodig heeft. Zij hebben tegenwerking ervaren daar waar ze verwachtten hulp te ontvangen.
2.7 Klager vordert een schadevergoeding. Klager komt maandelijks financieel tekort nu hij in de huidige woonvorm woont. Wanneer hij in een zorg in natura voorziening had gewoond had hij voor zijn zorgverzekering schadevergoeding van € 5.000,00 wegens lichamelijke en eigen bijdrage en pedicure en kapper nog € 300,00 mogen houden als "zakgeldpsychische klachten." Nu hij daar niet woont houdt hij alleen dat over wat er overblijft nadat alle zorgkosten van de woonvoorziening er af zijn. Dat betekent dat hij niets over houdt voor kleding, een uitstapje, een televisie en telefoonabonnement. Hiervoor dient zo lang klager leeft een bedrag van maandelijks € 100,00 gerekend te worden. Door het beleid van verweerder kon klager niet volgens de Wet Zorg en Dwang worden opgenomen.
Appears in 1 contract
Samples: Complaint Resolution
TOELICHTING OP DE KLACHT. De klacht houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
2.1 Klager Klaagster werd om 23:41 uur op 18 maart 2021 onwel op het toilet, zij was bewusteloos, waarop klaagsters echtgenoot 112 belde. Er is gediagnostiseerd met dementieniet gebeld omdat klaagster een hyperventilatieaanval had, maar omdat zij buiten bewustzijn was aangetroffen op het toilet. Klager onderneemt daardoor veel Er was alcohol in het spel, maar dat hij niet meer overziet en dat gevaarlijk ismag volgens klaagster bij een U1 situatie geen rol spelen. De zorg die klager had Zij was niet langer voldoende. Verweerder heeft echter niet mee willen werken aan het verkrijgen van 24 uurs-zorg. Indien klager ABCD veilig en had een indicatie 7 had kunnen krijgen had hij niet hoeven verhuizen. Verweerder ging ervan uit dat de zorg die klager kreeg goed en afdoende wasbleke gelaatskleur.
2.2 Het CIZ was bereid een indicatie af te willen geven voor 24-uurszorg in een verpleeghuisEen ambulance arriveerde om ca. Voor een bezoek van 00:01 uur. Na onderzoek werd verweerder door de casemanager dementie op 28 januari 2020 was ook verweerder uitgenodigd, ambulanceverpleegkundige rond 00:05 uur gebeld met het verzoek een visite door de medische gegevens dienstdoende huisarts af te laten leggen. Om 00:18 uur belde de ambulanceverpleegkundige weer met verweerder en sprak met de enige dienstdoende huisarts. Klaagsters echtgenoot sprak de huisarts die aangaf dat hij eraan zou komen zodra hij tijd had. Klaagster verkeerde nog steeds in een levensbedreigende situatie, zij viel steeds weg en hyperventileerde als zij bijkwam. Wel 50 keer is klaagster weggevallen en hapte naar lucht als zij bijkwam. De dienstdoende huisarts weigerde zijn naam te noemen. Dat de dienstdoende huisarts er een U5 urgentie aan gaf vindt klaagster niet juist, omdat zij zeker 50 keer bewusteloos raakte vanaf de melding tot aan de komst van klager mee de dienstdoende huisarts. De ambulance vertrok na enkele minuten en liet klaagster zonder medisch toezicht alleen met echtgenoot en zoon, zelfs nadat klaagsters echtgenoot had aangegeven niet zonder medisch toezicht te nemen. Die gegevens waren nodig voor de indicatie aanvraag van het CIZ. Vlak voor de afspraak plaatsvond, gaf verweerder aan niet te zullen komen. Hij wilde zich niet voor een karretje laten spannen en klager eerst zelf spreken. Vervolgens vertelde de assistente dat de medische gegevens nodig voor de CIZ aanvraag niet klaar lagenwillen blijven.
2.3 Klager heeft tijdens het gesprek Om 01:14 uur belde klaagsters echtgenoot zelf naar verweerder met de casemanagervraag waar de huisarts bleef. De triagist antwoordde dat de huisarts onderweg was. De dienstdoende huisarts arriveerde om 01:20 uur, waarbij verweerder ruim een uur na de zorgvraag van de ambulanceverpleegkundige. Na onderzoek en behandeling wilde de huisarts een recept voorschrijven voor oxazepam en niet aanwezig was, aangegeven wel te willen verhuizen naar een verpleeghuis, al zag hij er wel tegenop, en heeft ook zijn handtekening gezet op gelijk toedienen. Klaagster vindt het aanvraagformulier van het CIZ.
2.4 Verweerder heeft xxxxxx vervolgens bezocht en aangegeven dat hij het niet nodig vond dat hij zou verhuizen. Klager heeft daarna aangegeven toch niet te willen verhuizen. Het CIZ gaf aan treiteren dat er wel een recept werd uitgeschreven, terwijl vooraf duidelijk was dat er iets diende te gebeuren rustgevends moest worden gegeven. Vervolgens ging de huisarts toch over tot toediening van een tablet oxazepam, werd klaagster rustiger en adviseerde een Rechterlijke Machtiging (RM) aan te vragenging de huisarts weg. Er was een groot verschil van mening in wat maar één dienstdoende huisarts aanwezig die nacht. Hierdoor kon hij niet op tijd aanwezig zijn om medische noodhulp te bieden. Klaagster vraagt zich af of verweerder dacht om herhaling te voorkomen zal zorgen dat goed voor klager zou zijn en wat de kinderen van klager noodzakelijk vonden voor de 24-uurzorger tenminste twee artsen acute nooddiensten draaien. Ook vraagt zij zich af waarom de thuiszorg vertelde tegen verweerder te hebben gezegd dat ze het niet meer verantwoord vonden dat klager zonder begeleiding woonde. Verweerder is maar enkele keren bij klager geweest. Verweerder was niet in staat een oordeel te vormen over zijn wilsbekwaamheid.
2.5 Klagers dochter geeft aan dat er veel gevaarlijke situaties zijn geweest met wasbenzine, elektriciteit en geld dat verdween. Zij geeft aan spijt te hebben niet alle voorvallen gemeld te hebben, maar zij wilde niet onnodig lastig vallen. Klagers dochter vindt dat verweerder geen goed beeld heeft van de werkelijkheid en de verkeerde beslissing nam door niet mee te werken aan meer zorg en begeleiding. Ook heeft verweerder gezegd dat de kritiek van xxxxxxx dochter over de thuiszorg de zorg bemoeilijkte en dat verweerder die kritiek niet ondersteunde.
2.6 Toen klager uiteindelijk verhuisde, kwam verweerder afscheid nemen. Hij was toen echter niet meer klagers huisarts, omdat klagers dochter meermaals om een andere dienstdoende huisarts heeft verzocht. Klager bedankte verweerder toen, hij wist echter niets over het nalaten van verweerder omdat hem dat niet was verteld door zijn kinderen. Het gebeurde heeft ook grote impact gehad op de kinderen van klager, fysiek en emotioneel. Zij hebben tegenwerking ervaren daar waar ze verwachtten hulp te ontvangen.
2.7 Klager vordert een schadevergoeding. Klager komt maandelijks financieel tekort nu hij in de huidige woonvorm woont. Wanneer hij achterwacht niet is opgeroepen en waarom verweerder niet bereid is eerder in een zorg in natura voorziening had gewoond had hij voor zijn zorgverzekering en eigen bijdrage en pedicure en kapper nog € 300,00 mogen houden als "zakgeldte grijpen." Nu hij daar niet woont houdt hij alleen dat over wat er overblijft nadat alle zorgkosten van de woonvoorziening er af zijn. Dat betekent dat hij niets over houdt voor kleding, een uitstapje, een televisie en telefoonabonnement. Hiervoor dient zo lang klager leeft een bedrag van maandelijks € 100,00 gerekend te worden. Door het beleid van verweerder kon klager niet volgens de Wet Zorg en Dwang worden opgenomen.
Appears in 1 contract
Samples: Complaint Resolution
TOELICHTING OP DE KLACHT. De klacht houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
2.1 Klager is gediagnostiseerd met dementie. Klager onderneemt daardoor veel dat hij niet meer overziet en dat gevaarlijk isMedio 2017 ontstond bij klager een bult op zijn rechterschouder. De zorg die klager had bult was niet langer voldoendein eerste instantie klein maar werd allengs groter en pijnlijker. Op 23 oktober 2017 ging xxxxxx hiermee naar de huisarts. Verweerder heeft echter niet mee willen werken aan maakte een echo, beoordeelde dat het verkrijgen van 24 uurs-zorg. Indien om een lipoom ging en adviseerde klager een indicatie 7 had kunnen krijgen had hij niet hoeven verhuizen. Verweerder ging ervan uit dat om het te laten verwijderen als de zorg die klager kreeg goed en afdoende waspijn toenam.
2.2 Het CIZ De behandeling vond plaats op 21 november 2017. Er werd een plaatselijke verdoving gegeven. Verweerder verwachtte dat klager binnen 20 minuten weer buiten zou staan. Na 45 minuten staakte verweerder echter de behandeling en vroeg een collega-huisarts mee te kijken. Deze oordeelde dat er eerder sprake leek te zijn van een spierhernia. De behandeling werd gestaakt en de wond werd gehecht. Klager en zijn echtgenote zijn ‘na een simpele schouderklop’ en ‘sorry kerel’ huiswaarts gekeerd, zich afvragende wat er precies was bereid gebeurd. De wond was pijnlijk en er was een indicatie af te willen geven voor 24-uurszorg in flink litteken ontstaan. Later trad er een verpleeghuis. Voor een bezoek infectie van de casemanager dementie op 28 januari 2020 was ook verweerder uitgenodigd, met wond op. Direct na het verzoek de medische gegevens van voorval heeft klager mee besloten naar een andere huisarts te nemen. Die gegevens waren nodig voor de indicatie aanvraag van het CIZ. Vlak voor de afspraak plaatsvond, gaf verweerder aan niet te zullen komen. Hij wilde zich niet voor een karretje laten spannen en klager eerst zelf spreken. Vervolgens vertelde de assistente dat de medische gegevens nodig voor de CIZ aanvraag niet klaar lagengaan.
2.3 Klager heeft tijdens het gesprek met de casemanager, waarbij verwijt verweerder niet aanwezig was, aangegeven wel te willen verhuizen naar een verpleeghuis, al zag hij er wel tegenop, en heeft ook zijn handtekening gezet op het aanvraagformulier van het CIZ.
2.4 Verweerder heeft xxxxxx vervolgens bezocht en aangegeven dat hij het niet nodig vond dat hij zou verhuizenonjuist heeft gehandeld. Hij neemt geen genoegen met een ‘foei en tik op de vingers’ van verweerder. Klager heeft daarna aangegeven toch niet stelt dagelijks pijn te willen verhuizenervaren, die uitstraalt naar zijn rechterarm en pols. Het CIZ gaf aan dat Ook zit er wel iets diende te gebeuren en adviseerde een Rechterlijke Machtiging (RM) aan te vragenlelijk litteken op zijn rug/schouder. Er was een groot verschil De medische misser van mening in wat verweerder dacht dat goed is voor klager zou zijn en wat de kinderen van klager noodzakelijk vonden voor de 24-uurzorg. Ook de thuiszorg vertelde tegen verweerder te hebben gezegd dat ze het niet meer verantwoord vonden dat klager zonder begeleiding woonde. Verweerder is maar enkele keren bij klager geweest. Verweerder was niet in staat een oordeel te vormen over zijn wilsbekwaamheid.
2.5 Klagers dochter geeft aan dat er veel gevaarlijke situaties zijn aanleiding geweest met wasbenzine, elektriciteit en geld dat verdween. Zij geeft aan spijt te hebben niet alle voorvallen gemeld te hebben, maar zij wilde niet onnodig lastig vallen. Klagers dochter vindt dat verweerder geen goed beeld heeft van de werkelijkheid en de verkeerde beslissing nam door niet mee te werken aan meer zorg en begeleiding. Ook heeft verweerder gezegd dat de kritiek van xxxxxxx dochter over de thuiszorg de zorg bemoeilijkte en dat verweerder die kritiek niet ondersteunde.
2.6 Toen klager uiteindelijk verhuisde, kwam verweerder afscheid nemen. Hij was toen echter niet meer klagers huisarts, omdat klagers dochter meermaals om een andere huisarts te zoeken. Hij heeft verzochtgeen vertrouwen meer in de medische wereld.
2.4 Klager eist een schadevergoeding tussen € 5.000,00 en € 10.000,00 voor de geleden materiële en immateriële schade.
2.5 Ter zitting heeft xxxxxx zijn stellingen verder toegelicht. Klager bedankte verweerder toen, hij wist echter niets over het nalaten is teleurgesteld in de behandeling van verweerder omdat verweerder. Hij verwijt hem dat hij niet was verteld door zijn kinderen. Het gebeurde heeft ook grote impact gehad op de kinderen van klager, fysiek en emotioneel. Zij hebben tegenwerking ervaren daar waar ze verwachtten hulp te ontvangen.
2.7 Klager vordert een schadevergoedingis doorverwezen naar het ziekenhuis. Klager komt maandelijks financieel tekort nu hij twijfelt of verweerder wel capabel was om de ingreep uit te voeren. Hij heeft sinds de bult is ontstaan nog dagelijks pijn aan zijn schouder/rug en wil hier graag vanaf. Hij schaamt zich voor het lelijke litteken dat is ontstaan na de ingreep en dat hem belemmert in sociale activiteiten zoals saunabezoek. Hij wil dit in de huidige woonvorm woont. Wanneer hij in een zorg in natura voorziening had gewoond had hij voor zijn zorgverzekering en eigen bijdrage en pedicure en kapper nog € 300,00 mogen houden als "zakgeldtoekomst mogelijk laten corrigeren." Nu hij daar niet woont houdt hij alleen dat over wat er overblijft nadat alle zorgkosten van de woonvoorziening er af zijn. Dat betekent dat hij niets over houdt voor kleding, een uitstapje, een televisie en telefoonabonnement. Hiervoor dient zo lang klager leeft een bedrag van maandelijks € 100,00 gerekend te worden. Door het beleid van verweerder kon klager niet volgens de Wet Zorg en Dwang worden opgenomen.
Appears in 1 contract
Samples: Complaint Resolution
TOELICHTING OP DE KLACHT. De klacht houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
2.1 Klager is gediagnostiseerd heeft zich op zaterdagavond 31 oktober 2020 gemeld bij de huisartsenpost [naam] met dementieacute buikpijn. Hij werd onderzocht door de dienstdoende huisarts. Volgens klager wezen alle verschijnselen op een acute appendicitis: opgezwollen maag/buik, diarree, pijn in de buik, beginnend aan de rechterkant en later uitbreidend naar de gehele buik. Klager onderneemt daardoor veel dat hij kon niet meer overziet rechtop lopen, had geen kracht meer, last van koortsaanvallen en dat gevaarlijk iswas doorlopend misselijk en moest braken, ook tijdens het medisch onderzoek. De zorg die dienstdoende huisarts dacht in eerste instantie aan een Covid-19 besmetting, maar volgens klager had kon dit niet omdat hij wekelijks een aantal keren werd getest op zijn werk. De laatste keer was niet langer voldoendeop 30 oktober 2020; de uitslag was negatief. Verweerder heeft echter niet mee willen werken aan het verkrijgen van 24 uurs-zorg. Indien klager een indicatie 7 had kunnen krijgen had hij niet hoeven verhuizen. Verweerder ging ervan uit dat Uiteindelijk werd de zorg die diagnose ‘reflux’ gesteld en klager kreeg goed maagtabletten voorgeschreven en afdoende washet advies om maandag zijn huisarts te bellen. Toen klager aangaf niet zo lang te kunnen wachten, kreeg hij het advies een dubbele dosis paracetamol in te nemen en als zijn toestand zou verslechteren, moest klager terugkomen.
2.2 Het CIZ was bereid Op 3 november 2020 xxxxxx xxxxxx zich opnieuw bij de huisartsenpost. In het waarneembericht staat hierover het volgende vermeld: "Zondag ging het iets beter. Maandag weer veel slechter, nu al 3 nachten niet geslapen ondanks medicijnen. Sinds gisteren koorts 38.7 C." Dit wijst volgens klager op de ontwikkeling van een indicatie af te willen geven acute appendicitis. Dat de pijn op zondagavond 1 november 2020 afnam, is volgens klager kenmerkend voor 24-uurszorg in een verpleeghuis. Voor een bezoek het intreden van de casemanager dementie op 28 januari 2020 was ook verweerder uitgenodigdtoxische fase van peritonitis, met het verzoek gevolg van de medische gegevens perforatie van klager mee te nemende appendix. Die gegevens waren nodig voor Klager werd doorverwezen naar de indicatie aanvraag Spoedeisende hulpafdeling (SEH) van het CIZ. Vlak voor de afspraak plaatsvond, gaf verweerder aan niet te zullen komen. Hij wilde zich niet voor een karretje laten spannen en klager eerst zelf spreken. Vervolgens vertelde de assistente dat de medische gegevens nodig voor de CIZ aanvraag niet klaar lagen[naam] ziekenhuis in [plaats].
2.3 Klager heeft tijdens is op 4 november 2020 geopereerd aan een acute appendicitis. De inhoud van de geperforeerde appendix, kwam in de buikholte terecht en veroorzaakte een abces. Op 19 november 2020 volgde een tweede operatie om het gesprek met de casemanager, waarbij verweerder niet aanwezig was, aangegeven wel abces te willen verhuizen naar een verpleeghuis, al zag hij er wel tegenop, en heeft ook zijn handtekening gezet op verwijderen. Ook dit was het aanvraagformulier gevolg van het CIZniet tijdig stellen van de juiste diagnose en ingrijpen door de dienstdoende huisarts op 31 oktober 2020.
2.4 Verweerder heeft xxxxxx vervolgens bezocht en aangegeven Klager vindt dat de dienstdoende huisarts van de huisartsenpost de protocollen voor acute buikpijn had moeten raadplegen, dan was hij direct doorverwezen naar het niet nodig vond dat hij zou verhuizenziekenhuis. Klager heeft daarna aangegeven toch niet te willen verhuizenHerstel van vertrouwen is uitgesloten. Het CIZ gaf aan dat er wel iets diende te gebeuren en adviseerde een Rechterlijke Machtiging (RM) aan te vragen. Er was een groot verschil van mening in wat verweerder dacht dat goed is voor klager zou zijn een ware hel geweest; hij heeft 20 dagen acute pijn geleden en wat de kinderen van klager noodzakelijk vonden voor de 24-uurzorg. Ook de thuiszorg vertelde tegen verweerder te hebben gezegd dat ze het niet meer verantwoord vonden dat klager zonder begeleiding woonde. Verweerder is maar enkele keren bij klager geweest. Verweerder was niet in staat een oordeel te vormen over zijn wilsbekwaamheiddoodsangst gehad.
2.5 Klagers dochter geeft aan dat er veel gevaarlijke situaties zijn geweest met wasbenzine, elektriciteit en geld dat verdween. Zij geeft aan spijt te hebben niet alle voorvallen gemeld te hebben, maar zij wilde niet onnodig lastig vallen. Klagers dochter vindt dat verweerder geen goed beeld heeft van de werkelijkheid en de verkeerde beslissing nam door niet mee te werken aan meer zorg en begeleiding. Ook heeft verweerder gezegd dat de kritiek van xxxxxxx dochter over de thuiszorg de zorg bemoeilijkte en dat verweerder die kritiek niet ondersteunde.
2.6 Toen klager uiteindelijk verhuisde, kwam verweerder afscheid nemen. Hij was toen echter niet meer klagers huisarts, omdat klagers dochter meermaals om een andere huisarts heeft verzocht. Klager bedankte verweerder toen, hij wist echter niets over het nalaten van verweerder omdat hem dat niet was verteld door zijn kinderen. Het gebeurde heeft ook grote impact gehad op de kinderen van klager, fysiek en emotioneel. Zij hebben tegenwerking ervaren daar waar ze verwachtten hulp te ontvangen.
2.7 Klager vordert een schadevergoedingschadevergoeding van € 6993,00. Dit zijn drie maandsalarissen. Drie maandenlang werd klager getergd door lichamelijk, emotioneel en psychisch lijden. Daarnaast vordert klager het griffierecht van € 125,00 terug. Klager komt maandelijks financieel tekort nu hij was in de huidige woonvorm woont. Wanneer hij in een zorg in natura voorziening had gewoond had hij voor zijn zorgverzekering en eigen bijdrage en pedicure en kapper nog € 300,00 mogen houden als "zakgeld." Nu hij daar niet woont houdt hij alleen dat over wat er overblijft nadat alle zorgkosten van de woonvoorziening er af zijn. Dat betekent dat hij niets over houdt voor kleding, een uitstapje, een televisie en telefoonabonnement. Hiervoor dient zo lang klager leeft een bedrag van maandelijks € 100,00 gerekend opleiding om operator bij [naam] (pluimveeverwerkende industrie) te worden. Door het beleid van verweerder Hij werkte met snijmachines maar kon zich niet meer concentreren. Samen met de stress en vermoeidheid besloot klager zijn contract te beëindigen. Op dit moment werkt klager in de tuinbouw met een maximum aantal uren tussen de 32-38 uur. In de nacht werken gaat niet volgens de Wet Zorg en Dwang worden opgenomenmeer waardoor zijn inkomen aanmerkelijk lager is geworden.
Appears in 1 contract
Samples: Complaint Resolution
TOELICHTING OP DE KLACHT. De klacht houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
2.1 Klager Klaagster is gediagnostiseerd gevallen vanaf de vliering/zolder. Verweerder onderzocht klaagster op de grond toen ze op haar zij lag en gaf dat zij niks mankeerde. Klaagsters dochter vroeg nog of er niks gebroken was en of klaagster niet voor de zekerheid naar het ziekenhuis moest, maar dat vond verweerder niet nodig. In de loop van de dag kreeg klaagster veel meer pijn. De huisartsenpost stuurde een ambulance, de ambulancemedewerkers onderzochten klaagster en gaven aan dat haar borstbeen was gebroken, er zat een S- bocht in. Klaagster werd opgenomen in het ziekenhuis. Daar bleek ook sprake van een delier vanwege de traumatische ervaring. Ook ontstond er ineens een verdikking op klaagsters rug en bleek na een aantal weken dat er ook drie wervels in haar rug gebroken waren. Een operatie was toen niet meer mogelijk omdat er teveel tijd was verstreken en vanwege klaagsters leeftijd. Klaagster is in drie maanden tijd tien centimeter gekrompen met dementieeen flinke vergroeiing op haar rug. Klager onderneemt daardoor veel Ook is klaagster nooit meer de oude geworden, terwijl zij voorheen nog volledig zelfstandig was. Zij is snel vermoeid, kan niet zonder rollator lopen en is 25 kilo afgevallen.
2.2 In juli 2020 werd klaagster op straat niet goed. Er was sprake van benauwdheid, transpireren en misselijkheid. De huisartsenpost (HAP) schreef medicatie voor, klaagster moest de maandag erop naar verweerder voor nader onderzoek. Er is dan echter een praktijkondersteuner en verweerder zelf niet. De praktijkondersteuner voert de controles uit, deze zijn afwijkend waaronder de saturatie. Klaagster voelt zich nog niet goed. De praktijkondersteuner gaat weg en moet dan eerst met de verweerder overleggen. Verweerder belt dat het mogelijk het hart is en dat klaagster voor onderzoek naar het ziekenhuis moet. Dit gebeurt op woensdag, verweerder heeft klaagster niet bezocht. Op de hartfilm is niet te zien dat dit acuut alarmerend is dus wordt klaagster naar huis gestuurd. Verweerder geeft aan dat hij dan toch met prednison start, omdat onduidelijk is wat klaagster mankeert. Op vrijdagavond wordt klaagster weer niet goed, de saturatie is weer 88. De HAP verwijst niet voor opname omdat het hartfilmpje van de woensdag niks verontrustend laat zien. Verweerder bezoekt klaagster niet maar schakelt een Specialist Ouderen Geneeskunde (SOG) in. Deze heeft met klaagster gepraat en zou een plan van aanpak opstellen. Ook de onder- en bovendruk is erg hoog. Verweerder geeft aan dat het tussen klaagsters oren zit en onderzoekt klaagster niet. Alleen als ze zware hoofdpijn krijgt of gaat braken wil hij langskomen. Verweerder belt regelmatig, maar weet dat klaagster doof is en niks meer overziet opneemt omdat ze zich ongerust maakt over haar gezondheid. Verweerder wil niet met klaagsters dochters spreken. Klaagster slaapt bijna de gehele dag, is gejaagd omdat ze zich niet in orde voelt. Klaagster is bang dat ze in de nacht doodgaat en haar dochters haar zullen vinden.
2.3 Toen verweerder met vakantie was, kwam een vervangende huisarts en die hoorde ruis op de linkerlong, waarschijnlijk door een longontsteking. Deze huisarts gaf ook aan dat klaagster er niet goed uitzag en dat gevaarlijk isverweerder hiermee aan de slag moest gaan. De zorg die klager had was Klaagsters dochter xxxxx verweerder vanwege een hoge bloeddruk, maar verweerder wilde niet langer voldoendespreken met klaagsters dochters, alleen met klaagster zelf. Klaagster huilt echter alleen en kan de gesprekken niet volgen. Verweerder heeft echter niet mee willen werken geen visite afgelegd en aangegeven dat er niks aan het verkrijgen van 24 uurs-zorgde hand was. Indien klager Na vier dagen kreeg klaagster een indicatie 7 had kunnen krijgen had hij niet hoeven verhuizen. Verweerder ging ervan uit dat de zorg die klager kreeg goed en afdoende was.
2.2 Het CIZ was bereid een indicatie af te willen geven voor 24-uurszorg in een verpleeghuis. Voor een bezoek van de casemanager dementie op 28 januari 2020 was ook verweerder uitgenodigdooginfarct, met het verzoek de medische gegevens van klager mee te nemen. Die gegevens waren nodig voor de indicatie aanvraag van het CIZ. Vlak voor de afspraak plaatsvond, gaf verweerder aan niet te zullen komen. Hij wilde zich niet voor een karretje laten spannen en klager eerst zelf spreken. Vervolgens vertelde de assistente dat de medische gegevens nodig voor de CIZ aanvraag niet klaar lagen.
2.3 Klager heeft tijdens het gesprek met de casemanager, waarbij verweerder niet aanwezig was, aangegeven wel te willen verhuizen naar een verpleeghuis, al zag hij er wel tegenop, en heeft ook zijn handtekening gezet op het aanvraagformulier van het CIZwaardoor ze nu door haar linkeroog niks meer kan zien.
2.4 Verweerder heeft xxxxxx vervolgens bezocht Er is klaagster veel afgenomen door gebrekkig handelen van verweerder en aangegeven dat hij het niet nodig vond dat hij zou verhuizengebrek aan empathie. Klager heeft daarna aangegeven toch niet te willen verhuizen. Het CIZ gaf aan dat er wel iets diende te gebeuren Zij is nu afhankelijk van haar dochters en adviseerde een Rechterlijke Machtiging (RM) aan te vragen. Er was een groot verschil van mening in wat verweerder dacht dat goed voor klager zou zijn en wat de kinderen van klager noodzakelijk vonden voor de 24-uurzorg. Ook de thuiszorg vertelde tegen verweerder te hebben gezegd dat ze het en kan niet meer verantwoord vonden dat klager zonder begeleiding woondezelfstandig functioneren. Verweerder is maar enkele keren bij klager geweest. Verweerder was niet in staat een oordeel te vormen over zijn wilsbekwaamheidKlaagster vordert € 25.000,00 schadevergoeding.
2.5 Klagers dochter geeft aan dat er veel gevaarlijke situaties zijn geweest met wasbenzine, elektriciteit en geld dat verdween. Zij geeft aan spijt te hebben niet alle voorvallen gemeld te hebben, maar zij wilde niet onnodig lastig vallen. Klagers dochter vindt dat verweerder geen goed beeld heeft van de werkelijkheid en de verkeerde beslissing nam door niet mee te werken aan meer zorg en begeleiding. Ook heeft verweerder gezegd dat de kritiek van xxxxxxx dochter over de thuiszorg de zorg bemoeilijkte en dat verweerder die kritiek niet ondersteunde.
2.6 Toen klager uiteindelijk verhuisde, kwam verweerder afscheid nemen. Hij was toen echter niet meer klagers huisarts, omdat klagers dochter meermaals om een andere huisarts heeft verzocht. Klager bedankte verweerder toen, hij wist echter niets over het nalaten van verweerder omdat hem dat niet was verteld door zijn kinderen. Het gebeurde heeft ook grote impact gehad op de kinderen van klager, fysiek en emotioneel. Zij hebben tegenwerking ervaren daar waar ze verwachtten hulp te ontvangen.
2.7 Klager vordert een schadevergoeding. Klager komt maandelijks financieel tekort nu hij in de huidige woonvorm woont. Wanneer hij in een zorg in natura voorziening had gewoond had hij voor zijn zorgverzekering en eigen bijdrage en pedicure en kapper nog € 300,00 mogen houden als "zakgeld." Nu hij daar niet woont houdt hij alleen dat over wat er overblijft nadat alle zorgkosten van de woonvoorziening er af zijn. Dat betekent dat hij niets over houdt voor kleding, een uitstapje, een televisie en telefoonabonnement. Hiervoor dient zo lang klager leeft een bedrag van maandelijks € 100,00 gerekend te worden. Door het beleid van verweerder kon klager niet volgens de Wet Zorg en Dwang worden opgenomen.
Appears in 1 contract
Samples: Complaint Resolution
TOELICHTING OP DE KLACHT. De klacht houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
2.1 Klager is gediagnostiseerd 2.1. Klaagster stelt dat haar huisarts haar het geneesmiddel 'Quetiapine' heeft voorgeschreven als afbouwmedicatie in de vorm van een strip met dementieeen dagelijkse dosering. Klager onderneemt daardoor veel Zelf wonend in [plaats] heeft zij de medicatie via digitale weg bij verweerder in [plaats] besteld omdat deze kleine hoeveelheden kon leveren. Volgens klaagster zou zij alleen akkoord gaan met het verstrekken van de medicatie als deze werd vergoed door haar zorgverzekeraar. Haar huisarts had aangegeven dat hij niet meer overziet de medicatie zou worden vergoed, maar ter bevestiging heeft zij dit telefonisch bij verweerder nagevraagd. Tot twee keer toe werd door een collega-apotheker van verweerder bevestigd dat de afgifte door de zorgverzekeraar van klaagster zou worden vergoed.
2.2. Een aantal weken later ontving klaagster toch een factuur voor de medicatie, die zij vervolgens in een mailwisseling met verweerder betwistte. Volgens verweerder stond de prijs van de medicatie vermeld op het doosje en de bijsluiter. Klaagster verwijst naar de e-mail van 26 september 2019 van het CIB incassobureau: "Cliënte deelt ons mede dat gevaarlijk isde prijs van de medicatie vermeld staat in de bijsluiter en op het medicatiedoosje. De zorg die klager Hierdoor had was niet langer voldoende. Verweerder heeft u op de hoogte kunnen zijn van de kosten." Volgens klaagster staat de prijs van de medicatie echter niet mee willen werken aan vermeld, niet op het verkrijgen doosje en niet in de bijsluiter. Ook het latere argument van 24 uurs-zorg. Indien klager een indicatie 7 had kunnen krijgen had hij niet hoeven verhuizen. Verweerder ging ervan uit verweerder dat de zorg die klager kreeg goed en afdoende wasprijs op de baxterstrip stond vermeld is onjuist: de medicatie is in een doosje geleverd. Voor de nadien toegestuurde bijsluiter gold hetzelfde. Dat was bovendien een andere dan de oorspronkelijke.
2.2 Het CIZ was bereid een indicatie af te willen geven voor 24-uurszorg in een verpleeghuis2.3. Voor een bezoek Volgens klaagster heeft zij contact met de juridische afdeling van haar zorgverzekeraar gehad, waar haar werd verteld dat bijkomende kosten altijd vooraf aan de patiënt gemeld moeten worden. Met de wetenschap dat zij de kosten van de casemanager dementie op 28 januari 2020 was ook medicatie zelf moest betalen had zij die niet bij verweerder uitgenodigd, met het verzoek de medische gegevens van klager mee te nemen. Die gegevens waren nodig voor de indicatie aanvraag van het CIZ. Vlak voor de afspraak plaatsvond, gaf verweerder aan niet te zullen komen. Hij wilde zich niet voor een karretje laten spannen en klager eerst zelf spreken. Vervolgens vertelde de assistente dat de medische gegevens nodig voor de CIZ aanvraag niet klaar lagen.
2.3 Klager heeft tijdens het gesprek met de casemanager, waarbij verweerder niet aanwezig was, aangegeven wel te willen verhuizen naar een verpleeghuis, al zag hij er wel tegenop, en heeft ook zijn handtekening gezet op het aanvraagformulier van het CIZ.
2.4 Verweerder heeft xxxxxx vervolgens bezocht en aangegeven dat hij het niet nodig vond dat hij zou verhuizen. Klager heeft daarna aangegeven toch niet te willen verhuizen. Het CIZ gaf aan dat er wel iets diende te gebeuren en adviseerde een Rechterlijke Machtiging (RM) aan te vragen. Er was een groot verschil van mening in wat verweerder dacht dat goed voor klager zou zijn en wat de kinderen van klager noodzakelijk vonden voor de 24-uurzorg. Ook de thuiszorg vertelde tegen verweerder te hebben gezegd dat ze het niet meer verantwoord vonden dat klager zonder begeleiding woonde. Verweerder is maar enkele keren bij klager geweest. Verweerder was niet in staat een oordeel te vormen over zijn wilsbekwaamheid.
2.5 Klagers dochter geeft aan dat er veel gevaarlijke situaties zijn geweest met wasbenzine, elektriciteit en geld dat verdween. Zij geeft aan spijt te hebben niet alle voorvallen gemeld te hebbenbesteld, maar zij wilde niet onnodig lastig vallende afbouw op een andere manier geregeld. Klagers dochter vindt dat verweerder geen goed beeld heeft van de werkelijkheid en de verkeerde beslissing nam door niet mee Klaagster stelt verder ontevreden te werken aan meer zorg en begeleiding. Ook heeft verweerder gezegd dat de kritiek van xxxxxxx dochter zijn over de thuiszorg de zorg bemoeilijkte en dat onprofessionele wijze waarop door verweerder die kritiek niet ondersteundeis gecommuniceerd.
2.6 Toen klager uiteindelijk verhuisde, kwam verweerder afscheid nemen. Hij was toen echter niet meer klagers huisarts, omdat klagers dochter meermaals om een andere huisarts heeft verzocht. Klager bedankte verweerder toen, hij wist echter niets over het nalaten van verweerder omdat hem dat niet was verteld door zijn kinderen. Het gebeurde heeft ook grote impact gehad op de kinderen van klager, fysiek en emotioneel. Zij hebben tegenwerking ervaren daar waar ze verwachtten hulp te ontvangen.
2.7 Klager vordert een schadevergoeding. Klager komt maandelijks financieel tekort nu hij in de huidige woonvorm woont. Wanneer hij in een zorg in natura voorziening had gewoond had hij voor zijn zorgverzekering en eigen bijdrage en pedicure en kapper nog € 300,00 mogen houden als "zakgeld." Nu hij daar niet woont houdt hij alleen dat over wat er overblijft nadat alle zorgkosten van de woonvoorziening er af zijn. Dat betekent dat hij niets over houdt voor kleding, een uitstapje, een televisie en telefoonabonnement. Hiervoor dient zo lang klager leeft een bedrag van maandelijks € 100,00 gerekend te worden. Door het beleid van verweerder kon klager niet volgens de Wet Zorg en Dwang worden opgenomen.
Appears in 1 contract
Samples: Complaint Resolution
TOELICHTING OP DE KLACHT. De klacht houdt zakelijk en samengevat het volgende in:
2.1 Klager is gediagnostiseerd met dementieleidt aan astma en stelt op voorschrift van de longarts sinds jaren naar tevredenheid het geneesmiddel Ventolin te gebruiken. Klager onderneemt daardoor veel dat Toen hij niet meer overziet en dat gevaarlijk isop 4 april 2019 salbutamol in plaats van Ventolin van verweerster meekreeg, maakte hij bezwaar vanwege de bijwerkingen die hij van het gebruik van salbutamol had ondervonden. De zorg die Volgens klager had was niet langer voldoendehij na gebruik van salbutamol een acute astma aanval gehad, waarvoor hij in het ziekenhuis werd opgenomen. Verweerder heeft Verweerster passeerde echter niet mee willen werken aan zijn bezwaar en wilde slechts Ventolin verstrekken als klager het verkrijgen van 24 uurs-zorgmiddel zelf betaalde en de vergoeding verder zelf met zijn zorgverzekeraar regelde. Indien klager een indicatie 7 had kunnen krijgen had hij niet hoeven verhuizen. Verweerder ging ervan uit dat de zorg die Volgens klager kreeg goed en afdoende washij de kosten op 26 april 2019 vergoed.
2.2 Het CIZ was bereid Op verzoek van xxxxxx en op advies van zijn zorgverzekeraar schreef zijn huisarts op 9 september 2019 een indicatie af te willen geven voor 24-uurszorg in herhaalrecept met de aantekening ‘medische noodzaak Xxxxxxxx’. Klager vertelde verweerster dat zijn zorgverzekeraar geen bezwaar had tegen het verstrekken van Ventolin en dat de kosten eerder waren vergoed. Hij wees erop dat verweerster kon bellen met een verpleeghuis. Voor een bezoek speciaal telefoonnummer van de casemanager dementie op 28 januari 2020 was ook verweerder uitgenodigd, met het verzoek de medische gegevens van zorgverzekeraar. Verweerster heeft niet gebeld en bleef erbij dat zij klager mee te nemen. Die gegevens waren nodig voor de indicatie aanvraag van het CIZ. Vlak voor de afspraak plaatsvond, gaf verweerder aan niet te zullen komen. Hij alleen tegen betaling Ventolin wilde zich niet voor een karretje laten spannen en klager eerst zelf spreken. Vervolgens vertelde de assistente dat de medische gegevens nodig voor de CIZ aanvraag niet klaar lagenmeegeven.
2.3 Klager heeft tijdens vervolgens met ondersteuning van de klachtenfunctionaris een klacht ingediend in de hoop dat het gesprek probleem zou worden opgelost. Verweerster bleef ook nu bij haar standpunt. Klager is van mening dat verweerster de rol van huisarts/longarts inneemt. Daarnaast trekt hij haar deskundigheid in twijfel: als zij zich beter had verdiept in de materie had zij kunnen weten dat meer gebruikers problemen met het gebruik van salbutamol hebben ondervonden. Klager verwijst naar het Longforum waar patiënten laten weten ongewenste bijwerkingen te ervaren, waarschijnlijk ten gevolge van de casemanager, waarbij verweerder niet aanwezig was, aangegeven wel te willen verhuizen naar een verpleeghuis, al zag hij er wel tegenop, en heeft ook zijn handtekening gezet toegevoegde stoffen in salbutamol. Klager wijst op het aanvraagformulier van het CIZgeringe prijsverschil tussen Ventolin en salbutamol.
2.4 Verweerder heeft xxxxxx vervolgens bezocht en aangegeven dat hij het niet nodig vond dat hij zou verhuizen. Klager heeft daarna aangegeven toch niet te willen verhuizen. Het CIZ gaf aan dat er wel iets diende te gebeuren en adviseerde een Rechterlijke Machtiging (RM) aan te vragen. Er was een groot verschil van mening in wat verweerder dacht dat goed voor klager zou zijn en wat de kinderen van klager noodzakelijk vonden voor de 24-uurzorg. Ook de thuiszorg vertelde tegen verweerder te hebben gezegd dat ze het niet meer verantwoord vonden dat klager zonder begeleiding woonde. Verweerder is maar enkele keren bij klager geweest. Verweerder was niet in staat een oordeel te vormen over zijn wilsbekwaamheid.
2.5 Klagers dochter geeft aan dat er veel gevaarlijke situaties zijn geweest met wasbenzine, elektriciteit en geld dat verdween. Zij geeft aan spijt te hebben niet alle voorvallen gemeld te hebben, maar zij wilde niet onnodig lastig vallen. Klagers dochter vindt dat verweerder geen goed beeld heeft van de werkelijkheid en de verkeerde beslissing nam door niet mee te werken aan meer zorg en begeleiding. Ook heeft verweerder gezegd dat de kritiek van xxxxxxx dochter over de thuiszorg de zorg bemoeilijkte en dat verweerder die kritiek niet ondersteunde.
2.6 Toen klager uiteindelijk verhuisde, kwam verweerder afscheid nemen. Hij was toen echter niet meer klagers huisarts, omdat klagers dochter meermaals om een andere huisarts heeft verzocht. Klager bedankte verweerder toen, hij wist echter niets over het nalaten van verweerder omdat hem dat niet was verteld door zijn kinderen. Het gebeurde heeft ook grote impact gehad op de kinderen van klager, fysiek en emotioneel. Zij hebben tegenwerking ervaren daar waar ze verwachtten hulp te ontvangen.
2.7 Klager vordert een schadevergoeding. Klager komt maandelijks financieel tekort nu hij in de huidige woonvorm woont. Wanneer hij in een zorg in natura voorziening had gewoond had hij voor zijn zorgverzekering en eigen bijdrage en pedicure en kapper nog € 300,00 mogen houden als "zakgeld." Nu hij daar niet woont houdt hij alleen dat over wat er overblijft nadat alle zorgkosten van de woonvoorziening er af zijn. Dat betekent dat hij niets over houdt voor kleding, een uitstapje, een televisie en telefoonabonnement. Hiervoor dient zo lang klager leeft een bedrag van maandelijks € 100,00 gerekend te worden. Door het beleid van verweerder kon klager niet volgens de Wet Zorg en Dwang worden opgenomen.
Appears in 1 contract
Samples: Complaint Resolution