Toezicht houden Voorbeeldclausules

Toezicht houden. Stelt de algemene regels voor het gebruik van gebouw, inventarisgoederen, materialen en voor de huisorde op; • Stelt de veiligheids- en vluchtplannen op; • Controleert de handhaving van orde, rust en veiligheid en een correct gebruik van gebouw, inventarisgoederen en materialen in en rondom de accommodatie en wijst zo nodig op de naleving van de veiligheidsvoorschriften en huisregels; • Handhaaft een optimaal leefklimaat in en nabij de accommodatie (temperatuur, aankleding, fysieke toegankelijkheid et cetera); • Opent (of geeft opdracht tot opening van) het gebouw en sluit (of geeft opdracht tot sluiting) deze overeenkomstig de vastgestelde tijdsbepalingen en het werkrooster; • Signaleert beschadigingen of vernielingen aan het gebouw en/of inventaris alsmede vermissingen en onderneemt actie; • Is verantwoordelijk voor het sleutelbeheer. Resultaat: Op gebouw, inventaris en de directe omgeving van de instelling is toezicht gehouden, zodanig dat gebruikers, deelnemers en medewerkers op een veilige wijze van de gebouwen, omgeving en overige voorzieningen gebruik kunnen maken. Kantine, bar en overige ruimten beheren en exploiteren • Verzorgt de planning en de verhuur van de ruimtes binnen het gebouw; • Doet volgens planning en richtlijnen zelfstandig inkopen voor de kantine en de bar; • Maakt afspraken met leveranciers en houdt de voorraad bij; • Houdt toezicht op de exploitatie van de kantine, bar en overige ruimten; • Beheert de kas van de exploitatie van kantine, bar en overige ruimten; • Zorgt voor afdracht van inkomsten uit de exploitatie van kantine, bar en overige ruimtes, volgens de daartoe geldende richtlijnen; • Onderhoudt contacten met andere organisaties inzake de gebouwen, inventaris en apparatuur. Voorbeelden zijn de glazenwasser, schoonmaakbedrijven en de vuilophaaldienst; • Fungeert als aanspreekpunt met betrekking tot klachten op het gebied van woon-, werk- en leefklimaat en het gebruik van de aanwezige voorzieningen; • Vervult een intermediaire rol tussen bezoekers, deelnemers en hulp- en dienstverleners; • Verricht diverse voorkomende functie-gerelateerde werkzaamheden; • Verricht administratieve taken ten aanzien van facilitair beheer. Resultaat: Kantine, bar en overige ruimten zijn beheerd, zodanig dat zij optimaal geëxploiteerd worden. Gebouw(en), terrein en inventaris onderhouden • Doet periodiek aanbevelingen door middel van onderhoudsplannen voor onderhoud van het gebouw, terrein en inventaris en vervanging of aanschaf van inventaris en...
Toezicht houden. Mr. V.H. Affourtit gaat in het tijdschrift “Risicobewust” onder andere in op de aansprakelijkheid voor toezichtsfalen (Aansprakelijkheid van gemeenten bij evenementen, Tijdschrift Risicobewust, nr. 4, november 2003). Kort samengevat komt zijn artikel op het volgende neer. Voor het houden van toezicht op evenementen bestaan op zichzelf geen heldere regels bij overtreding waarvan de aansprakelijkheid eenvoudig kan worden vastgesteld. De grondslag voor aansprakelijkheid moet dan ook worden gezocht in artikel 6:162 BW en de door het zogenaamde Kelderluikarrest (HR 5 november 1965, NJ 1966, 136) ingevulde ongeschreven zorgvuldigheidsnorm. Op basis daarvan is een afweging nodig van de mate van waarschijnlijkheid waarmee niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben, en de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen. Door dit laatste criterium komt de toezichthouder een zekere “beleidsvrijheid” toe. Dit betekent dat niet van hem gevergd kan worden dat hij op alles waarop hij toezicht uitoefent ook daadwerkelijk steeds toeziet, omdat zijn middelen beperkt zijn. Het gaat er om dat de door de toezichthouder gemaakte keuzes redelijk zijn. Affourtit trekt de volgende conclusies: • Als een op deugdelijke wijze totstandgekomen vergunning eenmaal is verleend, bestaat geen verplichting tot het houden van algemeen toezicht (HR 22 juni 2001, Gst. 2001, 7146, 2, Boeddha). Het nalaten om een dergelijk toezicht te houden, zal dan ook niet snel tot aansprakelijkheid leiden. Indien echter een geringe overtreding van een vergunningvoorschrift zeer ernstige schade zou kunnen veroorzaken, ligt een algemene controleplicht voor de hand. • Als er concrete aanwijzingen bestaan van een op handen zijnde wetschending, zoals het handelen zonder vergunning of het handelen in afwijking van de vergunningvoorschriften, heeft het bestuursorgaan een verplichting tot ingrijpen. Indien er sterke aanwijzingen zijn die bij het bestuursorgaan het vermoeden van niet naleving (moeten) doen rijzen, is actief toezicht en eventueel ingrijpen met gebruikmaking van bestaande bevoegdheden vereist. Niets doen is dan spoedig een onrechtmatig nalaten. Als een overheidslichaam concreet wordt gewaarschuwd voor (dreigende) schade, is het in ieder geval gehouden hiernaar een onderzoek in te stellen (HR 8 januari 1999, NJ 1999, 000, Xxxxxxxxxx Xxxx- Xx...
Toezicht houden. Subresultaten Subresultaten Subresultaten Subresultaten Subresultaten Deelresultaat 5: Het onder- steunen van de mantelzorger Deelresultaat 4: Het voeren van regie Deelresultaat 3: Het deelnemen aan het maatschappelijk leven Deelresultaat 2: Het hebben van dagstructuur Deelresultaat 1: Het vermogen om zelfstandig te leven Het vermogen om zelfstandig te leven, het hebben van een dagstructuur, deelname aan het maatschappelijk verkeer, het voeren van regie daarover en het ontlasten van de mantelzorger(s). 1. Cliënt kan zelfstandig wonen 2. Cliënt kan randvoorwaarden regelen om zelfstandig te wonen 3. Cliënt kan voorzien in primaire levensbehoeftes

Related to Toezicht houden

  • Toezicht op naleving 7.1 Verwerker zal Verantwoordelijke op diens verzoek en voor diens rekening inlichtingen verschaffen over de Verwerking van de Gegevens door Verwerker of Sub-verwerkers. Verwerker zal de gevraagde inlichtingen zo snel mogelijk verstrekken, doch uiterlijk binnen vijf werkdagen. 7.2 Verantwoordelijke heeft eenmaal per jaar en voor eigen rekening het recht om een door Verantwoordelijke en Verwerker gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke derde een inspectie te laten uitvoeren om te verifiëren of Verwerker de verplichtingen onder de AVG en deze verwerkersovereenkomst nakomt. Verwerker zal daaraan alle redelijkerwijs noodzakelijke medewerking verlenen. Verwerker heeft het recht om haar kosten die gepaard gaan met de inspectie in rekening te brengen bij Verantwoordelijke. 7.3 Verwerker zal in het kader van haar verplichting onder lid 1 van dit artikel aan Verantwoordelijke dan wel een daartoe door Verantwoordelijke ingeschakelde derde in ieder geval: 7.3.1 alle relevante inlichtingen en documenten verstrekken; 7.3.2 toegang verlenen tot alle relevante gebouwen, informatiesystemen en Gegevens. 7.4 Verantwoordelijke en Verwerker zullen zo spoedig mogelijk na het gereedkomen van het rapport met elkaar in overleg treden om de eventuele risico’s en tekortkomingen te adresseren. Verwerker zal op kosten van Verantwoordelijke maatregelen nemen om de geconstateerde risico’s en tekortkomingen op een voor Verantwoordelijke acceptabel niveau te brengen respectievelijk op te heffen, tenzij partijen schriftelijk anders overeen zijn gekomen.

  • Toezicht 10.1 Huurder draagt zorg voor de handhaving van de orde en het toezicht op de naleving van de in de artikelen 7, 8 en 9 genoemde verplichtingen. Voorts ziet huurder erop toe dat uitsluitend toegang wordt verleend tot en gebruik wordt gemaakt van de sportaccommodatie op de overeengekomen tijdstippen door personen, die op basis van de huurovereenkomst en de aard van het gebruik gerechtigd zijn de sportaccommodatie te betreden. 10.2 Huurder zorgt ervoor dat genoemd toezicht wordt uitgeoefend door één of meerdere toezichthouders, die in het bezit zijn van de daartoe vereiste diploma’s of certificaten, waaronder in ieder geval een geldig EHBSO-certificaat en/of minimaal een geldig EHBO- diploma en een geldig diploma BHV/AED. De toezichthouder bij de zwembaden heeft daarnaast met goed gevolg deelgenomen aan de jaarlijkse zwemtest welke door het Sportbedrijf wordt afgenomen. Het diploma Zwemmend Redden, KNBRD-A en landelijk erkende certificaten op het gebied van lifeguard, begeleider recreatieve zwemactiviteiten en eventueel het certificaat lesgever Zwem-ABC (water safety inspector) zijn aanvullende diploma’s waarvan minimaal één diploma verplicht is. Het aantal toezichthouders dient in overeenstemming te zijn met de geldende wettelijke en plaatselijke voorschriften. Tijdens de reguliere openingstijden van de sporthallen, sportzalen en gymnastieklokalen hoeven de toezichthouder(s) van de huurder van sporthallen, sportzalen en gymnastieklokalen niet in het bezit te zijn van BHV/AED. Huurder zorgt ervoor dat er in de sporthallen, sportzalen en gymnastieklokalen ten minste één toezichthouder aanwezig is die waakt over de gezondheid en de veiligheid van de in de sportaccommodatie aanwezige personen. Deze toezichthouder beschikt minimaal over een geldig EHBSO-certificaat. 10.3 Huurder zorgt ervoor dat genoemde toezichthouders kennisnemen van de in onderhavige afdeling opgenomen gebruiks- en veiligheidsvoorschriften en huisregels. 10.4 Huurder zorgt ervoor dat een plaatsvervanger van de in artikel 10.1 genoemde toezichthouder(s), die voldoet aan de in artikel 10.2 genoemde kwalificaties, beschikbaar is, zodat de taken van genoemde toezichthouder(s) te allen tijde kunnen worden overgenomen. 10.5 Huurder en personen die van huurder toestemming hebben de sportaccommodatie te betreden, worden niet eerder tot de sportaccommodatie toegelaten voordat de in artikel 10.1 genoemde toezichthouder aanwezig is. Deze toezichthouder verlaat de sportaccommodatie pas nadat alle gebruikers de sportaccommodatie hebben verlaten. 10.6 Verhuurder en/of medewerkers van verhuurder en/of in opdracht van verhuurder handelende derden hebben te allen tijde toegang tot de sportaccommodatie teneinde te controleren of de in onderhavige overeenkomst genoemde, op huurder en door of vanwege huurder tot de sportaccommodatie toegelaten personen rustende verplichtingen worden nageleefd.

  • Toezichthoudende autoriteit een onafhankelijke overheidsinstantie verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de wet in verband met de verwerking van Persoonsgegevens. In Nederland is dit de Autoriteit Persoonsgegevens.

  • Raad van Toezicht De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld.

  • Arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer ontvangt bij arbeidsongeschiktheid 100% van het voor de werknemer geldende salaris inclusief de daarbij geldende eindejaarsuitkering en het gemiddelde van in de 12 maanden voorafgaande ontvangen structurele toeslagen gedurende het eerste tijdvak van 26 weken, voor de daaropvolgende periode van 26 weken is dit 90% en voor de daaropvolgende periode van 52 weken 75%. De werknemer die in het tweede ziektejaar op therapeutische basis werkzaamheden verricht in het kader van zijn integratie gedurende ten minste 50% van de door de arbo- of bedrijfsarts vastgestelde hoeveelheid ziekte-uren, zal in tegenstelling tot voorgaande alinea het tweede ziektejaar 85% ontvangen over zijn ziekte- uren. 2. Indien sprake is van een volledig beroepsgerelateerde arbeidsongeschiktheid ontvangt de werknemer gedurende twee jaar een aanvulling tot 100% van het voor de werknemer bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid geldende maandsalaris inclusief de daarbij geldende eindejaarsuitkering en het gemiddelde van in de 12 maanden voorafgaande ontvangen structurele toeslagen. Dit in tegenstelling tot de percentages opgenomen in lid 1. Indien gedurende de eerste twee jaar van de arbeidsongeschiktheid is vastgesteld dat sprake is van een blijvende volledige arbeidsongeschiktheid, ontvangt de werknemer een aanvulling tot 100% tot aan het einde van de periode van twee jaar van arbeidsongeschiktheid. 3. De werkgever is gerechtigd de loondoorbetaling op te schorten gedurende de periode dat de werknemer zich niet houdt aan door de werkgever schriftelijk gegeven voorschriften met betrekking tot het verstrekken van inlichtingen die de werkgever nodig heeft om het recht op loon te kunnen vaststellen. In dat geval is de werkgever gerechtigd over de periode waarin de richtlijnen niet zijn nageleefd: - slechts 70% van het basisloon te betalen en ten minste het voor de werknemer toepasselijke minimumloon; - voor zover het basisloon van de werknemer meer bedraagt dan het maximumdagloon als bedoeld in WfSV 70% van het maximumdagloon. 4. Met betrekking tot de loondoorbetalingplicht volgens lid 1 van dit artikel is de werkgever gerechtigd bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte 2 wachtdagen in acht te nemen bij een derde en volgende periode van ziekte binnen een tijdsbestek van 52 weken. Indien een werknemer zich opnieuw ziekmeldt binnen een periode van vier weken nadat een wachtdag in acht genomen is, mag de werkgever niet opnieuw een wachtdag in acht nemen. Deze regel geldt niet ten aanzien van werknemer over wie de bedrijfsarts van mening is dat hij lijdt aan een chronische of regelmatig terugkerende ziekte. 5. In afwijking van het in lid 1 gestelde heeft de werkgever geen verplichting tot salarisbetaling van meer dan 70% en ten minste het minimumloon als de arbeidsongeschiktheid voortvloeit uit werkzaamheden die verricht zijn in een nevenbetrekking en als de arbeidsongeschiktheid is ontstaan doordat de werknemer bewust excessieve risico’s heeft genomen. 6. In geval van ziekte tijdens een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 6 lid 4, lid 6 en lid 7 dient de werkgever het aantal uren uit te betalen, conform lid 1, dat de werknemer gemiddeld heeft gewerkt gedurende het aan de ziekte voorafgaande half jaar. 7. Dit artikel is niet van toepassing voor werknemers met de AOW-gerechtigde leeftijd.

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.

  • Arbeidsvoorwaarden F.2.1 Medewerker dient de voorschriften en huisregels van de Opdrachtgever na te leven. F.2.2 Opdrachtgever zal zich tegenover de ter beschikking gestelde Medewerker op eenzelfde wijze gedragen en opstellen zoals hij dat zou doen of doet ten opzichte van zijn eigen medewerkers en/of personeel. F.2.3 Opdrachtgever is verplicht zich te houden aan alle relevante wetgeving en de uit de daarmee samenhangende regelgeving voortvloeiende verplichtingen op het gebied van de veiligheid op de werkplek en de goede arbeidsomstandigheden in het algemeen.

  • Arbeidsongeschikt Een verzekerde is arbeidsongeschikt als hij dat is in de zin van de WIA. De arbeidsongeschiktheid begint op de eerste dag waarop de verzekerde wegens ziekte of een ongeval niet werkt of het werk tijdens werktijd staakt. Op die dag begint ook de wachttijd voor de WIA. Perioden van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan vier weken beschouwen we als één arbeidsongeschiktheid.

  • Financieel 4.1 De Zorgvrager is de Vertegenwoordiger en als er geen sprake is van een Vertegenwoordiger, dan is het de Deelnemer zelf. 4.2 Betaling van de werkzaamheden uit hoofde van de Zorgovereenkomst en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden en overeenkomsten vindt plaats door maandelijkse facturering door Beeworkz aan de Zorgvrager, behalve bij Zorg in Natura, dan vindt financiële verrekening rechtstreeks plaats met de financierende partij. 4.3 De Zorgvrager is hoofdelijk aansprakelijk voor betaling van deze nota’s, behalve bij Zorg in Natura, dan zijn financiële aspecten afgedekt via de overeenkomsten met de financierende partij. 4.4 Indien er sprake is van een PGB-Situatie, dan is de Zorgvrager er verantwoordelijk voor dat er voldoende budget beschikbaar is gedurende de hele looptijd van de Zorgovereenkomst ten behoeve van betaling van de nota’s van Beeworkz. 4.5 Indien er geen sprake is van een PGB-Situatie, dan garandeert de Zorgvrager in staat te zijn om gedurende de gehele looptijd van de Zorgovereenkomst de nota’s van Beeworkz te kunnen voldoen, behalve bij Zorg in Natura, dan zijn financiële aspecten afgedekt via de overeenkomsten met de financierende partij. 4.6 Beeworkz houdt het aantal door Beeworkz geleverde dagdelen bij. Met het accepteren en (laten) betalen van een factuur van Beeworkz bevestigt en accepteert de Xxxxxxxxxx dit aantal dagdelen. 4.7 Aan het eind van de maand wordt door Beeworkz een factuur opgesteld, met daarop onder andere een overzicht van de afgenomen dagdelen. Wanneer bij aanvang is gekozen voor een vast maandbedrag dan is dit niet nodig. Bij Zorg in Natura wordt deze factuur door Beeworkz opgestuurd naar de financier. Bij alle overige vormen van financiering dient de Zorgvrager de factuur zelf te voldoen. 4.8 De maandelijkse nota zoals genoemd in Artikel 4.2 wordt gebaseerd op het in Artikel 4.7 genoemd aantal uren. 4.9 Indien er sprake is van een PGB-Situatie, dan verplicht de Zorgvrager zich tot het initiëren van de betaling door de SVB door direct na ontvangst van een nota van Beeworkz via de website xxx.XXX.xx/xxx de nota te mailen, of Beeworkz stuurt zelf de ondertekende nota in. 4.10 Indien er geen sprake is van een PGB-Situatie en ook niet van Zorg in Natura, dan verplicht de Zorgvrager zich tot betaling van nota aan Beeworkz binnen de betalingstermijn die is weergegeven op de nota. Bij Zorg in Natura verplicht de financier zich tot betaling van nota aan Beeworkz binnen de betalingstermijn die is weergegeven op de nota. 4.11 Bij afzegging door verhindering worden de kosten dagdeel doorberekend i.v.m. de plek die bezet gehouden wordt. Daarnaast besteedt Beeworkz deze tijd om contact met de deelnemer en het netwerk te zoeken vanwege de reden van afwezigheid en plant Beeworkz zo nodig extra individuele contacten of evaluaties met het betrokken netwerk. Individuele afspraken dienen 24 uur van te voren afgezegd worden, anders worden deze ook doorberekend.

  • Arbeidsongeschiktheidspensioen In plaats van de bepalingen van artikel 6 in het pensioenreglement geldt voor de deelnemers als bedoeld in artikel 1 van deze overgangsregelingen het volgende: Recht op arbeidsongeschiktheidspensioen heeft de deelnemer als bedoeld in artikel 1 die tijdens het deelnemerschap recht op een WAO-uitkering krijgt toegekend. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de deelnemer gedurende twee jaar arbeidsongeschikt is. Het arbeidsongeschiktheids- pensioen wordt uitgekeerd tot de in het destijds geldende reglement geldende pensioendatum dan wel tot en met de laatste dag van de maand van de eerdere beëindiging van de arbeidsongeschiktheid of het eerdere overlijden van de gerechtigde. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid 70% van het pensioengevend salaris boven het maximum WAO-uitkeringsdagloon conform de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen. Voor de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgegaan van het pensioengevend salaris zoals dit geldt op de dag voorafgaand aan het tijdstip vanaf wanneer de werkgever krachtens artikel 7: 629 van het Burgerlijk Wetboek het salaris aan de werknemer doorbetaalt. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt het in lid 3 bedoelde arbeidsongeschiktheidspensioen gedeeltelijk uitgekeerd overeenkomstig de volgende tabel: De mate van arbeidsongeschiktheid wordt bepaald door de beschikking die door het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) wordt afgegeven. In afwijking op het bepaalde in lid 4 wordt in geval van wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van het dienstverband met de werkgever, het arbeidsongeschiktheidspensioen dienovereenkomstig aangepast indien die wijziging het gevolg is van: - een verlaagde mate van arbeidsongeschiktheid; - een verhoogde mate van arbeidsongeschiktheid mits deze toename voortvloeit uit dezelfde ziekte of hetzelfde gebrek op grond waarvan tijdens het deelnemerschap de WAO-uitkering werd toegekend. Het Bestuur is bevoegd de uitbetaling van de verhoging van het arbeidsongeschiktheidspensioen afhankelijk te stellen van door de rechthebbende te leveren bewijs dat de toename voortvloeit uit dezelfde ziekte of hetzelfde gebrek op grond waarvan tijdens het deelnemerschap de WAO-uitkering werd toegekend. Geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat, indien de deelnemer bij aanvang van het dienstverband reeds geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschiktheid is. Wel recht op arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat in geval het arbeidsongeschiktheids-percentage tijdens het dienstverband toeneemt als gevolg van een andere ziekte of ander gebrek dan de ziekte die of het gebrek dat op het tijdstip van aanvang van het dienstverband van de basis vormde van de op genoemd tijdstip reeds aanwezige WAO-uitkering. Recht op arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat in dat geval naar rato van de toename van het percentage van arbeidsongeschiktheid. Het bestuur is bevoegd de uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen afhankelijk te stellen van door de rechthebbende te leveren bewijs dat de toename van het arbeidsongeschiktheidspercentage het gevolg is van een andere ziekte of ander gebrek dan de ziekte die of het gebrek dat op het tijdstip van aanvang van het dienstverband aanwezig was.