Archivering 28.1 Tenzij in de Overeenkomst anders bepaald dient Leverancier zorg te dragen voor het aantoonbaar beheren en beschermen van beheerde gegevens door beveiligingsmaatregelen, preserveringsmaatregelen en controles ten aanzien van archivering, conform de vereisten die deel uitmaken van de Gemeentelijke ICT-kwaliteitsnormen. 28.2 Leverancier dient zich aantoonbaar aan de in de Gemeentelijke ICT-kwaliteitsnormen althans de Overeenkomst gestelde bewaartermij- nen te houden en pas over te gaan tot verwijdering na toestemming van Opdrachtgever. 28.3 Leverancier moet archiefbescheiden kunnen migreren naar archiefsys- temen van Opdrachtgever conform de vereisten die deel uitmaken van de Gemeentelijke ICT-kwaliteitsnormen. Leverancier verricht de werkzaamheden voor het daadwerkelijk migreren van archiefbeschei- den tegen de in de Overeenkomst bepaalde tarieven en condities of bij gebreke daarvan tegen de in het algemeen door Leverancier gehanteer- de tarieven en nader overeen te komen condities. 28.4 Indien op het moment van opschorting, opzegging of ontbinding van de Overeenkomst Leverancier archiefbescheiden van Opdrachtgever onder zich heeft die vanwege de plaatsing en inrichting van de ICT Prestatie niet tevens berusten onder de Opdrachtgever als zorgdrager, dan verplicht Leverancier zich te handelen als zou hij een kennisgeving hebben ontvangen onder artikel 11 lid 1 Archiefwet 1995 (ongeacht of de betreffende archiefbescheiden zijn opgenomen in Derdenprogram- matuur).
Uitkeringsprotocol Op de regeling van terrorismeschade is het Protocol afwikkeling claims voor terrorismeschaden van toepassing. De volledige tekst van het uitkeringsprotocol staat op de site xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
CONTACT EN SERVICE Hier kunt u terecht
De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx). 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.
Proces Je kan bezwaar maken tegen de indeling van je individuele werkpakket op de gekozen standaard functie in het KPN CAO functiehuis en de bijbehorende salarisschaal bij de bezwarencommissie Functiehuis. Deze bezwarencommissie behandelt specifieke functie-indelingsklachten (dit in tegenstelling tot de algemene KPN klachtencommissie op grond van artikel 1.6 van deze CAO) aangezien hiervoor specifieke deskundigheid is vereist. De bezwarenprocedure bestaat uit 3 stappen, die hieronder worden weergegeven. Stap 1: De eerste stap bestaat eruit dat je in een gesprek toelichting op jouw indeling vraagt bij je manager en HR, en tegelijkertijd zelf kan toelichten waarom je meent dat de indeling niet juist is. Deze stap gaat altijd vooraf aan een eventuele stap 2 en 3. Stap 2: Binnen 4 weken nadat je je formele indeling hebt vernomen kun je schriftelijk bezwaar indienen bij de Interne Bezwarencommissie. Hierop volgt een mondelinge behandeling en vervolgens ontvang je, binnen 2 maanden na indiening van je bezwaar, schriftelijk de uitspraak. De Interne Bezwarencommissie besluit bij meerderheid van stemmen. De Interne Bezwarencommissie kan twee soorten uitspraken doen, ofwel de Interne Bezwarencommissie bekrachtigt de huidige indeling of de Interne Bezwarencommissie geeft advies om de indeling opnieuw te doen. Van dit advies om de indeling opnieuw te doen, kan alleen in zeer uitzonderlijke gevallen gemotiveerd worden afgeweken door de manager; in dat geval deelt de manager dit binnen 2 weken na datum van advies van de Interne Bezwarencommissie om de indeling opnieuw te doen schriftelijk aan jou mede. Heb je stap 1 nog niet doorlopen? Dan kun je je bezwaar alvast formeel indienen om de termijn van 4 weken niet te overschrijden. Je kunt dan na stap 1 besluiten of je je bezwaar wilt handhaven. Stap 3: Heb je stap 1 en 2 doorlopen, maar ben je het niet eens met de bekrachtiging door de Interne Bezwarencommissie of heeft je manager besloten af te wijken van het advies van de Interne Bezwarencommissie om de indeling opnieuw te doen? Xxx geldt het volgende: Je kan dan beroep aantekenen bij een Externe Bezwarencommissie binnen 4 weken nadat: Hierop volgt de mondelinge behandeling en vervolgens ontvang je schriftelijk de uitspraak binnen 2 maanden na indiening van het beroep. De Externe Bezwarencommissie besluit unaniem. De Externe Bezwarencommissie bekrachtigt de (oorspronkelijke) indeling of de Externe Bezwarencommissie stelt de nieuwe indeling vast. De uitspraak van de Externe Bezwarencommissie is bindend voor alle partijen.
Apparatuur 1. Alarmapparatuur en toebehoren wordt door Rosecure in bruikleen geplaatst en blijven derhalve altijd eigendom van Rosecure, tenzij expliciet is vermeld dat de apparatuur en/of toebehoren eigendom van de Klant worden. Wanneer wel expliciet is overeengekomen dat de Klant eigendom verwerft over producten geleverd door Rosecure, blijft Rosecure eigenaar van geleverde zaken zolang koper tekortschiet of tekort zal schieten in de nakoming van zijn verplichtingen uit deze of andere overeenkomsten. 2. De Klant dient bij gebruik te zorgen voor adequate beveiliging van zijn apparatuur tegen ongeautoriseerd gebruik door Xxxxxx. RoSecure is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die ontstaat door het niet of gebrekkig functioneren van eigen apparatuur of door tekortkomingen bij de levering hiervan. 3. In geval van diefstal of verlies is de Klant vergoeding verschuldigd voor het vervangen van de apparatuur of bruikleenproduct. 4. Alle kosten die verband houden met blokkering, afsluiting en heraansluiting zijn voor rekening van de Klant. Eventuele kosten om de Dienst(en) wederom te verkrijgen na afsluiting zijn wederom voor rekening van de Klant. 5. Bruikleenproducten blijven te allen tijde eigendom van RoSecure. De Klant is niet gerechtigd een bruikleenproduct te verpanden, te verhuren, te verkopen of op enige wijze aan een derde ter beschikking te stellen. In geval van schending van deze verbintenis door (personeel van) de Klant verbeurt de Klant t.o.v. en t.b.v. RoSecure een aan RoSecure toekomende boete (welke per overtreding zal worden opgesteld). Dit vindt plaats onverminderd het recht van RoSecure op vergoeding van de door de overtreding veroorzaakte schade en onverminderd het recht van RoSecure op vordering van nakoming van deze verbintenis. 6. Bruikleenproducten dienen in originele verpakking en in goede staat geretourneerd te worden. Wanneer er een gebrek of schade wordt geconstateerd, of de bruikleenproducten niet in originele verpakking geretourneerd worden, dan is de Klant de aanschafprijs verschuldigd.
Storm Een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7).
Bekendmaking 1. De werkgever informeert de werknemer over de inhoud van de cao door de werknemer (een link naar) de volledige digitale cao en bijlagen te sturen. 2. De werkgever informeert tijdens een sollicitatieprocedure de geselecteerde eindkandidaten over de inhoud van de cao door hen (een link naar) de volledige digitale cao en bijlagen te sturen. 3. Van deze cao is een Engelse vertaling beschikbaar, welke digitaal is te raadplegen. Alleen de Nederlandse tekst heeft rechtskracht.
Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.
Hosting De in dit hoofdstuk ‘Hosting’ opgenomen bepalingen zijn, naast de Algemene Bepalingen van deze algemene voorwaarden en de bepalingen van het hoofdstuk ‘Dienstverlening’, van toepassing indien leverancier diensten, onder welke naam dan ook verleent op het gebied van ‘hosting’ en aanverwante diensten.