Tweede middelonderdeel Voorbeeldclausules

Tweede middelonderdeel. Overeenkomstig artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna: de “VCRO”) mag niemand zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen onder meer de volgende handelingen verrichten: “(…)
Tweede middelonderdeel de analyse van de authenticiteit van de voorgelegde documenten is onduidelijk, tegenstrijdig en in strijd met art. 12bis §§5 en 6 Vreemdelingenwet De bestreden beslissing vermeldt elementen die de gemachtigde “opvallend” vindt. Die elementen worden uiteengezet, maar niet gevolgd door een eenduidige of concrete juridische gevolgtrekking. Er wordt niet verwezen naar de volgens het internationaal privaatrecht toepasselijke nationale wetsbepalingen die zou zijn geschonden. Noch wordt er uitdrukkelijk vermeld dat het huwelijk als niet bewezen beschouwd moet worden. Evenmin bevat de bestreden beslissing een analyse overeenkomstig het cascadesysteem van de artn. 12bis §§5 en 6 Vreemdelingenwet. Nergens valt een woord te lezen over de vraag of de geanalyseerde stukken al dan niet aanvaard zouden kunnen worden als “andere geldige bewijzen”, hoewel wordt op gewezen dat er niet-gelegaliseerde stukken werden voorgelegd. De gemachtigde maakt meteen de sprong naar het door art. 12bis §6 Vreemdelingenwet voorziene persoonlijk onderhoud met de betrokkenen. De rechtspraak van het EHRM geeft de voorkeur aan het beginsel van het voordeel van de twijfel bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van de verklaringen en van de documenten die ter ondersteuning daarvan worden voorgelegd en roept de lidstaten op om blijk te geven van soepelheid wanneer ze bewijsstukken eisen die de gezinsbanden aantonen. (XXXX, xx. 0000/00, Xxxxx-Xxxxxxx t. Frankrijk, 10 juli 2014, §79). Het EHRM verwijst ook uitdrukkelijk naar het feit dat de aanvrager nochtans aangifte had gedaan van zijn gezinsbanden van bij de allereerste stappen van zijn asielaanvraag bij de OFPRA (EHRM., nr. 52701/09, Mugenzi t. Frankrijk, 10 juli 2014, §56): "Wat betreft de bewijsstandaard, dient hen in vele gevallen het voordeel van de twijfel te worden gegeven bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van hun verklaringen en van de documenten die ter ondersteuning daarvan worden voorgelegd" en het Hof benadrukt dat "de nationale overheden worden aangemoedigd om ook 'andere bewijzen' van het bestaan van de gezinsbanden in aanmerking te nemen indien de vluchteling niet in staat is om officiële bewijsstukken voor te leggen. Het UNHCR, de Raad van Europa en de ngo's wijzen eenstemmig op het belang om die bewijsmiddelen uit te breiden (...) ze dringen aan op de noodzaak om de proceduretermijnen te verkorten door meer soepelheid aan de dag te leggen wanneer ze bewijzen eisen die gezinsbanden aantonen." (eigen vertaling) Noch...

Related to Tweede middelonderdeel

  • Diefstal van het verzekerde motorrijtuig De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Individuele arbeidsovereenkomst De werkgever zal met elke werknemer die gedurende de looptijd van deze cao in dienst treedt, individueel een schriftelijke arbeidsovereenkomst aangaan, waarin de cao en een eventueel geldend bedrijfsreglement van toepassing wordt verklaard. Over de inhoud van deze individuele arbeidsovereenkomst wordt met vakorganisaties overleg gepleegd. Deze zullen bevorderen dat hun leden dergelijke individuele arbeidsovereenkomsten ondertekenen. In de individuele arbeidsovereenkomst kunnen nadere bepalingen over de rechten en plichten van werknemer en werkgever worden opgenomen.

  • Het verzekerde motorrijtuig De schade aan het verzekerde motorrijtuig is uitgesloten.

  • Vanaf wanneer gelden deze voorwaarden? 23.1 Deze voorwaarden gelden vanaf 1 april 2017. Vanaf die datum gelden de oude voorwaarden niet meer. 23.2 Deze voorwaarden heten: ‘Algemene voorwaarden voor de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers 2017’.

  • Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit. 9.2. Blijven uitgesloten: - de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers, - de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had. 9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.

  • Voortzetting na risicowijziging a. Na ontvangst van de melding van de risicowijziging beoordeelt verzekeraar of voortzetting van de verzekering op basis van de dan geldende acceptatierichtlijnen en tarieven mogelijk is. b. Indien voortzetting wordt overeengekomen, wordt de nieuwe premie berekend en/of worden de nieuwe voorwaarden toegepast op basis van de dan geldende tarieven en voorwaarden, vanaf de datum waarop de risicowijziging plaatsvond. c. Indien partijen niet tot overeenstemming kunnen komen over voortzetting van de verzekering, eindigt de verzekering één maand na de mededeling hiervan door verzekeraar.

  • De arbeidsovereenkomst Lid 1 Arbeidsovereenkomsten moeten schriftelijk worden vastgelegd. Van de getekende arbeidsovereenkomst behouden werkgever en werknemer ieder een exemplaar. Lid 2 In deze schriftelijke arbeidsovereenkomst moeten de volgende bepalingen worden opgenomen: • de aard van het dienstverband; • de duur van het dienstverband; • de jaarurennorm indien van toepassing conform Artikel 18; • bij een deeltijddienstverband: de wekelijkse arbeidsduur; • in welke functie de werknemer bij het aangaan van de overeenkomst werkzaam zal zijn; • de aard van de werkzaamheden; • het loon; • alle overeengekomen toeslagen; • dat de cao van het Hoveniersbedrijf op de arbeidsovereenkomst van toepassing is; • andere onderwerpen waarover partijen regeling wensen. Lid 3 Indien een structurele wijziging optreedt in het niveau van de werkzaamheden, dient de arbeidsovereenkomst te worden aangepast. Lid 4 Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan schriftelijk een wederzijdse proeftijd worden overeengekomen van maximaal 2 maanden. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste twee maanden, indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor meer dan 6 maanden en maximaal 2 jaar. Het is niet toegestaan een proeftijd af te spreken voor contracten voor bepaalde tijd die korter zijn dan 6 maanden. Uit de schriftelijke arbeidsovereenkomst dient te blijken of er een proeftijd is overeengekomen en hoe lang de proeftijd duurt. Zie voor de wettelijke regeling bijlage IX. Lid 5 De cao heeft het karakter van een minimum-cao. Dat betekent dat met de individuele werknemer van de cao afwijkende afspraken mogen worden gemaakt, mits deze voor de werknemer ten minste gelijkwaardig zijn aan hetgeen bij cao is bepaald. De afwijkende afspraken dienen schriftelijk te worden vastgelegd en door beide partijen te worden getekend en maken deel uit van de arbeidsovereenkomst. Bepalingen in de arbeidsovereenkomst welke voor de werknemer in negatieve zin afwijken van de cao zijn nietig.

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Waarborgen De pensioeninstelling verbindt er zich toe de in de Bijzondere Voorwaarden verzekerde prestaties uit te keren ingeval de aangeslotene slachtoffer wordt van een lichamelijk ongeval. Als ongeval wordt uitsluitend aanzien iedere plotselinge en abnormale gebeurtenis die veroorzaakt wordt door een van buiten komende kracht. Voor zover het overlijden van de aangeslotene rechtstreeks het gevolg is van een ongeval en zich voordoet binnen één jaar na het ongeval, betaalt de pensioeninstelling de verzekerde prestatie aan de begunstigde bij overlijden. Bij volledige en bestendige invaliditeit van de aangeslotene wordt de verzekerde prestatie uitbetaald aan de begunstigde bij leven. De bestendige invaliditeit zal vastgesteld worden na heling van de letsels en ten laatste één jaar na het ongeval. De graad van de bestendige invaliditeit voortvloeiend uit een gewaarborgd ongeval dient uitsluitend in België vastgesteld te worden. Dit gebeurt op basis van de Europese Schaal ter bepaling van de graad van lichamelijke en geestelijke invaliditeit. Daarbij zal geen rekening gehouden worden met het uitgeoefende beroep. Een bestendige invaliditeit van 67% of meer wordt als volledig beschouwd.