Onderzoek Van De Middelen Voorbeeldclausules

Onderzoek Van De Middelen. 1. Eerste middel in zijn geheel Overwegende dat, anders dan waarvan de onderdelen uitgaan, de appèlrechters de eisers schuldig verklaren aan overtredingen van de EG-verordeningen 3820/95 (lees: 3820/85) en 3821/85 van 20 december 1985 met, naast de verwij- zing naar de artikelen 1 en 2 van de wet van 18 februari 1969, verwijzing naar de uitvoeringsbesluiten van 13 mei 1987 en 13 juli 1984, dit laatste gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 november 1987; Dat de onderdelen feitelijke grondslag missen;
Onderzoek Van De Middelen. A. Eerste middel Standpunt van de partijen 1. De verzoekende partij voert de schending aan van: - artikel 16.4.37 van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna: DABM) - de formele en materiële motiveringsplicht vervat in de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen (hierna: Motiveringswet) - het motiveringsbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. Ze voert in essentie aan dat de bestreden beslissing haar veroordeelt tot een bestuurlijke geldboete wegens schending van artikel 4, §1 van het Milieuvergunningsdecreet en artikel 5, §1 van VLAREM I. Ze stelt dat de bestreden beslissing weliswaar melding maakt van de op het ogenblik van de feiten geldende bepalingen van het Milieuvergunningsdecreet en van VLAREM I, maar dat de bestreden beslissing nalaat te vermelden dat het Milieuvergunningsdecreet en VLAREM I op het ogenblik van de bestreden beslissing al sinds
Onderzoek Van De Middelen. A. Eerste middel Standpunt van de partijen 1. De verzoekende partij voert de schending aan van: - artikel 16.4.37 van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna: DABM); - de formele en materiële motiveringsplicht vervat in de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen (hierna: Motiveringswet), - het motiveringsbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. Ze voert in essentie aan dat de bestreden beslissing haar veroordeelt tot een bestuurlijke geldboete wegens schending van de artikelen 4, §1 en 22 van het Milieuvergunningsdecreet, de artikelen 5, §1 en 43, §1 van VLAREM I en artikel 4.1.3.2 van VLAREM II. Ze stelt dat de bestreden beslissing weliswaar melding maakt van de op het ogenblik van de feiten geldende bepalingen van het Milieuvergunningsdecreet en van VLAREM I, maar dat de bestreden beslissing nalaat te vermelden dat het Milieuvergunningsdecreet en VLAREM I op het ogenblik van de bestreden beslissing al sinds 23 februari 2017 opgeheven waren. Volgens de verzoekende partij wordt in bestreden beslissing geen melding gemaakt van de op het ogenblik van de uitspraak van de beslissing geldende nieuwe wetsbepalingen waaruit de constitutieve bestanddelen en de strafbaarstelling van toepassing op het ogenblik van de datum van de bestreden beslissing blijken. Waar de bestreden beslissing alleen artikel 5.2.1, §6 DABM vermeldt, meent de verzoekende partij dat deze bepaling niet in de plaats is gekomen van alle voormelde bepalingen van het Milieuvergunningsdecreet en VLAREM I. Ze is van oordeel dat de kwalificatie van de feiten als milieumisdrijf, in zoverre enkel gesteund op het Milieuvergunningsdecreet en VLAREM I, niet naar recht gemotiveerd is, waarbij ze verwijst een arrest van het College van 11 februari 2021 met nummer HHC-M-2021-0039. Ze stelt dat het louter gegeven dat het Milieuvergunningsdecreet en VLAREM I van toepassing waren op het ogenblik van de feiten niet wegneemt dat, gelet op het punitief karakter van de bestuurlijke geldboete, op het ogenblik van de uitspraak eveneens dient aangegeven te worden dat de feiten nog steeds strafbaar zijn en dus een milieumisdrijf vormen, met aanduiding van de thans geldende regelgeving.
Onderzoek Van De Middelen 

Related to Onderzoek Van De Middelen

  • Wijziging en vindplaats van de voorwaarden Deze voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Van toepassing is steeds de laatst gedeponeerde versie c.q. de versie zoals die gold ten tijde van het totstandkomen van de onderhavige opdracht.

  • Wijziging, uitleg en vindplaats van de voorwaarden 1. Ingeval van uitleg van de inhoud en strekking van deze algemene voorwaarden, is de Nederlandse tekst daarvan steeds bepalend.

  • Geldigheid van deze voorwaarden 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle offertes en op alle overeenkomsten aangegaan door: Xxx Xxxxxxx Bouw Xxxxxxxxx 00 0000 XX Xxxxxxxxxxxx KvK nr : 32114756 hierna te noemen opdrachtnemer.

  • Inlichtingen over middelen van de Europese Unie De aanbesteding houdt verband met een project en/of een programma dat met middelen van de EU wordt gefinancierd: neen

  • Onuitvoerbaarheid van de opdracht 7.1 Opdrachtnemer heeft het recht de overeengekomen werkzaamheden op te schorten indien hij door omstandigheden, welke buiten zijn invloedsfeer liggen of waarvan hij bij het sluiten der overeenkomst niet op de hoogte was of kon zijn, tijdelijk verhinderd is zijn verplichtingen na te komen.

  • Wijziging van de Algemene Voorwaarden Thuiswinkel 1. Xxxxxxxxxxx.xxx zal deze algemene voorwaarden niet wijzigen dan in overleg met de Consumentenbond.

  • Kunnen wij de prijzen van de zorgverlening aanpassen? Wij kunnen elk jaar de prijzen van de zorgverlening aanpassen aan in ieder geval de loon- en prijsontwikkelingen ("indexeren") en wettelijke tarieven.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx).

  • Omvang van de waarborg De berekening van de vergoeding gebeurt volgens de gebruikelijke regels van het Belgisch gemeen recht en zoals voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in België. Het bedrag van de tussenkomst bedraagt maximaal 250.000 EUR per schadegeval.

  • Voorwerp van de waarborg De maatschappij waarborgt de verzekerde tegen de geldelijke gevolgen van zijn burgerlijke aansprakelijkheid wegens schade aan derden toegebracht in het kader van de verzekerde activiteit en tijdens het uitvoeren ervan.