Uitwisseling van informatie op verzoek. 1. De bevoegde autoriteiten van het Vorstendom Andorra en de lidstaten van de Europese Gemeenschap wisselen gegevens uit over gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht, of soortgelijke aangelegenheden met betrekking tot de onder deze overeenkomst vallende inkomsten. Onder „soortgelijke aangelegenheden” worden uitsluitend overtredingen verstaan met dezelfde graad van onrechtmatigheid als het geval is voor gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, verbindt het zich ertoe, zolang het begrip belastingfraude niet in zijn nationale recht is opgenomen, voor de in de eerste alinea vermelde doeleinden met belastingfraude gelijk te stellen alle gedragingen die, middels bedrog, afbreuk doen aan de financiële belangen van de schatkist van de ver- zoekende staat en die uit hoofde van de wetten van het Vor- stendom Andorra als oplichting worden beschouwd. In antwoord op een zorgvuldig gemotiveerd verzoek verstrekt de staat aan welke het verzoek is gericht, gegevens met betrek- king tot de vorengenoemde aangelegenheden waarnaar de ver- zoekende staat een onderzoek instelt, of mogelijk wenst in te stellen, op civielrechtelijke of strafrechtelijke basis. 2. Bij het bepalen of informatie in antwoord op een verzoek kan worden verstrekt, past de staat aan welke het verzoek is gericht, de regels betreffende verjaring toe overeenkomstig de wetgeving van de verzoekende staat in plaats van de regels betreffende verjaring van de staat aan welke het verzoek is ge- richt. 3. De staat aan welke het verzoek is gericht, verstrekt de informatie indien de verzoekende staat een redelijk vermoeden heeft dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, moet de ontvanke- lijkheid van het verzoek door de juridische autoriteit van het Vorstendom Andorra worden getoetst aan de hand van de op- gegeven redenen in vergelijking met de in dit artikel gestelde eisen binnen een termijn van twee maanden. 4. Het vermoeden van de verzoekende staat dat de gedragin- gen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden be- treffen, kan zijn gebaseerd op: a) documenten, al dan niet geauthentiseerd, omvattende, maar niet daartoe beperkt, bescheiden van het bedrijf, boeken, of bankrekeninginformatie; b) verklaringen van de belastingbetaler; c) gegevens van een informant of een derde persoon, die on- afhankelijk zijn gecontroleerd of waarvan kan worden aan- genomen dat die betrouwbaar zijn, of d) indirect bewijs. 5. Alle informatie die op deze wijze wordt uitgewisseld, dient als vertrouwelijk te worden beschouwd en mag slechts worden verstrekt aan de bevoegde personen of autoriteiten van de over- eenkomstsluitende partij die kennis moeten hebben van de be- lastingheffing op de in artikel 1 genoemde rentebetalingen, het- zij in het kader van de bronbelasting en de desbetreffende op- brengsten als bedoeld in de artikelen 7 respectievelijk 8, hetzij in het kader van de vrijwillige gegevensverstrekking als bedoeld in artikel 9. Deze personen of autoriteiten mogen de aldus ontvangen informatie tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken betreffende deze belastingheffing bekend- maken. De informatie mag slechts met voorafgaande en schriftelijke instemming van de bevoegde autoriteit van de partij die de informatie heeft verstrekt, aan andere personen of autoriteiten worden verstrekt. 6. Het Vorstendom Andorra zal bilaterale onderhandelingen openen met elke lidstaat die dat wenst, om de individuele ca- tegorieën te definiëren van gevallen vallende onder „soortgelijke aangelegenheden” overeenkomstig de procedure die door die staat wordt toegepast.
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst Tussen De Europese Gemeenschap en Het Vorstendom Andorra
Uitwisseling van informatie op verzoek. 1. De bevoegde autoriteiten van het Vorstendom Andorra de Republiek San Xxxxxx en de lidstaten van de Europese Gemeenschap wisselen gegevens uit over gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek verzoek is gericht, of soortgelijke aangelegenheden met betrekking tot de onder deze overeenkomst overeen- komst vallende inkomsten. Onder „soortgelijke aangelegenhedenaangelegenhe- den” worden uitsluitend overtredingen verstaan met dezelfde graad van onrechtmatigheid als het geval is voor gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, verbindt het zich ertoe, zolang het begrip belastingfraude niet in zijn nationale recht is opgenomen, voor de in de eerste alinea vermelde doeleinden met belastingfraude gelijk te stellen alle gedragingen die, middels bedrog, die op enigerlei wijze afbreuk kunnen doen aan de financiële fiscale belangen van de schatkist van de ver- zoekende staat en die uit hoofde van de wetten van het Vor- stendom Andorra als oplichting worden beschouwdverzoekende staat. In antwoord op een zorgvuldig gemotiveerd verzoek verstrekt de staat aan welke het verzoek is gericht, gegevens met betrek- king betrekking tot de vorengenoemde aangelegenheden gedra- gingen waarnaar de ver- zoekende verzoekende staat een onderzoek instelt, of mogelijk wenst in te stellen, op civielrechtelijke strafrechtelijke of strafrechtelijke niet-strafrech- telijke basis.
2. Bij het bepalen of informatie in antwoord op een verzoek kan worden verstrekt, past de staat aan welke het verzoek is gericht, de regels betreffende verjaring toe overeenkomstig de wetgeving van de verzoekende staat in plaats van de regels betreffende verjaring van de staat aan welke het verzoek is ge- richtstaat.
3. De staat aan welke het verzoek is gericht, verstrekt de informatie indien de verzoekende staat een redelijk vermoeden heeft dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, moet de ontvanke- lijkheid van het verzoek door de juridische autoriteit van het Vorstendom Andorra worden getoetst aan de hand van de op- gegeven redenen in vergelijking met de in dit artikel gestelde eisen binnen een termijn van twee maanden.
4. Het vermoeden van de verzoekende staat dat de gedragin- gen gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden be- treffenbetreffen, kan zijn gebaseerd op:
a) documenten, al dan niet geauthentiseerd, omvattende, maar niet daartoe beperkt, bescheiden van het bedrijf, boeken, of bankrekeninginformatie;
b) verklaringen van de belastingbetaler;
c) gegevens van een informant of een derde persoon, die on- afhankelijk zijn gecontroleerd of waarvan kan worden aan- genomen dat die betrouwbaar zijn, ; of
d) indirect bewijs.
54. Alle informatie die op deze wijze wordt uitgewisseld, dient als vertrouwelijk te worden beschouwd en mag slechts worden verstrekt aan de De bevoegde personen of autoriteiten autoriteit van de over- eenkomstsluitende partij die kennis moeten hebben van de be- lastingheffing op de in artikel 1 genoemde rentebetalingen, het- zij in het kader van de bronbelasting en de desbetreffende op- brengsten als bedoeld in de artikelen 7 respectievelijk 8, hetzij in het kader van de vrijwillige gegevensverstrekking als bedoeld in artikel 9. Deze personen of autoriteiten mogen de aldus ontvangen informatie tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken betreffende deze belastingheffing bekend- maken. De informatie mag slechts met voorafgaande en schriftelijke instemming van verzoekende staat verstrekt de bevoegde autoriteit van de partij die staat aan welke het verzoek is gericht, de volgende gegevens wanneer hij krachtens deze over- eenkomst om informatie verzoekt, teneinde het verwachte be- lang van de informatie voor het verzoek aan te tonen:
a) de identiteit van de persoon naar wie een enquête of onder- zoek is ingesteld;
b) een verklaring met betrekking tot de gewenste informatie, waaronder de aard van die informatie en de vorm waarin de verzoekende staat deze wil ontvangen van de staat aan welke het verzoek is gericht;
c) het fiscale doel waarvoor de informatie wordt gevraagd;
d) redenen op grond waarvan wordt aangenomen dat de ge- vraagde informatie wordt bijgehouden in de staat aan welke het verzoek is gericht, dan wel in het bezit of het beheer is van een persoon in het rechtsgebied van de staat aan welke het verzoek is gericht;
e) voorzover bekend, de naam en het adres van de persoon (personen) die vermoedelijk in het bezit van de gevraagde informatie is (zijn);
f) een verklaring waarin wordt bevestigd dat het verzoek in overeenstemming is met de wetten en de bestuursrechtelijke praktijken van de verzoekende staat, dat de bevoegde auto- riteit van de verzoekende staat de informatie zou kunnen verkrijgen overeenkomstig de wetten van die staat of de ge- bruikelijke bestuursrechtelijke procedures indien de ge- vraagde informatie zich in het rechtsgebied van de verzoe- kende staat bevond, alsmede dat het verzoek in overeenstem- ming is met deze overeenkomst;
g) een verklaring waarin wordt bevestigd dat de verzoekende staat alle op zijn grondgebied beschikbare middelen heeft verstrektaangewend om de informatie te verkrijgen, met uitzondering van die welke onevenredige inspanningen zouden vereisen.
5. De bevoegde autoriteit van de staat aan andere personen of autoriteiten worden verstrektwelke het verzoek is gericht, verstrekt de gevraagde informatie zo spoedig mogelijk aan de verzoekende staat.
6. Het Vorstendom Andorra zal De Republiek San Xxxxxx opent bilaterale onderhandelingen openen onderhandelin- gen met elke lidstaat die dat wenst, om de individuele ca- tegorieën categorieën te definiëren van gevallen vallende onder „soortgelijke aangelegenheden” overeenkomstig de procedure belastingprocedure die door die staat wordt toegepast. behandeld en mogen uitsluitend worden verstrekt aan personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechtbanken en bestuurs- lichamen) in het rechtsgebied van de overeenkomstsluitende partij die betrokken zijn bij de vaststelling of inning van, de handhaving of vervolging in verband met, dan wel de behande- ling van bezwaarschriften met betrekking tot de belastingen die onder deze overeenkomst vallen. Deze personen of autoriteiten gebruiken de gegevens uitsluitend voor die doelstellingen. Zij mogen de gegevens tijdens openbare rechtszittingen of bij rech- terlijke uitspraken bekendmaken. De gegevens mogen slechts met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de bevoegde autoriteit van de partij aan welke het verzoek is gericht, aan enig andere persoon, entiteit, autoriteit of rechtsgebied worden verstrekt.
Appears in 1 contract
Samples: Overeenkomst Tussen De Europese Gemeenschap en De Republiek San Marino
Uitwisseling van informatie op verzoek. 1. De bevoegde autoriteiten van het Vorstendom Andorra en de lidstaten autoriteit van de Europese Gemeenschap wisselen gegevens aangezochte partij verstrekt op ver- zoek informatie ten behoeve van de in artikel 1 bedoelde doelstellingen. Dergelijke informatie wordt uitgewisseld ongeacht of de onderzochte gedragingen, indien deze op het grondgebied van de aangezochte partij zouden plaatsvinden, uit over gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig hoofde van de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht, of soortgelijke aangelegenheden met betrekking tot de onder deze overeenkomst vallende inkomsten. Onder „soortgelijke aangelegenheden” aangezochte partij als strafbaar feit zouden worden uitsluitend overtredingen verstaan met dezelfde graad van onrechtmatigheid als het geval is voor gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, verbindt het zich ertoe, zolang het begrip belastingfraude niet in zijn nationale recht is opgenomen, voor de in de eerste alinea vermelde doeleinden met belastingfraude gelijk te stellen alle gedragingen die, middels bedrog, afbreuk doen aan de financiële belangen van de schatkist van de ver- zoekende staat en die uit hoofde van de wetten van het Vor- stendom Andorra als oplichting worden beschouwd. In antwoord op een zorgvuldig gemotiveerd verzoek verstrekt de staat aan welke het verzoek is gericht, gegevens met betrek- king tot de vorengenoemde aangelegenheden waarnaar de ver- zoekende staat een onderzoek instelt, of mogelijk wenst in te stellen, op civielrechtelijke of strafrechtelijke basisaangemerkt.
2. Bij het bepalen of Indien de informatie in antwoord op een verzoek kan worden verstrekt, past de staat aan welke het verzoek is gericht, de regels betreffende verjaring toe overeenkomstig de wetgeving van de verzoekende staat in plaats van de regels betreffende verjaring van de staat aan welke het verzoek is ge- richt.
3. De staat aan welke het verzoek is gericht, verstrekt de informatie indien de verzoekende staat een redelijk vermoeden heeft dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, moet de ontvanke- lijkheid van het verzoek door de juridische autoriteit van het Vorstendom Andorra worden getoetst aan de hand van de op- gegeven redenen in vergelijking met de in dit artikel gestelde eisen binnen een termijn van twee maanden.
4. Het vermoeden van de verzoekende staat dat de gedragin- gen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden be- treffen, kan zijn gebaseerd op:
a) documenten, al dan niet geauthentiseerd, omvattende, maar niet daartoe beperkt, bescheiden van het bedrijf, boeken, of bankrekeninginformatie;
b) verklaringen van de belastingbetaler;
c) gegevens van een informant of een derde persoon, die on- afhankelijk zijn gecontroleerd of waarvan kan worden aan- genomen dat die betrouwbaar zijn, of
d) indirect bewijs.
5. Alle informatie die op deze wijze wordt uitgewisseld, dient als vertrouwelijk te worden beschouwd en mag slechts worden verstrekt aan de bevoegde personen of autoriteiten van de over- eenkomstsluitende partij die kennis moeten hebben van de be- lastingheffing op de in artikel 1 genoemde rentebetalingen, het- zij in het kader van de bronbelasting en de desbetreffende op- brengsten als bedoeld in de artikelen 7 respectievelijk 8, hetzij in het kader van de vrijwillige gegevensverstrekking als bedoeld in artikel 9. Deze personen of autoriteiten mogen de aldus ontvangen informatie tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken betreffende deze belastingheffing bekend- maken. De informatie mag slechts met voorafgaande en schriftelijke instemming bezit van de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij niet toereikend is om aan het verzoek om informatie te voldoen, treft die partij alle toepasselijke maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie teneinde de verzoekende partij de ver- zochte informatie te verstrekken, ongeacht het feit dat de aangezochte partij ten behoeve van haar eigen belastingheffing niet over dergelijke informatie hoeft te beschikken.
3. Indien de bevoegde autoriteit van een verzoekende partij daar spe- cifiek om verzoekt, is de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij gehouden uit hoofde van dit artikel informatie te verstrekken, voor zover zulks is toegestaan uit hoofde van haar nationale wetgeving, in de vorm van getuigenverklaringen en gewaarmerkte afschriften van originele stukken.
4. Elke partij waarborgt dat haar bevoegde autoriteit, ten behoeve van de in artikel 1 van het Verdrag omschreven doelstellingen, over de bevoegdheid beschikt het navolgende te verkrijgen en te verstrekken:
a. informatie die berust bij banken, overige financiële instellingen, of personen die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwensper- soon optreden, met inbegrip van gevolmachtigden en trustees;
b. informatie met betrekking tot de eigendom van lichamen, samen- werkingsverbanden, trusts, stichtingen, „Anstalten” en andere personen, met inbegrip van, binnen de beperkingen van artikel 2, informatie inzake de eigendom met betrekking tot al deze personen binnen een eigendoms- keten; in het geval van trusts, informatie met betrekking tot instellers, trustees en begunstigden, met inbegrip van de personen aan wie de eigendomstitel van de trust wordt overgedragen nadat de looptijd van de trust is verstreken; en in het geval van stichtingen, informatie met betrekking tot stichters, leden van het bestuur en begunstigden. Dit Ver- drag schept geen verplichting voor de partijen informatie inzake de eigendom te verkrijgen of te verstrekken met betrekking tot beursgeno- teerde lichamen of openbare collectieve beleggingsfondsen of openbare collectieve beleggingsregelingen tenzij deze informatie kan worden ver- kregen zonder tot onevenredige moeilijkheden te leiden.
5. De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij verstrekt de vol- gende informatie aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij wanneer de eerstgenoemde partij uit hoofde van het Verdrag een verzoek om informatie doet, teneinde aan te tonen dat de verzochte informatie naar verwachting van belang zal zijn:
a. de identiteit van de persoon op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft;
b. een verklaring omtrent de verlangde informatie met inbegrip van de aard ervan en de vorm waarin de verzoekende partij de informatie van de aangezochte partij wenst te ontvangen;
c. het fiscale doel waarvoor om de informatie wordt verzocht;
d. de redenen om te veronderstellen dat de verzochte informatie op het grondgebied van de aangezochte partij is of in het bezit of in de macht is van een persoon die zich in het rechtsgebied van de aange- zochte partij bevindt;
e. de naam en adresgegevens, voor zover bekend, van personen van wie verondersteld wordt dat zij in het bezit zijn van de verzochte infor- matie;
f. een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met de wet- geving en de bestuursrechtelijke praktijk van de verzoekende partij, dat indien de gevraagde informatie zich in het rechtsgebied van de verzoe- kende partij zou bevinden, de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij deze informatie volgens de wetten van de verzoekende partij of volgens de normale gang van zaken in de bestuursrechtelijke praktijk zou kunnen verkrijgen, en dat het verzoek in overeenstemming is met dit Xxxxxxx; en
g. een verklaring dat de verzoekende partij op haar eigen grondgebied alles in het werk heeft verstrektgesteld om de informatie te verkrijgen, aan andere personen of autoriteiten worden verstrekttenzij dit zou leiden tot onevenredige moeilijkheden.
6. Het Vorstendom Andorra zal bilaterale onderhandelingen openen met elke lidstaat De bevoegde autoriteit van de aangezochte partij doet de verzochte informatie zo spoedig mogelijk toekomen aan de verzoekende partij. Teneinde een snel antwoord te waarborgen:
a. bevestigt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij de ont- vangst van een verzoek schriftelijk aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij en stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek in kennis van even- tuele gebreken in het verzoek; en
b. indien de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij niet in staat is de informatie binnen 90 dagen na ontvangst van het verzoek te ver- krijgen en te verstrekken, onder meer omdat zij belemmeringen onder- vindt bij het verstrekken van de informatie dan wel weigert de informa- tie te verstrekken, stelt zij de verzoekende partij daarvan onverwijld op de hoogte, onder vermelding van de oorzaken van de onmogelijkheid, de aard van de belemmeringen of de redenen voor haar weigering, behalve in de situatie omschreven in artikel 8, vierde lid, van dit Ver- drag.
7. Verzoeken dienen schriftelijk te worden ingediend in de officiële taal van de partij die dat wenstdeze verzoeken ontvangt – in het geval van Aruba, om de individuele ca- tegorieën te definiëren Nederlandse taal, en in het geval van gevallen vallende onder „soortgelijke aangelegenheden” overeenkomstig de procedure die door die staat wordt toegepastRepubliek Argentinië, de Spaanse taal – of in de Engelse taal. Verzoeken mogen ook langs elek- tronische weg worden ingediend.
Appears in 1 contract
Samples: Verdrag Inzake De Uitwisseling Van Informatie Betreffende Belastingen
Uitwisseling van informatie op verzoek. 1. De bevoegde autoriteiten van het Vorstendom Andorra en de lidstaten autoriteit van de Europese Gemeenschap wisselen gegevens aangezochte partij verstrekt op ver- zoek informatie ten behoeve van de in artikel 1 bedoelde doelstellingen. Dergelijke informatie wordt uitgewisseld ongeacht of de onderzochte gedragingen, indien deze in de aangezochte partij zouden plaatsvinden, uit over gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig hoofde van de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht, of soortgelijke aangelegenheden met betrekking tot de onder deze overeenkomst vallende inkomsten. Onder „soortgelijke aangelegenheden” worden uitsluitend overtredingen verstaan met dezelfde graad van onrechtmatigheid aangezochte partij als het geval is voor gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, verbindt het zich ertoe, zolang het begrip belastingfraude niet in zijn nationale recht is opgenomen, voor de in de eerste alinea vermelde doeleinden met belastingfraude gelijk te stellen alle gedragingen die, middels bedrog, afbreuk doen aan de financiële belangen van de schatkist van de ver- zoekende staat en die uit hoofde van de wetten van het Vor- stendom Andorra als oplichting worden beschouwd. In antwoord op een zorgvuldig gemotiveerd verzoek verstrekt de staat aan welke het verzoek is gericht, gegevens met betrek- king tot de vorengenoemde aangelegenheden waarnaar de ver- zoekende staat een onderzoek instelt, of mogelijk wenst in te stellen, op civielrechtelijke of strafrechtelijke basisstrafbaar xxxx zouden xxxxxx aangemerkt.
2. Bij het bepalen of Indien de informatie in antwoord op een verzoek kan worden verstrekt, past de staat aan welke het verzoek is gericht, de regels betreffende verjaring toe overeenkomstig de wetgeving van de verzoekende staat in plaats van de regels betreffende verjaring van de staat aan welke het verzoek is ge- richt.
3. De staat aan welke het verzoek is gericht, verstrekt de informatie indien de verzoekende staat een redelijk vermoeden heeft dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, moet de ontvanke- lijkheid van het verzoek door de juridische autoriteit van het Vorstendom Andorra worden getoetst aan de hand van de op- gegeven redenen in vergelijking met de in dit artikel gestelde eisen binnen een termijn van twee maanden.
4. Het vermoeden van de verzoekende staat dat de gedragin- gen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden be- treffen, kan zijn gebaseerd op:
a) documenten, al dan niet geauthentiseerd, omvattende, maar niet daartoe beperkt, bescheiden van het bedrijf, boeken, of bankrekeninginformatie;
b) verklaringen van de belastingbetaler;
c) gegevens van een informant of een derde persoon, die on- afhankelijk zijn gecontroleerd of waarvan kan worden aan- genomen dat die betrouwbaar zijn, of
d) indirect bewijs.
5. Alle informatie die op deze wijze wordt uitgewisseld, dient als vertrouwelijk te worden beschouwd en mag slechts worden verstrekt aan de bevoegde personen of autoriteiten van de over- eenkomstsluitende partij die kennis moeten hebben van de be- lastingheffing op de in artikel 1 genoemde rentebetalingen, het- zij in het kader van de bronbelasting en de desbetreffende op- brengsten als bedoeld in de artikelen 7 respectievelijk 8, hetzij in het kader van de vrijwillige gegevensverstrekking als bedoeld in artikel 9. Deze personen of autoriteiten mogen de aldus ontvangen informatie tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken betreffende deze belastingheffing bekend- maken. De informatie mag slechts met voorafgaande en schriftelijke instemming bezit van de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij niet toereikend is om aan het verzoek om informatie te voldoen, xxxxx die partij alle toepasselijke maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie teneinde de verzoekende partij de ver- zochte informatie te verstrekken, ongeacht het xxxx dat de aangezochte partij ten behoeve xxx xxxx eigen belastingheffing niet over dergelijke informatie xxxxx xx beschikken.
3. Indien de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij daar spe- cifiek om verzoekt, is de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij gehouden uit hoofde van dit artikel informatie te verstrekken, voor zover zulks is toegestaan in overeenstemming met haar nationale wetgeving, in de vorm van getuigenverklaringen en gewaarmerkte afschriften van originele stukken.
4. Elke verdragsluitende partij waarborgt dat haar bevoegde autoritei- ten ten behoeve van de in artikel 1 van het Verdrag omschreven doel- stellingen, over de bevoegdheid beschikken op verzoek het navolgende te verkrijgen en te verstrekken:
a. informatie die berust bij banken, overige financiële instellingen, of personen die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwensper- soon optreden, met inbegrip van gevolmachtigden en trustees;
b. informatie met betrekking tot de juridische en feitelijke eigendom van lichamen, samenwerkingsverbanden, trusts, stichtingen, „Anstalten” en andere personen, met inbegrip van, binnen de beperkingen van arti- kel 2, informatie inzake de eigendom met betrekking tot al deze perso- nen binnen een eigendomsketen; in het geval van trusts, informatie met betrekking tot instellers, trustees, begunstigden en de positie in een eigendomsketen; en in het geval van stichtingen, informatie met betrek- king tot stichters, leden van het bestuur en begunstigden. Dit Verdrag schept daarnaast geen verplichting voor de verdragsluitende partijen informatie inzake de eigendom te verkrijgen of te verstrekken met betrekking tot beursgenoteerde lichamen of openbare collectieve beleg- gingsfondsen of openbare collectieve beleggingsregelingen tenzij deze informatie xxx xxxxxx verkregen zonder tot onevenredige moeilijkheden te leiden.
5. De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij verstrekt de vol- gende informatie aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij wanneer de eerstgenoemde partij uit hoofde van het Verdrag een verzoek om informatie doet, teneinde aan te tonen dat deze naar verwachting van belang zal zijn voor het verzoek:
a. de identiteit van xx xxxxxxx op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft;
b. een verklaring omtrent de verlangde informatie met inbegrip van de aard xxxxx en xx xxxx waarin de verzoekende partij de informatie van de aangezochte partij wenst te ontvangen;
c. het fiscale doel waarvoor om de informatie wordt verzocht;
d. de redenen om te veronderstellen dat de verzochte informatie in het bezit is van de aangezochte partij of in het bezit of in de macht van een persoon die zich in het rechtsgebied van de aangezochte partij bevindt;
e. de naam en adresgegevens, voor zover bekend, van personen van wie verondersteld wordt dat zij in het bezit zijn van de verzochte infor- matie;
f. een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met de wet- xxxxxx en de bestuursrechtelijke praktijk van de verzoekende partij, dat indien de verzochte informatie zich in het rechtsgebied van de verzoe- kende partij zou bevinden, de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij deze informatie volgens de wetten van de verzoekende partij of volgens de normale gang xxx xxxxx in de bestuursrechtelijke praktijk zou kunnen verkrijgen, en dat het verzoek in overeenstemming is met dit Xxxxxxx;
g. een verklaring dat de verzoekende partij op haar eigen grondgebied alles in het werk heeft verstrektgesteld om de informatie te verkrijgen, aan andere personen of autoriteiten worden verstrekttenzij dit zou leiden tot onevenredige moeilijkheden.
6. Het Vorstendom Andorra zal bilaterale onderhandelingen openen met elke lidstaat die dat wenst, om De bevoegde autoriteit van de individuele ca- tegorieën aangezochte partij doet de verzochte informatie zo spoedig mogelijk toekomen aan de verzoekende partij. Teneinde een snel antwoord te definiëren waarborgen bevestigt de bevoegde auto- riteit van gevallen vallende onder „soortgelijke aangelegenheden” overeenkomstig de procedure die door die staat wordt toegepastaangezochte partij de ontvangst van een verzoek schrifte- lijk aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij en stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij binnen 60 dagen na ont- vangst van het verzoek in kennis van eventuele gebreken in het verzoek.
Appears in 1 contract
Samples: Tax Information Exchange Agreement
Uitwisseling van informatie op verzoek. 1. De bevoegde autoriteiten van het Vorstendom Andorra en de lidstaten autoriteit van de Europese Gemeenschap wisselen gegevens aangezochte Partij verstrekt op ver- zoek de informatie ten behoeve van de in artikel 1 bedoelde doeleinden. Dergelijke informatie wordt uitgewisseld ongeacht of de onderzochte gedragingen, indien deze in de aangezochte Partij zouden plaatsvinden, uit over gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig hoofde van de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht, of soortgelijke aangelegenheden met betrekking tot de onder deze overeenkomst vallende inkomsten. Onder „soortgelijke aangelegenheden” worden uitsluitend overtredingen verstaan met dezelfde graad van onrechtmatigheid aangezochte Partij als het geval is voor gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, verbindt het zich ertoe, zolang het begrip belastingfraude niet in zijn nationale recht is opgenomen, voor de in de eerste alinea vermelde doeleinden met belastingfraude gelijk te stellen alle gedragingen die, middels bedrog, afbreuk doen aan de financiële belangen van de schatkist van de ver- zoekende staat en die uit hoofde van de wetten van het Vor- stendom Andorra als oplichting worden beschouwd. In antwoord op een zorgvuldig gemotiveerd verzoek verstrekt de staat aan welke het verzoek is gericht, gegevens met betrek- king tot de vorengenoemde aangelegenheden waarnaar de ver- zoekende staat een onderzoek instelt, of mogelijk wenst in te stellen, op civielrechtelijke of strafrechtelijke basismisdrijf zou- den xxxxxx aangemerkt.
2. Bij het bepalen of Indien de informatie in antwoord op een verzoek kan worden verstrekt, past de staat aan welke het verzoek is gericht, de regels betreffende verjaring toe overeenkomstig de wetgeving van de verzoekende staat in plaats van de regels betreffende verjaring van de staat aan welke het verzoek is ge- richt.
3. De staat aan welke het verzoek is gericht, verstrekt de informatie indien de verzoekende staat een redelijk vermoeden heeft dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, moet de ontvanke- lijkheid van het verzoek door de juridische autoriteit van het Vorstendom Andorra worden getoetst aan de hand van de op- gegeven redenen in vergelijking met de in dit artikel gestelde eisen binnen een termijn van twee maanden.
4. Het vermoeden van de verzoekende staat dat de gedragin- gen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden be- treffen, kan zijn gebaseerd op:
a) documenten, al dan niet geauthentiseerd, omvattende, maar niet daartoe beperkt, bescheiden van het bedrijf, boeken, of bankrekeninginformatie;
b) verklaringen van de belastingbetaler;
c) gegevens van een informant of een derde persoon, die on- afhankelijk zijn gecontroleerd of waarvan kan worden aan- genomen dat die betrouwbaar zijn, of
d) indirect bewijs.
5. Alle informatie die op deze wijze wordt uitgewisseld, dient als vertrouwelijk te worden beschouwd en mag slechts worden verstrekt aan de bevoegde personen of autoriteiten van de over- eenkomstsluitende partij die kennis moeten hebben van de be- lastingheffing op de in artikel 1 genoemde rentebetalingen, het- zij in het kader van de bronbelasting en de desbetreffende op- brengsten als bedoeld in de artikelen 7 respectievelijk 8, hetzij in het kader van de vrijwillige gegevensverstrekking als bedoeld in artikel 9. Deze personen of autoriteiten mogen de aldus ontvangen informatie tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken betreffende deze belastingheffing bekend- maken. De informatie mag slechts met voorafgaande en schriftelijke instemming bezit van de bevoegde autoriteit van de partij aangezochte Partij niet toereikend is om aan het verzoek om informatie te voldoen, xxxxx die Partij alle toepasselijke maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie teneinde de verzoekende Partij de ver- langde informatie te verstrekken, ongeacht het xxxx dat de aangezochte Partij ten behoeve xxx xxxx eigen belastingheffing niet over dergelijke informatie xxxxx xx beschikken.
3. Indien de bevoegde autoriteit van een verzoekende Partij daar spe- cifiek om verzoekt, is de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij gehouden uit hoofde van dit artikel gegevens te verstrekken, voor zover zulks is toegestaan in overeenstemming met haar nationale wetgeving, in de vorm van getuigenverklaringen en gewaarmerkte afschriften van originele stukken.
4. Elke Verdragsluitende Partij waarborgt dat haar bevoegde autori- teiten ten behoeve van de in artikel 1 van het Verdrag omschreven doel- stellingen, over de bevoegdheid beschikken het navolgende te verkrijgen en te verstrekken:
a. informatie die berust bij banken, overige financiële instellingen, of personen die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwens- persoon optreden, met inbegrip van gevolmachtigden en trustees;
b. informatie met betrekking tot de eigendom van lichamen, vennoot- schappen, trusts, stichtingen, „Anstalten” en andere rechtspersonen, met inbegrip van, binnen de beperkingen van artikel 2, informatie inzake de eigendom met betrekking tot al deze rechtspersonen binnen een eigendomsketen; in het geval van trusts, informatie met betrekking tot instellers, trustees en begunstigden; en in het geval van stichtingen, informatie met betrekking tot stichters, leden van het bestuur en begun- stigden.
5. De bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij verstrekt de vol- gende informatie aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij wanneer de eerstgenoemde Partij uit hoofde van het Verdrag een verzoek om informatie doet, teneinde aan te tonen dat deze naar verwachting van belang zullen zijn voor het verzoek:
a. de identiteit van xx xxxxxxx op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft;
b. een verklaring omtrent de verlangde informatie met inbegrip van de aard xxxxx en xx xxxx waarin de verzoekende Partij de informatie van de aangezochte Partij wenst te ontvangen;
c. het fiscale doel waarvoor om informatie wordt verzocht;
d. de redenen om te veronderstellen dat de gevraagde informatie in de aangezochte Partij of in het bezit of xxxxx xx xxxxx is van een per- soon die zich in het rechtsgebied van de aangezochte Partij bevindt;
x. xx xxxxx en adresgegevens, voor zover bekend, van personen waarvan verondersteld wordt dat zij in het bezit zijn van de verzochte informatie;
f. een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met de wet- xxxxxx en de administratieve praktijk van de verzoekende Partij, dat indien de gevraagde informatie zich in het rechtsgebied van de verzoe- kende Partij zou bevinden, de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij deze informatie volgens de wetten van de verzoekende Partij of volgens de normale gang xxx xxxxx in de administratieve praktijk zou kunnen verkrijgen, en dat het verzoek in overeenstemming is met dit Verdrag;
g. een verklaring dat de verzoekende Partij op haar eigen grondge- bied alles in het werk heeft gesteld om de informatie te verkrijgen, ten- zij dit zou leiden tot onevenredige moeilijkheden.
6. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij doet de ge- vraagde informatie zo spoedig mogelijk toekomen aan de verzoekende Partij. Teneinde een snel antwoord te waarborgen:
a. bevestigt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij de ont- vangst van een verzoek schriftelijk aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij en stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek in kennis van even- tuele gebreken in het verzoek; en
b. indien de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij niet in staat is de informatie binnen 90 dagen na ontvangst van het verzoek te ver- krijgen en te verstrekken, onder meer omdat zij belemmeringen onder- vindt bij het verstrekken van de informatie xxx wel xxxxxxx de informa- tie te verstrekken, stelt zij de verzoekende Partij daarvan onverwijld op de hoogte, onder vermelding van de oorzaken van de onmogelijkheid, de aard van de belemmeringen of de redenen voor haar weigering. Xxxxxxx de aangezochte Partij binnen zes maanden na de ontvangst van het verzoek geen informatie heeft verstrekt, informeert zij de ver- zoekende Partij over de voortgang bij het verkrijgen van de verzochte informatie en over de termijn waarop naar alle verwachting aan het ver- zoek xxx xxxxxx voldaan. Indien de aangezochte Partij niet in staat is aan het verzoek te voldoen, stelt zij de verzoekende Partij daarvan op de hoogte, onder vermelding van de oorzaken van de onmogelijkheid. De verzoekende Partij beslist vervolgens of zij haar verzoek al xxx niet zal intrekken. Indien zij besluit haar verzoek niet in te trekken, bespreken de Partijen informeel en rechtstreeks overeenkomstig de regeling voor onderling overleg of op andere personen of autoriteiten worden verstrektwijze, de mogelijkheden om het doel van het verzoek te verwezenlijken en overleggen zij met elkaar op xxxxx wijze dat doel xxx xxxxxx bereikt. De in dit artikel genoemde termijnen tasten op geen enkele wijze de geldigheid en de rechtmatigheid van de uit hoofde van dit Verdrag uit- gewisselde informatie aan.
67. Het Vorstendom Andorra zal bilaterale onderhandelingen openen met elke lidstaat die dat wenst, De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Partijen kunnen in wederzijds overleg overeenkomen op xxxxx wijze de verzoeken om informatie dienen xx xxxxxx ingediend bij de individuele ca- tegorieën te definiëren van gevallen vallende onder „soortgelijke aangelegenheden” overeenkomstig de procedure die door die staat wordt toegepastaangezochte Partij.
Appears in 1 contract
Samples: Agreement on Exchange of Information on Tax Matters
Uitwisseling van informatie op verzoek. 1. De bevoegde autoriteiten van het Vorstendom Andorra en de lidstaten autoriteit van de Europese Gemeenschap wisselen gegevens aangezochte Partij verstrekt op ver- zoek informatie ten behoeve van de in artikel 1 bedoelde doelstellingen. Dergelijke informatie xxxxxx uitgewisseld ongeacht of de onderzochte gedragingen, indien deze in de aangezochte Partij zouden plaatsvinden, uit over gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig hoofde van de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht, of soortgelijke aangelegenheden met betrekking tot de onder deze overeenkomst vallende inkomsten. Onder „soortgelijke aangelegenheden” worden uitsluitend overtredingen verstaan met dezelfde graad van onrechtmatigheid aangezochte Partij als het geval is voor gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het ver- zoek is gericht. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, verbindt het zich ertoe, zolang het begrip belastingfraude niet in zijn nationale recht is opgenomen, voor de in de eerste alinea vermelde doeleinden met belastingfraude gelijk te stellen alle gedragingen die, middels bedrog, afbreuk doen aan de financiële belangen van de schatkist van de ver- zoekende staat en die uit hoofde van de wetten van het Vor- stendom Andorra als oplichting worden beschouwd. In antwoord op een zorgvuldig gemotiveerd verzoek verstrekt de staat aan welke het verzoek is gericht, gegevens met betrek- king tot de vorengenoemde aangelegenheden waarnaar de ver- zoekende staat een onderzoek instelt, of mogelijk wenst in te stellen, op civielrechtelijke of strafrechtelijke basismisdrijf zou- den xxxxxx aangemerkt.
2. Bij het bepalen of Indien de informatie in antwoord op een verzoek kan worden verstrekt, past de staat aan welke het verzoek is gericht, de regels betreffende verjaring toe overeenkomstig de wetgeving van de verzoekende staat in plaats van de regels betreffende verjaring van de staat aan welke het verzoek is ge- richt.
3. De staat aan welke het verzoek is gericht, verstrekt de informatie indien de verzoekende staat een redelijk vermoeden heeft dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, moet de ontvanke- lijkheid van het verzoek door de juridische autoriteit van het Vorstendom Andorra worden getoetst aan de hand van de op- gegeven redenen in vergelijking met de in dit artikel gestelde eisen binnen een termijn van twee maanden.
4. Het vermoeden van de verzoekende staat dat de gedragin- gen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden be- treffen, kan zijn gebaseerd op:
a) documenten, al dan niet geauthentiseerd, omvattende, maar niet daartoe beperkt, bescheiden van het bedrijf, boeken, of bankrekeninginformatie;
b) verklaringen van de belastingbetaler;
c) gegevens van een informant of een derde persoon, die on- afhankelijk zijn gecontroleerd of waarvan kan worden aan- genomen dat die betrouwbaar zijn, of
d) indirect bewijs.
5. Alle informatie die op deze wijze wordt uitgewisseld, dient als vertrouwelijk te worden beschouwd en mag slechts worden verstrekt aan de bevoegde personen of autoriteiten van de over- eenkomstsluitende partij die kennis moeten hebben van de be- lastingheffing op de in artikel 1 genoemde rentebetalingen, het- zij in het kader van de bronbelasting en de desbetreffende op- brengsten als bedoeld in de artikelen 7 respectievelijk 8, hetzij in het kader van de vrijwillige gegevensverstrekking als bedoeld in artikel 9. Deze personen of autoriteiten mogen de aldus ontvangen informatie tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken betreffende deze belastingheffing bekend- maken. De informatie mag slechts met voorafgaande en schriftelijke instemming bezit van de bevoegde autoriteit van de partij aangezochte Partij niet toereikend zijn om aan het verzoek om inlichtin- gen te voldoen, xxxxx die Partij alle toepasselijke maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie teneinde de verzoekende Partij de verlangde informatie te verstrekken, ongeacht het xxxx dat de aange- zochte Partij ten behoeve xxx xxxx eigen belastingheffing niet over der- gelijke informatie xxxxx xx beschikken.
3. Indien de bevoegde autoriteit van een verzoekende Partij daar spe- cifiek om verzoekt, is de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij gehouden uit hoofde van dit artikel informatie te verstrekken, voor zover zulks is toegestaan in overeenstemming met haar nationale wetgeving, in de vorm van getuigenverklaringen en gewaarmerkte afschriften van originele stukken.
4. Elke Verdragsluitende Partij waarborgt dat haar bevoegde autori- teiten ten behoeve van de in artikel 1 van dit Verdrag omschreven doel- stellingen, over de bevoegdheid beschikken het navolgende te verkrijgen en te verstrekken:
a. informatie die berusten bij banken, overige financiële instellingen, of personen die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwensper- soon optreden, met inbegrip van gevolmachtigden en trustees;
b. informatie met betrekking tot de eigendom van lichamen, vennoot- schappen, trusts, stichtingen, „Anstalten” en andere rechtspersonen, met inbegrip van, binnen de beperkingen van artikel 2, informatie inzake de eigendom met betrekking tot al deze rechtspersonen binnen een eigen- domsketen; in het geval van trusts, informatie met betrekking tot instel- lers, trustees en begunstigden; en in het geval van stichtingen, informa- tie met betrekking tot stichters, leden van het bestuur en begunstigden. Dit Verdrag schept daarnaast geen verplichting voor de Verdragsluitende Partijen informatie inzake de eigendom te verkrijgen of te verstrekken met betrekking tot beursgenoteerde lichamen of openbare collectieve beleggingsfondsen of openbare collectieve beleggingsregelingen tenzij deze informatie kunnen xxxxxx verkregen zonder tot onevenredige moei- lijkheden te leiden.
5. De bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij verstrekt de vol- gende informatie aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij wanneer de eerstgenoemde Partij uit hoofde van dit Xxxxxxx een verzoek om informatie doet, teneinde aan te tonen dat deze naar verwachting van belang zullen zijn voor het verzoek:
a. de identiteit van xx xxxxxxx op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft;
b. een verklaring omtrent de verlangde informatie met inbegrip van de aard xxxxx en xx xxxx waarin de verzoekende Partij de informatie van de aangezochte Partij wenst te ontvangen;
c. het fiscale doel waarvoor om de informatie wordt verzocht;
d. de redenen om te veronderstellen dat de gevraagde informatie in de aangezochte Partij of in het bezit of xxxxx xx xxxxx zijn van een per- soon die zich in het rechtsgebied van de aangezochte Partij bevindt;
x. xx xxxxx en adresgegevens, voor zover bekend, van personen waarvan verondersteld wordt dat zij in het bezit zijn van de gevraagde informatie;
f. een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met de wet- xxxxxx en de bestuursrechtelijke praktijk van de verzoekende Partij, dat indien de gevraagde informatie zich in het rechtsgebied van de verzoe- kende Partij zouden bevinden, de bevoegde autoriteit van de verzoe- kende Partij deze informatie volgens de wetten van de verzoekende Par- tij of volgens de normale gang xxx xxxxx in de bestuursrechtelijke praktijk zou kunnen verkrijgen, en dat het verzoek om informatie in overeenstemming is met dit Verdrag;
g. een verklaring dat de verzoekende Partij op haar eigen grondge- bied alles in het werk heeft verstrektgesteld om de informatie te verkrijgen, aan andere personen of autoriteiten worden verstrektten- zij dit zou leiden tot onevenredige moeilijkheden.
6. Het Vorstendom Andorra zal bilaterale onderhandelingen openen met elke lidstaat die dat wenstDe bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij doet de ge- vraagde informatie zo spoedig mogelijk toekomen aan de verzoekende Partij. Teneinde een snel antwoord te waarborgen bevestigt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij de ontvangst van een verzoek schrif- telijk aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij en stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij binnen 60 dagen na ont- vangst van het verzoek in kennis van eventuele gebreken in het verzoek.
7. Indien de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij niet in staat is de informatie binnen 90 dagen na ontvangst van het verzoek te verkrijgen en te verstrekken, om onder meer omdat zij belemmeringen ondervindt bij het verstrekken van de individuele ca- tegorieën informatie xxx wel xxxxxxx de informatie te definiëren verstrekken, stelt zij de verzoekende Partij daarvan onver- wijld op de hoogte, onder vermelding van gevallen vallende onder „soortgelijke aangelegenheden” overeenkomstig de procedure die door die staat wordt toegepastoorzaken van de onmoge- lijkheid, de aard van de belemmeringen of de redenen voor haar weige- ring.
Appears in 1 contract