Vakantierechten bij indiensttreding Voorbeeldclausules

Vakantierechten bij indiensttreding. Bij indiensttreding is het mogelijk dat er vanuit de vorige arbeidsovereen- komst nog vakantierechten resteren. De werknemer die in dienst treedt, maakt dit bij de aanvang van de arbeidsovereenkomst kenbaar. Hij heeft dan recht op deze verlofdagen of -uren, maar krijgt geen loon betaald over de uren waarop hij van deze rechten gebruikt maakt.
Vakantierechten bij indiensttreding. Vakantierechten bij vertrek
Vakantierechten bij indiensttreding. De werknemer, die niet het gehele vakantiejaar in dienst is (geweest), heeft voor elke maand van het dienstverband recht op 1/12 van het aantal dagen van de toepasselijke leeftijdscategorie, waarbij voor medewerkers die voor of op de 15e van de maand in dienst treden de gehele maand in de berekening wordt meegenomen. Voor medewerkers die na de 15e van enige maand in dienst treden wordt uitgegaan van de 1e van de volgende maand. De werkgever zal bij indiensttreding in de loop van het vakantiejaar bij het verlenen van vakantie rekening houden met reeds gemaakte vakantieafspraken en zo nodig niet-betaald verlof toekennen. De werknemer dient bij indiensttreding de werkgever mee te delen hoeveel recht op vakantie hij bij zijn vorige werkgever(s) verworven doch niet in natura genoten heeft, opdat de werkgever weet op hoeveel vakantiedagen zonder behoud van salaris de werknemer aanspraak kan maken.
Vakantierechten bij indiensttreding. Vakantierechten voor medewerkers die in de loop van het kalenderjaar indiensttreden worden vastgeld naar rato van de duur van het dienstverband in dat kalenderjaar; de vakantierechten worden geadministreerd in (eenheden van 2) uren en waar nodig naar boven afgerond op de eerstvolgende 2 uur.

Related to Vakantierechten bij indiensttreding

  • Vakantierechten Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op het volgende aantal verlofdagen: Leeftijd Aantal werkdagen verlofdagen seniorendagen totaal tot 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 25 0 25 tussen 10 jaar en 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 25 9 34 vanaf 5 jaar voor de AOW- gerechtigde leeftijd 25 12 37 Een werknemer die gedurende het kalenderjaar de leeftijd bereikt waarop hij recht heeft op seniorendagen, heeft recht op deze dagen naar rato. Hierbij zal het aantal op hele dagen worden afgerond. De ingangsleeftijd van de seniorendagen loopt synchroon op met de AOW- gerechtigde leeftijd. Indien de AOW-leeftijd gedurende de looptijd van deze CAO wordt verhoogd, betekent dit dat de in dit artikel bedoelde leeftijd met dezelfde periode wordt verhoogd.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.