Common use of Vakantierechten Clause in Contracts

Vakantierechten. 1. Iedere medewerker heeft, met behoud van salaris, elk kalenderjaar recht op va- kantie, evenredig aan het aantal kalenderdagen van zijn dienstverband in dat jaar. 2. Iedere medewerker moet voor het aanvragen van vakantie rekening houden met de aanvraagtermijn die voor zijn afdeling geldt. 3. Aan medewerkers die schoolgaande kinderen hebben zal zoveel mogelijk voor- rang worden verleend bij de indeling van de vakantie in de periode van de school- vakanties. 4. Met de wensen van een medewerker omtrent periode van vakantie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden, doch zijn leidinggevende heeft het recht, in- dien de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- geren, met dien verstande dat gelegenheid wordt gegeven de aaneengesloten vakantie zoals vermeld in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober op te nemen. 5. Een medewerker die tijdens zijn vakantie ziek wordt en geneeskundige hulp heeft ingeroepen, heeft recht op de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagen, mits hij heeft voldaan aan alle voorschriften aan de ziekmelding verbonden. 6. Vakantiedagen, die niet werden opgenomen in het kalenderjaar waarin de aan- spraak op die vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, zoals genoemd in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk te worden opgenomen. Indien een medewerker de in dit lid be- doelde vakantie niet heeft opgenomen voor 1 april van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin het recht op vakantie is ontstaan, is de werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop de medewerker deze vakantie dient op te nemen. 7. Werkgever kan, na overleg met de medewerker, de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien de medewerker hier- door schade lijdt, wordt deze schade door werkgever vergoed. 8. Voor vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens bij beëindiging van het dienstverband. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen gestort worden in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20), indien en voor zover voldaan wordt aan de bepalingen in het levensloopreglement en de wettelijke c.q. fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% van het voor de medewerker geldende schaaltotaal per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekend.

Vakantierechten. 1. Iedere medewerker heeft, Het vakantiekweekjaar loopt van de eerste dag van de eerste betalingsperiode van enig jaar tot en met de laatste dag van de 13e betalingsperiode van dat jaar. a. Werknemers met een volledig dienstverband hebben op jaarbasis recht op 208 vakantie- uren met behoud van salaris. Vakantierechten worden gekweekt op basis van het aantal uitbetaalde uren niet zijnde overwerkuren, elk kalenderjaar recht op va- kantie, evenredig tot een maximum van 208 uren. b. Voor de periodes aan het begin en het einde van het dienstverband geldt eveneens dat vakantierechten worden toegekend op basis van het aantal kalenderdagen van zijn dienstverband betaalde uren, niet zijnde overuren, in dat jaardie perioden. 2. Iedere medewerker moet voor c. Vakantie wordt alleen over het aanvragen aantal te werken uren volgens het werkrooster genoten. d. Opname van vakantie rekening houden vindt plaats in uren. Bij opname van een hele dag (respectievelijk hele dagen) vakantie wordt het vakantierecht verminderd met het aantal werkelijk te werken uren volgens het werkrooster van de aanvraagtermijn die voor zijn afdeling geldtdesbetreffende dag (respectievelijk dagen). Eventueel ingeplande arbeidsduurverkortingsuren blijven daarbij buiten beschouwing. 3. Aan medewerkers die schoolgaande kinderen hebben zal zoveel mogelijk voor- rang Vakantie-uren moeten worden verleend bij de indeling van de vakantie opgenomen in de periode van de school- vakanties. 4het kalenderjaar dat aanvangt tijdens het vakantiekweekjaar, en dienen in overleg met werkgever te worden vastgesteld. Met de wensen van een medewerker omtrent periode van vakantie Hierbij zal zoveel mogelijk rekening worden gehoudengehouden met de wensen van de werknemer. 4. Vakantie-uren dienen in het opnamejaar bedoeld in lid 3 van dit artikel, doch te worden opgenomen, behoudens in geval van ziekte of indien er individueel afwijkende afspraken zijn leidinggevende heeft gemaakt. a. Het minimum aantal dagen waarop jaarlijks aaneengesloten vakantie-uren dienen te worden opgenomen bedraagt 10, behalve indien de werknemer in de loop van het recht, in- dien vakantiekweekjaar in dienst is getreden en daardoor onvoldoende vakantierecht kweekt. b. Indien de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- geren, met dien verstande werknemer dat gelegenheid wordt gegeven de wenst kan hij 15 dagen aaneengesloten vakantie zoals vermeld in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober op te nemen. 5. Een medewerker die tijdens zijn vakantie ziek wordt en geneeskundige hulp heeft ingeroepenopnemen, heeft recht op de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagen, uiteraard mits hij zoveel vakantie heeft voldaan aan alle voorschriften aan de ziekmelding verbondengekweekt. 6. Vakantiedagen, die niet werden opgenomen De werknemer kan in het kalenderjaar waarin overleg met de aan- spraak op die werkgever een keer per twee jaar zes weken aaneen- gesloten vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, opnemen. Hiervoor kunnen mede de gespaarde uren zoals genoemd bedoeld in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk te artikel 28 worden opgenomen. Indien van deze zes weken vier weken of meer tijdens het hoogseizoen worden opgenomen, mogen in het voorafgaande of opvolgende kalenderjaar maximaal twee weken vakantie in het hoogseizoen liggen. a. Indien volgens rooster op vrijdagnacht of zaterdag wordt gewerkt, en de medewerker op de opvolgende maandag een medewerker vrije dag wenst op te nemen, zal dit in principe worden toegestaan. b. Indien op zaterdag wordt gewerkt is in de week waarin die zaterdag valt voor het uit- roosteren geen enkele andere dag bij voorbaat uitgesloten. Uitroostering zal onder meer op basis van de geïnventariseerde xxxxxx, en in dit lid be- doelde vakantie niet heeft opgenomen voor 1 april van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin het recht op vakantie is ontstaan, is de werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop de medewerker deze vakantie dient op te nemen. 7. Werkgever kan, na overleg met de medewerker, de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien de medewerker hier- door schade lijdt, wordt deze schade door werkgever vergoedbetrokken mede- werkers plaatsvinden. 8. Voor Gedurende de weken zoals bedoeld in lid 10 van artikel 25 wordt een verzoek tot opname van vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens bij beëindiging van het dienstverbandindividueel beoordeeld. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen gestort opname zal worden toegestaan, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Dit zal aan betrokkene worden toegelicht. 9. Werknemers in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20)continudienst mogen per vakantiekweekjaar slechts twee snipperdagen laten samenvallen met zaterdag, indien en voor zover voldaan wordt aan de bepalingen in het levensloopreglement en de wettelijke c.q. fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% van het voor de medewerker geldende schaaltotaal per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekendzondag of een algemeen erkende Christelijke feestdag.

Vakantierechten. 19.1 Per daadwerkelijk gewerkt uur bouwt de medewerker vakantierechten op. Iedere Uitgaande van een werkweek van 40 uur heeft de medewerker heeft, met behoud van salaris, elk kalenderjaar recht op va- kantie, evenredig aan het aantal kalenderdagen van zijn dienstverband 20 wettelijke vakantiedagen per kalenderjaar. [OPTIE: Daarnaast heeft de medewerker recht op [AANTAL] bovenwettelijke vakantiedagen per kalenderjaar. Een en ander exclusief de hierna in dat jaarartikel 9.2 genoemde feestdagen. 29.2 De in artikel 9.1 bedoelde feestdagen zijn: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Konin­gsdag, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag. Iedere medewerker moet voor In de jaren dat op 5 mei het aanvragen lustrum van vakantie rekening houden met de aanvraagtermijn bevrijding wordt gevierd, geldt deze dag (of de dag die voor zijn afdeling geldtde viering is aangewezen), als een feestdag. 3. Aan medewerkers die schoolgaande kinderen hebben zal zoveel mogelijk voor- rang worden verleend bij de indeling van de vakantie 9.3 Vakantiedagen dienen in de periode van de school- vakanties. 4. Met de wensen van een medewerker omtrent periode van vakantie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden, doch zijn leidinggevende heeft het recht, in- dien de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- geren, overleg met dien verstande dat gelegenheid wordt gegeven de aaneengesloten vakantie zoals vermeld in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober op te nemen. 5. Een medewerker die tijdens zijn vakantie ziek wordt en geneeskundige hulp heeft ingeroepen, heeft recht op de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagen, mits hij heeft voldaan aan alle voorschriften aan de ziekmelding verbonden. 6. Vakantiedagen, die niet werden opgenomen in het kalenderjaar waarin de aan- spraak op die vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, zoals genoemd in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk werkgever te worden opgenomen. Indien een de opgebouwde vakantierechten op enig moment ontoereikend mochten zijn om vakantiedagen op te nemen, dan neemt de medewerker voor het ontoereikende gedeelte onbetaald verlof op. De vakantiedagen worden vastgelegd in de jaarplanning en bijgehouden door de medewerker en werkgever. 9.4 De medewerker verplicht zich om de vakantiedagen op te nemen in dit lid be- doelde vakantie niet heeft opgenomen voor 1 april het jaar waarin deze zijn opgebouwd. De aanspraak op wettelijke vakantiedagen vervalt definitief zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar volgend waarin de aanspraak is verworven. 9.5 Wanneer de medewerker op vakantie wil gaan tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid, heeft hij hiervoor voorafgaande toestemming nodig van werkgever. Deze zal zich daarbij baseren op het jaar waarin het recht op vakantie is ontstaanadvies van de bedrijfsarts hierover. Afhankelijk van de mate van de arbeidsongeschiktheid, is de werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop zullen de medewerker deze vakantie dient op te nemen. 7. Werkgever kan, na overleg met de medewerker, de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien de medewerker hier- door schade lijdt, wordt deze schade door en werkgever vergoed. 8. Voor vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens bij beëindiging van het dienstverband. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen gestort worden in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20), indien en voor zover voldaan wordt voorafgaand aan de bepalingen in vakantie afspraken maken over het levensloopreglement en de wettelijke c.q. fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% al dan niet opnemen van het voor de medewerker geldende schaaltotaal per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekendopgebouwde vakantiedagen.

Vakantierechten. 1. Iedere medewerker heeft, Het vakantiejaar loopt gelijk met het kalenderjaar. 2. De werknemer met een volledig dienstverband heeft per vakantiejaar recht op een basisvakantie met behoud van salaris, elk kalenderjaar recht op va- kantieter grootte van 9,6% van de standaard jaarlijkse arbeidsduur, evenredig aan het aantal kalenderdagen zijnde 185 uur. In de standaardregeling van zijn dienstverband in dat jaar. 2. Iedere medewerker moet voor het aanvragen van vakantie rekening houden artikel 8 lid 3 komt dit overeen met de aanvraagtermijn die voor zijn afdeling geldt25 vakantiedagen. 3. Aan medewerkers die schoolgaande kinderen Oudere werknemers hebben zal zoveel mogelijk voor- rang worden verleend bij recht op extra vakantie bovenop de indeling basisvakantie, conform de volgende staffel: - leeftijd 45 tot 50 jaar: 1 dag extra per kalenderjaar; - leeftijd 50 tot 55 jaar: 2 dagen extra per kalenderjaar; - leeftijd 55 jaar en ouder: 3 dagen extra per kalenderjaar. Meetpunt voor de toekenning van de vakantie extra dagen in een kalenderjaar is de periode leeftijd van de school- vakantieswerknemer op 1 januari van het kalenderjaar. 4. Met De parttimer die minder dan vijf dagen per week werk verricht, alsook de wensen werknemer die nog geen volledig vakantiejaar in dienst is, heeft recht op een evenredig deel van een medewerker omtrent periode van vakantie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden, doch zijn leidinggevende heeft het recht, in- dien de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- gerenhierboven genoemde vakantierechten, met dien verstande dat gelegenheid wordt gegeven de aaneengesloten vakantie zoals vermeld inachtname van het bepaalde in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober op te nemenlid 5. 5. Een medewerker die tijdens zijn vakantie ziek Indien de werknemer na de eerste dag van de maand in dienst treedt of vóór de laatste dag van de maand uit dienst treedt, wordt en geneeskundige hulp heeft ingeroepen, heeft recht op deze maand naar evenredigheid meegerekend bij de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagen, mits hij heeft voldaan aan alle voorschriften aan de ziekmelding verbondenberekening van het saldo vakantierechten. 6. Vakantiedagen, die niet werden opgenomen in het kalenderjaar waarin de aan- spraak op die vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, zoals genoemd in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk te worden opgenomen. Indien een medewerker de in dit lid be- doelde vakantie niet heeft opgenomen voor 1 april van het kalenderjaar volgend op In het jaar waarin het recht op vakantie is ontstaanvan indiensttreding wordt de werknemer in de gelegenheid gesteld, is de eventueel bij zijn vorige werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop de medewerker deze vakantie dient niet genoten vakantiedagen welke hij verworven en uitbetaald heeft gekregen, op te nemennemen als onbetaald verlof. 7. Werkgever kanVoor elke volle kalendermaand gedurende welke de werknemer wegens het niet verrichten van de overeengekomen werkzaamheden geen salaris geniet, na overleg worden de vakantierechten verminderd met 1/12 deel van de medewerkerjaarlijkse vakantie. Deze vermindering blijft achterwege voor elke volle kalendermaand, maar tot ten hoogste een aantal van zes in de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien gevallen genoemd in artikel 7: 635 van het B.W. Dit artikel betreft de medewerker hier- door schade lijdt, wordt deze schade door werkgever vergoedopbouw van vakantierechten gedurende maximaal een half jaar tijdens arbeidsongeschiktheid. 8. Voor vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens Indien de werknemer bij de beëindiging van het dienstverbanddienstverband zijn vakantiedagen nog niet (geheel) heeft opgenomen, wordt het saldo uitbetaald. De bovenwettelijke Eventueel teveel opgenomen vakantiedagen kunnen gestort worden op het laatst te betalen salaris in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20), indien en voor zover voldaan wordt aan de bepalingen in het levensloopreglement en de wettelijke c.q. fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% van het voor de medewerker geldende schaaltotaal per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekendmindering gebracht.

Vakantierechten. 1a. De basis vakantierechten bedragen per vakantiejaar 25 dagen of diensten (200 uren) op basis van een fulltime dienstverband. Iedere medewerker heeft, met behoud van salaris, elk Twintig dagen hiervan zijn wettelijke vakantiedagen en vijf dagen zijn bovenwettelijke vakantiedagen . Hierbij is het uitgangspunt dat de dagen opgebouwd in het kalenderjaar recht op va- kantie, evenredig aan in het aantal kalenderdagen van zijn dienstverband in bedoelde kalenderjaar worden opgenomen. Maximaal 4 dagen mogen naar het volgende kalenderjaar worden meegenomen. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat jaar. 2. Iedere medewerker moet voor het aanvragen van vakantie rekening houden met de aanvraagtermijn die voor zijn afdeling geldt. 3. Aan medewerkers die schoolgaande kinderen hebben zal zoveel mogelijk voor- rang worden verleend bij de indeling van de vakantie werknemers in de periode van de school- vakanties. 4. Met de wensen van een medewerker omtrent periode van vakantie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden, doch gelegenheid zijn leidinggevende heeft het recht, in- dien de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- geren, met dien verstande dat gelegenheid wordt gegeven de aaneengesloten vakantie zoals vermeld in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober gesteld om dagen op te nemen. 5b. Werknemers, die op 1 januari van het lopende vakantiejaar de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben, hebben per vakantiejaar recht op 28 dagen of diensten. Een medewerker Twintig dagen hiervan zijn wettelijke vakantiedagen en acht dagen zijn bovenwettelijke vakantiedagen. c. Werknemers, die tijdens in een vakantiejaar de onderstaande leeftijd bereiken of bereikt hebben, hebben per vakantiejaar recht op extra vakantiedagen volgens onderstaande maatstaf: 40 t/m 44 jaar 1 dag of dienst 45 t/m 49 jaar 2 dagen of diensten 50 t/m 54 jaar 3 dagen of diensten 55 t/m 59 jaar 4 dagen of diensten 60 jaar en ouder 5 dagen of diensten Dit zijn vakantie ziek extra bovenwettelijke vakantiedagen d. Wanneer gedurende het vakantiejaar het dienstverband aanvangt of wordt en geneeskundige hulp heeft ingeroepenbeëindigd, heeft de werknemer voor dat vakantiejaar recht op een evenredig deel van de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagenhem volgens deze regeling toekomende vakantierechten. De evenredigheid als hier bedoeld zal worden vastgesteld op basis van het aantal volle weken dat men gedurende het vakantiejaar bij de werkgever werkzaam zal zijn, mits hij heeft voldaan aan alle voorschriften aan de ziekmelding verbondenrespec- tievelijk is geweest. 6. Vakantiedagen, e. De wettelijke vakantierechten die niet werden zijn opgenomen voor 1 juli van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin zij zijn opgebouwd vervallen per die datum (1 juli). Tenzij de werknemer redelijkerwijze niet in staat is geweest om de dagen op te nemen. Bovenwettelijke vakantierechten verjaren 5 jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de aan- spraak op rechten zijn opgebouwd. (De verjaringstermijn voor zowel wettelijke als bovenwettelijke vakantierechten die zijn opgebouwd voor 01-01-2012 blijft vijf jaar.) f. De werkgever zal vakantiedagen afboeken in die gevallen waarin de arbeidsongeschikte werknemer wordt vrijgesteld van zijn re-integratieverplichting om vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, zoals genoemd in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk te worden opgenomen. Indien een medewerker de in dit lid be- doelde vakantie niet heeft opgenomen voor 1 april van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin het recht op vakantie is ontstaan, is de werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop de medewerker deze vakantie dient op te nemengenieten. 7. Werkgever kan, na overleg met de medewerker, de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien de medewerker hier- door schade lijdt, wordt deze schade door werkgever vergoed. 8. Voor vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens bij beëindiging van het dienstverband. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen gestort worden in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20), indien en voor zover voldaan wordt aan de bepalingen in het levensloopreglement en de wettelijke c.q. fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% van het voor de medewerker geldende schaaltotaal per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekend.

Vakantierechten. 1. Iedere medewerker heeft, a. Het vakantiejaar valt samen met behoud van salaris, elk kalenderjaar recht op va- kantie, evenredig aan het aantal kalenderdagen van zijn dienstverband in dat jaar. 2. Iedere medewerker moet voor het aanvragen van vakantie rekening houden met de aanvraagtermijn die voor zijn afdeling geldt. 3kalenderjaar. Aan medewerkers de werknemer, die schoolgaande kinderen hebben zal zoveel mogelijk voor- rang worden verleend bij op 1 januari in dienst is van werkgever, wordt voor dat jaar op jaarbasis een aantal vakantiedagen toegekend volgens de indeling tabel. Voor de toepassing van deze tabel geldt de vakantie leeftijd en salarisgroep, die werknemer bereikt heeft op 31 december van het voorafgaande kalenderjaar. De eerste 20 vakantiedagen zijn de wettelijke dagen. De dagen daarboven zijn de bovenwettelijke dagen. Tabel: b. Werknemers, die in de periode van de school- vakanties. 4. Met de wensen van een medewerker omtrent periode van vakantie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden, doch zijn leidinggevende heeft het recht, in- dien de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- geren, met dien verstande dat gelegenheid wordt gegeven de aaneengesloten vakantie zoals vermeld in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober op te nemen. 5. Een medewerker die tijdens zijn vakantie ziek wordt en geneeskundige hulp heeft ingeroepen, heeft recht op de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagen, mits hij heeft voldaan aan alle voorschriften aan de ziekmelding verbonden. 6. Vakantiedagen, die niet werden opgenomen in het kalenderjaar waarin de aan- spraak op die vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, zoals genoemd in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk te worden opgenomen. Indien een medewerker de in dit lid be- doelde vakantie niet heeft opgenomen voor 1 april loop van het kalenderjaar volgend in dienst treden, hebben voor dat jaar recht op een evenredig deel van het voor hen geldende aantal vakantiedagen genoemd in de bovenstaande tabel. Voor werknemers, die in de loop van een maand in dienst treden, telt deze maand mee voor de berekening van het evenredige deel van de vakantie. c. Werknemers die in de loop van het vakantiejaar de dienst verlaten, hebben voor dat jaar recht op een evenredig deel van het voor hen geldende aantal vakantiedagen. Voor de werknemers, die vóór het einde van een maand de dienst verlaten, telt deze maand niet mee voor de berekening van het evenredige deel van de vakantie. Te veel genoten individuele vakantiedagen zullen met de laatste salarisbetaling worden verrekend. d. Vakantiedagen dienen in beginsel in het jaar, waarin de aanspraken ontstonden, opgenomen te worden. e. Aanspraken op niet opgenomen wettelijke vakantiedagen vervallen na een half jaar jaar gerekend vanaf de dag waarop de aanspraak is ontstaan. Aanspraken op niet opgenomen bovenwettelijke vakantiedagen, alsmede een eventueel saldo opgebouwd na 2013 verjaren na vijf jaar gerekend vanaf de dag waarop de aanspraak is ontstaan. f. Bij het verlaten van de dienst binnen de proeftijd wordt het recht op vakantie is ontstaan, is de werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop de medewerker deze vakantie dient op te nemen. 7. Werkgever kan, na overleg met de medewerker, de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien de medewerker hier- door schade lijdt, wordt deze schade door werkgever vergoed. 8. Voor vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens bij beëindiging precies berekend naar rato van het dienstverband. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen gestort worden in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20), indien en voor zover voldaan wordt aan de bepalingen in het levensloopreglement en de wettelijke c.q. fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% van het voor de medewerker geldende schaaltotaal per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekendgewerkte dagen.

Vakantierechten. 19.1 Per daadwerkelijk gewerkt uur bouwt de medewerker vakantierechten op. Iedere Uitgaande van een werkweek van 40 uur heeft de medewerker heeft, met behoud van salaris, elk kalenderjaar recht op va- kantie, evenredig aan het aantal kalenderdagen van zijn dienstverband 20 wettelijke vakantiedagen per kalenderjaar. [OPTIE: Daarnaast heeft de medewerker recht op [AANTAL] bovenwettelijke vakantiedagen per kalenderjaar. Een en ander exclusief de hierna in dat jaarartikel 9.2 genoemde feestdagen. 29.2 De in artikel 9.1 bedoelde feestdagen zijn: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Konin­gsdag, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag. Iedere medewerker moet voor In de jaren dat op 5 mei het aanvragen lustrum van vakantie rekening houden met de aanvraagtermijn bevrijding wordt gevierd, geldt deze dag (of de dag die voor zijn afdeling geldtde viering is aangewezen), als een feestdag. 3. Aan medewerkers die schoolgaande kinderen hebben zal zoveel mogelijk voor- rang worden verleend bij de indeling van de vakantie 9.3 Vakantiedagen dienen in de periode van de school- vakanties. 4. Met de wensen van een medewerker omtrent periode van vakantie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden, doch zijn leidinggevende heeft het recht, in- dien de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- geren, overleg met dien verstande dat gelegenheid wordt gegeven de aaneengesloten vakantie zoals vermeld in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober op te nemen. 5. Een medewerker die tijdens zijn vakantie ziek wordt en geneeskundige hulp heeft ingeroepen, heeft recht op de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagen, mits hij heeft voldaan aan alle voorschriften aan de ziekmelding verbonden. 6. Vakantiedagen, die niet werden opgenomen in het kalenderjaar waarin de aan- spraak op die vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, zoals genoemd in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk werkgever te worden opgenomen. Indien een de opgebouwde vakantierechten op enig moment ontoereikend mochten zijn om vakantiedagen op te nemen, dan neemt de medewerker voor het ontoereikende gedeelte onbetaald verlof op. De vakantiedagen worden vastgelegd in de jaarplanning en bijgehouden door de medewerker en werkgever. 9.4 De medewerker verplicht zich om de vakantiedagen op te nemen in dit lid be- doelde vakantie niet heeft opgenomen voor 1 april het jaar waarin deze zijn opgebouwd. De aanspraak op wettelijke vakantiedagen vervalt definitief zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar volgend waarin de aanspraak is verworven. 9.5 Wanneer de medewerker op vakantie wil gaan tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid, heeft hij hiervoor voorafgaande toestemming nodig van werkgever. Deze zal zich daarbij baseren op het jaar waarin advies van de bedrijfsarts hierover. Afhankelijk van de mate van de arbeidsongeschiktheid, zullen de medewerker en werkgever voorafgaand aan de vakantie afspraken maken over het al dan niet opnemen van opgebouwde vakantiedagen. 9.6 Bij het opnemen van vakantiedagen behoudt de medewerker recht op vakantie is ontstaan, is de werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop de medewerker deze vakantie dient op te nemen. 7doorbetaling van loon. Werkgever kan, na overleg met reserveert de medewerker, de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien de medewerker hier- door schade lijdt, wordt loonwaarde van verworven vakantierechten en betaalt deze schade door werkgever vergoed. 8. Voor vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens bij beëindiging van het dienstverband. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen gestort worden in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20), uit indien en voor zover voldaan wordt aan de bepalingen in het levensloopreglement en de wettelijke c.q. fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% van het voor de medewerker geldende schaaltotaal per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekendvakantiedagen opneemt.

Vakantierechten. 19.1 Per daadwerkelijk gewerkt uur bouwt de werknemer vakantierechten op. Iedere medewerker heeft, met behoud Uitgaande van salaris, elk kalenderjaar een fulltime werkweek heeft de werknemer recht op va- kantie, evenredig aan het aantal kalenderdagen van zijn dienstverband in dat jaar20 wettelijke vakantiedagen per kalenderjaar. [OPTIE: Daarnaast heeft de werknemer recht op [AANTAL] bovenwettelijke vakantiedagen per kalenderjaar. 2. Iedere medewerker moet voor het aanvragen van vakantie rekening houden 9.2 Vakantiedagen dienen in overleg met de aanvraagtermijn die voor zijn afdeling geldt. 3. Aan medewerkers die schoolgaande kinderen hebben zal zoveel mogelijk voor- rang worden verleend bij de indeling van de vakantie in de periode van de school- vakanties. 4. Met de wensen van een medewerker omtrent periode van vakantie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden, doch zijn leidinggevende heeft het recht, in- dien de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- geren, met dien verstande dat gelegenheid wordt gegeven de aaneengesloten vakantie zoals vermeld in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober op te nemen. 5. Een medewerker die tijdens zijn vakantie ziek wordt en geneeskundige hulp heeft ingeroepen, heeft recht op de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagen, mits hij heeft voldaan aan alle voorschriften aan de ziekmelding verbonden. 6. Vakantiedagen, die niet werden opgenomen in het kalenderjaar waarin de aan- spraak op die vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, zoals genoemd in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk werkgever te worden opgenomen. Indien een medewerker de opgebouwde vakantierechten op enig moment ontoereikend mochten zijn om vakantiedagen op te nemen, dan neemt de werknemer voor het ontoereikende gedeelte onbetaald verlof op. De vakantiedagen worden vastgelegd in dit lid be- doelde vakantie niet heeft de jaarplanning en bijgehouden door de werknemer en werkgever. 9.3 Vakantiedagen dienen te worden opgenomen voor 1 april in het jaar waarin zij zijn opgebouwd. [OPTIE: Werknemer dient per jaar ten minste [aantal dagen] vakantiedagen aaneengesloten op te nemen.]De aanspraak op wettelijke vakantiedagen vervalt definitief zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar volgend waarin de aanspraak is verworven. [toevoegen bij toekenning bovenwettelijke vakantiedagen: De aanspraak op bovenwettelijke vakantiedagen verjaart vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworden.] 9.4 Wanneer de werknemer op vakantie wil gaan tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid, heeft hij hiervoor voorafgaande toestemming nodig van werkgever. Deze zal zich daarbij baseren op het jaar waarin advies van de bedrijfsarts hierover. Afhankelijk van de mate van de arbeidsongeschiktheid, zullen de werknemer en werkgever voorafgaand aan de vakantie afspraken maken over het al dan niet opnemen van opgebouwde vakantiedagen. 9.5 Bij het opnemen van vakantiedagen behoudt de werknemer recht op vakantie is ontstaan, is de werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop de medewerker deze vakantie dient op te nemen. 7doorbetaling van loon. Werkgever kan, na overleg met reserveert de medewerker, de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien de medewerker hier- door schade lijdt, wordt loonwaarde van verworven vakantierechten en betaalt deze schade door werkgever vergoed. 8. Voor vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens bij beëindiging van het dienstverband. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen gestort worden in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20), uit indien en voor zover voldaan wordt aan de bepalingen werknemer vakantiedagen opneemt. 9.6 In aanvulling op de aanspraak op de in het levensloopreglement artikel 9.1 genoemde vakantiedagen, kan werknemer (onder voorwaarden) aanspraak maken op betaald verlof. Een overzicht van de vormen van betaald verlof en de wettelijke c.qwijze van berekening daarvan is opgenomen in de Wet arbeid en zorg die kan worden geraadpleegd via Wet arbeid en zorg (xxxxxxxx.xx). fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan Een praktische uitleg van de vormen van betaald verlof en de wijze waarop dat verlof kan worden aangevraagd is ook terug te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% vinden op de website van het UWV en de website van de Rijksoverheid. 9.7 In de volgende bijzondere gevallen heeft werknemer recht op (extra) verlof met behoud van loon, indien de gebeurtenis op een werkdag plaatsvindt: a. Bij ondertrouw van de werknemer 1 dag b. Bij huwelijk werknemer 2 dagen c. Bij bevallen echtgenote / partner wettelijke termijn d. Bij huwelijk van: xxxxx, schoonouder, broer, zwager, zuster, schoonzuster, eigen kind 1 dag e. Bij overlijden van echtgeno(o)t(e) / partner of tot het gezin behorend kind Xxx xxx van overlijden tot en met dag begrafenis/crematie f. Bij overlijden van niet inwonend eigen kind, schoonzoon, schoondochter, ouder of schoonouder 2 dagen g. Bij overlijden grootouders, kleinkind, broer, zuster, schoonzuster, zwager, grootouders van je partner. 1 dag (op de dag van begrafenis/crematie) h. Bij 25- en 40-jarig huwelijksjubileum medewerker 1 dag i. Bij 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of schoonouders 1 dag j. Noodzakelijk bezoek aan een arts-specialist-fysiotherapeut-geneeskundige De benodigde tijd In alle gevallen geldt dat werknemer de werkgever, voor de medewerker geldende schaaltotaal per maandzover dat mogelijk is, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekendvooraf tijdig informeert over het bijzonder verlof.

Vakantierechten. 1. Iedere 9.1 Uitgaande van een werkweek van 40 uur heeft de medewerker heeft, met behoud van salaris, elk kalenderjaar recht op va- kantie, evenredig aan het aantal kalenderdagen van zijn dienstverband 20 wettelijke vakantiedagen per kalenderjaar. [OPTIE: Daarnaast heeft de medewerker recht op [AANTAL] bovenwettelijke vakantiedagen per kalenderjaar. Een en ander exclusief de hierna in dat jaarartikel 9.2 genoemde feestdagen. 29.2 De in artikel 9.1 bedoelde feestdagen zijn: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Konin­gsdag, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag. Iedere medewerker moet voor In de jaren dat op 5 mei het aanvragen lustrum van vakantie rekening houden met de aanvraagtermijn bevrijding wordt gevierd, geldt deze dag (of de dag die voor zijn afdeling geldtde viering is aangewezen), als een feestdag. 3. Aan medewerkers die schoolgaande kinderen hebben zal zoveel mogelijk voor- rang worden verleend bij de indeling van de vakantie 9.3 Vakantiedagen dienen in de periode van de school- vakanties. 4. Met de wensen van een medewerker omtrent periode van vakantie zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden, doch zijn leidinggevende heeft het recht, in- dien de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- geren, overleg met dien verstande dat gelegenheid wordt gegeven de aaneengesloten vakantie zoals vermeld in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober op te nemen. 5. Een medewerker die tijdens zijn vakantie ziek wordt en geneeskundige hulp heeft ingeroepen, heeft recht op de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagen, mits hij heeft voldaan aan alle voorschriften aan de ziekmelding verbonden. 6. Vakantiedagen, die niet werden opgenomen in het kalenderjaar waarin de aan- spraak op die vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, zoals genoemd in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk werkgever te worden opgenomen. Indien een de opgebouwde vakantierechten op enig moment ontoereikend mochten zijn om vakantiedagen op te nemen, dan neemt de medewerker voor het ontoereikende gedeelte onbetaald verlof op. De vakantiedagen worden vastgelegd in de jaarplanning en bijgehouden door de medewerker en werkgever. 9.4 De medewerker verplicht zich om de vakantiedagen op te nemen in dit lid be- doelde vakantie niet heeft opgenomen voor 1 april het jaar waarin deze zijn opgebouwd. De aanspraak op wettelijke vakantiedagen vervalt definitief zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar volgend waarin de aanspraak is verworven. 9.5 Wanneer de medewerker op vakantie wil gaan tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid, heeft hij hiervoor voorafgaande toestemming nodig van werkgever. Deze zal zich daarbij baseren op het jaar waarin het recht op vakantie is ontstaanadvies van de bedrijfsarts hierover. Afhankelijk van de mate van de arbeidsongeschiktheid, is de werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop zullen de medewerker deze vakantie dient op te nemen. 7. Werkgever kan, na overleg met de medewerker, de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien de medewerker hier- door schade lijdt, wordt deze schade door en werkgever vergoed. 8. Voor vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens bij beëindiging van het dienstverband. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen gestort worden in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20), indien en voor zover voldaan wordt voorafgaand aan de bepalingen in vakantie afspraken maken over het levensloopreglement en de wettelijke c.q. fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% al dan niet opnemen van het voor de medewerker geldende schaaltotaal per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekendopgebouwde vakantiedagen.

Vakantierechten. 1. Iedere medewerker heeft, met behoud Het vakantiejaar loopt van salaris, elk kalenderjaar recht op va- kantie, evenredig aan het aantal kalenderdagen van zijn dienstverband in dat jaar1 januari t/m 31 december. 2. Iedere medewerker moet De werknemer heeft per vakantiejaar recht op 26 werkdagen vakantie. Met ingang van 1 januari 2008 heeft de werknemer, in verband met verlenging van de werkweek van 38 uur naar 40 uur per week, per vakantiejaar recht op 30 werkdagen vakantie. De werknemer die op 31 december 2007 in dienst is en ervoor kiest om per 1 januari 2008 de voor het aanvragen hem in zijn arbeidsovereenkomst vastgestelde arbeids- duur te handhaven, heeft bij een dienstverband van 38 uur of 40 uur in com- binatie met 11,5 dag roostervrije tijd, recht op 26 werkdagen vakantie rekening houden met de aanvraagtermijn die voor zijn afdeling geldtper vakantiejaar. 3. Aan medewerkers die schoolgaande kinderen hebben zal zoveel mogelijk voor- rang worden verleend bij De werknemer heeft per vakantiejaar recht op: a. 1 extra vakantiedag met ingang van het vakantiejaar, waarin hij 35 jaar of ouder wordt; b. 2 extra vakantiedagen met ingang van het vakantiejaar, waarin hij 40 jaar of ouder wordt; c. 3 extra vakantiedagen met ingang van het vakantiejaar, waarin hij 45 jaar of ouder wordt; d. 4 extra vakantiedagen met ingang van het vakantiejaar, waarin hij 50 jaar of ouder wordt; e. 5 extra vakantiedagen met ingang van het vakantiejaar, waarin hij 55 jaar of ouder wordt; f. 6 extra vakantiedagen met ingang van het vakantiejaar, waarin hij 60 jaar of ouder wordt, voorzover de indeling werknemer geen gebruik maakt van de vakantie in de periode van de school- vakantiespart- time VUT-regeling. 4. Met De werknemer heeft met ingang van het vakantiejaar, waarin de wensen hierna genoemde diensttijd is bereikt, per vakantiejaar recht op: a. 1 extra vakantiedag, wanneer hij voor 1 januari 1996 ononderbroken 5 of meer jaren in dienst was van een medewerker omtrent periode de werkgever; b. 2 extra vakantiedagen, wanneer hij voor 1 januari 1996 ononderbroken 10 of meer jaren in dienst was van vakantie zal zoveel mogelijk rekening worden gehoudende werkgever; c. 3 extra vakantiedagen, doch zijn leidinggevende heeft het recht, in- dien wanneer hij voor 1 januari 1996 ononderbroken 15 of meer jaren in dienst was van de werkzaamheden dit vergen, de vakantie op de aangevraagde tijd te wei- geren, met dien verstande dat gelegenheid wordt gegeven de aaneengesloten vakantie zoals vermeld in 1.8.6 binnen de periode van 30 april tot 1 oktober op te nemenwerkgever. 5. Een medewerker die tijdens zijn vakantie ziek wordt Het in lid 3 en geneeskundige hulp heeft ingeroepen, heeft 4 bepaalde recht op extra vakantiedagen wordt niet cumulatief toegekend en kan niet worden aangetast bij wijziging van de tijdens zijn ziekte niet genoten vakantiedagen, mits hij heeft voldaan aan alle voorschriften aan functie(-inde- ling) van de ziekmelding verbondenwerknemer. 6. Vakantiedagen, die niet werden opgenomen in het kalenderjaar waarin de aan- spraak op die vakantie is ontstaan, hetzij wegens bedrijfsbelang, ziekte, ongeval, hetzij door omstandigheden, zoals genoemd in 1.8.7 sub B en C3, dienen zo spoedig mogelijk te worden opgenomen. Indien een medewerker Over de in dit lid be- doelde vakantie niet artikel bepaalde vakantiedagen behoudt de werknemer recht op salaris. Ook tijdens ziekte worden vakantierechten opgebouwd: – bij volledige arbeidsongeschiktheid gaat de opbouw van vakantierechten gewoon door, maar de aanspraak is beperkt tot het aantal dagen dat de werk- nemer in zes maanden opbouwt. Deze aanspraak heeft opgenomen voor 1 april van het kalenderjaar volgend betrekking op het jaar waarin opge- bouwde recht gedurende de laatste zes maanden van arbeidsongeschiktheid; – bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid bouwt de werknemer alleen vakantie- rechten op over het recht op vakantie gedeelte dat de werknemer arbeidsgeschikt is ontstaan(artikel 7:635, is de werkgever gerechtigd na overleg met de betrokkene data vast te stellen waarop de medewerker deze vakantie dient op te nemenlid 4 Burgerlijk Wetboek). 7. Werkgever kan, na overleg met de medewerker, de vastgestelde vakantieperiode wijzigen, indien daartoe gewichtige redenen bestaan. Indien de medewerker hier- door schade lijdt, wordt deze schade door werkgever vergoed. 8. Voor vakantiedagen die niet zijn opgenomen wordt geen vergoeding gegeven, behoudens bij beëindiging van het dienstverband. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen gestort worden in de levenslooprege- ling (wettelijk minimum aantal vakantiedagen is 20), indien en voor zover voldaan wordt aan de bepalingen in het levensloopreglement en de wettelijke c.q. fiscale voorwaarden hieromtrent. Voor elke hiervoor aan te wenden bovenwettelijke va- kantiedag wordt 4.6% van het voor de medewerker geldende schaaltotaal per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 8.33% 13e maanduitkering, toegekend.