Veiligheid inzake ioniserende stralingen en andere veiligheidsmaatregelen. Toepasselijke normen : zie B.4. • Wat de onderdelen van het systeem betreft die niet vallen onder de reglementering inzake de bescherming tegen ioniserende straling, zijn de Europese en Belgische normen van toepassing zoals het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming, de Codex voor het Welzijn op het Werk, het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties. • Na de notificatie van de gunning van de opdracht, maar vóór de voorlopige oplevering, zal het gekozen apparaat op kosten van de opdrachtnemer het voorwerp uitmaken van een procedure van aggregatie en classificatie door het FANC. Alle informatie en certificaten betreffende deze problematiek moeten meegedeeld worden. • De leverancier moet na levering en indienststelling van het toestel meewerken aan het opstellen van een algemene risicoanalyse inzake stralingsbeveiliging en veiligheid en welzijn op het werk. • De voorkeur gaat uit naar toestellen die operationeel mogen ingezet worden in België, zonder dat de veiligheidsperimeter moet afgebakend worden. De mogelijkheid om te mogen werken zonder afgebakende veiligheidsperimeter moet aangetoond worden, zowel aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) als aan de aanbestedende dienst. • Indien de veiligheidsperimeter wel afgebakend moet worden, mag er een elektronisch controlesysteem voor de veiligheidsperimeter (bijv. infrarood) geïnstalleerd worden rond of op de mobiele scanner tijdens het scannen, zodanig dat de limieten van deze zone aangegeven worden of dat indringen van de perimeter wordt gemeld met een alarm en het stilleggen van de straling. Om te zorgen dat het mogelijk is om ook zonder dit elektronisch controlesysteem te werken, dient er een fysieke afscherming te worden bijgeleverd. Deze kan bestaan uit paaltjes met linten of kettingen, met de vermelding ‘ioniserende straling’ en het logo voor radioactiviteit. Er moeten eveneens opbergmogelijkheden voor deze materialen voorzien zijn. • Het voertuig moet zodanig geconcipieerd zijn dat het volledige bescherming biedt tegen de gevaren van ioniserende straling, zowel voor de operatoren, het publiek als voor de omgeving. • De totale opgelopen dosis voor een persoon die zich tijdens het scannen op maximale energie zou verborgen hebben in het gescande voertuig, mag niet hoger liggen dan 0,2 mGy/scan. • Gedurende het normale gebruik van het systeem, moet de gemiddelde stralingsdosis in de publieke ruimten, aan de rand van de veiligheidsperimeter, (daaronder begrepen de ruimte voor d...
