Verevening ouderdomspensioen na scheiding. 1. Dit artikel is van toepassing op een scheiding waarop de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing is. Dit houdt onder meer in dat een pensioen niet verevend wordt indien op de scheidingsdatum het deel van het pensioen, waarop recht op uitbetaling ontstaat, minder is dan het in artikel 66, eerste lid, van de Pensioenwet bedoelde bedrag. 2. De (gewezen) partner van de deelnemer, gewezen deelnemer dan wel de gepensioneerde krijgt een recht op uitbetaling van een deel van elke uit te betalen termijn van het jaarlijkse ouderdomspensioen, mits het fonds binnen twee jaar na de scheidingsdatum het wettelijk voorgeschreven meldingsformulier heeft ontvangen. 3. Het in het tweede lid bedoelde deel, bedraagt de helft van het ouderdomspensioen dat de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde gedurende de deelnemingsperiode tussen de huwelijkssluiting en de scheidingsdatum bij het fonds heeft opgebouwd vermeerderd met de daarover verleende verhogingen ingevolge artikel 13. 4. De deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner kunnen bij huwelijkse voorwaarden of in een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding afwijken van het gestelde in het derde lid wat betreft de deelnemingsperiode die bij de berekening in aanmerking wordt genomen en wat betreft het percentage van de berekende aanspraken dat aan de (gewezen) partner wordt toegekend. Dit binnen het kader van de in de Wet Pensioenverevening gestelde voorwaarden. 5. De partners kunnen bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding, overeenkomen dat het recht van de gewezen partner op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen tezamen met het recht op bijzonder partnerpensioen wordt geconverteerd in een recht op eigen ouderdomspensioen op naam van de gewezen partner onder de voorwaarden als omschreven in artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Deze overeenkomst is slechts geldig indien het fonds zijn schriftelijke goedkeuring aan deze conversie hecht. De conversie moet voor het fonds verzekeringstechnisch neutraal zijn. Het bestuur van het fonds kan aan zijn goedkeuring voorwaarden verbinden. 6. Conversie, als omschreven in het vorige lid, heeft geen invloed op de hoogte van het wezenpensioen, het partnerpensioen ten gunste van een nieuwe partner van de deelnemer en de opbouw van het ouderdomspensioen door de deelnemer na de scheidingsdatum. Deze worden vastgesteld alsof de gewezen partner de aanspraak op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen en de aanspraak op bijzonder partnerpensioen heeft behouden. 7. Het gedeelte van het ouderdomspensioen waarop ten behoeve van de (gewezen) partner een recht op uitbetaling is ontstaan, dan wel de geconverteerde aanspraak op een eigen ouderdomspensioen, wordt vanaf de scheidingsdatum jaarlijks verhoogd met eenzelfde percentage als waarmee de premievrije aanspraken worden verhoogd. Vanaf de ingangsdatum van het pensioen worden verhogingen verleend conform de ingegane pensioenen. 8. De uitkering van een op basis van dit artikel toegekende aanspraak gaat in op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer, dan wel in geval van conversie op de eerste van de maand waarin de gewezen partner de 68- jarige leeftijd bereikt. De uitkering gaat echter niet eerder in dan met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop het meldingsformulier is ontvangen. 9. Indien geen conversie heeft plaatsgevonden wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de (gewezen) partner, doch niet eerder dan vanaf de pensioeningangsdatum, het gehele ouderdomspensioen weer aan de gepensioneerde uitbetaald. 10. Indien conversie heeft plaatsgevonden is het bestuur bevoegd om in het kader van waardeoverdracht de aanspraken op eigen ouderdomspensioen vermeerderd met de verleende verhogingen ingevolge artikel 13, van de gewezen partner te vervangen door de uitkering van een bedrag ineens. 11. Het fonds verstrekt de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner een opgave van de aanspraken die op grond van dit artikel zijn verkregen. 12. Het fonds kan de kosten van een verevening in rekening brengen bij de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner, dan wel in mindering brengen op de aan hen uit te betalen bedragen. 13. Het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing in geval van beëindiging van een geregistreerd partnerschap. In plaats van “de huwelijkssluiting” wordt dan gelezen “het aangaan van het geregistreerd partnerschap” en in plaats van “huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding” wordt dan gelezen “partnerschapsvoorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de beëindiging van het geregistreerd partnerschap”.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Verevening ouderdomspensioen na scheiding. 1. Dit artikel is van toepassing op in geval van een scheiding waarop waar de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Pensioenverevening op van toepassing is. Dit houdt onder meer in dat een pensioen niet verevend I n dit artikel wordt indien met het begrip partner uitsluitend gedoeld op de scheidingsdatum partner als omschreven in het deel van het pensioen, waarop recht op uitbetaling ontstaat, minder is dan het in artikel 66, eerste vierde lid, onderdeel b.I en II van artikel 1 en wordt met het begrip gewezen partner uitsluitend gedoeld op de Pensioenwet bedoelde bedragpartner als omschreven in het vierde lid, ond erdeel c.I en II van artikel 1.
2. De (gewezen) partner partner, van de deelnemer, gewezen deelnemer dan wel danwel de gepensioneerde krijgt een recht op uitbetaling van een deel van elke uit te betalen termijn van het jaarlijkse ouderdomspensioen, mits het fonds binnen binne n twee jaar na de scheidingsdatum het wettelijk voorgeschreven meldingsformulier heeft ontvangen. Indien de scheidingsdatum vóór 27 november 1981 ligt dient het meldingsformulier vóór 1 mei 1997 te zijn ontvangen.
3. Het in het tweede lid bedoelde deel, bedraagt b edraagt de helft van het ouderdomspensioen dat waarop volgens dit reglement aanspraak zou hebben bestaan indien de deelnemer/gewezen deelnemer/deelnemer/ gepensioneerde uitsluitend gedurende de deelnemingsperiode tussen de huwelijkssluiting en de scheidingsdatum bij zou heb ben deelgenomen aan het fonds heeft opgebouwd vermeerderd met de daarover verleende verhogingen ingevolge artikel 1315A. Indien de scheidingsdatum vóór 27 november 1981 ligt en er ook overigens aan de in de Wet Pensioenverevening genoemde vereisten wordt voldaan, bedraagt h et gedeelte een kwart.
4. De deelnemer/deelnemer/ gewezen deelnemer/deelnemer/ gepensioneerde en zijn (gewezen) partner kunnen bij huwelijkse voorwaarden of in een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding scheiding, afwijken van het gestelde in het derde lid wat betreft de d e deelnemingsperiode die bij de berekening in aanmerking wordt genomen en wat betreft het percentage van de berekende aanspraken dat aan de (gewezen) partner wordt toegekend. Dit binnen het kader van de in de Wet Pensioenverevening gestelde voorwaarden.
5. De partners kunnen bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheidingechtscheiding, overeenkomen dat het recht van de gewezen partner op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen tezamen met het recht op bijzonder partnerpensioen wordt geconverteerd in een recht op eigen ouderdomspensioen op naam van de gewezen partner partner, onder de voorwaarden als omschreven in artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Deze overeenkomst is slechts geldig indien het fonds zijn schriftelijke goedkeuring aan deze conversie hecht. De conversie moet voor het fonds verzekeringstechnisch neutraal zijn. Het bestuur van het fonds kan aan zijn goedkeuring voorwaarden verbinden.
6. Conversie, als omschreven in het vorige lid, heeft geen invloed op de hoogte van het wezenpensioen, het partnerpensioen ten gunste van een nieuwe partner van de deelnemer en de opbouw van het ouderdomspensioen door de deelnemer na de scheidingsdatum. Deze worden vastgesteld alsof de gewezen partner de aanspraak op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen en de aanspraak op bijzonder partnerpensioen heeft behouden.
7. Het gedeelte van het ouderdomspensioen waarop ten behoeve van de (gewezen) partner een recht op uitbetaling is ontstaan, dan wel de geconverteerde aanspraak op een eigen ouderdomspensioen, wordt vanaf de scheidingsdatum jaarlijks verhoogd met eenzelfde percentage als waarmee de premievrije aanspraken worden verhoogd. Vanaf de ingangsdatum van het pensioen worden verhogingen verleend conform de ingegane pensioenen.
8. De uitkering van een op basis van dit artikel toegekende aanspraak gaat in op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer, dan wel in geval van conversie op de eerste van de maand waarin de gewezen partner de 68- jarige leeftijd bereikt. De uitkering gaat echter niet eerder in dan met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop het meldingsformulier is ontvangen.
9. Indien geen conversie heeft plaatsgevonden wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de (gewezen) partner, doch niet eerder dan vanaf de pensioeningangsdatum, het gehele ouderdomspensioen weer aan de gepensioneerde uitbetaald.
10. Indien conversie heeft plaatsgevonden is het bestuur bevoegd om in het kader van waardeoverdracht de aanspraken op eigen ouderdomspensioen vermeerderd met de verleende verhogingen ingevolge artikel 13, van de gewezen partner te vervangen door de uitkering van een bedrag ineens.
11. Het fonds verstrekt de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner een opgave van de aanspraken die op grond van dit artikel zijn verkregen.
12. Het fonds kan de kosten van een verevening in rekening brengen bij de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner, dan wel in mindering brengen op de aan hen uit te betalen bedragen.
13. Het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing in geval van beëindiging van een geregistreerd partnerschap. In plaats van “de huwelijkssluiting” wordt dan gelezen “het aangaan van het geregistreerd partnerschap” en in plaats van “huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding” wordt dan gelezen “partnerschapsvoorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de beëindiging van het geregistreerd partnerschap”.Wet
Appears in 1 contract
Samples: Pension Regulations
Verevening ouderdomspensioen na scheiding. 1. Dit artikel is van toepassing op in geval van een scheiding waarop waar de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Pensioenverevening op van toepassing is. Dit houdt onder meer in dat een pensioen niet verevend wordt indien op de scheidingsdatum het deel van het pensioenpensioen , waarop recht op uitbetaling ontstaat, minder is dan het in artikel 66, eerste lid, van de Pensioenwet 19 lid 5 bedoelde bedrag.
2. De (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) van de deelnemer, gewezen deelnemer dan wel danwel de gepensioneerde krijgt een recht op uitbetaling van een deel van elke uit te betalen termijn van het jaarlijkse ouderdomspensioen, mits het fonds binnen twee jaar na de scheidingsdatum het wettelijk voorgeschreven meldingsformulier heeft ontvangen. Indien de scheidingsdatum vóór 27 november 1981 ligt dient het meldingsformulier vóór 1 mei 1997 te zijn ontvangen.
3. Het in het tweede lid bedoelde deel, bedraagt de helft van het ouderdomspensioen dat waarop volgens dit reglement aanspraak zou hebben bestaan indien de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde uitsluitend gedurende de deelnemingsperiode tussen de huwelijkssluiting en de scheidingsdatum bij zou hebben deelgenomen aan het fonds heeft opgebouwd vermeerderd met de daarover verleende verhogingen ingevolge artikel 1315A. Indien de scheidingsdatum vóór 27 november 1981 ligt en er ook overigens aan de in de Wet Pensioenverevening genoemde vereisten wordt voldaan, bedraagt het gedeelte een kwart.
4. De deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) kunnen bij huwelijkse voorwaarden of in een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding scheiding, afwijken van het gestelde in het derde lid wat betreft de deelnemingsperiode die bij de berekening in aanmerking wordt genomen en wat betreft het percentage van de berekende aanspraken dat aan de (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) wordt toegekend. Dit binnen het kader van de in de Wet Pensioenverevening gestelde voorwaarden.
5. De partners echtgenoten kunnen bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheidingechtscheiding, overeenkomen dat het recht van de gewezen partner echtgeno(o)t(e) op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen tezamen met het recht op bijzonder partnerpensioen weduwen- weduwnaarspensioen wordt geconverteerd in een recht op eigen ouderdomspensioen op naam van de gewezen partner echtgeno(o)t(e), onder de voorwaarden als omschreven in artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheidingPensioenverevening. Deze overeenkomst is slechts geldig indien het fonds zijn schriftelijke goedkeuring aan deze conversie hecht. De conversie moet voor het fonds verzekeringstechnisch neutraal zijn. Het bestuur van het fonds kan aan zijn goedkeuring voorwaarden verbinden.
6. Conversie, als omschreven in het vorige lid, heeft geen invloed op de hoogte van het wezenpensioen, het weduwen-weduwnaarspensioen ten gunste van een nieuwe echtgeno(o)t(e) van de deelnemer, het partnerpensioen ten gunste van een nieuwe partner van de deelnemer en de opbouw van het ouderdomspensioen door de deelnemer na de scheidingsdatum. Deze worden vastgesteld alsof de gewezen (gewezen) echtgeno(o)t(e) of partner als bedoeld in artikel 1, vierde lid, sub b, onder II de aanspraak op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen en de aanspraak op bijzonder partnerpensioen weduwen-weduwnaarspensioen heeft behouden.
7. Het gedeelte van het ouderdomspensioen waarop ten behoeve van de (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) een recht op uitbetaling is ontstaan, dan wel danwel de geconverteerde aanspraak op een eigen ouderdomspensioen, wordt vanaf de scheidingsdatum jaarlijks verhoogd met eenzelfde percentage als waarmee de premievrije aanspraken worden verhoogd. Vanaf de ingangsdatum van het pensioen worden verhogingen verleend conform de ingegane pensioenen.
8. De uitkering van een op basis van dit artikel toegekende aanspraak gaat in op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemerpensioendatum, dan wel danwel in geval van conversie op de eerste van de maand waarin de gewezen partner (gewezen) echtgeno(o)t(e) de 68- 65-jarige leeftijd bereikt. De uitkering gaat echter niet eerder in dan met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop het meldingsformulier is ontvangen.
9. Indien geen conversie heeft plaatsgevonden wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de (gewezen) partnerechtgeno(o)t(e), doch niet eerder dan vanaf de pensioeningangsdatumpensioendatum, het gehele ouderdomspensioen weer aan de gepensioneerde uitbetaald.
10. Indien conversie heeft plaatsgevonden is het bestuur bevoegd om in het kader van waardeoverdracht de aanspraken op eigen ouderdomspensioen vermeerderd met de verleende verhogingen ingevolge artikel 1315A, van de gewezen partner echtgeno(o)t(e) te vervangen door de uitkering van een bedrag ineens.. Hierbij gelden de gelijke voorwaarden als genoemd in artikel 17A.
11. Het fonds verstrekt de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) een opgave van de aanspraken die op grond van dit artikel zijn verkregen.
12. Het fonds kan de kosten van een verevening in rekening brengen bij de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner, dan wel in mindering brengen op de aan hen uit te betalen bedragenechtgeno(o)t(e).
13. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing in geval van beëindiging van een geregistreerd partnerschap. In plaats van “de huwelijkssluiting” wordt dan gelezen “het aangaan van het geregistreerd partnerschap” en in plaats van “huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding” wordt dan gelezen “partnerschapsvoorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de beëindiging van het geregistreerd partnerschap”.partner als bedoeld in artikel 1, vierde lid, sub b, onder I.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Verevening ouderdomspensioen na scheiding. 1. Dit artikel is van toepassing op in geval van een scheiding waarop waar de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Pensioenverevening op van toepassing is. Dit houdt onder meer in dat een pensioen niet verevend wordt indien op de scheidingsdatum het deel van het pensioenh et pensioen , waarop recht op uitbetaling ontstaat, minder is dan het in artikel 66, eerste lid, van de Pensioenwet 19 lid 5 bedoelde bedrag.
2. De (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) van de deelnemer, gewezen deelnemer dan wel danwel de gepensioneerde krijgt een recht op uitbetaling van een deel van elke uit u it te betalen termijn van het jaarlijkse ouderdomspensioen, mits het fonds binnen twee jaar na de scheidingsdatum het wettelijk voorgeschreven meldingsformulier heeft ontvangen. Indien de scheidingsdatum vóór 27 november 1981 ligt dient het meldingsformuli er vóór 1 mei 1997 te zijn ontvangen.
3. Het in het tweede lid bedoelde deel, bedraagt de helft van het ouderdomspensioen dat waarop volgens dit reglement aanspraak zou hebben bestaan indien de deelnemer/gewezen deelnemer/deelnemer/ gepensioneerde uitsluitend gedurende de deelnemingsperiode tussen de huwelijkssluiting en de scheidingsdatum bij zou hebben deelgenomen aan het fonds heeft opgebouwd vermeerderd met de daarover verleende verhogingen ingevolge artikel 1315A. Indien de scheidingsdatum vóór 27 november 1981 ligt en er ook overigens aan de in de Wet Pensioenverevening genoemde vereisten wordt voldaan, bedraagt het gedeelte een kwart.
4. De deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) kunnen bij huwelijkse voorwaarden of in een schriftelijke overeenkomst overeenkom st met het oog op de scheiding scheiding, afwijken van het gestelde in het derde lid wat betreft de deelnemingsperiode die bij de berekening in aanmerking wordt genomen en wat betreft het percentage van de berekende aanspraken dat aan de (gewezen) partner wordt echtgeno(o)t(e) wo rdt toegekend. Dit binnen het kader van de in de Wet Pensioenverevening gestelde voorwaarden.
5. De partners echtgenoten kunnen bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheidingechtscheiding, overeenkomen dat het recht van va n de gewezen partner echtgeno(o)t(e) op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen tezamen met het recht op bijzonder partnerpensioen weduwen - weduwnaarspensioen wordt geconverteerd in een recht op eigen ouderdomspensioen op naam van de gewezen partner echtgeno(o)t(e), onder de voorwaarden v oorwaarden als omschreven in artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheidingPensioenverevening. Deze overeenkomst is slechts geldig indien het fonds zijn schriftelijke goedkeuring aan deze conversie hecht. De conversie moet voor het fonds verzekeringstechnisch neutraal zijn. Het bestuur be stuur van het fonds kan aan zijn goedkeuring voorwaarden verbinden.
6. Conversie, als omschreven in het vorige lid, heeft geen invloed op de hoogte van het wezenpensioen, het weduwen -weduwnaarspensioen ten gunste van een nieuwe echtgeno(o)t(e) van de deel nemer, het partnerpensioen ten gunste van een nieuwe partner van de deelnemer en de opbouw van het ouderdomspensioen door de deelnemer na de scheidingsdatum. Deze worden vastgesteld alsof de gewezen (gewezen) echtgeno(o)t(e) of partner als bedoeld in artikel 1, vi erde lid, sub b, onder II de aanspraak op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen en de aanspraak op bijzonder partnerpensioen weduwen -weduwnaarspensioen heeft behouden.
7. Het gedeelte van het ouderdomspensioen waarop ten behoeve van de (gewezen) partner echtgeno(o)t (e) een recht op uitbetaling is ontstaan, dan wel danwel de geconverteerde aanspraak op een eigen ouderdomspensioen, wordt vanaf de scheidingsdatum jaarlijks verhoogd met eenzelfde percentage als waarmee de premievrije aanspraken worden verhoogd. Vanaf de ingangsdatum ingangsd atum van het pensioen worden verhogingen verleend conform de ingegane pensioenen.
8. De uitkering van een op basis van dit artikel toegekende aanspraak gaat in op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemerpensioendatum, dan wel danwel in geval van conversie op de eerste van de maand waarin de (gewezen partner ) echtgeno(o)t(e) de 68- 65-jarige leeftijd bereikt. De uitkering gaat echter niet eerder in dan met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop het meldingsformulier is ontvangen.
9. Indien geen conversie heeft plaatsgevonden wordt word t met ingang van de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de (gewezen) partnerechtgeno(o)t(e), doch niet eerder dan vanaf de pensioeningangsdatumpensioendatum, het gehele ouderdomspensioen weer aan de gepensioneerde uitbetaald.
10. Indien conversie heeft plaatsgevonden plaatsgevo nden is het bestuur bevoegd om in het kader van waardeoverdracht de aanspraken op eigen ouderdomspensioen vermeerderd met de verleende verhogingen ingevolge artikel 1315A, van de gewezen partner echtgeno(o)t(e) te vervangen door de uitkering van een bedrag ineens.. H ierbij gelden de gelijke voorwaarden als genoemd in artikel 17A.
11. Het fonds verstrekt de deelnemer/deelnemer/ gewezen deelnemer/deelnemer/ gepensioneerde en zijn (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) een opgave van de aanspraken die op grond van dit artikel zijn verkregen.
12. Het fonds kan de kosten van een verevening in rekening brengen bij de deelnemer/gewezen deelnemer/deelnemer/ gepensioneerde en zijn (gewezen) partner, dan wel in mindering brengen echtgeno(o)t(e) door inhouding op de aan hen uit te betalen bedragenhet netto pensioen.
13. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige overeenkomsti ge toepassing in geval van beëindiging van een geregistreerd partnerschap. In plaats van “de huwelijkssluiting” wordt dan gelezen “het aangaan van het geregistreerd partnerschap” en in plaats van “huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding” wordt dan gelezen “partnerschapsvoorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de beëindiging van het geregistreerd partnerschap”.partner als bedoeld in artikel 1, vierde lid, sub b, onder I.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement Vi
Verevening ouderdomspensioen na scheiding. 1. Dit Voor de toepassing van dit artikel is van toepassing op een scheiding waarop wordt onder ex-partner verstaan de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing is. Dit houdt onder meer in dat een pensioen niet verevend wordt indien op de scheidingsdatum het deel van het pensioen, waarop recht op uitbetaling ontstaat, minder is dan het ex-partner zoals genoemd in artikel 661.3, eerste lidlid 20, van de Pensioenwet bedoelde bedrag.onderdeel a en b.
2. De (gewezen) ex-partner van de deelnemer, gewezen deelnemer dan wel de gepensioneerde krijgt een recht aanspraak op uitbetaling van een deel gedeelte van elke uit te betalen termijn van het jaarlijkse ouderdomspensioen, mits het fonds binnen twee jaar na de scheidingsdatum het de wettelijk voorgeschreven meldingsformulier meldingsformulieren heeft ontvangen.
3. Het gedeelte bedoeld in het tweede lid bedoelde deel, 1 bedraagt de helft van het ouderdomspensioen dat ouderdomspensioen, inclusief verhogingen, waarop volgens dit reglement aanspraak zou hebben bestaan indien de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde gedurende uitsluitend tijdens de deelnemingsperiode huwelijkse periode zou hebben deelgenomen aan het fonds. De huwelijkse periode is de periode tussen de huwelijkssluiting en de scheidingsdatum. In geval van registratie: het tijdstip van de registratie en de scheidingsdatum. Bij de berekening wordt geen rekening gehouden met een mogelijke verhoging van het ouderdomspensioen als gevolg van uitruil van na de scheidingsdatum bij het fonds heeft opgebouwd vermeerderd met de daarover verleende verhogingen ingevolge artikel 13opgebouwde aanspraken op partnerpensioen.
4. De deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) ex-partner kunnen bij huwelijkse voorwaarden of in een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding scheiding, afwijken van het gestelde in het derde lid 2 wat betreft de deelnemingsperiode die bij de berekening in aanmerking wordt genomen en wat betreft het percentage van de berekende aanspraken dat aan de (gewezen) partner ex-)partner wordt toegekend. Dit binnen het kader van de in de Wet Pensioenverevening verevening pensioenrechten bij scheiding gestelde voorwaarden.
5. De partners kunnen bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding, overeenkomen dat het Het recht van de gewezen ex-partner op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen kan tezamen met het recht op bijzonder partnerpensioen wordt en de op die onderdelen toe te passen verhogingen worden geconverteerd in een recht op eigen ouderdomspensioen op naam van de gewezen partner ex-partner, onder de voorwaarden als omschreven in artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. De deelnemer en de ex-partner dienen dit gezamenlijk bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding overeen te komen. Deze overeenkomst is slechts geldig indien het fonds zijn schriftelijke goedkeuring aan deze conversie de overeenkomst hecht. De conversie moet voor het fonds verzekeringstechnisch neutraal zijn. Het bestuur van het fonds kan aan zijn goedkeuring voorwaarden verbinden.
6. Conversie, als omschreven in het vorige lid, heeft geen invloed op de hoogte van het wezenpensioen, het partnerpensioen ten gunste van een nieuwe partner van de deelnemer en de opbouw van het ouderdomspensioen door de deelnemer na de scheidingsdatum. Deze worden vastgesteld alsof de gewezen ex-partner de aanspraak op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen en de aanspraak op bijzonder partnerpensioen heeft behouden. Dit houdt in:
a. dat het ouderdomspensioen wordt vastgesteld aan de hand van ongewijzigde deelnemingsperiode(n) en pensioengrondslag, maar wordt verminderd met een aan de hand van actuariële richtlijnen vast te stellen nominaal bedrag dat vanaf de scheidingsdatum overeenkomstig het bepaalde in lid 6 wordt geïndexeerd;
b. dat het partnerpensioen wordt vastgesteld op basis van het ouderdomspensioen zonder de geïndexeerde nominale aftrek maar zelf wordt verminderd met een nominaal bedrag, ter grootte van het geconverteerde bijzonder partnerpensioen, dat vanaf de scheidingsdatum overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.1 wordt geïndexeerd;
c. dat het wezenpensioen wordt vastgesteld op basis van het ouderdomspensioen zonder de nominale aftrek.
7. Het gedeelte van het ouderdomspensioen waarop ten behoeve van de (gewezen) ex-partner een recht op uitbetaling is ontstaanaanspraak heeft, dan wel de geconverteerde aanspraak op een eigen ouderdomspensioen, wordt vanaf de scheidingsdatum jaarlijks verhoogd met eenzelfde percentage als waarmee de premievrije aanspraken worden verhoogd. Vanaf de ingangsdatum van het pensioen worden verhogingen verleend conform de ingegane pensioenen.
8. De uitkering van een op basis van dit artikel toegekende aanspraak gaat in op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer, dan wel in geval van conversie op de eerste van de maand waarin de gewezen partner de 68- jarige leeftijd bereikt. De uitkering gaat echter niet eerder in dan met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop het meldingsformulier is ontvangen.
9. Indien geen conversie heeft plaatsgevonden wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de (gewezen) partner, doch niet eerder dan vanaf de pensioeningangsdatum, het gehele ouderdomspensioen weer aan de gepensioneerde uitbetaald.
10. Indien conversie heeft plaatsgevonden is het bestuur bevoegd om in het kader van waardeoverdracht de aanspraken op eigen ouderdomspensioen vermeerderd met de verleende verhogingen ingevolge artikel 13, van de gewezen partner te vervangen door de uitkering van een bedrag ineens.
11. Het fonds verstrekt de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner een opgave van de aanspraken die op grond van dit artikel zijn verkregen.
12. Het fonds kan de kosten van een verevening in rekening brengen bij de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner, dan wel in mindering brengen op de aan hen uit te betalen bedragen.
13. Het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing in geval van beëindiging van een geregistreerd partnerschap. In plaats van “de huwelijkssluiting” wordt dan gelezen “het aangaan van het geregistreerd partnerschap” en in plaats van “huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding” wordt dan gelezen “partnerschapsvoorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de beëindiging van het geregistreerd partnerschap”.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement
Verevening ouderdomspensioen na scheiding. 1. Dit artikel is van toepassing op in geval van een scheiding waarop waar de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Pensioenverevening op van toepassing toepassin g is. Dit houdt onder meer in dat een pensioen niet verevend wordt indien op de scheidingsdatum het deel van het pensioenpensioen , waarop recht op uitbetaling ontstaat, minder is dan het in artikel 66, eerste lid, van de Pensioenwet 19 lid 5 bedoelde bedrag.
2. De (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) van de deelnemer, gewezen deelnemer dan wel danwel de gepensioneerde krijgt een recht op uitbetaling van een deel van elke uit te betalen termijn van het jaarlijkse ouderdomspensioen, mits het fonds binnen twee jaar na de scheidingsdatum het wettelijk voorgeschreven mel dingsformulier heeft ontvangen. Indien de scheidingsdatum vóór 27 november 1981 ligt dient het meldingsformulier heeft vóór 1 mei 1997 te zijn ontvangen.
3. Het in het tweede lid bedoelde deel, bedraagt de helft van het ouderdomspensioen dat waarop volgens dit reg lement aanspraak zou hebben bestaan indien de deelnemer/gewezen deelnemer/deelnemer/ gepensioneerde uitsluitend gedurende de deelnemingsperiode tussen de huwelijkssluiting en de scheidingsdatum bij zou hebben deelgenomen aan het fonds heeft opgebouwd vermeerderd met de daarover verleende verleend e verhogingen ingevolge artikel 1315A. Indien de scheidingsdatum vóór 27 november 1981 ligt en er ook overigens aan de in de Wet Pensioenverevening genoemde vereisten wordt voldaan, bedraagt het gedeelte een kwart.
4. De deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde gepensi oneerde en zijn (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) kunnen bij huwelijkse voorwaarden of in een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding scheiding, afwijken van het gestelde in het derde lid wat betreft de deelnemingsperiode die bij de berekening in aanmerking wordt w ordt genomen en wat betreft het percentage van de berekende aanspraken dat aan de (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) wordt toegekend. Dit binnen het kader van de in de Wet Pensioenverevening gestelde voorwaarden.
5. De partners echtgenoten kunnen bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheidingechtscheiding, overeenkomen dat het recht van de gewezen partner echtgeno(o)t(e) op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen tezamen met het recht op bijzonder partnerpensioen weduwen - weduwnaarspensioen wordt geconverteerd in een recht op eigen ouderdomspensioen op naam van de gewezen partner echtgeno(o)t(e), onder de voorwaarden als omschreven in artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheidingPensioenverevening. Deze overeenkomst is slechts geldig indien het fonds zijn schriftelijke goedkeuring goed keuring aan deze conversie hecht. De conversie moet voor het fonds verzekeringstechnisch neutraal zijn. Het bestuur van het fonds kan aan zijn goedkeuring voorwaarden verbinden.
6. Conversie, als omschreven in het vorige lid, heeft geen invloed op de hoogte hoog te van het wezenpensioen, het weduwen -weduwnaarspensioen ten gunste van een nieuwe echtgeno(o)t(e) van de deelnemer, het partnerpensioen ten gunste van een nieuwe partner van de deelnemer en de opbouw van het ouderdomspensioen door de deelnemer na de scheidingsdatumschei dingsdatum. Deze worden vastgesteld alsof de gewezen (gewezen) echtgeno(o)t(e) of partner als bedoeld in artikel 1, vierde lid, sub b, onder II de aanspraak op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen en de aanspraak op bijzonder partnerpensioen weduwen -weduwnaarspensio en heeft behouden.
7. Het gedeelte van het ouderdomspensioen waarop ten behoeve van de (gewezen) partner echtgeno(o)t(e) een recht op uitbetaling is ontstaan, dan wel danwel de geconverteerde aanspraak op een eigen ouderdomspensioen, wordt vanaf de scheidingsdatum jaarlijks jaarli jks verhoogd met eenzelfde percentage als waarmee de premievrije aanspraken worden verhoogd. Vanaf de ingangsdatum van het pensioen worden verhogingen verleend conform de ingegane pensioenen.
8. De uitkering van een op basis van dit artikel toegekende aanspraak aan spraak gaat in op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemerpensioendatum, dan wel danwel in geval van conversie op de eerste van de maand waarin de gewezen partner (gewezen) echtgeno(o)t(e) de 68- 65-jarige leeftijd bereikt. De uitkering gaat echter niet eerder in dan met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgend volg end op de datum waarop het meldingsformulier is ontvangen.
9. Indien geen conversie heeft plaatsgevonden wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de (gewezen) partnerechtgeno(o)t(e), doch niet eerder dan vanaf de pensioeningangsdatumpensioendat um, het gehele ouderdomspensioen weer aan de gepensioneerde uitbetaald.
10. Indien conversie heeft plaatsgevonden is het bestuur bevoegd om in het kader van waardeoverdracht de aanspraken op eigen ouderdomspensioen vermeerderd met de verleende verhogingen ingevolge artikel 1315A, van de gewezen partner echtgeno(o)t(e) te vervangen door de uitkering van een bedrag ineens.. Hierbij gelden de gelijke voorwaarden als genoemd in artikel 17A.
11. Het fonds verstrekt de deelnemer/deelnemer/ gewezen deelnemer/deelnemer/ gepensioneerde en zijn (( gewezen) partner echtgeno(o)t(e) een opgave van de aanspraken die op grond van dit artikel zijn verkregen.
12. Het fonds kan de kosten van een verevening in rekening brengen bij de deelnemer/gewezen deelnemer/deelnemer/ gepensioneerde en zijn (gewezen) partner, dan wel in mindering brengen op de aan hen uit te betalen bedragenechtgeno(o)t(e).
13. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing in geval van beëindiging van een geregistreerd partnerschap. In plaats van “de huwelijkssluiting” wordt dan gelezen “het aangaan van het geregistreerd partnerschap” en in plaats van “huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding” wordt dan gelezen “partnerschapsvoorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de beëindiging van het geregistreerd partnerschap”.partner als bedoeld in artikel 1, vierde lid, sub b, onder I.
Appears in 1 contract
Samples: Pension Regulations
Verevening ouderdomspensioen na scheiding. 1. Dit artikel is van toepassing op een scheiding waarop de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing is. Dit houdt onder meer in dat een pensioen niet verevend wordt indien op de scheidingsdatum het deel van het pensioen, waarop recht op uitbetaling ontstaat, minder is dan het in artikel 66, eerste lid, van de Pensioenwet bedoelde bedrag.
2. De (gewezen) partner van de deelnemer, gewezen deelnemer dan wel de gepensioneerde krijgt een recht op uitbetaling van een deel van elke uit te betalen termijn van het jaarlijkse ouderdomspensioen, mits het fonds binnen twee jaar na de scheidingsdatum het wettelijk voorgeschreven meldingsformulier heeft ontvangen.
3. Het in het tweede lid bedoelde deel, bedraagt de helft van het ouderdomspensioen dat de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde gedurende de deelnemingsperiode tussen de huwelijkssluiting en de scheidingsdatum bij het fonds heeft opgebouwd vermeerderd met de daarover verleende verhogingen ingevolge artikel 13.
4. De deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner kunnen bij huwelijkse voorwaarden of in een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding afwijken van het gestelde in het derde lid wat betreft de deelnemingsperiode die bij de berekening in aanmerking wordt genomen en wat betreft het percentage van de berekende aanspraken dat aan de (gewezen) partner wordt toegekend. Dit binnen het kader van de in de Wet Pensioenverevening gestelde voorwaarden.
5. De partners kunnen bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding, overeenkomen dat het recht van de gewezen partner op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen tezamen met het recht op bijzonder partnerpensioen wordt geconverteerd in een recht op eigen ouderdomspensioen op naam van de gewezen partner onder de voorwaarden als omschreven in artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Deze overeenkomst is slechts geldig indien het fonds zijn schriftelijke goedkeuring aan deze conversie hecht. De conversie moet voor het fonds verzekeringstechnisch neutraal zijn. Het bestuur van het fonds kan aan zijn goedkeuring voorwaarden verbinden.
6. Conversie, als omschreven in het vorige lid, heeft geen invloed op de hoogte van het wezenpensioen, het partnerpensioen ten gunste van een nieuwe partner van de deelnemer en de opbouw van het ouderdomspensioen door de deelnemer na de scheidingsdatum. Deze worden vastgesteld alsof de gewezen partner de aanspraak op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen en de aanspraak op bijzonder partnerpensioen heeft behouden.
7. Het gedeelte van het ouderdomspensioen waarop ten behoeve van de (gewezen) partner een recht op uitbetaling is ontstaan, dan wel de geconverteerde aanspraak op een eigen ouderdomspensioen, wordt vanaf de scheidingsdatum jaarlijks verhoogd met eenzelfde percentage als waarmee de premievrije aanspraken worden verhoogd. Vanaf de ingangsdatum van het pensioen worden verhogingen verleend conform de ingegane pensioenen.
8. De uitkering van een op basis van dit artikel toegekende aanspraak gaat in op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer, dan wel in geval van conversie op de eerste van de maand waarin de gewezen partner de 68- jarige leeftijd bereikt. De uitkering gaat echter niet eerder in dan met ingang van de eerste dag van de tweede maand maan d volgend op de datum waarop het meldingsformulier is ontvangen.
9. Indien geen conversie heeft plaatsgevonden wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de (gewezen) partner, doch niet eerder dan vanaf de pensioeningangsdatum, het gehele ouderdomspensioen weer aan de gepensioneerde uitbetaald.
10. Indien conversie heeft plaatsgevonden is het bestuur bevoegd om in het kader van waardeoverdracht de aanspraken op eigen ouderdomspensioen vermeerderd met de verleende verhogingen ingevolge artikel 13, van de gewezen partner te vervangen door de uitkering van een bedrag ineens.
11. Het fonds verstrekt de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner een opgave van de aanspraken die op grond van dit artikel zijn verkregen.
12. Het fonds kan de kosten van een verevening in rekening brengen bij de deelnemer/gewezen deelnemer/gepensioneerde en zijn (gewezen) partner, dan wel in mindering brengen op de aan hen uit te betalen bedragen.
13. Het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing in geval van beëindiging van een geregistreerd partnerschap. In plaats van “de huwelijkssluiting” wordt dan gelezen “het aangaan van het geregistreerd partnerschap” en in plaats van “huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de scheiding” wordt dan gelezen “partnerschapsvoorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst gesloten met het oog op de beëindiging van het geregistreerd partnerschap”.
Appears in 1 contract
Samples: Pensioenreglement