Verplichtingen van de subsidieontvanger. 1. Onverminderd artikel 1.6 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. het verrichten van al het beheer dat noodzakelijk is voor de instandhouding van de natuurbeheertypen en landschapsbeheertypen en geen handelingen te verrichten of te gedogen die afbreuk doen aan de instandhouding daarvan;
b. er voor zorgdragen dat door of vanwege Gedeputeerde Staten monitoringswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd op het desbetreffende natuurterrein;
c. indien de subsidieontvanger een vergoeding ontvangt als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onder c, wordt de monitoring verricht overeenkomstig het monitoringsprogramma van de provincie;
d. het van zonsopgang tot zonsondergang kosteloos openstellen en toegankelijk houden van het desbetreffende natuurterrein op ten minste 358 dagen per jaar;
e. ervoor zorg te dragen dat namens Gedeputeerde Staten audits kunnen worden uitgevoerd in het kader van de naleving van de certificeringsvoorwaarden;
f. voor de gehele duur van de subsidie over een individueel certificaat of groepscertificaat te beschikken.
2. Onverminderd het eerste lid, heeft de subsidieontvanger die een toeslag ontvangt ten behoeve van het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onder d, de volgende verplichtingen:
a. het natuurterrein is voldoende toegankelijk en bevat voldoende wegen, vaarwegen of paden, die recreatief gebruik mogelijk maken;
b. de wegen, vaarwegen of paden als bedoeld onder a, worden onderhouden;
c. de subsidieontvanger verleent medewerking aan de markering en beheer van routes voor wandelen en fietsen in het kader van de landelijke wandelroutes, landelijke fietsroutes en knooppuntennetwerken voor wandelen en fietsen.
3. Onverminderd het eerste lid, heeft de subsidieontvanger die een toeslag ontvangt als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onder b, de volgende verplichtingen:
a. bij het in standhouden van het op het natuurterrein aanwezig natuurbeheertype wordt gebruik gemaakt van een of meerdere gescheperde schaapskuddes;
b. het gebruik van een of meerdere gescheperde schaapskuddes strekt zich uit over de gehele oppervlakte waarvoor de toeslag door Gedeputeerde Staten wordt verstrekt.
4. De subsidieontvanger is vrijgesteld van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder d, indien:
a. sluiting nodig is bij of krachtens de Wet natuurbescherming;
b. het terrein naar zijn aard buiten machte van de subsidieontvanger niet toegankelijk is;
c. er bescherming van de pe...
Verplichtingen van de subsidieontvanger. 1. In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de ASv wordt aan de SubSidieontvanger de verpliChting opgelegd om uiterlijk binnen 6 maanden na bekendmaking van de beSChikking tot SubSidieverlening met de geSubSidieerde aCtiviteiten te Starten.
2. De inStallatie van PV-panelen in het kader van de aCtiviteit waarvoor XxxXxxxx iS verleend moet binnen drie jaar na de dagtekening van de beSChikking tot SubSidieverlening zijn uitgevoerd.
3. De PV-panelen dienen in ieder geval gedurende de termijn van artikel 4:49 derde lid van de Algemene wet beStuurSreCht, geïnStalleerd te blijven.
Verplichtingen van de subsidieontvanger. In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de ASv worden aan de SubSidieontvanger de volgende verpliChtingen opgelegd:
a. het dak, het hemelwaterbaSSin of het parkeerterrein waarop de SubSidie betrekking heeft, wordt uiterlijk zeS maanden na bekendmaking van de beSChikking tot SubSidievaStStelling feitelijk aan de betrokken energieCoöperatie ter beSChikking geSteld;
b. De SubSidieontvanger draagt er zorg voor dat de PV-panelen op het beSChikbaar geStelde dak, hemelwaterbaSSin of parkeerterrein uiterlijk drie jaar na bekendmaking van de beSChikking tot SubSidievaStStelling door de energieCoöperatie geplaatSt en in werking geSteld zijn.
Verplichtingen van de subsidieontvanger. 1. In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de ASv wordt aan de SubSidieontvanger de verpliChting opgelegd om uiterlijk binnen 6 maanden na bekendmaking van de beSChikking tot SubSidieverlening met de geSubSidieerde aCtiviteiten te Starten.
2. De inStallatie van PV-panelen welke na uitvoering van de in artikel 20, eerSte lid genoemde aCtiviteiten zullen worden aangebraCht moet binnen drie jaar na de dagtekening van de beSChikking tot SubSidieverlening zijn uitgevoerd.
3. De PV-panelen dienen in ieder geval gedurende de termijn van artikel 4:49 derde lid van de Algemene wet beStuurSreCht, beveStigd blijven.
Artikel II De tekst van de Subsidieregeling Zonnig Zuid-Holland, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreden van dit besluit, blijft van toepassing op subsidies die voor de datum van inwerkingtreden van dit besluit zijn aangevraagd.
Artikel III Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.
Verplichtingen van de subsidieontvanger. 1. In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd dat de activiteit, bedoeld in artikel 2.4, binnen 3 jaar na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking is gerealiseerd.
2. In afwijking van het eerste lid geldt, indien de subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverleningsbeschikking, de dagtekening van de subsidievaststellingsbeschikking.
3. Indien de activiteit wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste of tweede lid en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij gedeputeerde staten tot verlenging met maximaal een jaar.
Verplichtingen van de subsidieontvanger. 1. In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd dat:
a. de verkenning en planstudie, bedoeld in artikel 2.62, eerste lid, onder a, binnen twee jaar na subsidieverlening worden afgerond;
b. het definitieve ontwerp, bedoeld in artikel 2.62 eerste lid, onder b, binnen twee jaar na subsidieverlening wordt afgerond;
c. de realisatie, bedoeld in artikel 2.62, eerste lid, onder c, binnen twee jaar na subsidieverlening wordt afgerond;
2. Indien de activiteit, bedoeld in het eerste lid, onder a, b of c, wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij gedeputeerde staten tot verlenging met maximaal een jaar.
Verplichtingen van de subsidieontvanger. Onverminderd artikel 12.3 en in aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
a. met toepassing van artikel 38, onderdeel c en onderdeel d, onder 2 van de Asv wordt in afwijking van artikel 21, eerste lid, onderdeel a van de Asv, een administratie bijgehouden en op verzoek overgelegd, van aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onderdeel b van de Awb;
b. de activiteit wordt uitgevoerd overeenkomstig het projectplan waarop de subsidieverlening betrekking heeft en uiterlijk voltooid op het bij de verlening bepaalde tijdstip;
c. één keer per periode van 12 maanden wordt een tussentijds voortgangsverslag over de activiteit overgelegd indien de lening € 25.000,00 of meer bedraagt en de periode van uitvoering van de activiteit meer dan 12 maanden bedraagt;
d. één keer per periode van 12 maanden wordt gedurende de looptijd van de lening een jaarrekening, waarin in ieder geval informatie wordt opgenomen waaruit het debiteurenrisico voor de provincie kan worden afgeleid, overgelegd, alsmede een opgave van het aantal overgezette passagiers, (brom)fietsen, auto’s, vrachtauto’s en bussen;
e. tenzij Gedeputeerde Staten anders bepalen wordt voor een veerproject dat leidt tot een nieuwe veerpont tot zekerheid van de terugbetaling van de lening en betaling van eventueel verschuldigde rente een recht van eerste hypotheek van 100% van de lening aan de provincie verschaft;
f. voor een veerproject dat leidt tot de renovatie van een veerpont wordt tot zekerheid van de terugbetaling van de lening en betaling van eventueel verschuldigde rente een recht van hypotheek, een pandrecht of een bankgarantie van ten minste 50% van de lening aan de provincie verschaft;
g. de nieuwe of gerenoveerde xxxxxxxx wordt gedurende zijn maximale technische of economische levensduur door de subsidieontvanger geëxploiteerd, of, bij het opzeggen of vervallen van het veerrecht, voor overdracht aangeboden aan de nieuwe veerexploitant.
Verplichtingen van de subsidieontvanger. De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
a. uitvoering vindt plaats in leefgebieden;
b. de subsidieontvanger doet uiterlijk op 15 december voorafgaand aan het beheerjaar per leefgebied of onderdeel van een leefgebied waarvoor is beschikt een opgave van de beheeractiviteiten op perceelsniveau in het daartoe door Gedeputeerde Staten aangewezen systeem;
c. de gekozen beheeractiviteit of combinatie van beheeractiviteiten past bij de beheerfunctie zoals beschikt en het bijhorende leefgebied zoals aangewezen in het natuurbeheerplan dat geldt voor het beheerjaar waarop de gekozen beheeractiviteit of beheeractiviteiten zien;
d. wijzigingen van activiteiten op perceelsniveau die gedurende het kalenderjaar optreden, en wijzigingen als bedoeld in onderdeel e, worden door de subsidieontvanger gemeld aan Gedeputeerde Staten door die wijzigingen binnen de termijnen, genoemd in bijlage 2 van de Beleidsregel verlagen subsidie NSP/GLB Plattelandsontwikkeling door te voeren via het onder b bedoelde systeem. De wijzigingen van activiteiten op perceelsniveau die gedurende het kalenderjaar optreden, kunnen tot uiterlijk 30 september van het lopende beheerjaar worden doorgevoerd;
e. wijzigingen bestaande uit het toevoegen van percelen met de daarbij horende uit te voeren beheeractiviteit worden door de subsidieontvanger in het lopende beheerjaar doorgevoerd via het in onderdeel b bedoelde systeem. De subsidieontvanger voert deze wijzigingen uiterlijk door op 15 mei;
x. xxxxxxxxxxx bestaande uit het terugtrekken van percelen met de daarbij horende beheeractiviteit zijn mogelijk tot en met 30 september, via het in onderdeel b bedoelde systeem, tenzij artikel 7 van Verordening (EU) nr. 2022/1173 zich tegen de wijziging verzet;
g. de subsidieontvanger dient uiterlijk 1 oktober van ieder kalenderjaar een verantwoording in waarin is beschreven:
1°. welke activiteiten als bedoeld onder b, daadwerkelijk zijn uitgevoerd;
Verplichtingen van de subsidieontvanger. 1. In aanvulling op de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van de Asv wordt aan de subsidieontvanger één van de volgende verplichtingen op gelegd:
a. de gronden waarop het te verplaatsen landbouwbedrijf wordt uitgeoefend worden verkocht en in eigendom overgedragen vrij van enig gebruiksrecht aan de provincie Utrecht;
b. ten laste van de gronden waarop het te verplaatsen landbouwbedrijf wordt uitgeoefend wordt een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek gevestigd, waarin wordt opgenomen dat de eigenaar van de grond de betreffende grond niet gebruikt of doet gebruiken als landbouwgrond en overigens datgene nalaat wat de reductie van stikstofemissie in gevaar brengt;
c. ten laste van de gronden waarop het te verplaatsen landbouwbedrijf wordt uitgeoefend wordt een kwalitatieve verplichting gevestigd ten gunste van de provincie Utrecht, teneinde de met deze gronden te realiseren natuurdoelen te borgen, indien de eigenaar van het landbouwbedrijf deze gronden wenst in te richten en te beheren als natuur.
2. In aanvulling op het eerste lid worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
a. de toestemming voor de landbouwactiviteit van het te verplaatsen landbouwbedrijf wordt op verzoek van de vergunninghouder ingetrokken door het daartoe bevoegde gezag waarbij de vergunninghouder de vrijgekomen depositieruimte niet mag gebruiken voor extern salderen of anderszins inzetten als mitigerende maatregel;
b. de subsidieontvanger realiseert de hervestiging van een volwaardig landbouwbedrijf op de hervestigingslocatie binnen 24 maanden na de datum van het besluit tot subsidieverlening.
3. De kwalitatieve verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, wordt bij notariële akte opgemaakt en ingeschreven in de openbare registers.
Verplichtingen van de subsidieontvanger. In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de ASv worden aan de SubSidieontvanger de volgende verpliChtingen opgelegd:
a. het dak of de daken waarop de SubSidie betrekking heeft, wordt uiterlijk zeS maanden na bekendmaking van de beSChikking tot SubSidievaStStelling feitelijk aan de betrokken energieCoöperatie ter beSChikking geSteld;
b. de plaatSing van de PV-panelen op het beSChikbaar geStelde dak iS uiterlijk twee jaar na bekendmaking van de beSChikking tot SubSidievaStStelling voltooid en in werking geSteld.