Vissen Voorbeeldclausules

Vissen. Het is verboden te vissen zonder voorafgaandelijke vergunning van de burgemeester in de door het gemeentebestuur beheerde oppervlaktewateren van de openbare ruimte.
Vissen. Direct ten noorden van Groenekan (A27) liggen watergangen waarin kleine modderkruiper voorkomt. In de plas ten westen van parkeerplaats De Haar (A1) is de kleine modderkruiper (Tabel 2 Ff-wet) aangetroffen. Tevens is deze soort waargenomen in de polders ten noorden en ten zuiden van de A1 tussen Aansluiting Eembrugge en Aansluiting Bunschoten-Spakenburg. Gezien de bermsloten in verbinding staan met de achtergelegen polders, kan niet worden uitgesloten dat kleine modderkruiper sporadisch in de bermsloten kan worden aangetroffen. Doordat het hier slechts om enkele exemplaren gaat en de soort geen afnemende trend kent, komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar. Namelijk, aangezien het waterrijk gebied is kan de soort in het hele gebied van laag Utrecht en laag Noord-Holland voorkomen. De grote modderkuiper (Tabel 3 Ff-wet, AMvB) is waargenomen in de polder ten zuiden van de A1 tussen Aansluiting Eembrugge en Aansluiting Bunschoten-Spakenburg. Gezien de bermsloten in verbinding staan met de achtergelegen polders, kan niet worden uitgesloten dat grote modderkruiper sporadisch gebruik maakt van de bermsloten. Bittervoorn (Tabel 3 Ff-wet, AMvB) is juist buiten het plangebied aangetroffen op Aansluiting Bunschoten-Spakenburg, ten oosten van de N199 en ten zuiden van de A1. Hierdoor kan niet worden uitgesloten dat bittervoorn sporadisch gebruik kan maken van de bermsloten binnen het plangebied. In diverse bermsloten zijn zwanenmossels aangetroffen, welke essentieel zijn voor de voortplanting van de bittervoorn. Vrijstelling voor overtredingen van verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet, die het gevolg kunnen zijn van de ingreep, is ten aanzien van kleine modderkruiper, bittervoorn en grote modderkruiper niet mogelijk. Een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is in ieder geval noodzakelijk.
Vissen. De Wet windenergie op zee hanteert dezelfde soortenlijst als de Wet natuurbescherming (Wnb). Onder de Wnb is de bescherming van alle zeevissoorten die onder de Flora- en faunawet nog beschermd waren, vervallen. Dat betekent dat in windenergiegebied Hollandse Kust (west) geen vissoorten aanwezig zijn die onder de Wnb (of de Wwoz) beschermd zijn. De bouw en exploitatie van een windpark in windenergiegebied Hollandse Kust (west) leidt daardoor ten aanzien van vissen niet tot een overtreding van verbodsbepalingen.
Vissen. Onder de Wet natuurbescherming (Wnb) vervalt de bescherming van alle vissoorten die in het plangebied voorkomen die onder de Flora- en faunawet nog beschermd waren. De Wet windenergie op zee hanteert dezelfde soortenlijst als de Wnb. Aangezien daarmee met betrekking tot vissen effecten van een windpark in windenergiegebied Hollandse Kust (west) zijn uitgesloten, zijn ook cumulatieve effecten niet aan de orde. Daarnaast zal de komst van windturbines en bestorting waarschijnlijk een positief effect op de biodiversiteit van de visgemeenschap hebben omdat nieuwe (hard substraat) habitattypes worden aangebracht (hoewel dit tot op heden nog niet is aangetoond).
Vissen. Vissoorten (CR 00, XX 00, XX 00X, XX 00, XX 00).
Vissen. 2. Voor het vissen in ons water is ingevolge de wettelijke bepalingen, voor personen ouder dan veertien jaar, een visvergunning verplicht. (Ook indien u slechts een enkele keer een hengel uitwerpt). Dit geldt voor het gehele jaar. Voor bewoners en hun gezinsleden is een jaarvergunning verkrijgbaar. Voor bezoekers is een jaarvergunning mogelijk in combinatie met een bezoekersabonnement. Vissen zonder visvergunning is dus niet toegestaan.
Vissen. In de Oosterschelde leven tientallen soorten streng beschermde zeevissen, waaronder Honds- haai, Kathaai, Gevlekte gladde haai, Blauwe haai, Harnasmannetje, Botervis, Groene zeedonder- pad, Gevlekte lipvis, Zwartooglipvis, Trekkersvis, Zwarte grondel, Grote koornaarvis, Dikkopje en Pitvis. Quickscan FF-wet en voortoets NB-wet strandhuisjes Roompot, Kamperland 13 Een aantal van deze streng beschermde vissoorten zullen in zee bij het plangebied voorkomen. In de Sophiahaven is een aantal vissoorten gezien waaronder Geep en Blonde grondel; deze soorten hebben geen bijzondere beschermingsstatus. Met name in de haven kunnen enkele beschermde soorten worden verwacht. De ingreep heeft geen directe invloed op het voorkomen van de vissen. De naar verwachting licht toegenomen recreatiedruk op het water wordt niet gezien als een bedreiging voor de instandhouding van de functionaliteit voor streng beschermde vissoorten nabij het plangebied.
Vissen. Art. 148
Vissen. Uit onderzoek (FLOW27, 2018) is gebleken dat nabij de Hagesteinsebrug grote modderkruiper voorkomt in de sloten ten noordwesten van de Hagesteinsebrug (Figuur 18). Deze watergang heeft vrij steile oevers en wordt jaarlijks onderhouden in verband met een afvoerende functie. Alleen de laatste paar meters (ongeveer 10 meter) richting de Lekdijk aan de zuidkant zijn meer verland met o.a. riet en een kleinere waterlaag. Gezien het intensieve karakter van de sloot vormt het overgrote deel geen optimaal leefgebied van de grote modderkruiper. Het regelmatige beheer zorgt voor beperkte ontwikkeling van vegetatie en verlandingsstadia en het gebrek aan gradiënt in oeverzones maakt dat de watergang zeer waarschijnlijk niet geschikt is als voortplantingslocatie. Het gebied rondom het plangebied betreft weilandgebied, hierbinnen zijn veel vergelijkbare sloten aanwezig, waardoor het gebied geschikt is voor grote modderkruiper. In de verdere omgeving is voor grote modderkruiper al veel direct aangrenzend leefgebied verloren gegaan als gevolg van de aanleg van bedrijventerrein het Klooster, verbreding van de Lek en de 3de sluiskolk voor de Prinses Beatrixsluis, zie ook de waarnemingen ter hoogte van het bedrijventerrein uit 2016 in Figuur 18. Voor deze projecten is in 2015 een compensatiegebied ingericht in het kader van een ontheffingsaanvraag (de Bruin & Herder, 2015). Hierdoor is het huidige leefgebied ten westen van de A27 kleiner geworden en daarmee ook vrij geïsoleerd geraakt ten opzichte van leefgebieden in de omgeving. Uitwisseling tussen de verschillende locaties/watersystemen is gezien de vele watergangen niet uit te sluiten, maar de diverse duikers en het beperkte verbindingen tussen de watersystemen maken het onwaarschijnlijk dat er regelmatige uitwisseling plaatsvindt. Verspreid in de omgeving komen dus zeer lokale populaties van de grote modderkruiper voor met beperkte onderlinge uitwisseling.
Vissen. In de realisatiefase worden mitigerende maatregelen getroffen om overtreding van de verbodsbepalingen te voorkomen of te beperken. Samengevat zijn dit de volgende maatregelen: Voordat de werkzaamheden beginnen zal er eenmalig natuurvrij worden gemaakt. Eenmalig dempen heeft geen trillingen-, licht en geluidseffect op de soort. Voor het dempen worden individuen gevangen en verplaatst. Het natuurvrij maken zal onder ecologische begeleiding gebeuren, waarbij de sloten worden uitgebaggerd, de bagger gecheckt wordt op individuen en er uiteindelijk een controle van de sloot zal plaatsvinden. Natuurvrij maken vindt plaats tijdens de minst kwetsbare periode, te weten september-oktober. Tijdens natuurvrij maken wordt gewerkt volgens onderstaande stappen: • Maaien van oevervegetatie zodat de dieren zich verplaatsen; • Sloten uitbaggeren en de bagger op de kant uitzoeken; • Wegvangen van grote modderkruipers door ter zake kundige; • In één richting dempen; • De periode van dempen is afhankelijk van de functie van de sloot; • Ondiepe sloten (diepte < 40cm), die voortplantingshabitat vormen, dempen tussen begin september en eind oktober; • Diepere watergangen (diepte > 40 cm, winterhabitat) dempen in de periode september tot en met oktober. Het treffen van mitigerende maatregelen voor de grote modderkruiper heeft tot gevolg dat overtreding van verbodsbepaling artikel 3.10 lid 1a voorkomen wordt (het opzettelijk doden wordt voorkomen). Het verbod op het vernielen van voortplantingsplaatsen en/of (winter)rustplaatsen (artikel 3.10 lid 1b) kan niet voorkomen worden, er vindt immers demping van sloten plaats.