Warmtepomp. De appartementen worden aangesloten op een individueel warmtepompsysteem. Dit warmtepompsysteem verzorgt de bereiding van warm water binnen het appartement, evenals de verwarming. Daarnaast kan het warmtepompsysteem in de zomerperiode ook enigszins zorgen voor koeling van de vloer. • De gesloten bron bevindt zich op de kavel, onder dan wel nabij het gebouw. De boordiepte is afhankelijk van de benodigde capaciteit. • In de warmtepompunit is een elektrisch element geïntegreerd. Dit element doet dienst als back-up (indien de compressor defect is of het bronsysteem niet functioneert), en als boilerboost, om naar keuze het voorraadvat snel op te warmen met de compressor en het elektrisch element. • Het type warmtepomp wordt bepaald op basis van de grote van de appartementen. De warmtepomp en boiler zijn is opgesteld in de technische ruimte. • Het voorraadvat behorend bij de warmtepomp installatie bevat 120 liter warm water en wordt geplaatst in de technische ruimte. • Verwarming van de ruimten geschiedt d.m.v. vloerverwarming (laagtemperatuurverwarming). Er mag niet in de vloer worden geboord of gehakt. • Doordat de hoeveelheid aan te brengen vloerverwarming in de badkamer vaak ontoereikend is om de gewenste ruimtetemperatuur te bereiken kan elektrische bijverwarming in de badkamer noodzakelijk zijn. • De temperatuurregeling geschiedt door kamerthermostaat centraal in de woonkamer. De temperatuurregeling kan per verblijfsruimte geregeld worden. Elke verblijfsruimte is voorzien van een draadloze ruimtethermostaat. Binnen nieuwbouwwoningen zijn beperkte temperatuurverschillen tussen de ruimtes onderling mogelijk. • De hieronder vermelde temperaturen moeten conform de eisen van het SWK, bij gelijktijdig functioneren van alle, onder verantwoordelijkheid van de ondernemer geplaatste verwarmingselementen en gesloten ramen en deuren behaald en behouden kunnen worden tot ten minste een buitentemperatuur van -10 °C (uitgegaan van het niet toepassen van nachtverlaging). Onderstaande temperaturen zijn gebaseerd op een vloerafwerking van tapijt met een Rc-waarde van 0,09m2K/W. o Woonkamer en keuken: 22 graden o Badkamer: 22 graden o Interne verkeersruimten: 18 graden o Toilet: 18 graden o Slaapkamers: 22 graden o Inpandige bergruimte: 15 graden
Warmtepomp. Uw woning is voorzien van een individuele lucht-/water warmtepomp. Dit is een nieuw verwarmingssysteem. Het toepassen van een individuele lucht/warmtepomp met een geïntegreerd boilervat heeft een aantal consequenties voor uw tapwater gebruik. Door de boiler zijn er consequenties in het dagelijks gebruik van de installatie in uw woning ten aanzien van het beschikbare hoeveelheid tap/douchewater. Dit is mede afhankelijk van de wijzigingen van het type douchekop en/of gebruik van een bad. Om een langere douchetijd te realiseren of wanneer u een bad plaats is het voor de rijwoningen optioneel mogelijk om de standaard installatie uit te laten breiden door middel van een extra boiler. De 2^1 woningen zijn reeds voorzien van deze extra boiler. Uw woonconsulent zal tijdens het kopersgesprek hierover aan de hand van een schema meer informatie verstrekken.
Warmtepomp. Op de aansluiting van ENGIE wordt een warmtepomp aangesloten in combinatie met een boilervat. Indien u deze warmtepomp van ENGIE afneemt verzorgt ENGIE de installatie en het onderhoud van de warmtepomp. Het systeem van WKO-aansluiting en warmtepomp wordt door derden aangesloten op de Afnemersinstallatie. De Afnemersinstallatie dient zodanig te worden ontworpen dat er altijd voldoende afnamecapaciteit is voor de warmtepomp. Daarvoor dient minimaal 50% procent van het verwarmde vloeroppervlak altijd open te staan, en dus vrij te zijn van na-regeling. Indien er toch na-regeling wordt aangebracht dient er een regeltechnische voorziening te worden opgenomen om voldoende vermogensafname te garanderen, of moet er een buffervat en pomp te worden geplaatst (van ca. 100 L).
Warmtepomp. Een warmtepomp dient minimaal als hoofdvoorziening van warm tapwater voor een woning. Aanvullend kan de warmtepomp bestemd zijn als hoofd- of basisruimteverwarming van een woning en niet primair gericht op actieve koeling. De warmtepomp onttrekt warmte aan de bodem, het grondwater, het oppervlaktewater of de buitenlucht, of ventilatieafvoerlucht. De bron bepaalt voor een belangrijk deel het rendement. Aircosystemen en lucht-lucht warmtepompen zijn niet te financieren. Bij de aanvraag dient een omschrijving van de warmtepomp, voorzien van het merk en type, aangeleverd te worden. Indien de kosten voor de warmtepomp minder dan 1/3 van het totale leningbedrag uitmaken, kan er een 20-jarige Energiebespaarlening worden verstrekt. In andere gevallen kan er een Energiebespaarlening met een looptijd van maximaal 15 jaar worden verstrekt.
Warmtepomp. Artikel 37