Aanwijzing en verlening van vergunningen Voorbeeldclausules

Aanwijzing en verlening van vergunningen. 1. Elke partij heeft het recht door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de luchtvaartautoriteiten van de andere partij langs diplomatieke weg een of meer luchtvaartmaatschappijen aan te wijzen voor het exploi- teren van de overeengekomen diensten in overeenstemming met dit Verdrag en deze aanwijzing in te trek- ken of te wijzigen. 2. Na ontvangst van een dergelijke aanwijzing en van aanvragen van de aangewezen luchtvaartmaatschap- pij, in de vorm en op de wijze die is voorgeschreven voor exploitatievergunningen, verleent de andere partij de desbetreffende exploitatievergunningen met een zo gering mogelijke procedurele vertraging, mits: a. de aangewezen luchtvaartmaatschappij daadwerkelijk gecontroleerd wordt door de partij die de lucht- vaartmaatschappij aanwijst; b. een wezenlijk deel van de eigendom van en het daadwerkelijk toezicht op de luchtvaartmaatschappij berusten bij de partij die de luchtvaartmaatschappij aanwijst en/of bij haar onderdanen;‌ c. de aangewezen luchtvaartmaatschappij in staat is te voldoen aan de in de wetten en voorschriften ge- stelde voorwaarden die de partij die de aanwijzing(en) ontvangt gewoonlijk toepast op de exploitatie van internationale luchtdiensten; en d. de partij die de luchtvaartmaatschappij aanwijst de in artikel 13 (Veiligheid van de luchtvaart) en artikel 14 (Beveiliging van de luchtvaart) vervatte normen handhaaft en toepast. 3. Na ontvangst van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde exploitatievergunning, kan de aangewezen luchtvaartmaatschappij op elk moment, geheel of ten dele, een aanvang maken met de exploitatie van de overeengekomen diensten, mits zij de bepalingen van dit Verdrag naleeft.
Aanwijzing en verlening van vergunningen. 1. Elke verdragsluitende partij heeft het recht langs diplomatieke weg bij een schriftelijke kennisgeving aan de andere verdragsluitende partij een of meer luchtvaartmaatschappijen aan te wijzen voor de exploitatie van internationale luchtdiensten op de in de bijlage omschreven routes en een eerder aangewezen luchtvaart- maatschappij te vervangen door een andere luchtvaartmaatschappij. 2. Na ontvangst van een dergelijke kennisgeving verleent elke verdragsluitende partij onverwijld aan elke aldus door de andere verdragsluitende partij aangewezen luchtvaartmaatschappij de vereiste exploitatiever- gunningen, tenzij zij er niet van overtuigd is dat: a. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Europese deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden: i. de luchtvaartmaatschappij op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden gevestigd is over- eenkomstig de verdragen inzake de Europese Unie en beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met het recht van de Europese Unie; en ii. de lidstaat van de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de afgifte van het bewijs luchtvaartex- ploitant daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft en de desbe- treffende luchtvaartautoriteit duidelijk wordt vermeld in de aanwijzing; en iii. de luchtvaartmaatschappij rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van en daadwer- kelijk onder toezicht staat van lidstaten van de Europese Unie of de Europese Vrijhandelsassociatie en/of van onderdanen van deze staten; b. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Caribische deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden: i. de luchtvaartmaatschappij in het Caribische deel van Nederland gevestigd is en beschikt over een gel- dige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving voor het Caribische deel van Nederland, en ii. het toezicht op de luchtvaartmaatschappij daadwerkelijk wordt uitgeoefend door Nederland, en iii. de luchtvaartmaatschappij rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van en daadwer- kelijk onder toezicht staat van inwoners van het Caribische deel van Nederland; c. in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door de Republiek Panama: i. de luchtvaartmaatschappij gevestigd is op het grondgebied van de Republiek Panama en beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving van de Republ...
Aanwijzing en verlening van vergunningen en artikel 4 (Intrekking en beperking van vergunningen)
Aanwijzing en verlening van vergunningen. 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij heeft het recht door middel van een schriftelijke kennisgeving langs diplomatieke weg aan de andere Overeenkomstsluitende Partij een luchtvaartmaatschappij aan te wijzen voor de exploitatie van luchtdiensten op de omschreven routes en de eer- der aangewezen luchtvaartmaatschappij te vervangen door een andere luchtvaartmaatschappij. 2. Na ontvangst van bedoelde kennisgeving verleent de andere Partij, met inachtneming van het bepaalde in het derde en vierde lid van dit artikel, zonder uitstel de vereiste exploitatievergunningen aan de aange- wezen luchtvaartmaatschappij. 3. De luchtvaartautoriteiten van de andere Partij kunnen verlangen dat een door de ene Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij te hunnen genoegen aantoont dat zij voldoet aan de voorwaarden zoals die zijn voorgeschreven krachtens de wetten en voorschriften, die gewoonlijk en redelijkerwijs door zodanige autoriteiten worden toegepast op de exploi- tatie van internationale luchtdiensten. 4. Elke Partij heeft het recht de in het tweede lid van dit artikel genoemde exploitatievergunning te weigeren of daaraan die voorwaar- den te verbinden, die zij noodzakelijk acht in die gevallen waarin niet naar haar genoegen is aangetoond dat een aanmerkelijk deel van de eigendom van en het daadwerkelijk toezicht op de luchtvaartmaatschap- pij berusten bij de Partij die de luchtvaartmaatschappij aanwijst, of bij onderdanen, die ingezetenen zijn van die Partij of van beide.
Aanwijzing en verlening van vergunningen. 1. Elke Verdragsluitende Partij heeft het recht door middel van een schriftelijke kennisgeving langs diplomatieke weg aan de andere Verdrag- duct of international air transportation by the designated airline of the other Contracting Party: a) the right to fly across its territory without landing; b) the right to make stops in its territory for non-traffic purposes; and c) while operating an agreed service on a specified route, the right to make stops in its territory for the purpose of taking up and discharging international traffic in passengers, cargo and mail, separately or in com- bination. 2. Nothing in paragraph 1 of this Article shall be deemed to grant the right for one Contracting Party’s airline to participate in air transporta- tion between points in the territory of the other Contracting Party. 1. Each designated airline may on any or all flights on the agreed ser- vices and at its option, change aircraft in the territory of the other Con- tracting Party or at any point along the specified routes, provided that: a) aircraft used beyond the point of change of aircraft shall be sched- uled in coincidence with the inbound or outbound aircraft, as the case may be; b) in the case of change of aircraft in the territory of the other Con- tracting Party and when more than one aircraft is operated beyond the point of change, not more than one such aircraft may be of equal size and none may be larger than the aircraft used on the third and fourth freedom sector. 2. For the purpose of change of aircraft operations, a designated air- line may use its own equipment and, subject to national regulations, leased equipment, and may operate under commercial arrangements with another airline. 3. A designated airline may use different or identical flight numbers for the sectors of its change of aircraft operations. 1. Each Contracting Party shall have the right by written notification through diplomatic channels to the other Contracting Party to designate sluitende Partij een luchtvaartmaatschappij aan te wijzen voor de exploi- tatie van luchtdiensten op de in de Bijlage omschreven routes en een eer- der aangewezen luchtvaartmaatschappij te vervangen door een andere luchtvaartmaatschappij. 2. Na ontvangst van bedoelde kennisgeving verleent elke Verdrag- sluitende Partij onverwijld aan de aldus door de andere Verdragsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij, met inachtneming van de bepalingen van dit artikel, de vereiste exploitatievergunningen. 3. Na ontv...
Aanwijzing en verlening van vergunningen. 1. Elke verdragsluitende partij heeft het recht door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de lucht- vaartautoriteiten van de andere verdragsluitende partij langs diplomatieke weg een of meer luchtvaartmaat- schappijen aan te wijzen voor het exploiteren van de overeengekomen diensten in overeenstemming met dit Verdrag en deze aanwijzingen in te trekken of te wijzigen. 2. Na ontvangst van een dergelijke aanwijzing en van de aanvraag van de aangewezen luchtvaartmaatschap- pij, in de vorm en op de wijze die is voorgeschreven voor exploitatievergunningen en technische vergunnin- gen, verleent elke verdragsluitende partij de desbetreffende exploitatievergunningen met een zo gering mogelijke procedurele vertraging teneinde de in artikel 3 van dit Verdrag omschreven rechten te kunnen uit- oefenen, mits: a. in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door de Staat Koeweit: i. de luchtvaartmaatschappij haar voornaamste plaats van bedrijfsuitoefening heeft op het grondge- bied van de Staat Koeweit; ii. de Staat Koeweit daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft en de luchtvaartmaatschappij beschikt over een geldig bewijs luchtvaartexploitant afgegeven door de Staat Koeweit; iii. de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de Staat Koeweit de in artikel 15 en artikel 16 van dit Verdrag vervatte bepalingen naleeft; en iv. de aangewezen luchtvaartmaatschappij in staat is te voldoen aan de in de wetten en voorschriften gestelde voorwaarden die Sint Maarten gewoonlijk toepast op de exploitatie van internationale luchtvervoerdiensten. b. in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door Sint Maarten: i. de luchtvaartmaatschappij haar voornaamste plaats van bedrijfsuitoefening heeft op het grondge- bied van Sint Maarten; ii. Sint Maarten daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft en de luchtvaartmaatschappij beschikt over een geldig bewijs luchtvaartexploitant afgegeven door Sint Maarten; iii. Sint Maarten de in artikel 15 en artikel 16 van dit Verdrag vervatte bepalingen naleeft; en iv. de aangewezen luchtvaartmaatschappij in staat is te voldoen aan de in de wetten en voorschriften gestelde voorwaarden die de Staat Koeweit gewoonlijk toepast op de exploitatie van internationale luchtvervoerdiensten. 3. Na ontvangst van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde exploitatievergunning, kan een aangewe- zen luchtvaartmaatschappij op elk moment een aanvang maken met de exploitat...
Aanwijzing en verlening van vergunningen. Elke verdragsluitende partij heeft het recht langs diplomatieke weg bij een schriftelijke kennisgeving aan de andere verdragsluitende partij een luchtvaartmaatschappij aan te wijzen voor de exploitatie van interna- tionale luchtdiensten op de in de Bijlage omschreven routes en een eerder aangewezen luchtvaartmaat- schappij te vervangen door een andere luchtvaartmaatschappij.
Aanwijzing en verlening van vergunningen en artikel 4 (Intrekking en schorsing van vergunningen) 1 Besluit, 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie (PbEU 2013, L 344 van 19-12-2013). Het Verdrag schept voor de verdragsluitende partijen de mogelijkheid tot meervoudige aanwijzing en legt de voorwaarden vast waaraan de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van elke verdragsluitende partij moeten voldoen om in aanmerking te komen voor aanwijzing onder het Verdrag. Daarnaast zijn de artikelen 3 en 4, conform de eerdergenoemde uitspraak van het Europese Hof van Justitie, zodanig geformuleerd dat ook een in het Europese deel van Nederland gevestigde luchtvaartmaatschappij afkomstig uit een andere EU-Lidstaat door Nederland kan worden aangewezen (artikel 3) of, waar nodig, de vergunning kan worden geweigerd, ingetrokken, opgeschort of beperkt of hieraan voorwaarden kunnen worden verbonden (artikel 4), bijvoorbeeld als niet (langer) aan de vereisten voor eigendom wordt voldaan of de operaties niet (langer) plaatsvinden overeenkomstig standaarden uit het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Stb. 1947, H 165 en Trb. 1959, 45) (Verdrag van Chicago). Tenslotte is voorzien in de mogelijke aanwijzing van luchtvaartmaatschappijen gevestigd in CN. Zie hiervoor ook paragraaf 2 (Reikwijdte) van deze toelichtende nota.

Related to Aanwijzing en verlening van vergunningen

  • Dienstverlening en beschikbaarheid C.6.1 Alle diensten van Opdrachtnemer worden uitgevoerd op basis van een inspanningsverplichting, tenzij en voor zover in de Schriftelijke Overeenkomst Opdrachtnemer uitdrukkelijk een resultaat heeft toegezegd en het betreffende resultaat tevens met voldoende bepaaldheid is omschreven. C.6.2 De elektronische transmissie van gegevens van Opdrachtgever in het kader van de Diensten, op welke wijze dan ook, geschiedt voor risico en rekening van Opdrachtgever. C.6.3 Opdrachtnemer is nimmer gehouden om de op afstand beschikbaar gestelde applicaties tevens op een fysieke gegevensdrager (bijv. cd of usb-stick) te leveren aan Opdrachtgever. C.6.4 Indien de Diensten (mede) geleverd worden via Diensten en/of netwerken van Opdrachtnemer, zal Opdrachtnemer zich inspannen om daarbij zo min mogelijk downtime te laten bestaan. C.6.5 Opdrachtnemer biedt geen garanties over de precieze hoeveelheid uptime, tenzij anders is overeengekomen in de offerte middels een als zodanig aangeduide SLA. Voor zover niet in een toepasselijke SLA anders is bepaald, geldt dit artikel. C.6.6 Behoudens tegenbewijs zal de door Opdrachtnemer gemeten beschikbaarheid en serviceniveau gelden als volledig bewijs. C.6.7 Opdrachtnemer zal zich inspannen om te zorgen dat Opdrachtgever gebruik kan maken van de netwerken die direct of indirect verbonden zijn met het netwerk van Opdrachtnemer. Opdrachtnemer kan echter niet garanderen dat deze netwerken op enig moment beschikbaar zijn. Aan het gebruik van netwerken van derden kunnen wettelijke en contractuele voorwaarden verbonden zijn. Opdrachtnemer zal zich inspannen om Opdrachtgever hierover tijdig te informeren. C.6.8 Indien naar het oordeel van Opdrachtnemer een gevaar ontstaat voor het functioneren van de Diensten of het netwerk van Opdrachtnemer of derden en/of van de dienstverlening via een netwerk, in het bijzonder door overmatig verzenden van e-mail of andere gegevens, slecht beveiligde Diensten of activiteiten van virussen, trojans en vergelijkbare software, is Opdrachtnemer gerechtigd alle maatregelen te nemen die zij redelijkerwijs nodig acht om dit te voorkomen. C.6.9 Opdrachtnemer heeft het recht om de Diensten of gedeelten daarvan tijdelijk buiten gebruik te stellen ten behoeve van onderhoud, aanpassing of verbetering daarvan. Opdrachtnemer zal proberen een dergelijke buitengebruikstelling zoveel mogelijk buiten kantooruren om te laten plaatsvinden en zich inspannen om Opdrachtgever tijdig op de hoogte stellen van de geplande buitengebruikstelling. Opdrachtnemer is echter nooit gehouden tot vergoeding van schade die is ontstaan in verband met zodanige buitengebruikstelling, tenzij Schriftelijk expliciet anders is overeengekomen, bijvoorbeeld in een SLA. C.6.10 Slechts indien Schriftelijk uitdrukkelijk overeengekomen is Opdrachtnemer gehouden te beschikken over een uitwijkcentrum of andere uitwijkfaciliteiten. C.6.11 Tenzij de Overeenkomst anders bepaalt, is Opdrachtnemer niet gehouden reservekopieën (back-ups) te maken van door Opdrachtgever op Diensten van Opdrachtnemer opgeslagen gegevens. Eventueel gemaakte back-ups kunnen na beëindiging van de Overeenkomst op elk moment vernietigd worden. Het is de verantwoordelijkheid van Opdrachtgever om te verzoeken om een back-up bij beëindiging of ontbinding.