Afvalwater. Het is verboden de afloop van het water van de wegen naar de rioolmonden op enige wijze te stremmen. Daartoe dienen de greppels van de rijwegen en de rioolmonden volkomen vrijgelaten te worden. De afwaswaters en vuile waters moeten langs waterdichte leidingen van voldoende doorsnede tot aan de rioolmonden gevoerd worden.
Afvalwater. 4.1 Op het openbaar riool te lozen afvalwater
4.1.1 Het vanuit de inrichting op het openbare riool te lozen afvalwater mag uitsluitend bestaan uit de volgende afvalwaterstromen: • effluent van de awzi (AW-6); • huishoudelijk en sanitair afvalwater en, via een olie-afscheider en slibvangput te lozen, afvalwater van de tank- annex wasplaats voor rijdend materieel (AW-3); • huishoudelijk en sanitair afvalwater van het kantoor (AW-5).
4.1.2 Bedrijfsafvalwater mag uitsluitend in een openbaar riool worden gebracht, als door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan: • de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool of de bij een zodanig openbaar riool of zuiveringtechnisch werk behorende apparatuur; • de verwerking niet wordt belemmerd van slib, verwijderd uit een openbaar riool of een zuiveringtechnisch werk; • de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van een oppervlaktewaterlichaam zoveel mogelijk worden beperkt.
4.1.3 Alle te lozen bedrijfsafvalwaterstromen moeten aan de volgende eisen voldoen: • de temperatuur in enig steekmonster mag niet hoger zijn dan 30°C, bepaald volgens NEN 6414 (2008); • de zuurgraad, uitgedrukt in pH-eenheden, mag niet lager dan 6,5 en niet hoger zijn dan 10 in een steekmonster, bepaald volgens NEN-ISO 10523 (2008); • het sulfaatgehalte in enig steekmonster mag niet meer dan 300 mg/l bedragen, bepaald volgens NEN 6487 (1997), NEN-ISO 22743:2006 of NEN-ISO 22743:2006/C1:2007. Als de vergunninghouder gebruik wil maken van een andere analyse of methode, moet deze geaccrediteerd zijn door de Raad van Accreditatie, of moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat verkregen analyseresultaten vergelijkbaar zijn met de analyse volgens de NEN-norm.
4.1.4 De volgende stoffen mogen niet worden geloosd: • stoffen die brand- en explosiegevaar kunnen veroorzaken; • stoffen die stankoverlast buiten de inrichting kunnen veroorzaken; • stoffen die verstopping of beschadiging van een openbaar riool of van de daaraan verbonden installaties kunnen veroorzaken; • grove afvalstoffen en snel bezinkende afvalstoffen.
4.2 Specifieke lozingseisen, bemonstering, meetfrequentie en analyse effluent awzi
4.2.1 De maximale hoeveelheid per kalenderjaar op het openbare riool te lozen effluent mag niet meer zijn dan 250.000 m3.
4.2.2 Het debiet van het op het openbare vuilwaterriool te lozen effluent mag niet meer bedragen dan 40 m3/uur en 650 m3 per etmaal.
4.2.3 Van het te lozen afvalwater, zoals bedoeld in voorschrift 4.2.1, mogen ...
Afvalwater. De gemeente draagt zorg voor de aanleg van een vuilwaterrioleringsstelsel in het openbaar gebied met een aansluitmogelijkheid voor afvalwater ten behoeve van het op het bouwterrein te realiseren bouwplan.
a. De plaats van de aansluiting wordt door de gemeente bepaald.
b. Bij woningbouw wordt door de gemeente de aansluiting op de riolering aangelegd vanaf het hoofdriool tot aan de grens van de verkochte incl. erfscheidingsput.
c. Het in de leden a en b gestelde, geldt alleen in nieuwe uitleggebieden. In alle andere situaties zijn de kosten voor de rioolaansluiting voor de koper.
d. Ten aanzien van de verkoop van bedrijfsterreinen geldt dat alle kosten van aansluiting voor rekening zijn van de koper, waarbij deze zich verplicht de aansluiting(en) op eigen terrein te voorzien van inspectieputten. De gemeente wijst op de uitleggers aan waar ter plaatse van de erfgrens de af- voeren moeten worden aangesloten.
Afvalwater. 40.1 Het is huurder niet toegestaan oliën, vetten en/of afvalwater waarin zich vetten bevinden door putten c.q. de riolering te spoelen.
40.2 Huurder is gehouden de vetten op te vangen en - indien in het gehuurde aanwezig - de vetvangputten in goede staat te onderhouden.
40.3 Bij overtreding door huurder van het bepaalde in dit artikel is verhuurder bevoegd de putten c.q. de riolering te doen reinigen en/of te ontstoppen op kosten van huurder.
40.4 Verhuurder is gerechtigd de kosten van het doorspuiten of ontstoppen van putten aan de huurders van de hal, waarin of waarnaast de putten zich bevinden, conform artikel 16 lid 5 sub 2 van deze voorwaarden in rekening te brengen, indien deze kosten niet op grond van dit artikel in rekening kunnen worden gebracht bij een bepaalde huurder.
40.5 Voor elke dag of gedeelte daarvan waarop huurder in strijd met het in dit artikel bepaalde handelt, is het boetebeding van artikel 47 van deze voorwaarden van overeenkomstige toepassing.
Afvalwater. Drinkwater
Afvalwater a. Elke woonboot dient verplicht te worden aangesloten op de openbare riolering. Deze aansluiting betreft het afvoeren van het huishoudelijk afvalwater (DWA). Regenwater dient, al dan niet gebufferd, afgevoerd te worden naar het dok.
b. Indien de woonboot uitgerust is met een IBA-zuiveringssysteem, kan de eigenaar een afwijking aanvragen bij AG Vespa met betrekking tot de aansluiting op de openbare riolering en het lozen in het dokwater.
c. Relevante informatie:
i. Kleine rioleringsaansluiting > xxxx://xxx.xxx- xxxx.xx/xx/000/xxxxxxx/000/xxxxxxxxxxxxx-xx-xx-xxxxxxxxx.xxxx
ii. Individuele waterzuivering > xxxx://xxx.xxx- xxxx.xx/xx/000/xxxxxxx/000/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxx-xxx.xxxx
Afvalwater. Het kader voor de bescherming tegen verontreiniging door de lozing van afvalwater. De Wet milieubeheer (Wm) kent geen definitie voor lozen of lozing. De op de Wm gebaseerde besluiten kennen wel definities. De Wm sluit aan op de afvalstoffenregelgeving. Er staan formuleringen zoals: 'het brengen van stoffen, afvalwater of andere afvalstoffen, in...'. Artikel
1.1 Wm geeft de volgende definities: • afvalwater: alle water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen; • afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Aangezien ‘water' een ‘stof' is, behoort ‘afvalwater' dus tot ‘afvalstoffen' in de zin van de Wm, hetgeen wordt bevestigd door jurisprudentie in Raad van State nr. 200704332/1. Europees en landelijk beleid ten aanzien van emissies Het algemene emissiebeleid is verwoord in het Nationaal Waterplan. De uitgangspunten van het beleid zijn: vermindering van de verontreiniging door het toepassen van de beste beschikbare technieken (BBT) en waar nodig en mogelijk verdergaande maatregelen nemen met het oog op het bereiken van de gewenste waterkwaliteit. Voor het kwaliteitsbeheer in oppervlaktewaterlichamen, heeft daarnaast de Kaderrichtlijn Water (KRW) een grote sturende betekenis. De KRW vereist dat alle Europese lidstaten streven naar een goede kwaliteit van alle waterlichamen waarop de richtlijn van toepassing is. Deze algemene doelstelling heeft een nadere uitwerking gekregen in het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009. Het eerste uitgangspunt 'vermindering van de verontreiniging' houdt in dat verontreiniging - ongeacht de stofsoort - zoveel mogelijk wordt beperkt (voorzorgprincipe). De invulling van dit beleidsuitgangspunt bestaat onder andere uit meer aandacht voor de ketenbenadering (waaronder kringloopsluiting), implementatie van Esbjerg/OSPAR-afspraken (stof specifieke aanpak emissies), meer aandacht voor integrale milieuafweging en meer aandacht voor prioritering. Invulling van het voorzorgprincipe is ook dat een bedrijf/lozer ten minste de BBT toepast, zoals vastgelegd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Handreikingen voor welke technieken onder BBT vallen worden gegeven in de Europese BBT- conclusies (BREF's), diverse CIW-bedrijfstakstudies en de Nederlandse informatiedocumenten over de BBT die zijn aangewezen in de bijlage van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). De aangewezen BBT...
Afvalwater. Vanuit de inrichting van Avebe worden de volgende afvalwaterstromen geloosd: • koelwater op oppervlaktewater; • niet verontreinigd hemelwater op oppervlaktewater; • effluent AWZI op oppervlaktewater. Met betrekking tot deze directe lozingen van afvalwater is het waterschap Hunze en Aa’s het bevoegd gezag. Met betrekking tot de lozing van effluent van de AWZI op het Stadskanaal is door het waterschap een watervergunning in het kader van de Waterwet (Wtw) verleend. Vanuit de inrichting werd voorheen uitsluitend huishoudelijk en sanitair afvalwater van het bezoekerscentrum op het openbare riool geloosd. Met betrekking tot deze indirecte lozing diende te worden voldaan aan de zorgplichtbepalingen van het Activiteitenbesluit. De hiertoe aan de vigerende vergunning verbonden voorschrift 6.1 en 6.2 (betreffende Instructieregeling lozingsvoorschriften) zijn van rechtswege komen te vervallen.
Afvalwater. Lozing van afvalwater mag alleen plaatsvinden op locaties, die door de locale milieucoördinator zijn aangegeven.
Afvalwater. Water dat verontreinigd is met afvalstoffen, verontreinigende stoffen en/of schadelijke stoffen, afkomstig van bedrijfs- en huishoudelijke activiteiten.