Goed bestuur Voorbeeldclausules

Goed bestuur. 1. De toepassing van onderhavige overeenkomst door de ondertekenaars gebeurt in overeenstemming met de volgende principes van goed bestuur:
Goed bestuur. 1. De partijen komen overeen dat samenwerking op het gebied van goed bestuur wordt gebaseerd op strikt respect van de beginselen van het VN-Handvest en het internationaal recht. 2. De samenwerking kan onder meer activiteiten omvatten die door de partijen gezamenlijk worden overeengekomen, met als doel: a) respect voor de rechtsstaat; b) bevordering van transparante, verantwoordelijke, efficiënte, stabiele en democratische instellingen; c) uitwisseling van ervaringen en capaciteitsopbouw inzake juridische kwesties en gerechtelijke capaciteit; d) uitwisseling van informatie inzake wettelijke systemen en wetgeving; e) bevordering van uitwisselingen van optimale werkwijzen inzake goed bestuur, verantwoordingsplicht en transparant beheer op alle niveaus; f) samenwerking voor meer inclusieve politieke processen waarin alle burgers daadwerkelijk kunnen participeren.
Goed bestuur. §1 Cultuurloket past de principes toe van goed bestuur en beheert de organisatie als een goede huisvader. Daarbij zal Cultuurloket een transparante organisatiestructuur opstellen en de midde- len op een efficiënte en effectieve manier besteden. Een integrale financiële transparantie en beheersmatige professionalisering zijn essentieel. §2 De principes van goed bestuur liggen vast in de Code Bilsen ‘Goed Bestuur voor Cultuur’. Cul- tuurloket stelt een huishoudelijk reglement op waarin de bevoegdheidsdelegaties beschreven zijn en, in voorkomend geval, de bevoegdheden van het dagelijks bestuur. Het huishoudelijk re- glement wordt goedgekeurd door de Raad van Bestuur in het eerste jaar van de beleidsperiode. Het uitblijven van een goedgekeurd huishoudelijk reglement wordt beschouwd als een ernstige tekortkoming.
Goed bestuur. De inhoudelijke verplichtingen die voortvloeien uit de voorgestelde artikelen 4.5.1 en 4.5.2 zijn gelijk aan die van de artikelen 40a en 40b van de Wmg, zoals die zullen luiden met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Awtza. De voorgestelde artikelen 4.5.1 en 4.5.2 artikelen kennen geen equivalent van de leden vijf en zes van respectievelijk de artikelen 40a en 40b van de Wmg. Deze leden, die de verplichtingen ook van toepassing verklaren op een geen rechtspersoonlijkheid bezittend organisatorisch verband van aanbieders, hoeven voor de jeugdsector niet te gelden. Immers, gecertificeerde instellingen zijn per definitie rechtspersonen. En op grond van de definitie van jeugdhulpaanbieders in artikel 1.1 van de Jeugdwet geldt reeds dat onder het begrip ‘jeugdhulpaanbieder’ ook deze organisatorische verbanden vallen. De met die bepalingen te introduceren maatregelen worden na inwerkingtreding van voorliggend wetsvoorstel ook van toepassing op jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen als bedoeld in de Jeugdwet. Op grond van artikel 3.4 van de Jeugdwet geldt voor instellingen dat zij slechts voor certificering in aanmerking komen als zij voldoen aan in de Jeugdwet gestelde voorschriften, waaronder dus ook de hierbij voorgestelde voorschriften. Het toezicht op de in deze paragraaf opgenomen bepalingen zal zowel komen te liggen bij de IGJ, op grond van artikel 9.2 van de Jeugdwet, als bij de NZa op grond van het voorgestelde artikel 9A.1.1, onderdeel b, van de Jeugdwet. De NZa zal bezien of op grond van deze bepalingen de financiële administratie en jaarverantwoording voldoende inzichtelijk is gemaakt. De IGJ zal naar deze vereisten kijken vanuit het oogpunt van verlening van verantwoorde jeugdhulp en van verantwoorde uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, en zal kunnen ingrijpen indien door het niet naleven van deze verplichtingen de kwaliteit of de veiligheid van de jeugdhulp, uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering in het geding is. De IGJ en de NZa zullen samenwerkingsafspraken maken om overlap in het toezicht en handhaving te voorkomen. Het toezicht van de NZa op de financiële bedrijfsvoering is erop gericht dat de aanbieder de in deze paragraaf voorgeschreven transparantie betracht. Het gaat dus niet om een kwalitatieve toets op de inrichting van de bedrijfsvoering zelf of het functioneren van het bestuur in deze, maar om het afdwingen van transparantie. Dit betekent dat indien uit het toezi...
Goed bestuur. 1. De Partijen verklaren opnieuw dat goed bestuur berust op transparante, verantwoordelijke, verantwoordingsplichtige en op participatie berustende regeringen en passende toezichtsmechanismen. De Partijen zijn het erover eens dat goed bestuur essentieel is voor de eerbiediging van alle mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat. Zij verbinden zich ertoe te zorgen voor universele toegang tot openbare diensten, zonder enige vorm van discriminatie. Zij zetten tevens in op transparantie en verantwoordingsplicht als integrale onderdelen van goed bestuur en institutionele opbouw. 2. De Partijen verbinden zich ertoe de menselijke, natuurlijke, economische en financiële middelen op transparante en verantwoorde wijze te beheren met het oog op een billijke verdeling van de baten en op duurzame ontwikkeling. 3. De Partijen verbinden zich ertoe een gunstig klimaat te scheppen voor transparantie en verantwoordingsplicht in het openbaar bestuur, onder meer door de integriteit en onafhankelijkheid van bestuursorganen te vergroten. De Partijen ontwikkelen en implementeren systemen voor een gezond beheer van de overheidsfinanciën die verenigbaar zijn met de grondbeginselen van doeltreffendheid, transparantie en verantwoordingsplicht, met als doel de overheidsfinanciën te beschermen en de openbare dienstverlening te verbeteren door administratieve knelpunten weg te werken en tekortkomingen in de regelgeving aan te pakken. 4. De Partijen zorgen voor transparantie en verantwoordingsplicht bij de besteding van overheidsmiddelen, waaronder de verlening van financiële bijstand, en bij de verlening van openbare diensten. Zij verbeteren de inning van belastinginkomsten en bestrijden belastingontduiking en -ontwijking en illegale geldstromen. Zij komen overeen samen te werken in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering en tevens om op gepaste tijden de partnerschapsdialoog op bilateraal en internationaal niveau aan te gaan over kwesties in verband met de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. 5. De Partijen bestrijden corruptie op alle niveaus en in al haar vormen door een doeltreffend en gecoördineerd anticorruptiebeleid te ontwikkelen, uit te voeren of te handhaven dat recht doet aan de beginselen van de rechtsstaat, goed beheer van publieke aangelegenheden en publieke goederen, integriteit, transparantie en verantwoordingsplicht. Zij stellen wetgevende en andere maatregelen vast om omkoping, verduistering, toe-eigening of andere afwendi...
Goed bestuur. §1 Cultuurloket past de principes toe van goed bestuur en beheert de organisatie als een goede huisvader. Daarbij stelt Cultuurloket een transparante organisatiestructuur op en verbindt ze zich de middelen op een efficiënte en effectieve manier besteden. Een integrale financiële transparantie en beheersmatige professionalisering zijn essentieel. §2 De principes van goed bestuur liggen vast in de Bestuurscode Cultuur . Cultuurloket beschikt over een intern reglement waarin de bevoegdheidsdelegaties beschreven zijn en, in voorkomend geval, de bevoegdheden van het dagelijks bestuur. Het intern reglement is goedgekeurd door de algemene vergadering.
Goed bestuur. Het begrip Goed bestuur
Goed bestuur a. Wij hebben afgesproken dat alle bestuursleden en toezichthouders zullen handelen in het belang van de vereniging. Dat betekent dat wij zullen handelen als bestuurder en niet als privépersoon, zowel intern (binnen de vereniging) als extern (in relatie met derden). b. Bij aankopen stellen wij het belang van de vereniging voorop. In situaties die van belang zijn voor de vereniging, handelen wij niet op basis van onze persoonlijke voorkeur maar op basis van wat goed is voor de vereniging. c. Wij spreken af dat wij integer en transparant handelen. Dat betekent: oog hebben voor het verenigingsbelang en inzicht willen geven in beslissingen. Wij zullen de belangrijkste beslissingen publiceren op een wijze dat de leden kunnen zien hoe en welke besluiten zijn genomen. d. Er is een goede regeling voor onze verenigingsfinanciën. Wij gaan bewust om met uitgaven van het verenigingsgeld en zullen dat gebruiken voor het bereiken van de afgesproken doelen. e. Er is een duidelijke taakomschrijving voor de werkwijze van de penningmeester, zoals het opstellen en laten goedkeuren van een begroting en jaarrekening. f. Wij laten de leden op tijd de financiële verantwoording zien zodat zij er hun oordeel over kunnen geven. g. Wij hebben een kascommissie vanuit de ledenvergadering die jaarlijks de boekhouding controleert en verslag uitbrengt aan de leden. h. Wij hanteren het vier-ogen-principe bij uitgaven boven € 5.000,00. Dat betekent dat er altijd twee bestuursleden akkoord moeten zijn met overboekingen. Verder heeft niet alleen de penningmeester, maar tenminste één ander bestuurslid ook altijd inzicht in de actuele financiële stand van zaken. i. Bij uitgaven boven € 50.000,00 vragen wij minimaal 3 offertes aan bij verschillende leveranciers. Dit laat onverlet dat ook bij lagere bedragen offertes opgevraagd kunnen worden. We bespreken de offertes met het bestuur en leggen de besluitvorming over de keuze vast in de notulen. Bij dergelijke opdrachten aan leveranciers is er altijd een schriftelijke opdrachtbevestiging, zodat achteraf altijd duidelijkheid is wat is afgesproken. j. Wij spreken af dat we zorgvuldig omgaan met investeringen. Dat betekent: we volgen de juiste procedures, in het bijzonder bij grote, risicovolle uitgaven. Bij de besluitvorming dient er een gedegen onderbouwing van de noodzaak van de uitgaven te zijn, net als een risicoanalyse, een deugdelijke (meerjaren-)begroting en reserveringen voor toekomstige uitgaven. k. Xxx streven actief naar het tegengaan van...
Goed bestuur. Het bestuursorgaan, het dagelijks bestuur en het coördinatieteam alsook de individuele leden van deze organen, erkennen het belang van goed bestuur.

Related to Goed bestuur

  • Raad van Bestuur De Vennootschap wordt bestuurd door een Raad van bestuur die is samengesteld uit minimum 7 en maximum 18 leden, allen Vennoten. Ze worden bij geheime stemming en bij meerderheid van de stemmen verkozen door de algemene vergadering, op de hierna beschreven wijze. Wat de natuurlijke personen betreft, zal de Raad van bestuur bestaan uit minstens 40% bestuursleden van het vrouwelijk geslacht en uit minstens 40% bestuursleden van het mannelijk geslacht, op voorwaarde dat een voldoende aantal kandidaten dat toelaat. De Raad van bestuur zal handelen als collegiaal orgaan. Elke Belgische of buitenlandse natuurlijke persoon of rechtspersoon die voldoet aan de verkiesbaarheidscriteria zoals vermeld in artikel 22bis kan worden benoemd tot bestuurslid. De verkiezing van de leden van de Raad van bestuur, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 37, 3e en 4e lid, geschiedt als volgt: — 3/5e wordt verkozen uit een lijst van kandidaten die behoren tot categorie A van het aandelenregister. Het resultaat wordt naar boven afgerond; — 2/5e wordt verkozen uit een lijst van kandidaten die behoren tot de categorieën B en/ of C van het aandelenregister. Het resultaat wordt naar boven afgerond. Elk jaar verkiest de algemene vergadering van vennoten afwisselend 4 of 5 bestuursleden op basis van het aantal in te vullen mandaten en met respect voor de samenstellingsprincipes zoals beschreven in artikel 22 van deze statuten en de door het huishoudelijk reglement vastgelegde bepalingen. Als rechtspersonen tot bestuurslid worden benoemd, dienen zij onder hun zaakvoerders, bestuursleden of werknemers, een vaste vertegenwoordiger aan te wijzen die belast wordt met de uitvoering van deze opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon. Vaste vertegenwoordigers zijn onderworpen aan dezelfde voorwaarden en dragen dezelfde burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid als wanneer ze deze opdracht in eigen naam en voor eigen rekening zouden uitoefenen, onverminderd de hoofdelijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon die ze vertegenwoordigen. Rechtspersonen kunnen hun vertegenwoordiger enkel afzetten wanneer ze tegelijk een opvolger benoemen. De benoeming en de beëindiging van de functies van de vaste vertegenwoordigers zijn onderworpen aan dezelfde regels van bekendmaking als wanneer ze deze opdracht in eigen naam en voor eigen rekening zouden uitoefenen. Derden kunnen het bewijs van de bevoegdheden niet eisen. De eenvoudige vermelding van de hoedanigheid van vertegenwoordiger of afgevaardigde van de rechtspersoon volstaat.

  • Bestuurder 7.1 Behoudens voor zover zulks uitdrukkelijk anders is overeengekomen treedt de Beheerder slechts op als extern Beheerder voor de VvE en niet als Bestuurder van de VvE in de zin van 5:131 BW. De Beheerder treedt dan slechts op als uitvoerder van het door de Vergadering van Eigenaars vastgestelde beleid van de VvE. De Beheerder draagt geen verantwoordelijkheid voor het door de VvE gevoerde beleid. 7.2 De Beheerder treedt eerst tevens op als bestuurder indien hij door de Vergadering van Eigenaars is benoemd en hij deze benoeming schriftelijk heeft aanvaard. Ook indien de Beheerder tevens als Bestuurder optreedt draagt hij geen verantwoordelijkheid voor het door de vergadering van de VvE gevoerde beleid. De Beheerder treedt dan slechts op als uitvoerder van het door de Vergadering van Eigenaars vastgestelde beleid van de VvE en hetgeen gesteld in vigerend reglement van splitsing.

  • Onbevoegd besturen Houdt het juridisch meningsverschil verband met het onbevoegd besturen van de boot? Dan krijgt u geen rechtsbijstand, behalve: Instaan voor anderen of vorderingen van anderen

  • Bestuur Het Bestuur bestaat uit een door de Coöperatieraad vast te stellen oneven aantal Bestuurders. Zowel natuurlijke- als rechtspersonen kunnen tot Bestuurder worden benoemd. Enkel Leden kunnen toetreden tot en/of deel (blijven) uitmaken van het Bestuur.. Van een bestuursfunctie worden uitgesloten diegenen, die deel uit maken van het College van Burgemeester en Wethouders van een gemeente, die valt binnen het werkgebied van de Coöperatie. Bestuurders worden benoemd door de Coöperatieraad, na instemming van de Algemene Ledenvergadering. Bestuurders worden voor onbepaalde tijd benoemd overeenkomstig het huishoudelijk reglement. Indien in het bestuur een vacature ontstaat zal de Coöperatieraad hiervan in kennis worden gesteld en zal binnen drie (3) maanden na het ontstaan van de vacature een vergadering van de Coöperatieraad worden bijeengeroepen teneinde te voorzien in de vacature, Iedere Bestuurder kan te allen tijde door de Coöperatieraad worden geschorst of ontslagen. Een schorsing kan één of meerdere malen worden verlengd maar kan in totaal niet langer duren dan drie (3) maanden. Is na verloop van die termijn geen beslissing genomen tot opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing. De bezoldiging en verdere arbeidsvoorwaarden van de Bestuurders worden vastgesteld door de Coöperatieraad met inachtneming van het door de Algemene Ledenvergadering vastgestelde bezoldigingsbeleid.

  • Zorg voor persoonlijke eigendommen De kraamzorgaanbieder zorgt ervoor dat degenen die onder zijn verantwoordelijkheid betrokken zijn bij de kraamzorg voor de cliënte en de pasgeborene, zorgvuldig omgaan met hun eigendommen.

  • Kosten en betaling De kosten van behandeling, inclusief de kosten van techniek en materialen, worden in rekening gebracht bij en zijn verschuldigd door de patiënt, ongeacht of deze de kosten geheel dan wel gedeeltelijk kan declareren bij en aan de patiënt worden vergoed door een zorgverzekeraar. De kosten van behandeling van minderjarigen worden in rekening gebracht bij en zijn verschuldigd door de wettelijk vertegenwoordiger(s).

  • Schaden van belangen De verzekering dekt de schade niet als u (of de verzekerde) zich niet heeft gehouden aan een verplichting bij schade en als wij daardoor (in een redelijk belang) zijn benadeeld.

  • NAAR BEGIN INHOUDSTAFEL DIENSTVRIJSTELLINGEN

  • Stuurgroep 1. Partijen stellen een Stuurgroep in voor de samenwerking tussen Partijen in deze Regio Deal. Overleg met het Rijk vindt plaats op de in artikel 6 van de Regio Deal beschreven wijze. 2. De Stuurgroep bestaat uit de vertegenwoordiger vanuit het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe en de vertegenwoordigers uit elk van de colleges van burgemeester en wethouders van De Gemeenten. Partijen dragen er zorg voor dat hun vertegenwoordigers over een toereikend mandaat beschikken, om te beslissen tot een voorstel voor de besteding van de middelen als bedoeld in artikel 5 van deze overeenkomst. 3. De voorzitter van de Stuurgroep is de gedeputeerde Regio Deals van de provincie Drenthe. 4. De Stuurgroep beoordeelt of de ingediende projectinitiatieven in aanmerking komen voor een bijdrage uit het Fonds Regio Deal Zuid Oost Drenthe. Deze beoordeling geldt als een bindend advies aan het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe. 5. De Stuurgroep draagt zorg voor: a. het bewaken van de randvoorwaarden en de afspraken ten aanzien van de uitvoering van de Regio Deal, waaronder de integrale afweging van de verschillende belangen binnen de regio Zuid Oost Drenthe; b. het doen uitvoeren van de Regio Deal door Partijen en de vertaling daarvan in jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s en bestedingsplannen. Hierbij baseert de Stuurgroep zich op de initiatieven die door het vakbestuurlijk overleg als bedoeld in artikel 7 van deze overeenkomst worden aangedragen. De programmamanager/Xxxxxxxxxxxx geeft in opdracht van de Stuurgroep uitvoering aan deze taak en legt hierover verantwoording af aan de Stuurgroep; c. het in brede zin informeren over en betrekken van Partijen bij de uitvoering van de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe en waar nodig het afstemmen met andere betrokken partijen en andere regionale samenwerkingspartners en/of relevante stakeholders. Deze taak is in opdracht van de Stuurgroep belegd bij de Regiomanager; d. de inhoudelijke en financiële verantwoording van de afgesloten jaarprogramma’s voor partijen en de voortgangsrapportages zoals bedoeld in artikel 7 van de Regio Deal; e. de monitoring en evaluatie van de uitvoering van de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe als bedoeld in artikel 7 van de Regio Deal; f. de coördinatie van de communicatie over de Regio Deal; g. de coördinatie richting het Rijk, in het bijzonder richting LNV en het voorbereiden van het Bestuurlijk Overleg met het Rijk. 6. De Stuurgroep vergadert ten minste tweemaal per jaar, waaronder in ieder geval in de eerste helft van mei, ten behoeve van de bespreking van de in artikel 7 lid 4 bedoelde jaarlijkse voortgangsrapportage Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe. 7. De Stuurgroep beslist bij unanimiteit van stemmen van de leden die bij de vergadering aanwezig zijn. Voor het nemen van beslissingen is de aanwezigheid vereist van ten minste 6 leden. Wanneer de stemmen staken en er is voorzien dat er daardoor ernstige vertraging in de uitvoering van de Regio Deal optreedt, zal bij meerderheid van stemmen besloten worden. 8. Partijen zijn gezamenlijk aansprakelijk voor de consequenties van de beoordelingen en besluiten van de Stuurgroep 9. De Regiomanager is opdrachtnemer van de Stuurgroep en draagt zorg voor uitvoering van de taken van de Stuurgroep. De Regiomanager treedt op als secretaris van de Stuurgroep. 10. De Stuurgroep voorziet in zijn eigen werkwijze en kan nadere afspraken maken over de uitvoering van de Regio Deal en deze Overeenkomst.

  • Onderwerp en opdracht Verwerkersovereenkomst 1. Deze Verwerkersovereenkomst is van toepassing op de Verwerking van Persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. 2. De Onderwijsinstelling geeft Verwerker conform artikel 28 AVG opdracht en Instructies om Persoonsgegevens te verwerken namens de Onderwijsinstelling. De Instructies van de Onderwijsinstelling kunnen onder meer nader omschreven zijn in deze Verwerkersovereenkomst en de Product- en Dienstenovereenkomst. 3. De bepalingen uit de Verwerkersovereenkomst gelden voor alle Verwerkingen zoals opgenomen in Bijlage 1, die plaatsvinden ter uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. Verwerker brengt Onderwijsinstelling onverwijld op de hoogte indien Verwerker reden heeft om aan te nemen dat Verwerker niet langer aan de Verwerkersovereenkomst kan voldoen.