AOW-leeftijd Voorbeeldclausules

AOW-leeftijd. De AOW-leeftijd is de (verwachte) pensioengerechtigde leeftijd op grond van artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet. Voor de premieberekening wordt rekening gehouden met de verwachte stijging van de pensioengerechtigde leeftijd zoals die op basis van de meest recente geraamde levensverwachting door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kan worden aangenomen. De dekking loopt door tot de betreffende verzekerde de voor hem geldende wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt.
AOW-leeftijd. Voor de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt geldt de wettelijke ketenbepaling (art BW 668a, lid 13).
AOW-leeftijd. De pensioengerechtigde leeftijd in het kader van de Algemene Ouderdomswet (AOW).
AOW-leeftijd. Dit is de pensioengerechtigde leeftijd die voor u geldt. We gebruiken hierbij de leeftijd die de AOW gebruikt. De leeftijd van 67 jaar is voor ons de bovengrens.
AOW-leeftijd. Dit is de pensioengerechtigde leeftijd die geldt voor een werknemer. We gebruiken hierbij de leeftijd die de AOW gebruikt. De leeftijd van 70 jaar is voor ons de bovengrens. Gaat het om ziektegevallen met een eerste ziektedag die ligt voor 1 januari 2018? Xxx is de leeftijd van 67 jaar de bovengrens.
AOW-leeftijd. Bij het bereiken van de AOW-leeftijd eindigt de arbeidsovereenkomst zonder dat opzeggen nodig is.
AOW-leeftijd. De op de verzekerde van toepassing zijnde pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in de AOW. Sazas hanteert hierbij als bovengrens de leeftijd van 70 jaar.
AOW-leeftijd. De op de verzekerde van toepassing zijnde pen- sioengerechtigde leeftijd als bedoeld in de AOW. Sazas hanteert hierbij als bovengrens de leeftijd van 70 jaar. Voor ziektegevallen met een eerste ziek- tedag gelegen voor 1 januari 2018 hanteert Xxxxx hierbij als bovengrens de leeftijd van 67 jaar.
AOW-leeftijd. De leeftijd waarop de AOW-uitkering voor de werknemer ingaat.
AOW-leeftijd. De pensioengerechtigde leeftijd zoals bedoeld in de Algemene ouderdomswet. • het aantal zaterdagen en zondagen; • het aantal vakantiedagen, zoals bedoeld in 4.1.2 a en de extra vakantiedagen bij een zesdaagse werkweek, zoals bedoeld in 4.1.4 a; • het aantal feestdagen dat niet op een zaterdag of zondag valt;