EXTRA VAKANTIEDAGEN. 1. De werknemer heeft in verband met zijn leeftijd recht op een extra aantal vakantiedagen per jaar. Het recht op extra vakantiedagen wordt toegekend op de eerste dag van de maand waarin dit recht ontstaat.
2. Het aantal extra vakantiedagen zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel bedraagt bij een volledig dienstverband van 40 uur per week:
a. bij een leeftijd van 50 jaar: 1 dag (24 + 1);
b. bij een leeftijd van 55 jaar: 2 dagen (24 + 2);
c. bij een leeftijd van 60 jaar: 3 dagen (24 + 3).
EXTRA VAKANTIEDAGEN. 1. Extra vakantiedagen worden van toepassing op de eerste van de maand waarin deze van toepassing zijn.
2. Parttimers hebben recht op een evenredig deel van deze extra vakantiedagen.
3. Het aantal extra vakantiedagen waar de werknemer recht op heeft bedraagt:
a. bij een dienstverband van 10 jaar: 2 dagen;
b. bij een dienstverband van 20 jaar: 6 dagen;
c. bij een dienstverband van 30 jaar: 12 dagen.
4. Een vóór of uiterlijk op 1 januari 2007 hoger opgebouwd recht op extra vakantiedagen blijft gehandhaafd.
5. Dit artikel is een standaardregeling en kent geen afwijkingsmogelijkheid.
6. Dit artikel geldt niet voor oproepkrachten.
EXTRA VAKANTIEDAGEN. 1. Het recht op extra vakantiedagen in verband met de lengte van het dienstverband én in verband met leeftijd wordt effectief op de eerste dag van de maand waarin dit recht is ontstaan. Van de hierna in het tweede en derde lid van dit artikel opgenomen regelingen, geldt slechts de regeling die voor de werknemer het meest gunstige resultaat oplevert.
2. Het recht op extra vakantiedagen in verband met de lengte van het dienstverband bedraagt met inachtneming van het eerste lid van dit artikel:
a. bij een dienstverband van 10 jaar: 1 dag;
b. bij een dienstverband van 20 jaar: 2 dagen;
c. bij een dienstverband van 30 jaar: 3 dagen;
d. bij een dienstverband van 40 jaar: 4 dagen.
3. Het recht op extra vakantiedagen in verband met leeftijd bedraagt met inachtneming van het eerste lid van dit artikel:
a. 55 tot en met 59 jaar: 1 dag;
b. 60 tot en met de AOW-gerechtigde leeftijd: 2 dagen.
4. Voor de aanspraak op extra vakantiedagen die zijn opgebouwd geldt een verjaringstermijn van vijf jaren. Extra vakantiedagen hebben een bovenwettelijk karakter.
EXTRA VAKANTIEDAGEN. De werknemer heeft jaarlijks recht op extra vakantiedagen als hij 50 jaar of ouder is. De extra vakantiedagen zijn:
EXTRA VAKANTIEDAGEN. A. Op grond van dienstjaren of leeftijd kan een werknemer aanspraak maken op extra vakantiedagen. De situatie bij de aanvang van het vakantiejaar is daarbij bepalend. De dienstjarenvakantie bedraagt bij: - 25 tot 40 dienstjaren: 3 extra vakantiedagen per vakantiejaar, - 40 of meer dienstjaren: 5 extra vakantiedagen per vakantiejaar. De leeftijdsvakantie bedraagt bij een leeftijd van: - 50 tot 55 jaar: 1 extra vakantiedag per vakantiejaar, - 55 tot 60 jaar: 2 extra vakantiedagen per vakantiejaar, - 60 jaar of meer: 4 extra vakantiedagen per vakantiejaar.
B. Extra vakantiedagen voor dienstjaren en leeftijd worden niet bij elkaar opgeteld, het hoogste aantal geldt.
EXTRA VAKANTIEDAGEN. Naar rato bij een dienstverband van: 5 jaar 1 dag 10 jaar 2 dagen 15 jaar 3 dagen 20 jaar 4 dagen
EXTRA VAKANTIEDAGEN. A. Op grond van dienstjaren of leeftijd kan een werknemer aanspraak maken op extra vakantiedagen. De situatie bij de aanvang van het vakantiejaar is daarbij bepalend. De dienstjarenvakantie bedraagt bij: - 25 tot 40 dienstjaren: 2 extra vakantiedagen per vakantiejaar; - 40 of meer dienstjaren: 4 extra vakantiedagen per vakantiejaar. De leeftijdsvakantie is gekoppeld aan de AOW-leeftijd en bedraagt: - Vanaf 10 jaar voor de AOW-datum: 1 extra vakantiedag per vakantiejaar; - Vanaf twee jaar voor de AOW-datum: 3 extra vakantiedagen per vakantiejaar. Bovenstaande dagen gelden bij een aanstelling van 37 uur per week en worden naar rato van het aantal contracturen herberekend.
B. Extra vakantiedagen voor dienstjaren en leeftijd worden niet bij elkaar opgeteld, het hoogste aantal geldt.
C. De opbouw van extra vakantiedagen op grond van dienstjaren of leeftijd vervalt zodra de werknemer langer dan 1 jaar arbeidsongeschikt is.
EXTRA VAKANTIEDAGEN. 1. Aan de werknemer, die onafgebroken in dienst is van dezelfde werkgever worden de volgende extra vakantiedagen door deze gegeven en betaald: • bij langer dan 5 jaar dienstverband 1 dag; • bij langer dan 10 jaar dienstverband 2 dagen; • bij langer dan 15 jaar dienstverband 3 dagen; • bij langer dan 20 jaar dienstverband 4 dagen;
2. Aan de werknemer geboren op of na 1 januari 1965 worden door de werkgever de volgende extra doorbetaalde vakantiedagen gegeven: • vanaf 10 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 1 dag; • vanaf 9 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 2 dagen totaal; • vanaf 8 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 3 dagen totaal; • vanaf 7 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 4 dagen totaal; • vanaf 6 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd: 5 dagen totaal; • vanaf 5 jaar voor de voor werknemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd tot de AOW-gerechtigde leeftijd: 6 dagen totaal.
3. Aan de werknemer geboren voor 1 januari 1965 worden door de werkgever de volgende extra doorbetaalde vakantiedagen gegeven: • 55 jaar 1 dag; • 56 jaar 2 dagen totaal; • 57 jaar 3 dagen totaal; • 58 jaar 4 dagen totaal; • 59 jaar 5 dagen totaal; • 60 tot de AOW-gerechtigde leeftijd 6 dagen totaal.
4. De in dit artikel gegeven extra vakantiedagen gaan in met ingang van het nieuwe vakantiejaar.
EXTRA VAKANTIEDAGEN. 1. Aan de werknemer, die onafgebroken in dienst is van dezelfde werkgever worden de volgende extra vakantiedagen door deze gegeven en betaald: • bij langer dan 5 jaar dienstverband 1 dag; • bij langer dan 10 jaar dienstverband 2 dagen; • bij langer dan 15 jaar dienstverband 3 dagen; • bij langer dan 20 jaar dienstverband 4 dagen;
2. Aan de werknemer vanaf 55 jaar worden door de werkgever de volgende extra doorbetaalde vakantiedagen gegeven: • 55 jaar 1 dag; • 56 jaar 2 dagen; • 57 jaar 3 dagen; • 58 jaar 4 dagen; • 59 jaar 5 dagen; • 60 t/m 64 jaar 6 dagen.
3. Als peildatum voor de toekenning van de in dit artikel genoemde extra vakantiedagen geldt de ingangsdatum van het vakantiejaar.
EXTRA VAKANTIEDAGEN. De werknemer heeft jaarlijks recht op extra vakantiedagen als hij 50 jaar of ouder is. De extra vakantiedagen zijn:
1. 16 extra uren met ingang van het kalenderjaar waarin de werknemer 50 jaar of ouder wordt.
2. In totaal 32 extra uren met ingang van het kalenderjaar waarin de werknemer 55 jaar of ouder wordt.
3. In totaal 48 extra uren met ingang van het kalenderjaar waarin de werknemer 60 jaar of ouder wordt.
4. In totaal 64 extra uren met ingang van het kalenderjaar waarin de werknemer 63 jaar of ouder wordt. Per 1 januari 2020 bedraagt het aantal extra vakantie-uren: De werknemer heeft jaarlijks recht op extra vakantiedagen als hij 50 jaar of ouder is. De extra vakantiedagen zijn: