ATV regeling Voorbeeldclausules

ATV regeling. I Aangezien de arbeidstijd per week is teruggebracht van 40 naar 38 uur, terwijl er een bedrijfstijd is gehandhaafd van 40 uur, heeft de werknemer op fulltime basis recht op 13 roostervrije dagen op jaarbasis. Werknemers die slechts een gedeelte van de fulltime arbeidsduur werkzaam zijn en/of gedurende de loop van een kalenderjaar in dienst zijn getreden bij werkgever, kunnen naar rato aanspraak maken op roostervrije dagen. De werkgever kan (maximaal) 5 dagen collectief vaststellen. Het aantal en de vaststelling van de data kan per bedrijfsonderdeel verschillen. Niet vastgestelde dag(en) kan (kunnen) vrij opgenomen worden. In overleg met de personeelsvertegenwoordiging worden de collectieve roostervrije dagen uiterlijk in de maand december voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar door de werkgever bindend vastgesteld. Op roostervrije dagen wordt door werknemer voor wie deze zijn vastgesteld, met behoud van inkomen niet gewerkt. Een door werknemer niet opgenomen roostervrije dag vervalt per 31 december van het betreffende jaar. Indien vanuit bedrijfsbelang tijdens collectief vastgestelde roostervrije dagen gewerkt zal worden, worden deze roostervrije dagen aan de werknemer in overleg teruggegeven in de vorm van vrij op te nemen verlof. In individuele gevallen kan, geadviseerd door de afdeling HR, ter beoordeling van werkgever en in overleg met de werknemer, worden afgeweken van het hiervoor onder III, IV en V gestelde. De volgende afspraak geldt met betrekking tot het afboeken van ATV uren bij (gedeeltelijk) verzuim: Indien de medewerker binnen één kalenderjaar vier maal het aantal werkuren per week (hoeft niet aaneengesloten te zijn) of meer verzuimt, wordt ATV afgeboekt. Bij vier weken verzuim wordt, in het geval van een fulltime dienstverband, 8 uur ATV afgeboekt. Bij elke extra werkweek verzuim wordt in het geval van een fulltime dienstverband nog eens 2 uur extra ATV afgeboekt. Bij een parttime dienstverband wordt het afboeken van ATV naar rato toegepast. Afboeken als gevolg van verzuim wordt in het begin van het nieuwe kalenderjaar toegepast. Is er nog een restant saldo ATV van het vorige kalenderjaar, dan wordt er van dit saldo afgeboekt. Is dit niet het geval, dan zal er van het reguliere verlofsaldo worden afgeboekt. Als het ATV reeds is ingepland en medewerker wordt op die geplande ATV uren ziek, dan worden deze ingeplande en reeds afgeboekte ATV uren teruggeboekt. Aan het eind van het jaar wordt er gekeken of de medewerker in totaal meer dan ...
ATV regeling. Dienst Atv-dagen 1. Op Atv-dagen wordt door een dagdienst medewerker met een voltijdsdienstverband geen arbeid verricht als gevolg waarvan de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis uitkomt op minder dan zijn (contractuele) arbeidsduur van 40 uur per week. 2. Atv-dagen kunnen, na overleg met de ondernemingsraad, aan het begin van elk jaar, per kalenderjaar ingeroosterd worden.
ATV regeling. 1. Op ATV-dagen hoeft de medewerker volgens het vastgestelde rooster niet te werken waardoor de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis wordt gebracht beneden de 40 uur per week. Het karakter van deze dagen is zodanig dat deze niet vervangbaar zijn ingeval van ziekte of een andere, de medewerker persoonlijk betreffende omstandigheid, die hem verhindert de roostervrije tijd te genieten. 2. De ATV-dagen kunnen, na overleg met de ondernemingsraad, aan het begin van elk jaar, per kalenderjaar ingeroosterd worden en worden beloond als vakantiedagen. 3. Met uitzondering van medewerkers in 4- en 5-ploegendienst, heeft men per kalenderjaar recht op 9 ATV-dagen (72 uur).
ATV regeling. I Aangezien de arbeidstijd per week is teruggebracht van 40 naar 38 uur, terwijl er een bedrijfstijd is gehandhaafd van 40 uur, heeft de werknemer recht op 13 roostervrije dagen op jaarbasis. Werknemers die slechts een gedeelte van de normale arbeidsduur werkzaam zijn en/of gedurende de loop van een kalenderjaar in dienst zijn getreden bij werkgever, kunnen naar rato aanspraak maken op roostervrije dagen. Op roostervrije dagen wordt door werknemer voor wie deze zijn vastgesteld, met behoud van inkomen niet gewerkt.
ATV regeling. Op ATV-dagen hoeft de medewerker volgens het vastgestelde rooster niet te werken waardoor de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis wordt gebracht beneden de 40 uur per week. Het karakter van deze dagen is zodanig dat deze niet vervangbaar zijn ingeval van ziekte of een andere, de medewerker persoonlijk betreffende omstandigheid, die hem verhindert de roostervrije tijd te genieten.

Related to ATV regeling

  • Regeling De Regeling overgang personeel bij overgang vervoerscontracten (hierna te noemen: OPOV-regeling) is van toepassing op een aanbesteding zoals bedoeld in 1.1n. Voor de navolgende situaties geldt de regeling ‘Overgang van personeel bij contractwisseling’ (OPBC) zoals is opgenomen in bijlage 2b: a) Vervoerscontracten, welke het gevolg zijn van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, die tussentijds eindigen of beëindigd worden, waarbij een derde partij het beëindigde of geëindigde vervoerscontract geheel of gedeeltelijk overneemt of voortzet, uitgezonderd faillissementssituaties, zoals bedoeld onder de ‘Regeling bij faillissementen’, zoals opgenomen in bijlage 2c. b) Een contractpartij aan wie een vervoerscontract, welke het gevolg is van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, werd gegund, die tijdens de looptijd van dat vervoerscontract de daadwerkelijke uitvoering daarvan verwezenlijkt of laat verwezenlijken door één of meer andere vervoerders dan de vervoerder of vervoerders die het vervoer bij aanvang van het betreffende vervoerscontract uitvoerden. Het kan hierbij gaan om de situatie dat een contractpartij de samenwerking met de vervoerder of vervoerders beëindigt of dat de vervoerder of vervoerders de samenwerking met een contractpartij beëindigt resp. beëindigen. c) Een vervoerscontract, welke het gevolg is van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, geëindigd is, voordat de nieuwe aanbesteding definitief is gegund en waarbij direct aansluitend aan de beëindiging van het vervoerscontract middels een tijdelijke voorziening het vervoer wordt uitgevoerd door een andere contractpartij/vervoerder. Voor de navolgende situaties geldt de ‘Regeling bij faillissementen’ (RBF) zoals is opgenomen in bijlage 2c: a) Vervoerscontracten, welke het gevolg zijn van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, die tussentijds eindigen of beëindigd worden als gevolg van een faillissementssituatie van een contractpartij, waarbij een derde partij het beëindigde of geëindigde vervoerscontract geheel of gedeeltelijk overneemt of voortzet. b) Een contractpartij aan wie een vervoerscontract, welke het gevolg is van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, werd gegund, die tijdens de looptijd van dat vervoerscontract de daadwerkelijke uitvoering daarvan verwezenlijkt of laat verwezenlijken door één of meer andere vervoerders dan de vervoerder of vervoerders die het vervoer bij aanvang van het betreffende vervoerscontract uitvoerden, als gevolg van een faillissementssituatie van de vervoerder of vervoerders die het vervoer bij aanvang van het betreffende vervoerscontract uitvoerden. 2.1 Uiterlijk 8 werkdagen na publicatiedatum, waarin ten minste een deel van het door de huidige contractpartij/vervoerder verzorgde vervoer aan de orde is, dient deze contractpartij/vervoerder schriftelijk opgave te doen van het betrokken personeel bij het vervoerscontract dat aanbesteed wordt. De huidige contractpartij/vervoerder dient een volledige opgave te doen aan SFT van: Personeel dat ingezet is bij het vervoerscontract, gerangschikt per perceel / basepoint, per vervoerder (inclusief eigen personeel of dat van ingeschakelde onderaannemers of van een uitzendonderneming) met daarbij de volgende gegevens: a. Voorletter(s), achternaam b. Adresgegevens en telefoonnummer c. Emailadres d. Geboortedatum e. Aantal gewerkte uren per maand/periode/week

  • Klachtenregeling Artikel 17 - Geschillen