Seniorenregeling Voorbeeldclausules

Seniorenregeling. 1. Werknemers van 60 jaar en ouder hebben het recht om gebruik te maken van een van de twee mogelijkheden om de werkweek terug te brengen, namelijk: 80% werken voor 90% loon bruto en 100% pensioenopbouw volgens de overeengekomen premieverdeling tussen werkgevers en werknemers of 90% werken, voor 100% loon bruto en 100% pensioenopbouw volgens de overeengekomen premieverdeling tussen werkgevers en werknemers. 2. Werkgevers kunnen besluiten de 80/90/100 regeling aan te bieden aan werknemers die jonger zijn dan 60 jaar. 3. Om deze regeling mogelijk te maken, dient de werknemer twee van de bovenwettelijke vakantiedagen van artikel 40 lid 1 van deze CAO in te leveren en wordt het aantal vakantie uren naar rato van de werkelijke arbeidsduur opgebouwd. . Indien de werknemer van de 80/90/100 regeling gebruik maakt jonger is dan 60 jaar, dient de werknemer tevens al zijn seniorendagen van artikel 41 lid 3 te gebruiken. Het bepaalde in artikel 41 lid 1 en 2 blijft van toepassing met dien verstande dat extra vakantiedagen worden opgebouwd naar rato van de werkelijke arbeidsduur. 4. Afhankelijk van de gekozen regeling worden de dagen voor een halve dag per week, een dag per week of een dag per twee weken door de werkgever in overleg met de werknemer ingeroosterd. Het rooster voor deze dagen zal in overleg minimaal een half jaar van te voren worden vastgesteld. De roostervrije dagen zullen in principe niet uitsluitend op een maandag of een vrijdag worden ingeroosterd. 5. Ingeroosterde seniorendagen mogen conform artikel 13 lid 4 niet samen vallen met een officiële feestdag. 6. Ingeroosterde seniorendagen tellen als werkdag voor de bepalingen in de cao die zien op overwerk.
Seniorenregeling. 1. Vanaf 1 juli 2018 kunnen werknemers voor het eerst gebruik maken van een nieuwe regeling. Deze houdt in dat werknemers kunnen kiezen tussen behoud van leeftijdsdagen/ diensttijddagen in de zin van de cao, óf 80 procent werken tegen 92,5 procent salaris en 100 procent pensioenopbouw (‘de regeling’ of de ‘seniorenregeling’). 2. Deelname aan de regeling is mogelijk 5 jaar voor de AOW-leeftijd van de werknemer. 3. Een werknemer moet voorafgaand aan het Keuzemoment minimaal 8 jaar onafgebroken in dienst zijn bij een werkgever in de zin van deze cao. 4. De werknemer die aangeeft deel te nemen aan de 80/92,5/100-regeling heeft vanaf het moment van deelname geen recht meer op leeftijdsverlof en diensttijdverlof in de zin van de cao. 5. Na 5 jaar (1 juli 2023) wordt de regeling door partijen geëvalueerd en indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft dan wordt de regeling in gezamenlijk overleg herzien. 6. Een nadere uitwerking van deze regeling is terug te vinden in bijlage X van de cao.
Seniorenregeling. 1. De werktijd per week van de werknemer van 58 jaar en ouder, die een ononderbroken diensttijd heeft van ten minste 5 jaren die direct voorafgaat aan de ingangsdatum van de vermindering van de werktijd, waarbij een onderbreking van 2 maanden of minder niet als een onderbreking wordt aangemerkt, wordt, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet, op zijn verzoek met 1/10 deel teruggebracht, gemiddeld over 26 weken, met behoud van de formele arbeidsduur onder doorbetaling van 95% van het loon. 2. De werktijd per week van de werknemer van 59 jaar en ouder, die een ononderbroken diensttijd heeft van ten minste 5 jaren die direct voorafgaat aan de ingangsdatum van de vermindering van de werktijd, waarbij een onderbreking van 2 maanden of minder niet als een onderbreking wordt aangemerkt, wordt, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet, op zijn verzoek met 1/5 deel teruggebracht, gemiddeld over 26 weken, met behoud van de formele arbeidsduur onder doorbetaling van 92,5% van het loon. 3. De werktijd per week van de werknemer van 61,5 jaar en ouder, die een ononderbroken diensttijd heeft van ten minste 5 jaren die direct voorafgaat aan de ingangsdatum van de vermindering van de werktijd, waarbij een onderbreking van 2 maanden of minder niet als een onderbreking wordt aangemerkt, wordt, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet, op zijn verzoek met 1/5 deel teruggebracht, gemiddeld over 26 weken, met behoud van de formele arbeidsduur onder doorbetaling van 100% van het loon. 4. Een verzoek als bedoeld in lid 1, lid 2 en lid 3, dient minimaal 3 maanden voor de datum van ingang bij de werkgever te worden ingediend. 5. De verkorting van de werktijd per week als bedoeld in lid 1, lid 2 en lid 3 gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand van verjaring. 6. De werknemer die gebruik maakt van lid 1 mag op datum van vermindering van zijn werktijd nog maximaal 90% van zijn maximale spaarsaldo (1503 uren bij een fulltime dienstverband ) aan spaaruren hebben. 7. De werknemer die gebruik maakt van lid 2 mag op de datum van vermindering van de werktijd nog 80% van zijn maximale spaarsaldo (1336 uren bij een fulltime dienstverband) over hebben. 8. De werknemer die gebruik maakt van lid 3, mag op de datum van vermindering van de werktijd nog 80% van zijn maximale spaarsaldo (1336 uren bij een fulltime dienstverband) over hebben. 9. In de gevallen als genoemd in lid 1, lid 2 en lid 3 is de werknemer verplicht het meerdere aan spaarsaldo boven het hiervo...
Seniorenregeling. 1. Werknemers van 60 jaar en ouder kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om de werkweek terug te brengen tot 80% werken, op te nemen in hele dagen per week, voor 90% loon bruto en 100% pensioenopbouw volgens de overeengekomen premieverdeling tussen werkgevers en werknemers. 2. Werkgevers kunnen besluiten deze regeling aan te bieden aan werknemers die jonger zijn dan 60 jaar. 3. Om deze regeling mogelijk te maken, dient de werknemer al zijn seniorendagen van artikel 41 lid 3 te gebruiken, alsmede twee van de bovenwettelijke vakantiedagen van artikel 40 lid 1 van deze CAO. Indien de werknemer tevens in aanmerking komt voor extra verlof vanwege diensttijd op basis van artikel 41 lid 1 en 2 van deze CAO, blijft het bepaalde van artikel 41 lid 4 van deze CAO van toepassing. 4. De vrije dag wordt in overleg met de werkgever per week ingeroosterd. Het rooster voor deze dagen zal in overleg minimaal een half jaar van te voren worden vastgesteld. De roostervrije dagen zullen in principe niet uitsluitend op een maandag of een vrijdag zijn.
Seniorenregeling. De seniorenregeling is een regeling voor vermindering van de arbeidsduur per week voor oudere medewerkers. De seniorenregeling is beëindigd per 1 januari 2014. Voor de medewerkers die voor die datum al gebruik maakten van de seniorenregeling blijft deze van kracht, maar er kunnen geen nieuwe deelnemers meer toetreden. Meer informatie over de seniorenregeling is te vinden op het HR Portaal.
Seniorenregeling. Aan werknemers wordt de mogelijkheid geboden om vanaf 9 jaar voorafgaand aan de AOW gerechtigde leeftijd de wekelijkse arbeidsduur te verminderen. Hiertoe is - voor fulltime medewerkers - 190 uur per jaar / 4,42 uur per week beschikbaar (parttime medewerkers naar rato). Werknemers kunnen er ook voor kiezen deze arbeidsduurverkorting (gedurende maximaal 9 jaar) op te sparen teneinde dit voorafgaand aan hun AOW leeftijd in een door xxxxxxx gekozen periode te genieten.
Seniorenregeling. Werknemers van 60, 61, 62, 63, 64 en 65 jaar krijgen per kwartaal de mogelijkheid om respectievelijk 8, 12, 16, 20, 24 en 28 uur minder te werken, tegen betaling door de werkgever van 100% van het loon van niet gewerkte uren in het kader van dit artikel. Gebruik maken van deze regeling heeft geen gevolgen voor de opbouw van vakantie-, verlof- en pensioenrechten, voor de aanspraak op de vakantietoeslag en evenmin voor de uitkeringen bij ziekte.
Seniorenregeling. Lid 1. De werknemer die is ingedeeld in de functiegroep A t/m H kan vanaf 5 jaar voorafgaand aan de AOW-datum zijn huidige gemiddelde arbeidsduur tot 80% van zijn oorspronkelijke contractuele arbeidsduur verminderen. Het brutoloon en de overige arbeidsvoorwaarden zullen naar rato worden aangepast. Over het verschil tussen de nieuwe en oorspronkelijk arbeidsduur zal de werkgever de volledige pensioenpremie (werkgevers- en werknemersdeel) betalen. De werknemer die gebruik maakt van deze regeling heeft niet langer recht op het vitaliteitsverlof vanaf 35 jaar. Hij behoudt conform Artikel 17 het recht op 7,6 uur vitaliteitsverlof (tot 35 jaar). Lid 2. De werkgever kan volgens Artikel 3 lid 1 met de vakorganisaties (Artikel 2 lid 1 niveau 2) een afwijkende afspraak maken, die in de plaats komt van de seniorenregeling volgens Lid 1 van dit artikel. Lid 3. De werkgever kan volgens Artikel 3 lid 2 met de OR een ruimere seniorenregeling (Artikel 2 lid 1 niveau 3) overeenkomen dan opgenomen in Lid 1 van dit artikel. Daarbij kan worden overeengekomen om vitaliteitsdagen voor alle werknemers te laten vervallen om deze regeling mede te financieren.
Seniorenregeling. Om de oudere medewerker langer fit te houden voor het arbeidsproces en voldoende gelegenheid te bieden tot herstel, wordt aan medewerkers de gelegenheid geboden om korter te werken met een gedeeltelijke inlevering van het inkomen. 2.1 Van deze regeling kan gebruik gemaakt worden vanaf het tijdstip van 60 maanden voorafgaand aan de maand volgend op de maand waarin de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Bepalend voor de vaststelling van de AOW-gerechtigde leeftijd is de wet- en regelgeving op de datum van aanvraag. 2.2 Per 1 oktober 2025 kunnen medewerkers die in de voorafgaande 2 jaar structureel werkzaam zijn geweest in ploegendienst zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 van de cao, gebruik maken van deze regeling vanaf het tijdstip van 72 maanden voorafgaand aan de maand volgend op de maand waarin de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. 2.3 Het verlaagde werktijdpercentage bedraagt minimaal 80% van de geldende arbeidsduur. Het nieuwe percentage wordt naar boven afgerond op veelvouden van 2,5% (= 1 uur per week). 2.4 Voorwaarde voor gebruik van de seniorenregeling is dat de medewerker gedurende het gebruik van de regeling voor minimaal 20 uur per week feitelijk blijft werken. Voor medewerkers die deeltijd werken geldt een percentage van 50% van de voor hen geldende arbeidsduur. 2.5 Over het deel waarmee de arbeidsduur wordt verlaagd ontvangt de medewerker nog 50% van het inkomen. Voor de pensioenopbouw blijft de inkomenskorting als gevolg van het korter werken buiten beschouwing. 2.6 Aanvragen dienen ten minste één kalendermaand voor ingangsdatum te worden gedaan. Een verzoek kan niet eerder dan 4 maanden van tevoren worden ingediend. De regeling gaat altijd in per de 1e van de maand. 2.7 De manager zal met de medewerker die gebruik maakt van deze regeling, concrete afspraken maken met betrekking tot een aangepaste taakstelling en beheersing van de werkdruk.
Seniorenregeling a. Voor de werknemer die de leeftijd van 62 jaar heeft bereikt zal de mogelijkheid bestaan in overleg met de werkgever extra vrijaf te nemen. De maximum tijdsduur bedraagt voor werknemers van 62 jaar: 48 uren per contractsjaar, voor werknemers van 63 jaar: 72 uren per contractsjaar en voor werknemers van 64 jaar: 96 uren per contractsjaar. b. Recht op de mogelijkheid van vrijaf, zoals bedoeld in lid a., ontstaat met ingang van het kalenderkwartaal waarin de leeftijd, zoals in lid a. aangegeven, wordt bereikt. c. Per niet gewerkt uur wordt 85% door de werkgever betaald. d. De extra vrije tijd zal niet van invloed zijn op pensioenafspraken, uitkeringen krachtens de sociale zekerheidswetten, vakantietoeslag en gratificaties.