Berekening van de installaties Voorbeeldclausules

Berekening van de installaties. Aanvullende berekeningen of naberekeningen door de aannemer uit te voeren, moeten geschieden volgens de voorschriften van onderhavig hoofdstuk.
Berekening van de installaties. Hoofdstuk B - Omgevingsvoorwaarden
Berekening van de installaties. Door de ontwerper worden volgende berekeningsbasissen aangewend : - warmteverliesberekeningen volgens XXX X00-000 - basis buitentemperatuur: - 8I C - lokaal temperaturen: zie bijhorende plannen - einddruk installatiewater: 2,5kg/cm2 , gesloten expansiesysteem - regime warmwater: 80-60IC voor radiatoren. - leidingennet: pompcirculatie met 20I C temperatuurval berekening volgens Xxxxxxxxx & Raisz, 14de uitgave Hoofdstuk B ñ Omgevingsvoorwaarden. Indien op de plannen lokaaltemperaturen zijn opgegeven, dan dienen deze te worden gerealiseerd. Hoofdstuk C -Voorschriften betreffende het materiaal en regels voor de goede uitvoering. Keteltype : condenserende gasketel met premix brander Vermogen : 261 kW (bij regime 80/60IC en vollast) De ketel is een condenserende gasketel voor staande montage, drager van het vrijwillige kwaliteitslabel HR TOP. De ketel is CE-gekeurd voor België in de categorie I2E(R)B Het toestel is geschikt voor het stoken van alle kwaliteiten aardgas en is geschikt voor terugwinning van zowel voelbare als latente warmte uit de rookgassen. Door het hoge rendement voldoet het toestel ruimschoots aan de eisen van het Nederlandse label Gaskeur HR 107. De toestellen zijn gekeurd op de essentiële eisen van onderstaande richtlijnen: • Gasrichtlijn nr. 90/396/EEG • Rendementsrichtlijn nr. 92/42/EEG • EMC-richtlijn nr. 89/336/EEG • Laagspanningsrichtlijn nr. 73/23/EEG • Richtlijn Drukapparatuur nr. 97/23/EEG, (art. 3, lid 3) Nagenoeg alle elektrische en elektronische componenten zijn ondergebracht in de bedieningskast die op de ketelbemanteling gemonteerd is. De bedieningskast is op 2 manieren te monteren, met het bedieningspaneel gericht op de servicezijde of op de zijkant. Door toepassing van microprocessortechniek is de ketel eenvoudig in te stellen en te regelen. Uitleesvensters van het display maken het mogelijk de gemeten en de gewenste instellingen te controleren. Het vermogen van de ketel kan hoog/laag of traploos modulerend (20 - 100%) geregeld worden met behulp van verschillende modulerende regelaars, bijvoorbeeld met een weersafhankelijke (cascade) regelaar of via een analoog 0-10 Volt signaal voor aansturing op vermogen of op vertrekwatertemperatuur. NOx-klasse 5 Type-indeling rookgasafvoer : B23 De speciaal geconstrueerde, gietaluminium warmtewisselaar, opgebouwd uit leden, is tezamen met de andere mechanische ketelonderdelen ondergebracht in een gepoedercoate, plaatstalen ketelbemanteling. Deze ketelbemanteling bestaat uit losse plaatdelen...
Berekening van de installaties. Geïnstalleerd vermogen in de centrale
Berekening van de installaties 

Related to Berekening van de installaties

  • Elektrische installaties In de woning wordt een elektrische installatie aangelegd zoals is aangegeven op de verkooptekening, de installatie wordt aangelegd conform de geldende normen en voorschriften. De installatie voldoet aan normblad NEN 1010. De elektraleidingen worden in de wanden en vloeren opgenomen. In de meterkasten worden leidingen in het zicht gemonteerd. Achter de knieschotten kunnen leidingen in het zicht (over de ruwe betonvloer) worden aangebracht. Ook wordt de installatie in het zicht gemonteerd (opbouw), in de houten berging, op zolder ter plaatse van de installatiezone, schakelaar tegen de trap en eventuele wandcontactdozen op het knieschot. De meterkast wordt standaard uitgevoerd met een aansluiting van 3x25A, uitbreidbaar tot maximaal 12 groepen. Het daadwerkelijk aantal geïnstalleerde groepen is afhankelijk van de gekozen meerwerkopties (zoals extra wandcontactdozen op aparte groep). De elektrische installatie wordt voorzien van een aardlekschakelaar in de meterkast. De woning wordt voorzien van belinstallatie, bestaande uit een bedrade beldrukker en schel. Alle schakelaars en wandcontactdozen in de woning (horizontaal geplaatst) zijn geheel inbouw. Het inbouw schakelmateriaal wordt uitgevoerd van het merk Busch-Jaeger, type Balance, kleur zuiver wit (nabij RAL 9010). Standaard worden de volgende hoogtes aangehouden, tenzij anders aangegeven: - De wandcontactdozen, voorbereiding voor bijvoorbeeld internet en centrale antenne op 30 cm + vloer; - De schakelaars en combinatieschakelaars/ wandcontactdozen op 105 cm + vloer; - De kamerthermostaat en bediening ventilatiesysteem op 150 cm + vloer; - De aansluitpunten in de keuken worden de hoogte aangebracht conform de nultekening; - Wandlichtpunten en buitenlichtpunten op 200 cm + vloer; - De wandcontactdoos voor de wasmachineaansluiting/wasdroger op zolder wordt aangebracht op 105 cm + vloer.

  • Elektrische installatie De individuele elektrische installatie wordt volgens de geldende voorschriften aangelegd vanuit de meterkast en verdeeld over de benodigde groepen naar de diverse aansluitpunten. De elektrische installatie wordt in principe aangelegd volgens het centraaldozen systeem. In het plafond worden daarvoor de verdeeldozen aangebracht, deze verdeeldozen dienen tevens als aansluitpunt voor verlichting. De verdeeldozen zijn voorzien van een deksel met lamphaak. De groepen verdeelkast wordt geplaatst in de meterkast van de woning, en is standaard uitgerust met 2 aardlekschakelaars waardoor er maximaal 8 eindgroepen geplaatst kunnen worden. De leidingen in de woningen worden weggewerkt en er wordt inbouwmateriaal toegepast, met uitzondering van de meterkast en ter plaatse van de dakplaten die niet binnen een verblijfsruimte of verkeersruimte vallen. Hier worden de leidingen en het elektramateriaal als opbouw uitgevoerd. Daarnaast worden de leidingen en het elektramateriaal in de garage/berging als opbouw uitgevoerd. De dubbele wandcontactdozen worden samengesteld uit twee enkelvoudige wandcontactdozen die onder één afdekraam naast elkaar worden geplaatst. Alle wandcontactdozen en het schakelmateriaal zijn van het merk Busch-Jaeger type Balance, en wordt uitgevoerd in de kleur wit. De hoogte van de elektrapunten ten opzichte van de dekvloer is: • Lichtschakelaars: + 105 cm*; • Wandcontactdozen: + 30 cm overige in de woonkamer en de slaapkamers; + 120 cm t.b.v. wasmachine en wasdroger**; + diverse hoogten in keuken conform apart schema ***; • CAI/telefoon/loze leiding: + 30 cm; • Thermostaat: + 150 cm hoogte; • Bediening WTW installatie: + 150 cm hoogte. Genoemde hoogtes zijn circa hoogtes. * Schakelaars bij trapleuningen en inbouwreservoirs worden op mogelijk afwijkende hoogte aangebracht, op de 2e verdieping op de trapspil: opbouw. ** Wandcontactdozen t.b.v. een wasmachine en wasdroger op een knieschotten komen lager als de eerder genoemde 120 cm. *** Schakelaars op de wand waartegen de keuken is geplaatst worden boven elkaar geplaatst indien dit nodig blijkt. Op de zolderverdieping worden elektrische aansluitpunten voor wasmachine en droger geplaatst. De aansluitpunten voor de wasmachine en droger worden ieder op een afzonderlijke aparte groep aangesloten, en worden conform de voorschriften afgemonteerd met een enkelvoudige wandcontactdoos. In de meterkast van de woning wordt een dubbele, (onbenutte) wandcontactdoos opbouw aangebracht. Naast de achterdeur van de woning wordt een aansluitpunt voor buitenverlichting gemaakt. Dit buitenlichtpunt is vanuit de woning te bedienen met een schakelaar. Naast de voordeur van de woning wordt een aansluitpunt inclusief armatuur voorzien. In de badkamer wordt nabij de wastafel een enkele wandcontactdoos voorzien. Niet bedrade (loze) leidingen in de woning, en het aardpunt in de badkamer worden voorzien van een witte afdekplaat (blindplaat), overeenkomstig met het schakelmateriaal in de woning. In loze aansluitingen is een controle draad opgenomen. De controledraad is enkel bedoeld om de functionaliteit van de leiding aan te tonen en is niet bedoeld als trekdraad van bekabeling. De woningen zijn voorzien van rookmelders die zijn aangesloten op het elektriciteitsnet conform geldende normen. Deze rookmelders bevatten tevens een ingebouwde nood accu. De plaats van deze rookmelders is aangegeven op de verkooptekeningen. Zwakstroom installatie De woningen zijn voorzien van een belinstallatie, bestaande uit: • Een deurbelknop naast de voordeur; • Een signaalgever in de entreehal; • Een transformator in de meterkast/groepenkast.

  • Verwarmingsinstallatie Voor de berekening van de capaciteit van de centrale verwarmingsinstallatie gelden de berekeningsgrondslagen conform het normblad, dat op dit werk van toepassing is. De woning is voorzien van een warmtepomp installatie, deze is geplaatst in de installatiezone van uw woning. Nabij de warmtepomp installatie wordt een expansievat gemonteerd. Ten behoeve van de warmtepomp worden er op het perceel leidingen in de grond geboord. Deze leidingen zijn in staat om de ‘warmte’ uit de grond op te nemen en te transporteren naar de warmtepomp. Via een ingenieus systeem zorgt de warmtepomp ervoor dat de centrale verwarming de woning kan verwarmen, en dat er warm tapwater ter beschikking is. De centrale verwarmingsinstallatie wordt in de gehele woning uitgevoerd als lage temperatuur vloerverwarming. In de badkamer wordt een elektrische handdoekradiator geplaatst. De temperatuurregeling vindt plaats door middel van een kamerthermostaat in de woonkamer. De slaapkamers worden eveneens voorzien van een thermostaat. De elektrische radiator in de badkamer kan bedient worden via een opgebouwde temperatuur regeling. De centrale verwarmingsleidingen worden uitgevoerd in kunststof buis weggewerkt in de afwerkvloer, met uitzonderingen ter plaatse van de verdelers. De verdelers worden voorzien van een prefab omkasting, met uitzondering van de verdeler(s) in de trapkast/technische ruimte op de begane grond en de verdeler op zolder. Bij gelijktijdig functioneren van alle verwarmingsgroepen en bij gesloten ramen en deuren worden de volgende temperaturen gegarandeerd: • Woonkamer / eetkamer en keuken: 20 oC • Slaapkamer: 20 oC • Badkamer: 22 oC • Entree / hal / toilet: 15 oC • Zolder 15 oC Bij toepassing van vloerverwarming is de vloerafwerking een aandachtspunt. Veelal wordt gedacht dat bij gebruik van vloerverwarming uitsluitend gebruik gemaakt kan worden van een steenachtige vloerafwerking. Alhoewel een steenachtige vloerafwerking de meest optimale warmteafgifte garandeert, zijn houten en textiele vloerafwerkingen (zoals parket, kurk, bamboe, linoleum en tapijt) uitstekend mogelijk indien de Rc waarde van de afwerking (inclusief onderlaag) kleiner of gelijk is aan 0,05 m2K/W. Vraag hiervoor advies bij uw vloerenleverancier. Ten aanzien van de laag temperatuur vloerverwarming heeft Woningborg ermee ingestemd dat bij de berekeningen van de capaciteit van de verwarmingsinstallatie geen rekening is gehouden met een opwarmtijd bij een nacht verlaging. Laag temperatuur vloerverwarming is een continue verwarming en hoeft (’s nachts) niet lager te worden ingesteld. Bij oplevering van de woning ontvangt u een gebruikers instructie.