Bescherming van de melder tegen benadeling Voorbeeldclausules

Bescherming van de melder tegen benadeling. 1. De werknemer die te goeder trouw en naar behoren een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid meldt, zal in verband daarmee geen nadelige gevolgen voor zijn rechtspositie ondervinden tijdens en na de behandeling van deze melding bij de werkgever, een andere organisatie, een externe instantie of een externe derde. 2. Onder nadelige gevolgen wordt in ieder geval verstaan het nemen van een benadelende maatregel, zoals: a. het verlenen van ontslag, anders dan op eigen verzoek; b. het tussentijds beëindigen of het niet verlengen van een aanstelling voor bepaalde tijd; c. het niet omzetten van een aanstelling voor bepaalde tijd in een aanstelling voor onbepaalde tijd; d. het treffen van een disciplinaire maatregel; e. de opgelegde benoeming in een andere functie; f. het onthouden van salarisverhoging, incidentele beloning of toekenning van vergoedingen; g. het onthouden van promotiekansen; h. het afwijzen van een verlofaanvraag. 3. De werkgever zorgt ervoor dat de melder ook op geen andere manier bij zijn werk nadelige gevolgen ondervindt van de melding. 4. Als de werkgever na het doen van een melding een benadelende maatregel neemt, motiveert de werkgever waarom hij deze maatregel nodig acht en dat deze maatregel geen verband houdt met het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid. 5. De werkgever spreekt werknemers die zich schuldig maken aan benadeling van de melder daarop aan en kan hen een waarschuwing of een disciplinaire maatregel opleggen.
Bescherming van de melder tegen benadeling. De melder die te goeder trouw en naar behoren een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid of informatie over een inbreuk meldt of met inachtneming van de voorwaarden van de richtlijn een openbaarmaking doet, zal in verband daarmee geen nadelige gevolgen voor zijn rechtspositie ondervinden tijdens en na de openbaarmaking of de behandeling van deze melding bij de werkgever, een andere organisatie, een externe instantie, een externe derde .
Bescherming van de melder tegen benadeling. 1. De werkgever zal de melder niet benadelen in verband met het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid bij de werkgever, een andere organisatie, een externe instantie als bedoeld in artikel 14 lid 3 of een externe derde onder de omstandigheden als bedoeld in artikel 14 lid 4. 2. Onder benadeling als bedoeld in lid 1 wordt in ieder geval verstaan het nemen van een benadelende maatregel, zoals:
Bescherming van de melder tegen benadeling. 1. De werkgever zal de melder beschermen tegen benadeling. 2. Een melder mag tijdens en na openbaarmaking van een vermoeden van onregelmatigheid, misstand of een inbreuk op het EU-recht ook niet worden benadeeld, onder de voorwaarde dat: x. xx xxxxxx redelijke gronden heeft om aan te nemen dat de gemelde informatie over het vermoeden van een onregelmatigheid, misstand of een inbreuk op het EU-recht op het moment van de openbaarmaking juist is; b. de melder voorafgaand aan de openbaarmaking een melding heeft gedaan: i. bij de werkgever en een bevoegde autoriteit of een bestuursorgaan, dienst of andere bevoegde instantie; of, ii. 2⁰. rechtstreeks bij een bevoegde autoriteit of een bestuursorgaan, dienst of andere bevoegde instantie; of als, iii. de melder op basis van de informatie redelijke gronden heeft om aan te nemen dat het onderzoek onvoldoende voortgang heeft. c. Een melder mag eveneens tijdens en na openbaarmaking van een vermoeden van een onregelmatigheid, misstand of een inbreuk op het EU-recht niet worden benadeeld, als de melder redelijke gronden heeft om aan te nemen dat: i. de misstand een dreigend of reëel gevaar kan zijn voor het algemeen belang; ii. een risico bestaat op benadeling bij melding aan een bevoegde autoriteit of een andere bevoegde instantie; of, iii. het niet waarschijnlijk is dat de misstand doeltreffend wordt verholpen. 3. Onder benadeling als bedoeld in lid 1 wordt in ieder geval verstaan het nemen van een benadelende maatregel, zoals: a. ontslag of schorsing; b. een boete als bedoeld in artikel 650 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; c. demotie; d. het onthouden van bevordering; e. een negatieve beoordeling; f. een schriftelijke berisping; g. overplaatsing naar een andere vestiging; h. discriminatie; i. intimidatie, pesterijen of uitsluiting; j. smaad of laster; k. voortijdige beëindiging van een overeenkomst voor het leveren van goederen of diensten; en, l. intrekking van een vergunning. 4. Van benadeling is ook sprake als een redelijke grond aanwezig is om de melder aan te spreken op zijn functioneren of een benadelende maatregel als bedoeld in lid 3 jegens hem te nemen, maar de maatregel die de werkgever neemt niet in redelijke verhouding tot staat tot die grond. 5. Bij benadeling van een melder tijdens en na de behandeling van een melding, dan wel na openbaarmaking van een vermoeden van een onregelmatigheid, misstand of een inbreuk op het EU- recht wordt vermoed dat de benadeling het gevolg is van de melding dan wel d...
Bescherming van de melder tegen benadeling. De werkgever zal de melder niet benadelen in verband met het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand bij de werkgever, een andere organisatie, of een externe instantie als bedoeld in artikel 13 lid 3. Onder benadeling als bedoeld in lid 1 wordt in ieder geval verstaan het nemen van een benadelende maatregel, zoals: het verlenen van ontslag, xxxxxx dan op eigen verzoek; het tussentijds beëindigen of het niet verlengen van een tijdelijk dienstverband; het niet omzetten van een tijdelijk dienstverband in een vast dienstverband; het treffen van een disciplinaire maatregel; het opleggen van een onderzoeks-, spreek-, werkplek- en/of contactverbod aan de melder of collega’s van de melder, de opgelegde benoeming in een andere functie; het uitbreiden of beperken van de taken van de melder, anders dan op eigen verzoek; het verplaatsen of overplaatsen van de melder, anders dan op eigen verzoek; het weigeren van een verzoek tot het verplaatsen of overplaatsen van de melder; het wijzigen van de werkplek of het weigeren van een verzoek daartoe; het onthouden van salarisverhoging, incidentele beloning, bonus, of toekenning van vergoedingen; het onthouden van promotiekansen; het niet accepteren van een ziekmelding, of het de werknemer als ziek geregistreerd laten. het afwijzen van een verlofaanvraag; het verlenen van xxxxxx, anders dan op eigen verzoek; Van benadeling als bedoeld in lid 1 is ook sprake als een redelijke grond aanwezig is om de melder aan te spreken op zijn functioneren of een benadelende maatregel als bedoeld in lid 2 jegens hem te nemen, maar de maatregel die de werkgever neemt niet in redelijke verhouding tot staat tot die grond. Indien de werkgever jegens de melder binnen afzienbare tijd na het doen van een melding overgaat tot het nemen van een benadelende maatregel als bedoeld in lid 2, motiveert hij waarom hij deze maatregel nodig acht en dat deze maatregel geen verband houdt met het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand. De werkgever draagt er zorg voor dat leidinggevenden en collega’s van de melder zich onthouden van iedere vorm van benadeling in verband met het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand, die het professioneel of persoonlijk functioneren van de melder belemmert.
Bescherming van de melder tegen benadeling 

Related to Bescherming van de melder tegen benadeling

  • Bescherming van persoonsgegevens 26.1 Klant heeft op grond van de wetgeving betreffende de verwerking van persoonsgegevens (zoals de Wet Bescherming Persoonsgegevens) verplichtingen te- genover derden, zoals de verplichting tot het ver- strekken van informatie, evenals het geven van xxxxxx in, het corrigeren en het verwijderen van persoonsgegevens van betrokkenen. De verant- woordelijkheid voor de nakoming van deze ver- plichtingen rust volledig en uitsluitend bij klant. Partijen houden het er voor dat leverancier ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens ‘bewerker’ in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens is. 26.2 Leverancier zal, zoveel als technisch mogelijk is, ondersteuning verlenen aan de door klant na te komen verplichtingen als bedoeld in artikel 26.1. De kosten verbonden aan deze ondersteuning zijn niet in de overeengekomen prijzen en vergoedingen van leverancier begrepen en komen voor rekening van klant.