Besteding van de geldmiddelen Voorbeeldclausules

Besteding van de geldmiddelen. De in de artikelen 4 en 5 genoemde middelen worden aangewend voor de financiering dan wel subsidiëring van:
Besteding van de geldmiddelen. 1. Het bestuur bepaalt op welke wijze gelden binnen de in artikel 4 genoemde doelstellingen worden besteed. 2. Ter besteding van gelden kan door de werkgeversorganisatie, de werknemersorganisaties, één werkgever of een groep van werkgevers een subsidie-aanvraag bij de Stichting worden ingediend. Aanvragen om een subsidie dienen schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend. Bij de aanvragen voor subsidies dient een projectomschrijving, achtergrondinformatie, planning ‌‌ en een begroting betreffende de besteding van de aangevraagde gelden, onderverdeeld naar de in artikel 4 genoemde bestedingsdoelen of activiteiten, te worden meegezonden, alsmede een realisatieplan. Structurele activiteiten van organisatorische aard ten behoeve van de administra- tieve ondersteuning en het financiële beheer van de Stichting worden op declaratiebasis vergoed. 3. Ten behoeve van de in lid 2 genoemde subsidies, dient de gesubsidieerde instelling aan het bestuur van de Stichting een door een registeraccountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring over te leggen en zo verantwoording af te leggen omtrent de besteding van de ontvangen gelden, en wel – voor eenmalige subsidie: zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier maanden, na de besteding van de gelden; – voor periodieke subsidies: zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier maanden, na afsluiting van de periode waarop de subsidie betrekking heeft; – voor projectmatige subsidies: zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier maanden, na afsluiting van het project waarop de subsidie betrekking heeft; Deze verklaring dient ten minste te zijn gespecificeerd volgens de in artikel 4 van de statuten genoemde bestedingsdoelen of activiteiten en de projectbegroting. Deze verklaring zal een geïntegreerd onderdeel uitmaken van de financiële jaarrekening van de Stichting. 4. Het bestuur controleert op basis van de door de aanvrager(s) afgelegde rekening en verantwoor- ding of de besteding van de gelden conform de in artikel 2 gestelde doelen is geschied. 5. Het bestuur is bevoegd nadere voorschriften te geven waaraan de bij de subsidie-aanvraag mee te zenden begroting casu quo de schriftelijke verantwoording dient te voldoen. 6. Ten behoeve van de naleving van het in dit artikel bepaalde is het bestuur gerechtigd alle inlichtingen te vragen bij de aanvrager(s), alsmede inzage in begrotingen, rekeningen en verant- woordingen of accountantsrapporten en dergelijke stukk...
Besteding van de geldmiddelen. Het bestuur bepaalt op welke wijze gelden binnen de in artikel 4 genoemde doelstellingen worden besteed.
Besteding van de geldmiddelen. 1. De in de artikelen 4 en 5 genoemde middelen worden aangewend voor de financiering dan wel subsidiëring van: a. de ten laste van de werkgever komende kosten van de vakoplei- ding van de werknemers, zulks door het verstrekken van vergoe- dingen aan werkgevers bij wie bedoelde werknemers in dienst zijn, een en ander met betrekking tot door het bestuur vast te stel- len vormen van vak opleiding; b. de kosten van dan wel verband houdende met de opleiding en/of cursussen als bedoeld in artikel 3 sub b van deze statuten; c. beroepsopleidingen in of ten behoeve van de bedrijfstak; d. het verrichten van onderzoekingen naar de verwachte behoefte in de toekomst van werknemers met bepaalde scholing in de onder- scheiden categorieën in de bedrijfstak en het aan de hand daar- van bepalen van de gewenste aard en omvang van de opleidin- gen; e. het bevorderen van activiteiten, ten doel hebbende, dat nieuwe leerlingen ten behoeve van de bedrijfstak kunnen worden aange- trokken en dat zo groot mogelijke categorieën van de in de bedrijfstak werkzame werkgevers en werknemers deelnemen aan de voor hen geschikte opleidingen, bijscholingen, cursussen, bij- eenkomsten en andere middelen Voor wat betreft de werknemers zijn deze gericht op arbeidsvoorwaarden en voor wat betreft de werkgevers zijn deze gericht op arbeidsverhoudingen; f. het toezicht houden op en coördineren van de bestuurlijke acti- viteiten en het beheer van het O&A-fonds SZS. 2. Voorzover gelden van de stichting voor belegging beschikbaar zijn, worden deze gelden door het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daaraan te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risicoverdeling. 3. Gerede gelden, effecten en/of geldswaardige papieren worden zoveel mogelijk in bewaring gegeven bij algemene handelsbanken. 4. Het bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen, en de wijze van verrekening vaststellen
Besteding van de geldmiddelen. De uitgaven van de stichting bestaan uit: a. de uitgaven voortvloeiend uit de realisatie van hetgeen in artikel 3 is omschreven; b. de overige uitgaven. 1. Bij een aanvraag om subsidie dient een gespecificeerde begroting, overeenkomstig hetgeen is beschreven in artikel 3 van de statuten, betreffende de besteding van de aangevraagde gelden te worden ingezonden. 2. Jaarlijks dient de subsidie-ontvangende instelling een door een registeraccountant of accountants- administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring te overleggen over de besteding van de subsidiegelden, welke verklaring (tenminste) moet zijn gespecificeerd volgens hetgeen in artikel 3 is beschreven en moet geïntegreerd onderdeel uitmaken van het financieel jaarverslag. 3. Het bestuur is bevoegd nadere voorschriften te geven waaraan de bij de subsidieaanvraag mee te zenden begroting c.q. de schriftelijke verantwoording dient te voldoen. ‌‌‌‌
Besteding van de geldmiddelen. 1. De geldmiddelen als bedoeld in artikel 8 lid 1 worden aangewend: a. tot het doen van uitkeringen als bedoeld in artikel 3;
Besteding van de geldmiddelen. 1. FBA bepaalt de bijdrage aan de subsidieverzoekende stichtingen als genoemd in Artikel 3 sub 2 t/m 4 aan de hand van de ingediende begroting door die stichtingen zelf welke begrotingen zijn gespecificeerd volgens de bestedingsdoelen conform de doelstellingen van die stichtingen. 2. Ten behoeve van de naleving van het in dit Artikel bepaalde is de secretaris gerechtigd alle inlichtingen te vragen aan de subsidieverzoekende instellingen alsmede inzage in begrotingen, rekeningen en verantwoordingen of accountantsrapporten en dergelijke stukken. Hij is geheimhouding ook tegenover het bestuur verschuldigd inzake de door hem verkregen inlichtingen. 3. In door het bestuur aan te geven gevallen zal de secretaris niet de in lid 5 bedoelde bevoegdheid uitoefenen doch een door het bestuur aangewezen registeraccountant.

Related to Besteding van de geldmiddelen

  • Inschakeling van derden Leverancier is gerechtigd bij de uitvoering van de Overeenkomst derden in te schakelen. Zij is tevens gerechtigd rechten en verplichtingen welke voortvloeien uit de Overeenkomst aan derden over te dragen.

  • Wijziging van de opdracht c.q. meerwerk De opdrachtgever aanvaardt dat de tijdsplanning van de opdracht kan worden beïnvloed, indien partijen tussentijds overeenkomen de aanpak, werkwijze of omvang van de opdracht en/of de daaruit voortvloeiende werkzaamheden uit te breiden of te wijzigen. Indien de tussentijdse wijziging in de opdracht of opdrachtuitvoering ontstaat door toedoen van de opdrachtgever, zal Smart Group de noodzakelijke aanpassingen aanbrengen, indien de kwaliteit van de dienstverlening dit vergt. Indien zo n aanpassing leidt tot meerwerk, zal dit als een aanvullende opdracht aan de opdrachtgever worden bevestigd.

  • Uitbesteding werk aan derden Opdrachtgever machtigt Xxxxxx om de opdracht door een door hem aan te wijzen derde, op een door hem gewenst tijdstip te laten uitvoeren.

  • Omschrijving van dekking Onzekere gebeurtenis

  • Wijziging van de opdracht, meerwerk 1. Opdrachtgever aanvaardt dat de tijdsplanning van de opdracht kan worden beïnvloed als partijen tussentijds besluiten te wijzigen van aanpak, werkwijze of omvang van de opdracht en de daaruit voortkomende werkzaamheden. Wanneer door opdrachtgever tussentijds wijzigingen ontstaan in de uitvoering van de opdracht, brengt opdrachtnemer de noodzakelijke aanpassingen aan in opdracht van opdrachtgever. Leidt dit tot meerwerk, dan brengt hij dit als een aanvullende opdracht aan opdrachtgever in rekening. Opdrachtnemer mag de extra kosten voor wijziging van de opdracht bij opdrachtgever in rekening brengen. 2. In afwijking van lid 1, brengt opdrachtnemer geen meerkosten in rekening als de wijziging of aanvulling van de opdracht het gevolg is van omstandigheden die aan opdrachtnemer kunnen worden toegerekend.

  • Behandeling van geschillen 1. Geschillen, als bedoeld in artikel 54 van de CAO, worden door de meest gerede partij per e-mail aan het secretariaat van de commissie aanhangig gemaakt. 2. Het verzoek om een geschil in behandeling te nemen dient te zijn voorzien van een behoorlijke toelichting waarin is vermeld: - de naam, functie, (e-mail)adres van de verzoekende partij en de wederpartij; - de feiten en omstandigheden die tot het geschil aanleiding hebben gegeven; - de conclusies die daaruit naar de mening van de klager getrokken moeten worden; en - het advies dat op grond daarvan van de commissie wordt gevraagd. 3. Het secretariaat stelt terstond de wederpartij op de hoogte van het indienen van het verzoek, door toezending van de e-mail van de verzoekende partij. 4. De wederpartij is bevoegd binnen 14 dagen na verzending door het secretariaat van de in het voorgaande lid bedoelde e-mail, per e-mail van zijn of haar zienswijze kennis te geven, daarbij aangevende de gronden waarop het gevraagde advies wordt betwist. 5. Het secretariaat zendt terstond een afschrift van het in het voorgaande lid bedoelde verweerschrift aan de verzoekende partij. 6. Partijen in het geschil zijn bevoegd na de wisseling van de in het voorgaande lid bedoelde stukken nogmaals met inachtneming van de termijn van 14 dagen hun zienswijze aan het secretariaat kenbaar te maken, waarna de schriftelijke uiteenzetting van het wederzijdse standpunt wordt gesloten. 7. Elk van de geschil hebbende partijen heeft de mogelijkheid binnen 14 dagen na de beëindiging van de uitwisseling van de schriftelijke stukken aan de commissie mede te delen, dat hij of zij prijs stelt op een nadere mondelinge toelichting van het ingenomen standpunt. In dat geval stelt de commissie plaats, datum en uur voor de mondelinge behandeling vast. Het secretariaat geeft daarvan kennis aan beide partijen alsmede aan de leden van de commissie. 8. Elk van de partijen in het geschil is bevoegd een of meer getuigen en/of deskundigen bij de in lid 7 genoemde mondelinge behandeling van het geschil mee te brengen opdat deze(n) door de commissie worden gehoord. De naam, woonplaats en functie van de mee te brengen getuigen of deskundigen dienen tenminste 7 dagen tevoren aan het secretariaat te worden bericht. 9. De commissie is bevoegd, alvorens een advies te geven, nadere inlichtingen in te winnen van zowel partijen als derden. Zij is bevoegd partijen, getuigen en deskundigen ter nadere toelichting op te roepen om in haar vergadering te verschijnen. Een dergelijke oproep dient te geschieden met inachtneming van een termijn van een week. 10. Uit de weigering van partijen om gevraagde inlichtingen te verstrekken of om ter vergadering te verschijnen zal de commissie de conclusies trekken welke haar geraden voorkomen. 11. Een lid van de commissie dat rechtstreeks bij het geschil is betrokken neemt niet aan de behandeling van het geschil deel. 12. Bij staking van stemmen wordt de zaak verdaagd tot de volgende vergadering. Indien ook bij de dan te houden nadere beraadslaging geen besluit kan worden genomen, onthoudt de commissie zich van advies en hebben partijen bij het geschil de bevoegdheid het geschil aan de burgerlijke rechter ter beslissing voor te leggen. 13. De commissie is bevoegd afwijkingen toe te staan van de in de bovengenoemde termijnen.

  • Wijziging van deze voorwaarden 1 Deze Algemene Voorwaarden zijn opgesteld door Brancheorganisatie Kinderopvang. Brancheorganisatie Kinderopvang kan haar algemene Voorwaarden voor kinderopvang wijzigen en herzien. 2 De Ondernemer is gerechtigd om de Overeenkomst in die zin eenzijdig te wijzigen, dat daarop de meest recente versie van de door de Brancheorganisatie Kinderopvang vastgestelde Algemene Voorwaarden Kinderopvang van toepassing worden verklaard. Xx Xxxxx verklaart zich door aanvaarding van deze Algemene Voorwaarden met een dergelijke wijziging akkoord. 3 De Ondernemer informeert xx Xxxxx Schriftelijk over een wijziging van de Algemene Voorwaarden. 4 De wijzigingen treden 1 maand en één week na deze kennisgeving, of op een latere datum als dit in de kennisgeving vermeld is, in werking, tenzij een afwijkende wettelijke termijn is vereist, die dan wordt toegepast. 4. In het geval dat de wijziging van de Algemene Voorwaarden leidt tot een wezenlijke wijziging van de Overeenkomst dan heeft de Ouder de bevoegdheid om tot de dag waarop de wijzigingen in werking treden de Overeenkomst op te zeggen tegen de dag waarop de wijziging in werking treedt. Nadere regeling van de verplichtingen van de ondernemer uit artikel 13 van de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang – Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2016. De Ondernemer voldoet aan zijn verplichtingen genoemd in artikel 13 lid 2 door er onder meer voor zorg te dragen dat de onderneming beschikt over: 1. Een pedagogisch beleidsplan dat de kenmerkende wijze van omgang met kinderen en hun ouders omschrijft; 2. Reglementen/stukken die het beleid weergeven met betrekking tot hygiëne, veiligheid, kindermishandeling, medisch handelen, ziekte en privacy; 3. Een reglement dat het functioneren van de Oudercommissie regelt; 4. Een reglement dat de klachtenprocedure regelt; 5. Een overzicht van, dan wel informatie over, de volgende elementen van de kinderopvang: a. soort opvang, mogelijkheden voor flexibele opvang en eventuele extra diensten; b. informatie aangaande de groep, de getalsverhouding tussen groepsleiding en het aantal kinderen per leeftijdscategorie, en de beschikbare ruimte; c. informatie-uitwisseling, vorm en frequentie, waaronder het aantal oudergesprekken dat in principe per jaar plaatsvindt; d. de te verstrekken voeding; e. mogelijkheden voor het maken van specifieke afspraken over ontwikkeling, verzorging en voeding; f. openingstijden en -dagen en eventueel verplichte minimumafname; g. de tijden waarop de kinderen worden ontvangen en de opvang verlaten; h. in geval van Buitenschoolse opvang: • de mogelijkheden tot het deelnemen aan externe activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van sport of muziek. • de mogelijkheden voor overbrugging van de afstand tussen school en Kindercentrum of school en externe activiteit, zoals de wijze van vervoer, al dan niet onder begeleiding. • de mogelijkheden voor overbrugging van de afstand tussen Kindercentrum en thuis, of externe activiteit en thuis, zoals het al dan niet zelfstandig naar huis gaan. • de opvang tijdens vakantiedagen en extra vrije dagen van de school. i. de plaatsingsprocedure; j. de aard en omvang van de wenperiode; k. een eventueel reglement waarin de huisregels van het Kindercentrum zijn vastgelegd; x. xx xxxxxxxx prijs; m. de wijze van betaling en eventuele meerkosten bij afwijkende betalingswijzen; n. de annuleringsvoorwaarden, waaronder de annuleringskosten; o. de inschrijfvoorwaarden, waaronder de inschrijfkosten; x. xx xxxxxxxx opzegtermijnen.

  • OMVANG VAN DE AANBESTEDING II.1.1) Benaming II.1.2) CPV-code(s) II.1.3) Type opdracht

  • Wijziging van de voorwaarden Van toepassing is steeds de versie zoals die gold ten tijde van het tot stand komen van de onderhavige opdracht.

  • Omschrijving van de dekking De verzekering dekt binnen deze rubriek met inacht- neming van de algemene polisvoorwaarden de aan- sprakelijkheid van een verzekerde als werkgever tegenover zijn ondergeschikten voor schade verband houdende met het verrichten van activiteiten voor verzekerden, mits: • de aanspraak ter zake daarvan voor de eerste maal tegen verzekerden is ingesteld tijdens de geldigheidsduur van de verzekering en tevens tijdens deze geldigheidsduur de schriftelijke melding hiervan door de maatschappij is ontvangen; • de aanspraak respectievelijk de omstandigheid bij het aangaan van de verzekering of bij wijziging van de dekking bij geen van de verzekerden bekend was. Indien een omstandigheid tijdens de geldigheidsduur van de verzekering voor de eerste maal schriftelijk bij de maatschappij is aangemeld, zal de aanspraak die daaruit voortvloeit geacht worden te zijn ingesteld op de datum van ontvangst van de melding van deze omstandigheid.