Extra uitkering. 1. De extra uitkering is een beoordelingsafhankelijke uitkering bij een beoordeling van voldoende of meer en bedraagt een percentage van het jaarinkomen per ultimo van het kalenderjaar. De toe te kennen percentages bedragen bij een: Aan deze extra uitkering wordt een zgn. multiplier toegevoegd, waarmee de waardering tot uitdrukking wordt gebracht van de mate van realisatie van de persoonlijke doelstellingen. De multiplier kent een 4-puntschaal, waarmee de extra uitkering wordt vermenigvuldigd en wel als volgt: Doelstelling niet gerealiseerd extra uitkering x 1 Doelstelling deels gerealiseerd extra uitkering x 1,1 Doelstelling gerealiseerd extra uitkering x 1,25 Doelstelling ruimschoots gerealiseerd extra uitkering x 1,5 De uitkering vindt plaats in de maand maart volgend op het kalenderjaar.
2. De werknemer, die in de loop van de onder lid 1 bedoelde periode in dienst van de werkgever is getreden ontvangt een evenredig deel van deze uitkering. Hetzelfde geldt voor de werknemer wiens dienstbetrekking in de loop van die periode eindigt.
3. Ongeacht de feitelijke datum van indiensttreding, wordt voor de berekening van de extra uitkering ervan uitgegaan dat een medewerker in dienst is gekomen op de eerste van de maand van indiensttreding. Voor parttime medewerkers tellen de extra uren mee voor de berekening van de extra uitkering. Wanneer ten gevolge van langdurige ziekte een beoordeling niet mogelijk is, heeft de werknemer nog een maal recht op de uitkering; het percentage van de extra uitkering is in dat geval gelijk aan het percentage van het voorgaande jaar, met een maximum van 2%.
Extra uitkering a. De werkgever zal aan het einde van ieder boekjaar aan de werknemer, die op het tijdstip van de uitkering in zijn dienst is en wiens dienstverband tenminste één jaar heeft geduurd, een door de werkgever te bepalen extra uitkering toekennen van minimaal 2 procent van het in dat boekjaar genoten loon (exclusief overwerk- verdiensten en vakantietoeslag) en van de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van ziekte. Uitbetaling van deze uitkering vindt binnen een half jaar na einde boekjaar plaats. De werkgever kan een dispensatieverzoek indienen bij de Vaste Commissie – in deze uitmakend de instantie als bedoeld in artikel 7:619 lid 2 BW – indien hij van mening is dat de bedrijfsresultaten over het boekjaar deze uitkering niet toelaten. Teneinde dit te beoordelen dient het verzoek vergezeld te gaan van en gestaafd te worden door een schriftelijke verklaring van een erkend accountant. Tevens dient de werkgever binnen een tijdsbestek van een maand na indiening van het verzoek terzake overleg te voeren met de regionale vakbondsvertegenwoordiger. De Vaste Commissie kan op basis van voorlopige bedrijfsresultaten over het boekjaar besluiten een voorlopige dispensatie te verlenen. De Vaste Commissie besluit op basis van definitieve bedrijfsresultaten over een boekjaar of dispensatie definitief wordt verleend. Definitieve dispensatie betekent dat de extra uitkering over het betreffende boekjaar definitief niet hoeft te worden gedaan ook niet indien in de toekomst sprake is van positieve bedrijfsresultaten. Indien geen definitieve dispensatie wordt verleend betekent dit dat de extra uitkering over het betreffende boekjaar dient plaats te vinden. De secretaris van de Vaste Commissie draagt zorg voor het bekend maken van de uitkomsten van het dispensatieverzoek aan de werknemers van het bedrijf.
b. In geval in een onderneming voorzieningen zijn getroffen inzake winstdelings- en gratificatieregelingen, wordt de uitkering bedoeld sub a met eerstgenoemde uitkeringen geacht verrekend te zijn c.q. geacht daarin te zijn begrepen.
Extra uitkering. 1. De werkgever heeft: - een gereglementeerde winstdelingsregeling, of - hij verstrekt aan de werknemer jaarlijks een uitkering van 2% van de som van zijn maandinkomens gedurende het kalenderjaar, voorafgaand aan of samenvallend met het boekjaar.
2. Indien de arbeidsovereenkomst om dringende redenen in de zin van artikel 678 BW, eindigt in de loop van het kalenderjaar, dan verliest de werknemer het recht op genoemde uitkering.
3. Van deze verplichting kan de Vaste Commissie ontheffing verlenen, indien de werkgever bij zijn verzoek een accountantsverklaring overlegt, waaruit duidelijk blijkt dat het operationeel bedrijfsresultaat (= EBITDA) gedurende de twee laatste boekjaren negatief is en dat de onderneming in dusdanige situatie verkeert dat door het doen van de uitkering de levensvatbaarheid van de onderneming in gevaar komt.
Extra uitkering. De werkgever, in wiens onderneming geen gereglementeerde winstdelingsregeling van toepassing is, zal aan de werknemer jaarlijks een uitkering verstrekken van 2% van de som van zijn maandinkomens gedurende het kalenderjaar, voorafgaand aan c.q. samenvallend met het boekjaar. Indien het dienstverband, anders dan om dringende redenen in de zin van artikel 678 BW, eindigt in de loop van enig kalenderjaar, dan behoudt de gewezen werknemer c.q. behouden diens erfgenamen het recht op genoemde uitkering, naar rato van de duur van het dienstverband gedurende dat kalenderjaar, uit te betalen op het in de onderneming gebruikelijke tijdstip. Indien het dienstverband korter dan een kalenderjaar heeft geduurd zal de extra uitkering naar rato worden uitbetaald. Van deze verplichting zal de Vaste Commissie geheel ontheffing verlenen, indien de werkgever bij zijn desbetreffend verzoek een verklaring van een registeraccountant of van een accountant- administratieconsulent overlegt, waaruit blijkt dat de bedrijfsresultaten gedurende de twee laatste boekjaren negatief zijn. Van deze verplichting kan de Vaste Commissie geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen, indien de werkgever bij zijn desbetreffend verzoek een verklaring van een registeraccountant of van een accountant-administratieconsulent overlegt, waaruit duidelijk blijkt dat de bedrijfsresultaten geen of slechts een verminderde uitkering toelaten. Een verzoek om gehele of gedeeltelijke ontheffing moet ten minste drie maanden voor het in de onderneming gebruikelijke tijdstip van uitbetaling bij de Vaste Commissie zijn ingediend.
Extra uitkering. 1. De werkgever heeft: - een gereglementeerde winstdelingsregeling, of - hij verstrekt aan de werknemer jaarlijks een uitkering van 2% van de som van zijn maandinkomens gedurende het kalenderjaar, voorafgaand aan of samenvallend met het boekjaar.
2. Indien de arbeidsovereenkomst om dringende redenen in de zin van artikel 678 BW, eindigt in de loop van het kalenderjaar, dan verliest de werknemer het recht op genoemde uitkering.
Extra uitkering. 11.1. De werknemer die gedurende het gehele kalenderjaar in dienst is geweest, ontvangt in de maand november een extra uitkering van 8,33% van 12 maal het basismaandinkomen van de maand december.
11.2. De werknemer die niet gedurende het gehele kalenderjaar in dienst is geweest, heeft recht op de hiervoor in lid 1 genoemde uitkering naar evenredigheid.
11.3. Indien voor een werknemer gedurende het kalenderjaar een wijziging is opgetreden in de individueel overeengekomen arbeidsduur dan wel in het dienstrooster, zal bij de vaststelling van de extra uitkering hiermee rekening worden gehouden.
Extra uitkering. 7.1 De werknemer heeft recht op een extra uitkering van 8,33% van de in een kalenderjaar bij de onderneming in totaal verdiende maand- inkomens. De extra uitkering zal in december van enig jaar worden uitbetaald of, bij eerdere beëindiging van het dienstverband, in de maand volgend op de maand waarin het dienstverband wordt beëindigd.
Extra uitkering. Iedere werknemer die op 1 januari van het lopende kalenderjaar in dienst van de werkgever is en gedurende het gehele kalenderjaar in dienst van de werkgever blijft, heeft recht op een extra uitkering, ten bedrage van 8,33 % van 12 x het maandinkomen over de maand december.
Extra uitkering. De werknemer die gedurende het gehele kalenderjaar in dienst is geweest, ontvangt in de maand november een extra uitkering van een maandinkomen, gebaseerd op het laatstgenoten maandinkomen. Indien voor een werknemer gedurende het kalenderjaar een wijziging in het maandinkomen is opgetreden doordat, ofwel de individueel overeengekomen arbeidsduur, ofwel het dienstrooster is gewijzigd, zal bij de vaststelling van de extra uitkering hiermee rekening worden gehouden. De werknemer die niet gedurende het gehele kalenderjaar in dienst is geweest, heeft recht op de hiervoor genoemde extra uitkering naar evenredigheid.
Extra uitkering. 1. De extra uitkering is een beoordelingsafhankelijke uitkering en bedraagt een percentage van het feitelijk verdiende inkomen dat meeteelt voor de extra uitkering (zie bijlage 7) gedurende het kalenderjaar. De toe te kennen percentages bedragen : onvoldoende beoordeling : 0% voldoet meestal : 1,5% voldoet : 3% overtreft : 4,5%. excelleert : 6% De uitkering vindt plaats in de maand maart volgende op het boekjaar.
2. Indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, geen recht op een deel van de extra uitkering ontstaan.
3. Voor parttime medewerkers tellen de extra uren mee voor de berekening van de extra uitkering.